Dp gladde wegen
beheerst remmen
EEN LICHTGEWICHT GEZICHT
Goed licht zorgt ervoor
wordt gezien
dat u
Motie sportvisserij
komt weer aan de orde
ADVIEZEN VVN
SNEEUWRUIMERS IN
1REEDTE OP PAD
Brilmode 1979
GEUR VAN
TEENTJES
Nationale
landschappen
geen stil
standgebieder
Met trekker of zelf rijdend voertuig
Dok achterruit
Vergadering Recreatieschap „Salland
HOLTENS NIEUWSBLAD - 27 OKTOBER 1978 PAG. 19
Ide weg: snelheid aanpassen en als het even kan nog meer afstand tot Defensief rijden
oorligger bewaren dan onder normale weg- en weersomstandighe-
Als automobilisten zich aan deze twee belangrijke rij-voorwaarden
jen, zal er meestal bijtijds gestopt kunnen worden als dat nodig is.
rhet geval er toch plotseling geremd moet worden op een door ijzel,
iuw, regenwater, modder of bladeren bedekt wegdek, raadt Veilig
teer Nederland de methode „beheerst remmen" aan.
te reactie van een automobi
le op een gladde weg onver
st een obstakel ziet opdoemen
hard mogelijk rempedaal in te
pen om zo gauw mogelyk stil te
n. Het met kracht op de rem
staan heeft echter een aver-
uitwerking: de wielen van de
blokkeren en de daardoor on-
iuurbaar geworden wagen
lt als een schaats verder.
tiende wielen
beste manier van remmen is zo-
ilg te remmen dat de wielen nét
blokkeren. Een rollend wiel
ft namelyk op het wegdek een
tere weerstand dan een stil-
and wiel. Anders gezegd: wielen
eiken de grootste remcapaciteit
zU nog juist blijven draaien
arom dient op een gladde weg in
noodsituatie beheerst te wor-
i geremd.
remmen op gladde wegen kan een
levensreddende methode zijn!
Niet scherp sturen
Behalve snelheid aanpassen, af
stand houden en beheerst remmen
kan de automobilist nog meer doen
om op gladde wegen slippen te
voorkomen. Voorkom scherp stu-
lren.
Ga bij het inhalen geleidelijk naar
links.
Wees bedacht op veranderingen
van het wegdek. De plek waar bijv.
een asfaltweg overgaat in klinker
bestrating is slipgevaarlijk. Dat
geldt evenzeer voor brugdekken,
viaducten enz
Neem de tijd. Ga als het glad is een
kwartier eerder van huis. Luister
naar de waarschuwingen via radio
en televisie over het weer en de we
gen Bel voor wegeninformatie
070-26 44 55 (ANWB) of 03438-43 21
(Algemene Verkeersdienst Rijks
politie).
Wees op uw hoede voor een onver
wachte manoevre van een andere
weggebruiker. Slippen ontstaat
vaak uit een noodsituatie, waarin
plotseling moet worden geremd of
uitgeweken. Tot de voorzorgs
maatregelen behoort daarom ook
het .„defensief rijden": het tijdig
taxeren van wat er kan gaan ge
beuren. Dat geeft de mogelijkheid
het eigen rijgedrag aan te passen en
noodsituaties te vermijden.
Goede banden
Onderhoud de auto goed, met
name het remsysteem en schok
dempers. Schokdempers zorgen er,
samen met de veren, voor dat het
contact tussen wielen en wegdek
onder alle omstandigheden be
houden blijft. Dat contact is van
uitermate groot belang voor een
goede wegligging. een optimale be
stuurbaarheid en een zo kort moge
lijke remweg.
Zorg voor banden met voldoende
profiel - met als veilige grens mini
maal 2 milimeter profieldiepte - en
een juiste spanning.
Vlinderlicht. Dat is in één woord de
brilmode voor 1979. Vlinderlichte
brillen, dankzij dunrandige montu
ren en weinig wegende glazen-
van-kunststof. welke laatste het
langzamerhand van de veel zwaar
dere glazen-van-glas gaan winnen.
