Weeroverzicht van 1977 De oude en de nieuwe klok Weet je wetje, laat je rijden 1eel te koude april en juni en te natte augustus en november KINDERVERHAAL xiULtXUiiMO i\ijbiU WÜB.LAD - 30 DECEMBER 1977 - PAG. 11 De bril anno 1978 is een bril zonder fratsen. Een bril. recht voor z'n „raap", die zich niet opdringt, die gewoon bij iemand hoort. De nieuwe bril is in harmonie met het gezicht, bescheiden van for maat, bedeesd van kleur. Vloeiende vormen, natuurlijke tinten. Net als in de kleren, de haren, de make-up. „Natuur" is favoriet in het nieuwe jaar, ook op de neus. Op Oudejaarsavond zaten de chauffeurs van „Inter land Express" in het wacht lokaal. Het was er benauwd De rook. een mengsel van alle soorten shag en pijpta bak. hing zwaar en blauw grijs in het vertrek en er was de eigenaardige geur van le ren jassen. Buiten, in de koude winternacht, ston den de vrachtauto's. Grote, donkere gevaarten met aanhangwagens, waaron der. in vierdubbele rijen, de massale wielen. De mannen zaten rond de potka- chel. Sommigen aten wat. anderen keken zwijgend voor zich uit. Zo nu en dan maakte een van de mannen een opmerking. „Niks gedaan, rij den met oud en nieuw", zei er een. „Da's nou eenmaal het vak", zei een ander. „Vorig jaar had ik met de kerstdagen dienst, da's hele maal niks". „Nee, da's nog erger". „Ik heb heel wat gereden op zulke dagen", zei een oude vrachtrijder, „maar er is één rit die ik niet gauw zal vergeten". De anderen werden nieuwsgierig. „Vertel es. wat was er toen aan de hand. Piet", vroeg er één. „Da's een heel verhaal, jon gens". antwoordde de oude vracht rijder. „Doet er niet toe. we hebben nog tijd genoeg", riepen de ande ren. „Nou. vooruit dan maar", ant woordde Piet. „We waren naar Duitsland ge- September, denk je dan, die kon na een slechte zomer nog wel eens een fraaie nazomer brengen.. Dat lukte maar gedeeltelijk. Warm werd het niet, zelfs bleef het iets kouder dan normaal, het enige dat als pluspunt u 4- r\nn voor sePtember gold was de ge- Hetjaar 1977 was niet te vergelijken met dat van 1976. Het ringe hoeveelheid regen die er viel. was belangrijk kouder; het gaf rrïaar even 430 uren zonne- Landelijk bijna 60 mm minder dan schijn minder en- landelijk - 317 mm regen meer dan 1976. normaal, in enkele provincies nog April, met daarin ook de Paasdagen behoorde tot de groep geen 5 mm- Almen en Gorinchem koudsten en het bijzondere van juni was wel het grote te- kwamen rip ™MT' L-rvr-f onw 1,aa.a rPETPnmPt vveest De terugreis begon direkt al fout. Even voorbij Munchen. toen we nog maar net vertrokken waren, •kregen we een lekke band. Dat was gelukkig gauw verholpen. Later hadden we malheur met de rem men. dat duurde wat langer. Enfin, ik hoef jullie niks te vertellen. Als het eenmaal beroerd gaat. schijnt het ongeluk je te achtervolgen. Ik reed met Freek van Loon. Een stille vent; stil is misschien met goed ge zegd Het was een saaie kerel. Niet veel aan. Hij kaartte niethij rookte niet eens.... Een goeie rijder, dat wel. maar als maat. waarde loos! Freek reed met een kalm gan getje. En ik verlangde erg naar huis, want na al dat oponthoud werd de kans al kleiner dat we met Oud en Nieuw thuis zouden zijn en ik had mijn vrouw beloofd Oude jaarsavond weer terug te zijn. 