VERBOUWING RIJKSMUSEUM TWENTHE
sil*'
HOLTENS NIEUWSBLAD - 31 MAART 1978 - PAG. 13
Gobelinzaal
Leeszaal
Educatieve
Educa
tief
mede
werker
cultuur, heeft functionele ruimten
nodig zowel voor audiovisuele
middelen, zoals diaprojectie, films
e.d alsook voor educatieve en crea
tieve doeleinden.
Op grond van bovengenoemde
punten is reeds in 1968 een voorlo
pig programma van eisen opge
steld en ingediend bij het ministe
rie van CRM. Na overleg met de af
deling Gebouwen, Materieel, In
terne en Technische Dienst van
bovengenoemd ministerie, is door
de Centrale Directie van de Rijks
gebouwendienst in 1975 aan de
achitect Ir. J. Cannegieter te Ens
chede opdracht gegeven, naar de
richtlijnen van het programma van
eisen, een schetsplan te maken van
de nieuw-, aan- en verbouw. Na
goedkeuring van dit schetsplan is
in 1976 de opdracht tot het maken
van een bestek verleend.
NIEUWBOUW
De eerste aanzet tot het vormen van een schilderijencollec
tie met het doel daarmee een museum voor kunst en cul
tuur ten behoeve van de bevolking van Oost-Nederland te
stichten, is gegeven door Jan Bernard van Heek (1863-1923).
Deze plannen gaan terug tot het tweede decennium van
deze eeuw.
Na het overlijden van de geestelijke
vader van dit initiatief in 1923,
heeft met name zijn halfbroer dr.
Jan Herman van Heek (1873-1957)
zich ingezet om tot realisering van
de plannen te komen.
In 1929 is met de bouw van het hui
dige museum begonnen, waarbij
ook rekening gehouden is met het
onderbrengen van de verzamelin
gen van de in 1905 gestichte Ver
eniging „Oudheidkamer Twente".
Na 'voltooiing van de bouw is in
1930 het gebouw met de collectie
schilderijen, als mede het beheer
over de verzameling van de Oud
heidkamer Twente aan de Staat
de&Hederlanden overgedragen.
Bij: de bouw van het,museum in
192ads en kon ten dele ook geen
rekening gehouden Worden met de
forse groei van de collecties, de op
zet en uitbreiding van het admini
stratieve beheer, de toename van
het aantal jaarlijkse tentoonstel
lingen en - niet in de laatste plaats -
de dienstverlening aan het publiek,
die in de loop van de laatste decen
nia een belangrijke rol is gaan spe
len. Gebrek aan ruimte heeft er de
laatste jaren toe geleid, dat een
aantal tentoonstellingszalen aan
hun bestemming is onttrokken en
is gedegradeerd tot hulpdepöt;
men is genoodzaakt werkzaamhe
den van uiteenlopende aard uit te
voeren in ruimten, die voor dit doel
bepaald niet geschikt en bedoeld
zijn. Zo zijn de kunsthistorische en
de oudheidkundige bibliotheek op
breidende bibliotheken gemakke
lijk bereikbaar zijn.
C. Meer depótruimte. Het is nood-
zolders en in kelders opgeslagen,
terwijl de dienst door de medewer
kers van het museum moet worden
uitgevoerd in veelal donkere,
kleine en moeilijk te bereiken ka
mers en hokken.
Samengevat kan worden gesteld,
dat wil er een verantwoord en actief
museumbeleid gevoerd kunnen
v/orden, er behoefte is aan
A. Meer ruimte om zowel de eigen,
sterk gegroeide collectie, alsook
om tijdelijke tentoonstellingen te
kunnen herbergen
B. Meer ruimte voor een doeltref
fend administratief beheer van de
collecties en wetenschappelijke
werkzaamheden. Het administra
tieve beheer bestaat o.a uit het bij
houden van het documentatie- en
fotoarchief Daarnaast moet on
derzocht worden in hoeverre en op
welk punt de collecties kunnen
worden aangevuld en er moeten
wetenschappelijke werkzaamhe
den worden verricht, niet alleen ten
behoeve van de eigen verzamelin
gen, maar ook ten behoeve van de
tijdelijke tentoonstellingen Bo
vendien is het van belang, dat de
ruim voorziene en zich steeds uit-
lend) een gedeelte in het depót
moet kunnen worden opgeslagen.