De Nederlandse opticiens kondi
gen een seizoen aan, waarin als te
genstelling tot het tamelijk volu
mineuze beeld van de kleding aan
het gezicht een minder zwaarwich
tig karakter wordt gegeven.
Dat zal
gebeuren met brillen die niet alleen
licht aanvoelen, maar die er ook
licht uitzien. De dunne, niet al te
ale toestand
heerst remmen betekent: zonder
.'1 kracht druk uitoefenen op het
hpedaal - druk verminderen -
ik uitoefenen - druk verminde-
i. Als het ware een pompende
weging met het rempedaal ma
li zonder dat de voet van het pe
al wordt gehaald. Op die manier
irden de wielen telkens afgeremd
meteen daarna weer losgelaten,
dat de auto niet gaat slippen. Bil
'haling wordt immers de ideale
•stand van nog net draaiende
elen, dus de grootste remcapaci-
lt, verkregen.
mdat ook de voorwielen blijven
lien, is het mogelijk de auto te
IJ ven besturen.
ipelen" met pedaal
ïheerst remmen zou ook om-
hreven kunnen worden als „spe-
n" met het rempedaal rond het
•ltlsche punt waar het draaien
in de wielen nét niet ophoudt en
»t blokkeren nét niet begint,
oordat de voet bij het beurtelings
•uk uitoefenen en weer druk verr
inderen contact blijft houden
et het rempedaal, hoeft niet
eeds opnieuw gezocht te worden
lar dat kritische punt. Beheerst
Voor het langzame land-
bouwverkeer is het van het
grootste belang dat het tij
dig wordt opgemerkt door
het snelverkeer. Nu de don
kere maanden zijn aange
broken, valt er niet aan te
ontkomen dat men met
trekker of zelfrijdend
werktuig ook in het donker
op de weg is. Vermijd dit
zoveel mogelijk, maar zorg
in elk geval voor een goede
verlichting. Dit geldt even
zeer overdag bij mist,
sneeuwval, zware regenval
en dergelijke. Bedenk, dat
ijdens en na zware sneeuwval kunnen de automobilisten op snelwegen
econfronteerd worden met een snellere sneeuwopruimingsmethode. die
nkele jaren geleden werd ingevoerd In navolging van het buitenland
laakt Rijkswaterstaat de weg in één keer over de hele breedte schoon,
oor dat karwei gaan vrachtwagens, elk aan de voorkant voorzien van een
neeuwschuiver, met drie tegelijk op pad Ze rijden trapsgewijs naast
Ikaar en werken de sneeuw naar de rechterkant van de weg.
'oorheen werden de sneeuwploegen op snelwegen afzonderlijk ingezet,
etgeen als nadeel had per rit slechts één strook van de rijbaan kon
lorden behandeld; dit in tegenstelling tot een strooiwagen, die in één keer
en breder oppervlak kan bestrijken doordat het strooimiddel in een wijde
irkel wordt verspreid.
(ringend advies aan de weggebruikers: BLijft op voldoende afstand ach-
er de sneeuwschuivers, waarop men attent wordt gemaakt door de gele
waallichten, waarmee de vrachtwagens zijn uitgerust.
lijf ook achter strooiwagen
>ok de aanwezigheid van - eveneens van gele zwaailichten voorziene -
trooiwagens vraagt een aangepast rijgedrag. Heel wat automobilisten
;unnen niet het geduld opbrengen achter zo'n strooier te blijven Nadat ze
lem voorby zyn gegaan, moeten ze echter wel heel goed beseffen dat de
ieg vóór hen nog spekglad is en dat doorryden daar met onverminderde
nelheid levensgevaariyk is.
Clacht van gladheldbestryders: Gedurende de tyd dat een inhalend voer-
ulg zich op geiyke hoogte van de strooiwagen bevindt, wordt de strooi-
laan naar links onderbroken, waardoor het wegdek op die plaats versto
len biyft van het strooimiddel
)oede raad. Blijf achter de strooiwagen, en wel op ruime afstand.
Op een gladde weg moeten auto
mobilisten de fietsers en brom
fietsers extra in de gaten houden.