't Was al ver in de middag van de 31ste december toen we in Keulen aankwamen. We rammelden van de honger en we zochten dus gauw ons hotel op om wat te eten. Toen we in de gelagkamer zaten, werd er voor Van Loon een brief gebracht. Dat vond ik vreemd, want hij kreeg nooit post. Freek las hem aandach tig door en je kon aan hem merken, dat het geen leuke brief was. Hij at bijna niet en bleef maar zwijgend voor zich uit staren. Op den duur kreeg ik medelijden met hem en ik vroeg water aan haperde „De jon gen van ons is niet erg best", zei hij. „Zo", zei ik. „wat scheelt er dan aan?" „Weten ze niet", zei hij, „maar hij ligt in het ziekenhuis met hoge koorts". In zo n situatie weet ik nooit goed wat ik zeggen moet. daarom zei ik maar dat het nog wel mee zou vallen en dat hij evengoed flink moest eten. Maar hij raakte niets meer aan en gunde mij amper tijd om m'n bord leeg te maken. Terwijl ik nog bezig was. rekende hij vast af en liep meteen naar bui ten. Het eerste stuk reed ik Ik be greep dat Van Loon graag zo gauw mogelijk thuis wilde zijn en ik wilde dat natuurlijk ook graag, daarom gaf ik flink gas en zette er behoor lijk de vaart in. maar het was geen gemakkelijk stuk. heuvels, dalen en bovendien was de weg op som mige stukken zo glad als spek, maar ik had geen keus. want Freek zat naast me en hield geen oog af kort aan zonneschijn. Augustus dreef in het reeenwatpr pn regenmeters betreft, m ons land van de snelheidsmeter. Ais ik vaart maakte de zomer nog slechter dan deze tot dit moment met verder dan 2 mm m""iPrr",n h""h' was. De herfst was zeer gunstig en warm tot rond 10 november Daarna stroomde de regen hagel en sneeuw. Eindresultaat een jaar dat in De Bilt. 0,3 graden kouder dan normaal bleek en een tekort van 196 uren zon opleverde en landelijk 47 mm meer egen dan normaal liet vallen. Dit laatste heeft'niet aan september gelegen, dat met een landelijk gemiddelde van 13 mm een zeer droge maand was. Zachte winter. De winter was als zijn meeste voor gangers zacht. Vooral januari en februari. December eindigde verle denjaar met de twee a dne koudste dagen en de winter met op 30 de cember -14.5 graden te Gilze-Rijen gemeten In december de meeste regen te West-Beemster: 144 mm, in januari te Lisse 108 mm en in februari 104 mm te Dokkum. Een winter die ons vrijwel met op de schaats kon brengen en voor vele ijshefhebbers opnieuw op een te leurstelling uitdraaide. Lente begon worm. De lente begon warm. in welk vooral de penode van 2 tot 20 maart stond met ver boven de normale temperaturen Tussen 9 en 16 maart werden maxima van 18 a 19 graden gemeten. Dat leek een heel vroeg voorjaar te worden... maar mis. April dacht daar anders over De ommezwaai nog koud weer be gon eind maart met op de 31ste te Volkel een vorst van 6.5 graden. Op 10 april nog bijna 7 graden vorst te Wageningen gemeten. De Paasdagen, vergezeld van hagel en sneeuw, waren met die van 1951 en 1964 de koudste van de laatste 40 jaar. De gemiddelde maximumtempe ratuur in De Bilt was in april met 10,9 graden gelijk aan het gemid delde in maart gemeten. De meeste april-regen kreeg Epen (Zuid-Limburg): 108 mm. In mei viel de meeste regen te Aalten: 84 mm, terwijl het in de nacht van 31 mei dicht boven de grond op het vliegveld Eelde nog vijf graden vroor. Uiteindelijk allerminst een vroeg voorjaar doordat na de warmtegolf van maart de voor jaarskoudegolven toch nog toe sloegen. De junimaand stroomde niet weg van de regen, dat niet, maar nu was er wel iets anders datzijn ongustige stempel op het zomerweer drukte. Namelijk de hardnekkige bewol king die er boven ons land hing en dan nog wel uitgerekend in een pe riode dat de zon de meeste uren bo ven de horizon staat. Zo scheen de zon in Zuid-Limburg vn 15 t.m. 22 juni