IE KASTEELHEER VADERT OVER 1700 KUNSTWERKEN mrnm mmm VERMEER CENTRAAL mmmmm M m Mslsi m 'kÊÊm*- GULDEN JONGKIND VOOR 40 m initmin s 1 i Uurtje Sg|S Achteruit Jeroen m Ki& Étmmimemm Wat lelijk Vrouw of kunst Welles-nietes^ Vermeer HOLTENS NIEUWSBLAD - PAG. MMSl Dr. Hannema „onder" een Vf"ff;fVr „Ik een kunstkenner? Mijn lieve hemel. Is er wel ooit ie mand een kenner? De één weet altijd meer dan de ander. Als je een zinnig woord over kunst kunt meepraten, dan hoefje je niets te verbeelden. Je kunt er alleen maar dank baar voor zijn, gevoel voor de kunst mee te hebben gekre gen. Want heus, het moet in je zitten". De juiste kijk op kunst erfde dr. D. Hannema-de Stuers van moederszijde. De bijna 83 jarige kunstverzamelaar ver heugt zich elke dag in de schoonheid van de werken, waar mee hij omringd is in het 16-eeuwse kasteel Het Nijenhuis in Heino in de gemeente Wijhe. In dit kasteel en in het rechter en linker bouwhuis zijn 1700 oude en moderne werken on dergebracht, die de heer Hannema vanaf zijn veertiende levensjaar met veel liefde en uiterste zorgvuldigheid heeft verzameld. „Toen ik op het gymnasium zat, snuffelde ik al rond op markten en in antiekwinkeltjes op zoek naar mooie dingen. Duur mocht het uiteraard niet zijn, want van mijn zakgeld moest ik elke cent twee keer omdraaien voor ik die uitgaf. Ik was geen rijkeluis zoon. Mijn eerste schilderij kocht ik voor veertig gulden. Voor die tijd een heel bedrag. Maar ik had geluk, want toen het schilderij was schoonge maakt, kwam de signatuur van de 19-eeuwse schilder J. B. Jongkind voor de dag. Dit paneeltje uit ongeveer 1840 is nog altijd in de collectie en tegenwoordig een heel bedrag waard. Ik moest roeien met de riemen die ik had, en dat betekende op je qui vive zijn en gewoon op tijd kopen. Nu loopt de waarde van de collectie in de miljoenen". In de kasteelbibliotheek. De in Indonesië geboren kunstverzamelaar dr. Hannema reisde stad en land af. De kunst boeide hem dusdanig dat hij kunstgeschiedenis - een destijds nog nauwelijks erkende richting - wilde studeren. Zijn welis waar kunstzinnig aangelegde ouders waren allerminst ingenomen met de buitensporige keuze van hun zoon. In hun ogen bood deze opleiding te weinig houvast voor een veilige toekomst. Ze verzochten hem met klem eerst maar een vak te leren. Zoon Dirk ging door de knieën en begon - omdat er een goede boterham in te verdienen was - een studie in de rechten. Totdat de studiosus opeens benoemd werd tot assistent van de directeur van het Booymans museum in Rotterdam. Als de bliksem hing hij opgelucht de rechtenstudie aan de wilgen. Een jaar later werd hij - 26 jaar oud - directeur van het museum. „25 jaar heb ik grote tentoonstel lingen georganiseerd en heel wat aanwinsten bij elkaar gebedeld. Een spannende tijd, want als direc teur werk je met andere bedragen dan als particulier verzamelaar. Bij de aankoop van een schilderij ga je beslist niet over één nacht ijs. Ik liep soms dagen achter elkaar met mezelf te donderen". Met kunst verzamelaars uit die tijd werkt de heer Hannema, wie door de univer siteit in Utrecht het eredoctoraad in de letteren en wijsbegeerte is ver leend, ook nU nog. „Als ik ergens een goed werkstuk zag, probeerde ik het te bemachtigen". Voor vandaag staat nog een bezoek aan een kunsthandelaar in Am sterdam op het programma. Van daar dat hij ook maar hooguit een uurtje de tijd heeft. Het loopt aar dig uit de hand. Ongemerkt, want elk schilderij en elke aquarel of te kening, waaraan hij voorbijloopt, begint te leven. Verzonken in een andere wereld put hij uit anekdotes en verhalen een ongekend brok ge schiedenis. De kunstverzamelaar Hannema ten voeten uit. „Ik ben weliswaar 82-plus, maar mijn geest is nog maar vijftig jaar jong", zegt hij met twinkelende pretogen. Een