Zö dienen deze
medeweggebruikers-op-twee-wielen sneeuw tydens het rijden alle kan-
voorby te gaan met een ruime mar- ten uitwaaien en het uitzicht, ook
ge. Als er opgehoopte sneeuw ligt. dat van iemand die achter u rijdt,
kunnen (brom)-fietsers onmogeiyk belemmeren,
uiterst rechts rijden. Controleer of de ruitewissers niet
Als na een sneeuw- of vriesnacht de zyn vastgevroren aan de voorruit.
ruiten van de auto schoongekrabt
moeten worden, vergeet dan vooral
de achterruit niet. Denk ook aan de
buitenspiegel(s). Als er een dik pak
sneeuw op de „neus" en het dak
van de auto ligt, verwyder die laag
dan vóór het vertrek. Anders zou de
bij een bewolkte lucht in de
winter het daglicht niet
sterker is dan laat in de zo
mermaanden. Ontsteek uw
verlichting eerder te vroeg
dan te laat.
Voldoende vérlichting wil zeggen:
twee koplampen met tenminste
dimlicht (de op landbouwvoertui
gen nog toegestane stadslichten
zijn absoluut onvoldoende!) en
twee helder rode achterlichten.
Aanhangwagens en getrokken
werktuigen moeten zyn voorzien
van achterlichten en zyiichten
(twee lichten aan de voorkant die
schuin buitenwaarts zijn gericht).
Denk ook aan de reflectoren. Trek
kers en zelfrijdende werktuigen
moeten aan de achterzijde twee
ronde rode reflectoren hebben,
tenzy de achterlichten reflecterend
zijn uitgevoerd. Voor aanhangwa
gens en getrokken werktuigen ach
ter vierwielige trekkers zyn twee re
flecterende lengtedriehoeken
voorgeschreven Verder moeten
aan de achterzijde richtingaanwij
zers in de vorm van twee knipper
lichten aanwezig zyn Voor de ver
lichting van aanhangwagens en ge
trokken werktuigen, die niet van
huis uit zyn voorzien van verlich
ting. zyn in de handel verkrygbare
verlichtingsbalken een praktische
oplossing. Houd achterlichten en
reflectoren schoon; anders hebben
ze niet veel effect! Als het zicht erg
slecht is, kunt u voor uw eigen vei
ligheid en die van andere wegge
bruikers beter niet op de weg ko
men. Als u echter wordt overvallen
door mist, sneeuwval of Zware re
genval kunt u de zichtbaarheid van
uw trekker aanzienlijk verhogen
met een mistachterlamp
Stoplichten zijn niet voorgeschre
ven voor trekkers en aanhangwa
gens, maar hoe kan men vooral 's
nachts het verplichte signaal tot
stoppen aan het achteropkomende
verkeer beter geven dan door mid
del van stoplichten? Hoewel dus
geen voorschrift, verdient het toch
dnngend aanbeveling stoplichten
gemonteerd te hebben. Lange la
ding - daaronder valt ook een lang
werktuig aan de hefinrichting -
moet worden gemarkeerd met een
bord met schuine witte en rode
fluorescrende strepen en in het
donker bovendien met een rood
licht.
De zichtbaarheid van opzy kan
worden vergroot door de zykant
van aanhangwagens te voorzien
van oranje reflectoren op strips van
reflecterend materiaal.
Voor meer informatie over de ver
lichtingsvoorschriften kunt u het
boekje „Verkeersvoorschriften
voor de landbouw" raadplegen
Het is verkrijgbaar bij de afdeling
Pers en voorlichting, van het
Landbouwschap, Raamweg 26,
Den Haag, tel. 070-65 69 20, toestel
228 of 229. tegen betaling van f 5 -.
grote monturen, zijn veelal ge
maakt van transparante lichtge
wicht kunststof, waarin kleurloos
materiaal luchtig samenspeelt met
de verschillende modetinten. Voor
sommige monturen is dun metaal
gebruikt (goud of zilver) al of niet
met een versiering van email. Ook
de vormgeving suggereert weinig
gewicht. Veel damesmonturen zijn
uitgevoerd in een sierlijk vlinder
model. De monturen doen met hun
lange, meer of minder sterk uitlo
pende wenkbrauwlijn denken aan
de vlinderbril uit de vijftiger jaren,
maar zij zijn dankzij het gebruik
van moderne materialen aanzien
lij k groter en eleganter, en dus aan
gepast aan de smaak van vandaag.