gedurende acht dagen hele maal niet. Ja. ze scheen wel. maar achter een dicht wolkenveld. Met totaal 119 uren zon (tekort 104 uren) was juni in De Bilt deze eeuw alleen in 1907 en 1923 iets somberder verlopen Juli, dat moet achteraf worden ge zegd. was nog de beste van de drie Er viel met veel regen, landelijk 29 mm minder dan normaal Maar de zon liet ons teveel in de steek - te kort 15 uren-en het wilde niet meer warm worden Helaas, wij waren het in 1976 heel anders - - tropischer gewend Na 6 juli met 29,1 graden kwam de temperatuur met meer boven de 25 graden Augustus dreef van het regenwa ter Maar Heeze in Brabant ving to taal 205 mm Capelle <N B in een etmaal van 85 mm. op 18 augustus gemeten Een periode waann ook de weerberich ten van het KNMI er een aantal da gen naast zat als gevolg van de to taal onberekende ontwikkelingen boven West-Europa Een koele zomer, veel te sombere en vooral in augustus te natte zo mer Met 1959 en 1969 de droogste sep tember van deze eeuw. De nacht van 19 september was erg koud, hetgeen te Dedemsvaart op nor male waarnemingshoogte van 1.50 meter - 0,8 graden nachtvorst ople verde. Oktober was een warme maand met van 16 tot 22 regelmatige tem peraturen van 19 tot zelfs 22 graden in ons land. Dit na een wat koud begin waarbij, tijdens enkele gure buien op 1 oktober in Friesland natte sneeuw is waargeno men. Ook in oktober geen regen van beteke nis. November bleef warm tot de 10-de. toen in het zuiden nog 18 graden werd bereikt. Daarne een snelle omslag van het weer met gure buien en stormweer Met 1944 werd het de natste november van deze eeuw in Papendrecht 246 mm re gen. In zijn geheel waren de teleurstel lingen in 1977 op meteorologisch gebied belangrijk groter dan de meevallers. Dit voornamelijk doordat de zon te veel dagen het bordje - afwezig - te zien gaf en dat hield dikwijls ook de temperaturen beneden normaal. Vele vakanties werden er door be dorven en toen het wel stabiel en warm werd (in oktober) waren deze voorbij Een vergelijk met het top jaar van 1976 is niet eerlijk, maar ook vergeleken met de normale cij fers een jaar. dat wat temperatuur en zon beslist on der de maat bleef en duidelijk aan de natte kant uit viel. (Zie ook maandelijkse cijferlijst). NADRUK VERBODEN minderde in een bocht of door een dorp. begori hij heen en weer te schuiven van ongeduld. Man. je kreeg er wat van en toen hij het stuur overnam, was ik bek-af. Hij startte de wagen en zette de rui tenwissers aan. want het begon te sneeuwen. Ik had niet bepaald met een slakkengangetje gereden, maar Freek zette de sokken er pas goed in. Ik geloof dat ik nog iets gezegd heb van „Kalm aan een bee tje. denk om jezelf!" Maar zeker weet ik dat niet. want ik had een machtige slaap en het duurde dan ook met lang of ik was van de kaart. Ik weet niet hoelang ik geslapen had toen ik met een schok wakker werd. Het eerste wat ik hoorde wa ren de remmen, maar ik was nog te suf om te begrijpen wat er aan de hand was. Ik draaide de zijruit open en liet de koude nachtwind binnen waaien. Daar knapte ik van op en ik kwam langzaam bij mijn positie ven. Ik keek op het klokje m het dashboard en zag dat het een uur of twee was. „Waar zijn we?", vroeg ik. maar ik kreeg geen antwoord. Ik keek eens naar Freek en zag dat hij zenuwachtig was en daar schrok ik van. want zenuwen, dat is er bij hem nooit bij. „Waarom remde je?", vroeg ik toen. „Erzateenhond voor de wielen", antwoordde hij. „Een hond", vroeg ik verbaasd, „heb je hem aangereden?" „Nee. ik