Nieuwe oproep voor hulp aan rampgebieden Zuid-India Genetici zien in laboratorium niet ais broedplaats voor monsters vb Planten voeding lifflSCliAPS-RECREATSE (IB IN TREK MN VERWACHT /.'V T. b W etenschappelijke computerdiensten nu ook in Nederland Zij dachten dat zij niet armer konden worden M Ze blijven op u rekenen Giro 1111222 Door Daniel Behrman 19 november 1977: cyclonen en vloedgolven teisteren twee Indiase deelstaten. HOLTENS NIEUWSBLAD 31 MAART 1978 - PAG. 15 De stichting Mensen in Nood/Caritas Neerlandica doet een nieuwe drin gende oproep voor verdere hulp aan de slachtoffers van de cycloon en vloedgolf die ruim drie maanden geleden het kustgebied van Andhra Pradesh en Tamilnadu teisterden. De Stichting Mensen in Nood/Caritas Neerlandica heeft tot nu toe meer dan één miljoen gulden gestoken in het hulpprogramma van haar zuste rorganisatie Caritas India. In de eerste maanden na de ramp is de hulp vooral besteed aan medicijnen, kleding, voedsel, huisraad en voorlopige huisvesting. De nieuwe oproep voor de voortzetting van de hulp is met name bestemd voor de uitvoering van het volgende programma: Huizenbouwprogramma: se mi-permanente huizen voor f 330.- per huis en permanente huizen variërend van f 800.- tot f 1800.- per huis. Herstelprogramma landbouw, visserij en nijverheid: landbouw: hulp aan arme boeren door kunstmest, zaaigoed, ossen; f 165.- per gezin. Verbetering van de akkers, het graven en schoonmaken van bevloeiings- en afvoerkanalen, het schoonmaken van de terreinen, het ploegen en het inplanten van het land. Visserij: boten en netten f 250.- per gezin. Wevers en andere nijverheidsbeoefenaars: voor weefgetouwen, garens en ander materiaal f 100.- per gezin. Een team van K.R.O.-Brandpunt brengt momenteel een bezoek aan de getroffen gebieden. In de Brandpunt-uitzending van 10 april a.s. zal een reportage van W. Frequin worden uitgezonden. Bijgaand gelieve u aan te treffen een speciale uitgave van onze Clamavi alsmede een tekst op materiaal dat is aangepast aan de eisen van het I.G.T. Wij hopen dat deze hernieuwde oproep grote weerklank mag vinden en wij danken u bijvoorbaat voor uw medewerking. Ignaas Brekelmans Het woord „genetisch on derzoek" roept bij de leek snel benauwende schrik beelden ophij heeft gelezen over kunstmatig vervaar digde, volkomen identieke wezens die de wereld ver overen voor hun maker, of over nieuwe soorten micro organismen die uit labora toria ontsnappen en verder felijke ziekten over de aard bodem verspreiden. Biolo gen daarentegen denken aan heel andere zaken bij het horen van dezelfde term. Die angstwekkende asso ciaties wijzen zij van de hand als absurde en on waarschijnlijke griezelver halen. Maar meer zorgen hebben ze over andere ten- denzen in het genetisch on derzoek waarmee het leven van alle dag nu al wordt beïnvloed. Dat was de voor naamste indruk die men kon opdoen tijdens een symposium dat over deze zaken in Madrid door de Unesco werd gehouden. „Recombinant DMA" Natuurlijk kwam „recombinant DNA" aan de orde. In deoxyribo- nucleinezuur DNA bezit de cel alle instructies hoe ze moet functione ren. Uit die lange keten van erfe lijke informatie kan een. stuk ver wijderd worden en vervangen door een ander stuk, afkomstig van een volkomen andere soort. Op die manier wordt eigenlijk een totaal nieuwe soort geschapen. Dit wordt voornamelijk gedaan met bacte riën, maar in de laatste tijd is bij voorbeeld ook resultaat geboekt met het inbrengen van het insuline-producerende „gen" van een rat in het DNA van een bacte rie. Het oogmerk is ten behoeve van suikerzieken insuline te produce ren uiteen bacteriecultuur. De mi crobiologen die zich met dit werk bezighielden, waren de eersten om vrees te uiten dat aldus gevaarlijke nieuwe bacteriën konden ontstaan. Maar in de loop der jaren is dit wel veranderd. Op het symposium in Madrid - en ook elders - overheerst de mening dat deze experimenten aanzienlijk minder gevaar in zich dragen dan menig ander onderzoek met ziekteverwekkende organis men. Niettemin zijn de DNA- onderzoekers zich wel degelijk be wust van speciale problemen