beminnelijke man van ongecompliceerde vrolijkheid en eenvoud, zonder de opgelegde deftigheid van het blauwe bloed, dat door hem stroomt. „Alléén met het lopen heb ik moeite sinds ik vo rig jaar zo lelijk ben gevallen. Ik ben nu op de stok aangewezen. Vervelend, maar er zit niets anders op". Vermeer van Delft staan en uitroe pen „ajasses, wat lelijk", - nou, bij zoiets breekt toch je klomp. Of als moeders opbellen in die geest van „ach meneer, mijn zoontje houdt zoveel van kastelen. Wat fijn en hoe oud is uw zoon? Drie jaarDat is toch lariekoek", roept de heer Hannema met wanhopig opgehe ven handen uit. Hij bedaart snel. „Ik heb nooit last van kinderen bij de rondleidingen, De bezoekers we ten van toeten noch blazen als ze komen. En als ze weggaan zijn ze laaiend enthousiast. Dan zeggen ze dat er een nieuwe wereld is openge gaan. V7at kun je ook verwachten als driekwart van de bevolking meer belangstelling voor voetbal len heeft! Ieder zijn hobby. Dat moet je respecteren. V/aarmee ik niet wil zeggen, dat verzamelen van kunst een hobby is. Ik verzamel vanuit een geloof, een overtuiging in de kunst". „Ik vind het buitengewoon prettig midden in de kunst te leven. Elke dag loop ik langs alle schilderijen om te kijken of ze op een andere plaats niet beter tot hun recht ko men. Als ik ze telkens verhang lijk ik wel een huisvrouw die haar meu bels verschuift. Zo stel ik me dat althans voor. Ervaringen heb ik niet, omdat ik niet getrouwd ben geweest. Ik moest toen wel kiezen, öf een vrouw óf de kunst. Voor beide bezat ik niet genoeg geld. Dus werd het de kunst. Zelf ge- „Ik wil bewijzen dat Vermeer een andeie ontwikkeling heeft door gemaakt dan mpnigeen in de kunst historische wereld aan neemt. Door onkunde is een hele scheppende periode van deze Delftse kunstenaar vergeten. Hij heeft net als Rembrandt en Frans Hals invloeden ondergaan. Dit blijkt in de wijze van werken. Vol gens mij een logische ontwikkeling omdat ik ervan uitga dat Vermeer zijn stadgenoot en oudere vriend Leonard Bramer naar Vlaanderen, toen zelfs rekening mee me vergist te hebben. Dat kan gebeuren als je zoveel te zien en te beoordelen krijgt". Maar de voorzienigheid was met de kunstverzamelaar. Alle stukken van Van Meegeren zijn in de loop der jaren achteruit gegaan. De „Emmaüsgangers" echter bevindt De heer Hannema zit te rusten in een grote reisstoel uit omstreeks 1750, een stoel die ook als bed ge- schilderd heb ik nooit. Ik bezit geen greintje tekentalent". Zo bescheiden de heer Hannema over zichzelf en zijn verdiensten op kunstgebied spreekt, zo beschei den is ook zijn leefwijze als „kas teelheer". De romanticus die van rozegeur en maneschijn droomt zegt: „Ik leef heel eenvoudig, 's Morgens om kwart over zes uit de veren. Niet om te sporten. Daaraan heb ik een broertje dood. Van mijn Frankrijk en Italië is gevolgd. Maar te bewijzen valt het niet!" Volgens de kunstverzamelaar zijn er veel twijfels gerezen, mede door dat het moeilijk is de erkende en vaststaande werken naar rangorde te schikken. Over een deel van Vermeers werken tast de kunstwe reld nog in het duister. Volgens sommige deskundigen bleef Ver meer in Delft wonen, waar hij de Caravaggeske richting van de zich in goede staat en is bovendien gesigneerd met de authentieke handtekening. „Dit heeft me ge sterkt in mijn vertrouwen in Ver meer. In de loop der jaren lost zich de zaak vanzelf op. Alles moet zijn tijd hebben. Vastgeroeste opinies kunnen niet in één dag veranderen. Maar het blijft je niet in je koude kleren zitten als mensen over deze zaak voortdurend denigrerende opmerkingen maken". Dr. Han- 99 99 Maar dat hij moeilijk ter been is, belemmert hem niet de bezoekers zelf door het kasteel rond te leiden. „Daarbij moet je wel gevoel voor humor hebben. Ik neem het