kon nog net remmen zei Van Loon. „Kijk. daar is die hond weer". Ik keek door de voorruit en zag het beest vlak voor de wagen. Het leek wel of het dier overreden wilde worden. Met een schok stonden we weer stil. Van Loon opende meteen nijdige ruk het portier en stapte uit. „Wat ga je doen?", vroeg ik. „Hem wegjagen", zei hij. Ik had geen zin eruit te komen. Het was mij te koud en ik wilde verder slapen. Ik ging gemakkelijk in mijn hoekje zitten en trachtte weer in te dutten. Toen hoorde ik buiten roepen. In vredes naam. dacht ik. maar eens gaan kijken. Ik hees me van m'n plaats en ging de cabine uit Het sneeuwde nog steeds en een felle wind deed me bijna op de gladde weg omtuimelen. „Wat is er?", riep ik, me aan de motorkap vasthou dend Tegelijk zag ik in het licht van de koplampen dat Freek met de hond aan het vechten was. Een ogenblik bleef ik naar het schouw spel kijken. Twee worstelende ge daanten, midden in de nacht, spookachtig verlicht door de auto lampen. terwijl de sneeuw met dikke vlokken naar beneden viel. Het was een kanjer van een hond. De kou bracht mijn slaperige her sens weer op gang. Ik liep, zo goed en zo kwaad als dat ging. naar Van Loon. „Wat is er?", riep ik nog eens. „Ik.„ik... kan die hond niet van m'n iijf houden", riep Van Loon hijgend terug „Heeft ie je gebeten?", vroeg ik. „Nee", zei Freek, „maar hij wil me aan m'n broek van de weg af trekken, Probeer hem es bij z'n halsband te pakken!" Ik ging voor zichtig achter de hond staan, pakte hem bij de' halsband en trok hem naar achteren. Ga jij nu gauw inde auto", zei ik tegen Van Loon. Freek liep hard naar de wagen en stapte in. Ik slingerde de hond zo ver als ik kon van me af en schoot Van Loon achterna. Maar het dier had me al weer bij m'n broekspijp te pakken. Ik moest wel terug, wilde ik mijn kleren heel houden. Ook Van Loon was weer uitgestapt. „Wat wil dat beest toch?", riep ik wanhopig. „Bijten doet ie niet", zei Freek Toen ging me een licht op. „Mis schien wil de hond ons ergens naar toe hebben", zei ik. Freek van Loon scheen ook zo iets te denken; hij zei tenminste „Laten we eens aan de kant van de weg gaan" Hij liep voor de wagen langs. „Zoek! Zoek! Psst. zoek'", riep ik. De hond blafte en sprong voor ons uit. Wij achter hem aan. Freek deed zijn zaklan taarn aan en belichtte de weg. De hond dribbelde een smal paadje op. hij liep telkens een eindje vooruit en bleef dan op ons wachten. Het was moeilijk lopen, want het pad was hard bevroren en er lag een sneeuwlaag op. We liepen voorzich tig door een karrespoor en kwamen al wankelend verder Telkens hits ten we de hond op. maar nodig was dat niet, „Waar komen we eigenlijk terecht?", vroeg ik. toen. „Vlak voor de grens", antwoordde Van Loon. Eindelijk kwamen we aan een klein huisje; 't was een laag bij de gronds geval. Van Loon liet zijn lamp in het rond schynen. Wat boe renkoolstronken staken door de sneeuw. Hier en daar ontdekten we wat schuurtjes. Opzy van het huis viel een lichtstraal door een half geopende deur naar buiten Piet van der Waal hield even op met vertellen. Hij schonk zijn kom nog eens vol koffie. De mannen rondom hem wachtten gespannen. Toen hij daarna kalm een sigaret begon te draaien, kon een van de anderen zich niet langer bedwingen Vertel toch verder joh!", zei hij. „Ik mag toch wei even een sigaret opste ken". antwoordde Piet. Iemand gaf hem vuur Hij deed een flinke trek. inhaleerde diep en ging toen verder met zijn verhaal „We-waren dan bij het boerderijtje aangekomen