Speciale aandacht wordt nu eens
gevraagd voor het brilleglas Het
brilleglas is de correctielens die de
bril tot bril maakt: want - ook al
kan een bril heel fijn in het mode
beeld passen - een bril wordt tens
lotte allereerst gedragen om er be
paalde oogafwijkingen (in de ge
zichtsscherpte) mee te corrigeren.
Voor steeds meer brillen wordt te
genwoordig een kunststof brilleg
las gekozen.
Glas. het minerale glas dat per tra
ditie voor het slijpen van lenzen
wordt gebruikt, is een tamelijk
zwaar produkt. Dat is vooral te
merken als het op de neus drukt.
Glas is bovendien breekbaar, een
gevaarlijke eigenschap als het om
ogen gaat. Er is dan ook - eigenlijk
al sinds de eerste bril - altijd ge
zocht naar een goed vervangings
materiaal voor glas. Een materiaal,
dat op dezelfde manier als glas zou
kunnen voldoen aan de strenge op
tische eisen van oogheelkundigen,
opticiens en gebruikers, maar dat
de nadelen van het minerale glas
niet zou vertonen. Een langs
kunstmatige weg verkregen orga
nisch materiaal, „kunststof', zou
dat vervangingsmiddel worden.
De uitvinding van het celluloid in
1870 (door de gebroeders Hyatt in
de Verenigde Staten) was het begin
van een tijdperk waarin de mens
leerde om via een chemisch proces
organische stoffen te vervaardigen.
Om deze kunst-stoffen geschikt te
maken voor het perfekte brilleglas
zou echter nog een lange techni
sche ontwikkeling nodig zijn. Pas
in 1954 kon in Frankrijk een tijdens
de laatste wereldoorlog in Amerika
uitgevonden polyester geschikt
worden gemaakt voor de produktie
van bruikbare brilleglazen, en
sindsdien is er nog veel verbeterd.
Nu is bereikt dat kunststof glazen
in veel gevallen een aantrekkelijk
alternatief zijn voor die uit glas.
Niet alleen door de optische kwali
teit ervan (met kunststof is zelfs
een grotere kijk-perfektie te berei
ken dan met glasi, helderheid en de
betere absorptie van schadelijke
UV-stralen. maar ook door de lan
gere levensduur en het plezierige
draagkomfort dat kunstof biedt.
Kunststof glazen hebben tegen
woordig een goede slijt- en kras-
vastheid (dus blijvend doorzichtig)
en zijn bestand tegen schokken
zoals die veroorzaakt kunnen wor
den door vallen maar ook door op
spattend grind en dergelijke.
Kunststof glazen zijn dus veilig.
Bovendien zijn ze aangenaam om
te dragen. Het soortelijk gewicht is
bijna de helft van dat van glas 1.32
gram tegenover 2.4 gram) waardoor
de grotere glazen die van kunststof
kunnen worden vervaardigd
weinig gevolgen hebben voor het
totale brilgewicht.
De-technische mogelijkheden van
kunststof glas zijn schier onbe
perkt. De meest bijzondere zien
problemen kunnen ermee worden
opgelost. Evenmin zijn er grenzen
aan de mogelijkheden op mode
gebied: een oneindig scala van
kleuren en kleurkombinaties is
met kunststof te bereiken. Het mi
nerale glas laat zich slechts in be
perkte mate kleuren; de dégradé-
techniek voor het verkrijgen van
overlopende tinten is alleen op
kunststof toepasbaar. Daarom is
het 't kunstofglas waarmee het
modieuze brilmontuur het beste
harmonieert.