de mensen niet kwalijk als ze ondes kundige vragen stellen. Maar als ze voor een meesterwerk als bijvoor beeld voor De Vis van Johannes bruikt werd. Een gemakkelijke stoel, waaraan het huidige veel ge prezen zitcomfort nauwelijks kan tippen. De ruigharige hond Jeroen, naar de schilder Jeroen Bosch ge noemd, ligt aan zijn voeten. Pra tend over het leven en werken van kunstenaars sluit hij zijn ogen en tekent bedachtzaam met grote, rustige handbewegingen de fraaie lijnen van het schilderij dat hij in gedachten ziet. In deze stoel zit de heer Hannema vaker. Deze maakt Voor het kasteel Nijenhuis. - s- >~i deel uit van het kostbare meubilair van zijn werkkamer, die uitkijkt over de zonovergoten met waterle lies begroeide gracht en het erach- terliggende schaduwrijke park. In deze kamer in deze zeskantige to ren uit 1870 is tevens de bibliotheek ondergebracht. De boekenkasten bezwijken haast onder de last van de monographieën en de tentoon- stellingscatalogie over oude schil derkunst en oude tekeningen. Alléén een paar foto's en een ka lender met leden van het Konink lijk Huis herinneren aan het heden. „Ja, ik ben een aanhanger van de koninklijke familie. Het Huis van Oranje neemt een belangrijke plaats in onze geschiedenis in. Aan Willem van Oranje hebben wij im mers de onafhankelijkheid te dan ken". Elke ochtend, vanaf half negen zit hij achter het bureau, dat nu be zaaid ligt met boeken en alle moge lijke paperassen. „Als conservator van de in 1957 op gerichte stichting Hannema-de Stuers heb ik nog handen vol werk. Aan deze stichting, die genoemd is naar mijn ouders, heb ik alle door mij in de loop van 40 jaar verza melde kunstwerken zonder uitzon dering geschonken. Ik wil daarmee de kunst voor de gemeenschap be waren. Vandaar ook dat de rond leidingen gratis zijn" Sinds 1958 bewoont hij het kasteel Het Nijenhuis. dat 15 kamers telt. Jeroen m de werkkamer. ouders moest ik als kind gaan ten nissen. Ik probeerde er altijd on deruit te komen. V/el ga ik regelma tig met de hond wandelen. En daarmee houdt het op. Verder ben ik heel bescheiden in mijn levens behoeften. Roken en drinken doe ik alléén in gezelschap. Mijn dage lijkse maaltijden zijn heel beschei den, maar wel met veel soep. Ik houd vreselijk veel van soep". Utrechtse school vermoedelijk van Leonard Bramer heeft leren ken- 99 nema heeft het zich aangetrokken dat vooral degenen, die meenden alles van kunst af te weten, hem de grond intrapten om zich zelf op te hemelen. Luxe en rijkdom zijn voor dr. Han nema van ondergeschikt belang. Centraal in zijn leven staat de col lectie en de schilder Johannes Vermeer van Delft. Zijn levensdoel is de waarheid over deze kunste naar uit te zoeken. In het kasteel is een Vermeer-kamer ingericht, waar omstreden werken van deze kun stenaar hangen. Op het bureau lig gen stapels documenten en boeken verspreid en een reuze schrift met aantekeningen van de heer Han nema over zijn Vermeer-studie. Duidelijke twijfels over Vermeers werken rezen pas goed toen na de oorlog de schilder Han van Meege ren beweerde de „Emmaüsgange rs", die men Vermeer toeschreef, te hebben geschilderd. Dit veroor zaakte grote deining in de kunst wereld. De heer Hannema beleefde toen een nare tijd, aan die hij niet graag wordt herinnerd. Als direc teur van het Booymans museum had hij de „Emmaüsgangers" voor 500.000 gulden aangekocht. Om die reden hield hij zich buiten het sper vuur van de elkaar betwistende kunstkenners. Iedereen wilde zijn gelijk in het spelletje „welles nie tes". „Ik hield me afzijdig in de affaire Vermeer-Van Meegeren. Men zou mij toch hebben verweten voor ei gen parochie te preken. Ik hield er Tekst: Brigitte Hemming. Foto's: Hanneke van Schooten,

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1978 | | pagina 11