op hun arbeidsterrein. De Deen dr Povl Riis is voorzitter van de com missie voor recombinantrDNA- onderzoek van de Europese we tenschapsstichting ESF en hij noemde in Madrid deze research met de daarom ontstane discussie een proefproces voor de relaties tussen wetenschap en samenle ving: „Als we er niet in slagen de kloof tussen ons, wetenschappers, en de grote meerderheid in de maatschappij te overbruggen, wordt die kloof gevuld door pani sche angsten en onwerkelijke hoop waarvan een wetgeving vol beper kende verbodsbepalingen het ge volg is". Goed, slecht of beide? Te veel „verbetering" der genen kan zeer wel een weinig begerens waardige zaak zijn. Prof. Albert Jacquard van het Franse nationale instituut voor demografie zei: „Op het niveau van een gen is het on mogelijk te zeggen wat goed is en wat slecht". Het gen dat de „sikkel cel" bloedziekte verwekt kan een kind laten sterven maar in een an dere vorm het kind helpen malaria te weerstaan. Het gen dat voor sui kerziekte verantwoordelijk is kan er ook voor zorgen dat men met minder voedsel toekan, een eige nschap die wellicht in de toekomst zeer welkom kan zijn. Sociale problemen Voor het heden heeft men voorna melijk te maken met enige ernstige sociale en ethische problemen naar aanleiding van de „ecogenetische" bevinding dat iemands erfelijke e' genschappen bepalen hoe hij op zijn leefmilieu reageert. Vele voor beelden kwamen in Madrid aan de orde. Prof. Werner Goedde uit Hamburg stelde dat genetische verschillen bepalend zijn voor de verschillende manieren waarop mensen reageren op alcohol, siga retten en de diverse soorten van mi lieuvervuiling in de steden. Dr. Gilbert Omenn uit Washington constateerde dat een geërfde eige nschap vele mensen melksuiker niet laat verdragen zodat melk voor hen zoiets als een vergif wordt met driekwart van de Amerikaanse negers, misschien wel negentig procent der Indianen en Aziaten en met twintig procent der blanken is dat het geval. Zo is er bij zwarte en mediterrane volkeren vaak een te kort aan een enzyme dat als G6PD bekend staat: glucose-6- fosfaatdehydrogenase. Dit is on ontbeerlijk om de rode bloedli chaampjes goed te laten functione ren. Is het afwezig dan kan een overigens gezonde persoon aan acute bloedarmoede gaan lijden als hij wordt behandeld met bepaalde medicijnen of werkt in zekere in dustrieën. Een genetische controle zou deze mensen hiervoor kunnen bescher men. Maar dat zou tevens een aan tal beroepen voor hen ontoeganke lijk maken of hun de mogelijkheid ontnemen zich tegen allerlei risi co's te verzekeren. Is dat recht vaardig, vraagt Omenn zich af, dat sommige mensen in zo'n nadelige positie belanden en andere niet omdat hun genetische „vatbaar heid" voor andere ziekten gewoon nog niet bekend is? Risico's bij geboorte Een ander probleem is aan de orde gekomen door een voorstel in de VS om aan het brood ijzerpreparaten toe te voegen ten behoeve van de velen die enigszins lijden aan een ijzertekort en bloedarmoede. An deren echter, veel geringer in getal, zijn genetisch behept met de eige nschap juist ziek te worden door te veel ijzer in hun voedsel. En naar mate meer en meer nieuwe stoffen hun intrede doen in het leefmilieu - opzettelijk of niet - is er ook een neiging tot toeneming van derge lijke kwalen. Omenn is ervan over tuigd dat wat nu bekend is slechts het topje van de ijsberg is. Gene tisch onderzoek op grote schaal vindt thans in sommige landen plaats bij een aanzienlijk deel van de toekomstige bevolking: de nog niet geboren kinderen Het gaat erom met een holle naald een kleine hoeveelheid vruchtwater af te tappen om in een laboratorium de cellen van het nog ongeboren kind te onderzoeken. Daarbij kan vastgesteld worden of het kind een zogenaamd „mongooltje" zal zijn - een kans die toeneemt naarmate de moeder ouder is. Ook andere, maar niet alle genetische ziekten waar tegen niets te doen is, kunnen op deze wijze worden vastgesteld. Toekomstige ouders, met name als ze reegis een gebrekkig kind heb- ben, kunnen door zulke onderzoe kingen geadviseerd worden over de risico's van een geboorte. Welke