en zoals ik zei. er brandde licht opzij van het huis. En in dat licht stond de hond Hij stond strak op de poten met de oren recht omhoog en blafte. We liepen er snel naar toe en zochten de omtrek af. maar we vonden niets.Toen opende Van Loon de deur en we za gen in een soort van bijkeukentje een oude man liggen. Hij lag lan guit over de vloer, met zijn gezicht naar de grond. Ik stapte naar bin nen en probeerde de man om te draaien. Terwijl ik dat deed. kreunde hij zacht. „Hij is nog bij", zei Freek ..Heb je pijn?", vroeg ik. De man antwoordde met. maar zijn hand streek langs zijn dijbeen. We hebben toen in het huis gezocht naar dekens en die over hem heen gelegd Daarna hielden we krijgs raad. We besloten dat ik bij de man zou blijven en dat Van Loon ergens een dokter zou halen. De hond was dicht tegen zijn baas aan gekropen en zo nu en dan likte hij hem in zijn gezicht. Ik heb daar nog al een tijdje gezeten. Ik geloof dat ik wel een heel pakje sigaretten heb opge rookt. 't Was er koud en dat hield me wakker. Trouwens, ik had helemaal geen slaap meer. Soms probeerde ik met de man te praten, maar dat ging niet best. Ik geloof dat hij zo nu en dan buiten westen was. Ik heb nog een oude jas opgescharreld en die ook nog over hem heen gelegd. De hond was de eerste die iets hoorde aankomen. Zijn oren bewogen en daarna ging hij met een ruk staan. Toen hoorde ik het ook Gelukkig was Van Loon niet alleen. Hij had iemand bij zich. een dokter. „Laat maar es kijken", zij de dokter. We sloegen de dekens weg en het on derzoek begon. Toen de dokter klaar was. zei hij„Tja. dat is niet zo best. vermoedelijk een gebroken been en een hersenschudding; de man is bewusteloos, zoals u ziet". Hij keek ons aan en vervolgde. „Hij kan hier niet blijven liggen. We moeten hem zo gauw mogelijk weg zien te krijgen. Wat denkt u, zou dat kunnen?" „U bedoelt dat we met onze wagenvroeg ik. „Er zit niets anders op", zei de dokter, „ik ben op de motor en een ziekenwa gen is er voorlopig niet te krijgen; ik heb geïnformeerd Maar ja, als u haast hebt... „datis te zeggen....", begon ik, maar Freek van Loon was me al in de rede gevallen. ,,U kunt op ons reke nen". zei hij, „welke kant moeten we op?" „U zult moeten keren", zei de dokter, „maar eerst moeten we zien hem aan de weg te krijgen". Op aanwijzingen van de dokter hebben we het been met een paar latten en wat touw gespalkt, de man flink in gepakt en hem op een ladder ver voerd. In de aanhangwagen was nog ruimte, daar hebben we hem in gèlegd. Freek ging achter het stuur zitten en bracht de wagen heel langzaam in beweging. Zo voor zichtig mogelijk ging het verder. Ik werd er kriebelig van. zo zachtjes, ging het. Eindelijk kwamen we bij het ziekenhuis. Daar werd de man door verpleegsters overgenomen. „En nou geven we hem van ka toen", zei Freek, toen we weer we greden. Plotseling schoot me weer te binnen dat Van Loon z'n jongen ziek was. Ik was het helemaal ver geten. maar geen ogenblik moeü het uit zijn gedachten zijn geweest.. Terwijl we voortraasden door de nacht, keek ik hem eens aan. Z'n stugge kop verried geen emotie. En diep in mijn hart groeide een grote bewondering voor de manWe waren nog voor twaajf uur thuis en vierden de jaarwisseling met ons gezin, tenminste ik.