De Recreatiegemeenschap
„Salland" houdt op vrijdag,
3 november, om 15.00 uur
een openbare vergadering
van het Algemeen Bestuur
ten gemeentehuize van
Raalte. In deze vergadering
komen onder meer aan de
orde een voorstel tot het
vaststellen van een kosten-
verdeelsleutel voor de aan
leg en het onderhoud van de
in het Raamplan fietspaden
Overijssel opgenomen
fietspaden, een brief van
het dagelijks bestuur in
zake de sportvisserij in de
uiterwaarden van de IJssel
en de verkiezing van een
voorzitter, een vice-
voorzitter, drie leden van
het dagelijks bestuur en
van een vertegenwoordiger
in de Provinciale Raad
voor de Recreatie in Over
ijssel.
MOTIE
In de op 21 augustus jL gehouden
vergadering van het Algemeen Be
stuur stelde de burgemeester van
Olst. de heer J G Bosch, voor een
motie te aanvaarden waarin zou
moeten worden uitgesproken, dat
het algemeen bestuur van de Re
creatiegemeenschap .Salland"
ernstig teleurgesteld is over het
antwoord van de Staatsecretaris
van Cultuur. Recreatie en Maat
schappelijk werk op vragen van de
2e kamerleden H RienksiPvdAien
mevr S Langedïjk-de Jong (PvdA)
over de belemmering van de hen-
gesportrecreatie door natuurbe
schermingsmaatregelen langs de
uiterwaarden van de IJssel Het
waren vooral de bezwaren die Die-
penveens burgemeester, mr S.
Crommelin. aanvoerde dat de mo
tie niet doorging. Mr Crommelin
vond. dat men niet voldoende geïn
formeerd was om zo'n motie aan te
nemen
De hengelsportverenigingen waren
zeer verbolgen, dat op deze wijze de
motie niet doorging en o a de
H.S V -Wyhe heeft zich tot de Re
creatiegemeenschap gewend en er
op aangedrongen om zich er wel
van bewust te zijn om welke grote
belangen het voor de sportvisserij
gaat en om daarnaar te handelen
Uit de door het D.B. overlegde cor
respondentie en stukken blijkt,
dat gronden langs de IJssel wor
den aangekocht en tot natuurge
bied verklaard, hetgeen dan in
houdt, dat het voor de sportvis,
serij verboden gebieden worden.
Ook wordt bij de aankoop van
gronden het visrecht door de ver
koper buiten de verkoop gehou
den. De sportvissers uit het IJssel-
gebied zijn inmiddels ten strijde
getrokken tegen Staatsbosbeheer
dat de natuurgebieden ten be
hoeve van C.R.M. beheert.
Het standpunt van het dagelijks
bestuur van de recreatiegemee
nschap in deze. komt met betrek
king tot de afweging tussen belan
gen van natuurbehoud en recrea
tie. duidelijk naar voren in een
brief, die het op 30 maart 1977 reeds
geschreven heeft. Het D.B heeft,
gezien het antwoord van de Staats
secretaris van C.R.M., niet de ind
ruk. dat er op dit punt sprake is van
een evenwichtige wijze van afwe
ging van belangen van natuurbe
houd en recreatie. Het D.B wil
nogmaals benadrukken, dat het er
hem niet om te doen is geweest in
alle natuurgebieden ongelimiteerd
hengelaars toe te laten, maar het is
voor hem onbegrijpelijk dat resi
duen Lópen water) van zandwin
ningen van de ene op de andere dag
tot natuurgebied worden verklaard
en vervolgens voor de sportvisserij
verboden worden. Tegen een mo^
tie, die dit standpunt onderstreept
heeft het D B. dan ook geen enkel
bezwaar. In de vergadering van 3
november kan het Algemeen Be
stuur zijn standpunt bepalen.
Schrikt u niet. Het gaat niet om
geur van tenen als onderdeel van
het menselijk lichaam maar om
..teentjes" als onderdelen van kno-
flookbolletjes Iedereen kent ze. te
weinig mensen gebruiken ze. Dan
Frankrijk, waar bijna iedereen ze
dagelijks gebruikt. Als u vanuit
Nederland per trein in „Gare du
Nord" arriveert en u stapt niets
vermoedend tijdens het spitsuur in
de Métro, dan slaat u een onaange
name geur tegemoet. Deze geur
„overgeurt" alle andere kwalijke
geuren en is afkomstig van een fa
milielid van de ui en de prei.