stappen men neemt als genetisch onderzoek de geboorte van een ab normaal kind aankondigt, is dan weer een ander ethisch probleem, al constateerde men in Madrid dat dit snel minder wordt naarmate de wettelijke belemmeringen voor ab ortus alom soepeler worden. Niet- temmin legde dr. Pertti Aula van het kinderziekenhuis in Helsinki er nadruk op dat het individu steeds de vrijheid moest houden wat hij wenst te doen op grond van een sombere prenatale diagnose. Vrijheid voorop De absolute noodzaak dat het indi vidu de vrijheid van keuze behoudt was een nadrukkelijk thema op het symposium. Dwang werd absoluut afgekeurd - „wat goed is. voor de soort moet voorrang geven aan wat goed is voor de individu". Of, zoals prof. José Egosque uit Barcelona het formuleerde: „Het donkerste uur der genetica breekt aan als zij politieke of economische belangen gaat dienen". Dr. Aula meende dat de prenatale diagnose niet alleen gewettigd was om de nieuwsgierigheid der ouders naar het geslacht van hun komend kind te bevredigen. Maar dat is een zaak die in de toekomst misschien nog sterker in de aandacht kan komen, als men luistert naar wat dr. Susumu Ohno uit Californiê is overkomen. Hij vertelde hoe hij zonder succes had geprobeerd een tegenlichaampje te Ontelbare armsten der armen wisten alleen hun naakte lijf te redden. Toen het water wegtrok, waren hun bloedverwan ten, hutten en dieren verdwenen. Er gaan minstens 3a 4 jaren overheen voor ze deze ramp te boven kunnen zijn. Velen durven het leven nauwelijks meer aan. Ze moeten weer op de been. Hulp-aktie Natuurramp India, Stichting Mensen in Nood, Den Bosch. Elke plant heeft voedsel nodig. Of dit de sierplant is in de huiskamer, de bloemen en planten in de tuin, de groenten in de moestuin of de granen en rooivruchten op grote akkerbouwpercelen. Zij alle kun nen niet buiten een aantal gemak kelijk opneembare voedingsstof fen. Welke zijn dit? Hoewel er tus sen de plantengroepen verschil bestaat in behoefte, kan men zeg gen dat nagenoeg elke plant moet kunnen beschikken over STIK STOF, FOSFORZUUR, KALI en KALK. Met stikstof en kalk moet men in de tuin voorzichtig omspringen. Te veel stikstof geeft namelijk vaak een te sterke groei van de plant, wat ten koste kan gaan van de vorming van bloem en vrucht. Door een kalkgift verhoogt men de kalk- toestand (pH) van de grond. Er zijn echter planten, die een hoge pH niet kunnen verdragen. Blijft over fosforzuur en kali. De eerste is no dig voor b.v, een goede ontwikke ling van het wortelstelsel, de „mond" van de plant. Kali zorgt o.a. voor een goede waterhuishou ding en transport van de verschil lende stoffen in de plant. Beide voedingsstoffen moeten dus m ruime mate in de bodem voorradig zijn. Hiervoor is een goede bemes ting noodzakelijk. Kalimeststoffen lossen in de bo dem makkelijk op. Bij de keus tus sen de verschillende soorten moet men er om denken, dat thans alleen bemest dient te worden met een chloorarme meststof. Patentkali is daarom bijzonder geschikt. Met een gift van 8-12 kg per are kan de plant in de regel beschikken over voldoende kali, terwijl daarmee te vens een aanvulling wordt gegeven met magnesium, een andere be langrijke plantenvoedingsstof. dat het mannelijk zaad en muizen zou doden. Maar zijn microbiolo gisch produkt bleek wel de eige nschap te hebben dat het in de vroege stadia van de zwangerschap alle mannelijke embryo's vernie tigde, zodat alleen vrouwtjesmui zen werden geboren. Niet bepaald een nuttig produkt dus om te ge bruiken bij de bestrijding van mui- ontwikkelen zen. Onder de grote zoogdieren, al dus Ohno, kan één mannetje hon derd vrouwtjes tot voortplanting brengen, wat inhoudt dat 99 pro cent der mannetjes eigenlijk over bodig is. „Misschien is dit de biolo gische reden voor oorlogen", filoso feerde hij somber. Er is een snel groeiende behoefte aan wetenschappelijke computerdiensten zowel bij het bedrijfsleven, de overheid als het onderwijs. Dat heeft het Britse bureau Scicon aan leiding gegeven zijn enorme mogelijkheden nu ook be schikbaar te stellen in Nederland. In Rozenburg bij Rotter dam is een