Ook worden in de depóts de te res
taureren kunstwerken bewaard en
in bruikleen verworven objecten
dienen er tijdelijk geherbergd te
kunnen worden, voordat een plaats
krijgen inde tentoonstellingszalen.
D Meer ruimte voor de dienstver
lening aan het publiek.
Tot één van de taakstellingen van
zakelijk dat de depóts worden uit
gebreid en gemakkelijker toegan
kelijk gemaakt. De omvang van de
collecties is zodanig, dat (afwisse-
Archieffoto van de hal die grondig
zal worden gemoderniseerd en
functioneel gemaakt voor kaart
en reproductieverkoop
Foto: van Agtmaal, Baarn.
De mogelijkheden tot uitbreiding
van het museum zijn beperkt. De
binnenplaatsen kunnen uit archi
tectonisch oogpunt nauwelijks
enige bebouwing velen, zodat al
leen de tuin ten oosten van het ge
bouw voor zover niet in beslag ge
nomen door het „los hoes" - voor
nieuwbouw overblijft.
O m tot een zekere overeenkomst in
volume met de belendende woon
huizen aan de Lasondersingel te
komen is .een gebouw van drie la
gen geprojekteerd, aan het mu
seum verbonden door een laag tus
senstuk. De lage ronding aan de
achterzijde van de nieuwbouw
vormt een overgang tussen deze
nieuwbouw, het bestaande mu
seum en het „los hoes"
Op de eerste verdieping zijn o.a. de
het museum behoort o.a. het tonen,
onderhouden en belangstelling
wekken voor de regionale cultuur,
oudheidkunde en -geschiedenis.
Het museum herbergt veel prehis
torische en geschiedkundige voor
werpen. die op de regio betrekking
hebben. Zij zijn grotendeels eige
ndom van de Vereniging „Oud
heidkamer Twente". Daarnaast
hebben de bibliotheek en de ar
chiefstukken. die betrekking heb
ben op de regio een niet te onder
schatten functie. Sinds tientallen
jaren wordt, hoewel daaraan wel
behoefte bestaat, een helaas te be
perkte gelegenheid geboden tot het
bestuderen van boekwerken en ar
chiefstukken uit eigen bezit. Dit
zelfde geldt voor boeken en ar
chiefstukken. die aangevraagd zijn
bij universiteits- en andere bibliot
heken. bij rijks-, gemeente-, en an
dere archieven.
Nijpend ruimte- en personeelsgeb
rek maken het tot nu toe niet moge
lijk deze taken naar behoren en
naar genoegen van de gebruiker te
vervullen.
Tenslotte kan worden vermeld, dat
al geruime tijd nieuwe activiteiten
in voorbereiding zijn De in te stel
len educatieve dienst, die beoogt
de bezoekers te helpen met de ont
wikkeling van inzicht in kunst en
Foto van de galerij waarvan de
bogen van glas zullen worden
voorzien zodat de ruimte beter
voor allerlei doeleinden kan wor
den benut.
Foto: R. Kampman Almelo
directie, de afdelingshoofden en
het administratief personeel ge
dacht.
De ruimten waar de bezoekers ko
men voor het bestuderen van boe
ken uit de bibliotheek en van ar
chiefstukken zijn geprojekteerd op
de begane grond, evenals de docu-
mentatieafdeling.
Het vloerpeil is hetzelfde als in het
museu m en ligt enigszins boven het
trottoir. Dit geeft de mogelijkheid
om een souterrain te maken,
waarin de technische dienst en de
depóts voor de oudheidkundige af
deling worden gehuisvest.