Knoflook heet deze geurmaker van
huis uit ofwel Alliumsativum zoals
de wetenschappelijke naam luidt.
Waarschijnlijk is knoflook afkom
stig van een plant die in het wild in
Centraal-Azië groeit. Al heel lang is
de plant in cultuur en kwam o.a.
voor in het oude Egypte van de
pharao's. Momenteel wordt het
produkt veel geteeld in de landen
rond de Middellandse Zee.
De „teentjes", de kleinste onder
deeltjes van een knoflookbolletje,
worden in de herfst, de winter of het
vroege voorjaar geplant. De oogst
vindt vanaf juli plaats, wanneer het
blad begint te verwelken. De eerste
knoflook wordt in verse toestand
geïmporteerd. Later in het eizoen
wordt het produkt gedroogd inge
voerd. Gedroogde knoflook is lan
ger houdbaar. Na verloop van tyd
worden de knolletjes zacht. Ze zijn
dan onbruikbaar. Knoflook kan
men uitpersen en in deze vorm
verwerken in allerlei gerechten.
Men kan ook de pan of slabak in-
wryven met een doorgesneden
teentje. Kortom er zijn vele moge-
lykheden om knoflook in het eten
te verwerken. Echter met mate
want anders wordt de smaak van
de gerechten teniet gedaan.
Iedere dag knoflook is zeer gezond.
De geur is echter voor velen een
minder plezierige bijkomstigheid.
De oplossing voor dit probleem is
dat iedereen het gaat gebruiken,
zodat niemand het meer ruikt.
„In het eindadvies over de natio
nale landschapsparken, dat over
enkele maanden zal zijn afgerond,
zullen de doelstellingen van het
landschapsbeleid nog eens uit
voerig uit de doeken worden ge
daan. Benadrukt zal worden dat
het persé niet mijn bedoeling is om
van die nationale landschappen
„stilstandgebieden" te maken; het
moeten geen openluchtmusea
worden waar voor moderne ont
wikkeling geen plaats is. Er wor
den bepaald geen situaties „be
vroren".
Naar mijn vaste overtuiging zou
dan een steriele leefgemeenschap
ontstaan, die met menselijke acti
viteit en ontwikkeling weinig meer
te maken heeft. Waar het naar mijn
oordeel wél om gaat is om de tot
standkoming van gewenste en
noodzakelijk nieuwe ontwikkelin
gen extra aandacht te besteden
aan de natuurlijke en landschappe
lijke waarden die in die gebieden
onmiskenbaar voorkomen. Te
neinde dót mogelijk te maken zal
de overheid een instrumentarium
(subsidieregelingen e.d.) beschik
baar stellen om prioriteit te geven
aan het beleid in de nationale land-
schapsgebieden. In een aantal
proefgebieden is en wordt daar
reeds een begin mee gemaakt".
Aldus staatssecretaris Wallis de
Vries van CRM, toen hij 19 oktober
in Winterswijk het streeknuseum
„Freriks" opende.
Volgens de bewindsman wordt een
proefgebied niet automatisch een
defenitief nationaal landschap
Op deze vraag kan nl. pas een ant
woord worden gegeven als de
structuurschema's voor natuur- en
landschapsbehoud, landinrichting
en openluchtrecreatie, waarin het
landschapsparkenvraagstuk
wordt opgenomen en waarin uit
eraard ook de in proefgebieden op
gedane ervaringen zullen door
klinken, de zogenaamde „proce
dure voorde planologische kernbe
slissingen" hebben doorlopen. Dit
wil zeggen dat pas na uitvoerig ge
sproken te hebben met alle betrok
kenen, de regering in overleg met
het parlement beslist over de vraag
of instelling van een nationaal
landschapspark wenselijk is en zo
ja, welke gebieden daar dan voor in
aanmerking komen.
De staatssecretaris verwacht dat
die procedure volgend voorjaar zal
kunnen starten en ongeveer twee
jaar zal duren. Daarna zullen door
het Ryk geen landschapsparken
worden aangewezen of „opgelegd"
maar zal het aan de provinciale
bsturen worden overgelaten of zy
het ten aanzien van landschap
sparken voorgestelde beleid willen
overnemen en verder uitwerken.