terminal geplaatst die via een speciale PTT-lijn direct toegang geeft tot het rekencentrum in het plaatsje Milton Keynes in Engeland. Als Nederlanders in hun vrije tijd buiten willen zijn, is de helft van hen het liefst in een natuurlijke omgeving waar geen of weinig voorzieningen voor de recreatie zijn aange legd en zonder dat daar veel andere recreanten komen. Veel minder Nederlanders hebben een voorkeur voor dat type van recreatieprojecten dat wordt gekenmerkt door een hoog voorzieningen-niveau en waar sprake is van een druk en intensief gebruik. Landschapsrecreatie Het maakt niet uit waar men woont: steeds overweegt de voor keur voor landschapsrecreatie. Dit geldt ook voor de verschillende leeftijdscategorieën, voor mannen en vrouwen en voor personen in verschillende gezinssituaties. In hogere sociale milieus hebben naar verhouding iets meer personen een voorkeur voor landschapsrecreatie dan in lagere sociale milieus. De geneigdheid om naar drukke recreatieobjekten met veel aange legde voorzieningen te gaan is niet groot. De helft van de ondervraag den staat daar negatief tegenover en zou er niet of hooguit een enkele keer naar toe willen. Van de ande ren die er wel (enigszins) positief tegenover staan, zou slechts een beperkt deel er vaak naar toe wil len. Een vijfde deel van de mensen heeft geen uitgesproken voorkeur; zij doen beide ongeveer even graag. Voor hen, maar ook voor de re creanten die wel een voorkeur heb ben, is het belangrijk, dat er moge lijkheden bestaan om op verschil lende manieren te kunnen recreë ren. Het beleid van de overheid dient daar dan ook op gericht te zijn. Dit is een belangrijke conclusie uit een onderzoek naar de bestaande voorkeuren van Nederlanders voor uiteenlopende vormen van open luchtrecreatie. In het onderzoek ging het vooral om de voorkeuren voor- wat genoemd wordt - intens ieve of extensieve recreatie. Dit onderzoek is uitgevoerd door het Instituut voor Toegepaste Socio logie (drs. H.A. Katteler) te Nijme gen en werd verricht in opdracht van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. De onderzoekresultaten zijn geba seerd op een ondervraging van 2.000 personen verspreid over Ne derland. Geen drukte - weinig voorzieningen Bijna tweederde van de onder vraagde Nederlanders stelt rust en stilte bij het recreëren op prijs, waarbij overigens de aanwezigheid van enkele andere mensen nog wel geaccepteerd wordt; voor 9 procent gaat echter ook dit nog te ver. Een derde deel van de Nederlan ders vindt enige drukte juist pret tig. De betekenis van de natuur lijke omgeving bij het recreëren is voor de meeste ondervraagden groot. Als men voorzieningen in de natuurlijke omgeving al wenst, dan gaat de voorkeur vooral uit naar eenvoudige, onopvallende zaken. Circa 40% ziet ze liever helemaal niet. Een illustratie hiervan is de beperkte behoefte aan gemar keerde routes in de natuur; de meesten gaan liever hun eigen weg, ongeacht of men nu wandelt, fietst of auto rijdt. Gedrag Velen (bijna tweederde van de on dervraagden) gaan regelmatig naar de bossen, afgaande op de cijfers is het zelfs zo dat het recreören in de bossen de meest populaire vorm van openluchtrecreatie is. Zowel uit het feitelijk gedrag als uit de opgegeven voorkeur is op te maken, dat het recreëren in een landelijke omgeving of in het pol derlandschap bij velen belangrij ker plaats inneemt dan verwacht werd. Een deel van de bevolking ervaart in het algemeen een gebrek aan overeenstemming tussen dat gene wat men graag zou willen doen en dat wat men in zijn vrije tijd feitelijk doet Voor dit gebrek aan overeenstemming tussen voorkeur en gedrag worden vooral drie redenen genoemd; gezinsom standigheden, gebrekkig aanbod (mogelijkheden te ver, te weinig in aantal,) en tijdgebrek. Velen 40% hadden in voorjaar en zomer graag vaker door een mooi landschap wil len fietsen of vaker in een rustig na tuurgebied willen wandelen. Een derde deel van de ondervraagden had graag in de duinen gerecreërd zonder dat zij dat in feite gedaan hebben. Afstand Ruim de helft van de ondervraag den zegt dat de afstand van huis naar een