„. Freek vierde die een paar dagen later, toen z'n jongen weer uit het ziekenhuis kwam Gem. max De Bilt Uren Zon: De Bilt Neerslag (gem. over Zomer zonder zon. De stille hoop. aat de zomer toch nog een kleine herhaling van 1976 zou geven, maar dan wel minder extreem droog, was reeds in juni vervlogen. december januari februari 4 1 - 13 5.3 plus 1 0 7.8 plus 2.9 61 plus 20 44 -12 63 -9 84 Plus 12 70 plus 5 78 plus 29 winter 5.7 plus 0.7 168 -.1 232 plus 46 mm maart april mei 10 9 plus 14 10 9 - 2 4 16.7 - 10 130 Plus 3 141 -23 225 plus 14 38 -4 60 plus 15 50 plus 1 voorjaar 12.8 - 07 496 -6 148 plus 12 mm juni juli augustus 18 7 - 2 0 21.6 - 0 3 20.3 - 1.5 119 -104 184 -15 129 -57 56 plus 2 48 -29 108 plus 26 zomer 20.2 - 1.3 432 -176 212 -1 mm september oktober november 17 9 - 1.3 15.6 plus 1.5 9.4 plus 0 6 121 -25 104 plus 2 61 plus 11 13 -59 45 "28 150 plus 78 herfst 14.3 plus 0.3 282 -12 208 -9 mm jaar 1977 jaar 1976 13.2 - 0.3 14.4 plus 0.9 1380 -195 1810 plus 235 800 plus 47 mm 483 —270 mm In het kamertje van schoenmaker Lappie hing al jaren en jaren een grote, zware oude koekoeksk lok. Lappie was erg trots op. maar Mappie, de vrouw van de schoenmaker, wilde wel eens iets nieuw aan de muur. „Verkoop dat oude ding maar. het volgend jaar", zei ze op een dag tegen Lappie „Dat vogeltje in de klok roept hoe langer hoe zachter, ik vind er niets meer aan" „Dat ligt echt niet aan dat vogeltje. Mappie", zei de schoenmaker vriendelijk, „maar jy bent een heel klein beetje doof geworden" „Ikke doof?", stoof het vrouwttje op. „Ik vraag wel eens of je een beetje harder wilt praten, maar daarom ben ik nog niet doof Verontwaardigd keek ze naar het vogeltje, .dat net uit het klokkenkastje kwam. „Vanmiddag ga ik naar Rinus. de klok- kemaker en daar zoek ik een fijn, modern klokje uit. Dat geeft ook alweer minder te poetsen", zei ze er tevreden achter aan. Lappie zei niets Hij was erg gehecht aan die koekoeksklok En wat moesten hij en Mappie met zo'n modern ding in hun kamertje Alles was daar oud en knus. En nu zo'n driftig tikkend ijzeren ding aan de muur? Of misschien een elektrische, die je helemaal niet hoorde? Hij piekerde zich suf. 's Avonds dacht hij, dat hij er iets op had gevonden Toen het vogeltje negen keer naar buiten was gekomen om te waarschuwen, dat het langzamerhand be dtijd werd, zei Lappie tegen z'n vrouw „Ga jij morgen dan maar naar Rinus in het dorp als je dat zo graag wilt en koop daar dan een elektri sche klok Dat is héél erg rustig, want die hoor je niet tikken" Mappie lachte opgelucht. Ze was blij. dat Lappie een rustige klok óok wel fijn vond. „Maar een ding wil ik wel even zeggen", ging Lappie verder. „De oude blijft hangen tot na oudejaarsnacht 12 uur. Als de elektrische dan soms een verkeerde tyd aanwijst, dan heb je nog altyd de koekoek, die ons waarschuwt, dat het 12 uur is". Dat viel Mappie een beetjp tegen. Ze zo gehoopt het meuwe jaar in te gaan met haar nieuwe klok. De schoenmaker zag wel. dat zyn vrouw niet helemaal tevreden was. en hy aarzel de „Stel je voor. dat we in slaap vallen op oude jaar. Dan missen we ons borre'tje by Bart, de bakker van hiernaast. Je weet heel goed, dat die na de 12 slagen van middernacht een borreltje voor ons inschenkt, en dat Mien dan heerlijke wafeltjes en oliebollen heeft". Mappie dacht.na. Dat feest in de nacht van oud naar nieuw wilde ze inderdaad voor geen goud missen. Maar die klok zou juist op oudejaar zo fijn zijn om naar te kyken. Ze hadden al zo lang niets nieuws meer gehad in hun kamertje. Ze schudde haar hoofd. „Nee, Lappie", zei ze. ,je hebt gezegd ik mocht de klok halen en dan wil ik haar ophangen ook" Lappie zuchtte Zijn vrouwtje was een schat, maar als ze iets in dat koppie had gezet, hoefde niemand