In de lage verbindingsschijf zijn de
educatieve dienst en de leeszaal
ondergebracht. Ten einde in de
sfeer van het bestaande museum te
blijven wordt metselwerk van een
roodbruine handvormsteen ge
bruikt en hier en daar beton toege
past. Er worden donker geanodis-
Zijgevel van het museum en aan zicht van de nieuwbouw, gezien vanaf de Lasondersingel.
BEGANE GROND NIEUWBOUW
voor expositie geschapen. De
ruimte staat op enkele plaatsen in
verbinding met de achterliggende
zalen.
Ter hoogte van de Gobelinzaal
wordt een rustpunt gecreëerd voor
de bezoekers, die in de zomer ook
van terras en de grote binnentuin
gebruik kunnen maken.
De toegang tot het museum wordt
veel aantrekkelijker gemaakt. Het
trottoir voor de hoofdingang wordt
aanmerkelijk verbreed door het
driehoekig pleintje in de aftakking
van de lasondersingel naar de Blij-
densteinlaan erbij te trekken.
In de brede en laaggemetselde
keermuur rondom het pleinte wor
den banken, vitrines en bloembak
ken opgenomen. Ook wordt een
voorziening voor het gebruik van
rolstoelen getroffen.
De hoofdtoegangsdeur wordt ver
vangen door een deur van hardglas
met daarboven een luifel, waarop
teksten voor het aankondigen van
tentoonstellingen kunnen worden
aangebracht. Het nuttig vloerop
pervlak zal met ca. 2000 m2 ver
meerderd worden.
CONSEQUENTIES VAN DE
WERKZAAMHEDEN VOOR DE
BEZOEKER
De aanbesteding van de nieuw-
aan- en verbouw heeft plaatsge
vonden op 22 november 1977. In fe
bruari '78 is men begonnen met de
uitvoering van de werkzaamheden.
De duur van de bouw zal ca. ander-
halfjaar in beslag nemen. Onvoor
ziene omstandigheden voorbehou
den blijft het museum gedurende
deze periode geopend voor het pu
bliek. Alleen het achterste gedeelte
van het museum wordt gesloten,
aangezien hier het nooddepót
wordt gevestigd.
Gedurende de bouw zullen er geen
tijdelijke tentoonstellingen gehou
den worden. We zullen in de vorm
van wisselende exposities van ge
ringere omvang van tijd tot tijd de
nieuwe aanwinsten en bruiklenen
op het gebied van de moderne
kunst getoond worden.
"los hoes"
eerde aluminium schuiframen
aangebracht.
AANBOUW
Tussen de Gobelinzaal en het zo
genaamde kruiskabinet wordt in
Boeken
Bibl. ass
- Assistent
oudheidk.
afdeling
Boekenklu
Magazijn
Assistent
beeldende
kunst
Receptie
Conferentie
Wet. medew.
toet beeldende kunst kamer
Museumzaal
Lasondersingel
de grote binnentuin een smalle
vleugel aangebouwd. Hierin wor
den ondergebracht een
kinderspeel- en werkplaats, toilet
ten voor bezoekers en een keuken.
VERBOUW
In het souterrain van de nieuw
bouw is niet voldoende ruimte voor
de benodigde depóts. Door nieuw
te maken ruimten onder de kleine
binnenplaats en onder de Gobelin
zaal, kan-de totale thans gewenste
oppervlakte vrijwel worden be
reikt.
De hal van het museum wordt ge
moderniseerd. De bestaande por-
tierloge vervalt. De verkoop van
entreebiljetten, catalogi, affiches
e.d. zal voortaan in de hal geschie
den
De open galerij langs de grote bin
nentuin wordt door middel van
glaswanden gesloten. Hierdoor
worden ruimere mogelijkheden
Foto van de maquette gezien vanaf
de Borgertstraat, die voor gemo
toriseerd verkeer zal worden afge
sloten.