recreatiedoel niet zo be langrijk is, als men moet beslissen waar men naar toe gaat om te re creëren. Het overbruggen van die afstand is voor een deel van de be volking géén negatief aspect van het recreatiegedrag; een derde deel ervaart het ver van huis gaan bij het recreëren zelfs positief. Uit het onderzoek is tenslotte ge bleken, dat er in het najaar op zon dag minstens zoveel mensen in de openlucht buiten hun woonplaats recreëren als in de maanden mei- juni. Daaruit volgt de noodzaak bij de planning rekening te houden met een grote recreantendruk in het vroege voorjaar en in het late najaar, zeker daar de activiteiten die men dan onderneemt (wande len, fietsen) sterk verschillen van die in het late voorjaar en zomer (strandbezoek, zwemmen, kampe ren). Het kantoor van de vestiging in ons land zal te zijner tijd worden over geplaatst naar Amsterdam waar op dinsdag 11 april in het Sonesta Ho tel de officiële introductie zal plaatsvinden. Scicon, op haar ge bied de grootste ter wereld is een dochteronderneming van het olie concern BP British Petroleum. Ontwikkeling De ontwikkeling van Scicon is vooral in de laatste paar jaar ver sneld verlopen na een bescheiden begin in 1960. Er bleken toen aller- wege steeds meer speciale wiskun dige berekeingen nodig te zijn. Het bureau dat zich daarop ging specia liseren werd in Londen gevestig. BP die in het onderwerp bijzonder geïnteresseerd was werd al gauw de grootste klant. Dit leidde tot een nauwe samenwerking waarna in 1966 het bedrijf werd overgenomen en voortgezet onder de huidige naam als een volledig onafhanke lijke onderneming met eigen be- slissings bevoegdheid. Meer dan 1.000 man. Momenteel werken er meer dan 1.000 personeelsleden, merendeels academisch gevormd. De beschik bare programma's zijn veelomvat tend en bieden bij voorbeeld moge lijkheden voor simulatie (naboot sing) van grote projecten, het op zetten van econometrische model len waarvan vooral in de financiële wereld veel gebruik wordt ge maakt. Bekend geworden zijn de speciale afdelingen voor handels banken, effectenmakelaars en vermogensbeheer ten behoeve waarvan de gecompliceerdste cal culaties moeiteloos kunnen wor- den verricht. Vooral de tech- nisch-wetenschappelijke projec ten vormen een sterk punt mede dank zij het baanbrekende werk van nu beroemde pioniers als de statisticus dr. Maurice Kendall en de hoogleraar in de wiskunde E.M.L. Beale. Het aantal branches waaraan de diensten worden gele verd is zeer uitgebreid. Daarbij zijn de meeste petrochemische indus trieën, vooraanstaande banken, staalfabrieken enzovoort. Ook overheid. Ook tal van overheidsinstellingen in de gehele wereld en internatio nale organisaties als Unesco ma ken er geregeld gebruik van. Verder de belangrijkste computerfabri- ken, de automobiel-, de lucht- en ruimtevaart- en electronische in dustrieën, kortom praktisch elke onderneming waar de behoefte is ontstaan aan de gespecialiseerde service. Dank zij de al aanwezige kennis kunnen ook kleinere onder nemingen veelal met succes en te gen relatief geringe kosten een be roep doen op Scicon. Het compu tercentrum in Engeland wordt al gemeen beschouwd als een van de modernste. Met behulp van spe ciale technieken zijn de gebouwen geconstrueerd die niet alleen maximaal beveiligd zijn maar die ook via eigen agregaten direct zelf de stroomvoorziening kunnen ver zorgen. staan twee gjQtg univac 1108 computers die elk het werk van elkaar moeten kunnen over nemen zodat ook zo de continuiteit gewaarborgd is. Dat de privacy van de opdrachtgevers absoluut be schermd is spreekt vanzelf. Paul Bryan-Tatham, co-ordinator van Scicon, is van mening dat de com puterdiensten voor Nederlandse gebruikers uniek zijn nu men via de speciale terminal direct contact kan opnemen met het Engelse cen trum waar omvangrijke hoeveel heid wetenschappelijke program matuur ligt opgeslagen. Met de voorbereiding van de nieuwe ter minal verbinding en de daarmee samenhangende markt- en andere onderzoekingen is slechts ander- halfjaar gemoeid geweest.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1978 | | pagina 15