te proberen dat eruit te krijgen. „Goed dan", mopperde hy. „maar dan hang ik de koe koeksklok zo lang in de keuken en dan wacht ik daar totdat hij op oudejaarsnacht 12 keren naar buiten komt" „Afgesproken", lachte Mappie „Dan zal ik de kamer letten op de nieuwe klok". De volgende dag werd de nieuwe klok gekocht en de koekoek verhuisde naar de keuken Lappie vond er mets aan mets. Helemaal niets Dood stil was het in het kamertje, zonder de zware tik van de koekoek Het vrouwtje moest er ook aan wennen en terwijl ze zat te breien keek ze telkens stiekum naar de nieuwe, of die nog wel liep Je hoorde hem immers niet. Hij blonk zó mooi. dat ze er een beetje scheel van ging kijken als ze te lang keek En zo werd het 31 december Rustig zaten de schoenmaker en zyn vrouw in hun kamertje met een lekker kopje koffie en eigen gebakken koek jes. Lappie las zijn krantje en Mappie breide ijverig. Nu en dan keken ze allebei naar de nieuwe klok en Lappie stond ieder kwartier op om te kyken of de nieuwe gelijk liep met de koe koek in de keuken Mappie werd er tureluurs van en kreeg na twee uurtjes breien verschrikkelijke slaap. Haar hoofd zakte telkens een begtje die per naar beneden en even later sliep ze als een marmot. Lappie lachte zachtjes en vertrek naar de keuken. Hy ging in de grote, oude rieten leun stoel zitten, tegenover de koekoeksklok en las rustig verder Telkens als de koekoek naar bui ten kwam om het hele of het halve uur te roepen, knikte hij tevreden. Eindelijk riep de koekoek twaalf keer en zachtjes verdween de schoenma ker door de achterdeur naar Bart en Mien. Ze wensten elkaar een gelukkig nieuwjaar en Lap pie dronk met pretoogjes z'n borreltje „Moeten we Mappie nou niet halen?, vroeg Mien, die een beetje medelijden met haar buurvrouw had. „Jawel", lachte Lappie. „maar dan moeten jullie me wel even helpen. Wij hangen de koekoeksk lok weer in de kamer en wachten tot half een. Het vogel.tje komt dan een keer naar buiten en wed den dat ze er wakker van wordt?". Stilletjes lie pen de drie naar het huis van de schoenmaker. Ze stapten door de achterdeur de keuken binnen en haalde de grote klok van de muur Lappie en Bart hingen hem aan de grote spijker, die de wijselijk wysel.ijk wijselijk laten hangen Rustig gingen ze toen zitten wachten. Klokslag halfeen verscheen de koekoek en met een kreet van schrik schrok Mappie wakker. Verbaasd keeek ze naar de lachende Lappie en de grinnekende Bart en MNien Ze snapte er niets van. Dan zag ze de koekoeksklok en drong het tot haar door, dat ze daarvan wakker was geworden. „Waarom heb je mij niet eerder geroepen?", vroeg ze kwaad aan Lappie. „Nu is het al 12 uur geweest en ik heb dat niet eens gemerkt" „Dat zal wel", lachte de schoenmaker. „Je wilde niets meer van de koekoek weten. En je moest zo nodig een nieuwe elektrische klok".„O jeetje", klaagde Mappie, „en m'n borreltje en m'n oliebollen". Mien stelde haar gerust en haalde de grote schaal en een fijne fles, die klaar hadden gestaan toen de schoenmaker binnen kwam Eerst wenste Mappie, een beetje beschaamd, haar schoenmakertje een gelukkig nieuwjaar en ook de buren kregen een beurt. Er gingen nog heel wat keertjes voorbij, dat de koekoek die nacht naar buiten kwam, voordat het viertal naar bed ging. De nacht van oud naar nieuw was erg gezel lig en toen de buren opstonden, brachten ze met hun vieren de elektrische klok naar de keuken. En de koekoek hield z'n plaatsje

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1977 | | pagina 11