Het gegarandeerde minimum inkomen voor ondernemers Ëéndapomseii spinnen Rabobanken gaan werken met videosets NIEUW-GUINEA mysterieus, ruig, vulkanisch HOLTENS NIEUWSBLAD - 15 APRIL 1977 - PAGINA 13 Nederland behoort al zeer lang tot de welvarendste landen in de wereld. Op de lijst van rijkste landen is ons land zeker te vinden onder de eerste twintig. Eén van de belangrijkste kenmerken van een welvaarts staat is, dat iedereen in staat is de minimale behoef ten van hem en eventueel zijn gezin te bevredigen. Iedereen moet deel kunnen nemen aan de welvaart. In ons land is getracht een dergelijke situatie te verwezenlijken. In de eerste plaats kan worden gewe zen op de sociale voorzieningen die vooral gericht zijn op degene die niet werken, zoals werklozen van de sociale verzekeringen gekoppeld aan het mini mumloon. In het tweede plaats zijn er garanties voor het werkzame deel van de bevolking van ons land, waarvan als belangrijkste kan worden genoemd de garantie van het minimumloon voor werknemers. Deze regeling geldt dus niet voor zelfstandige onder nemers. Dat dit nodig is blijkt uit het feit, dat ruim veertig procent van alle ondernemers in het midden- en kleinbedrijf minder verdient dan het inkomen dat qua consumptiemogelijkheden vergelijkbaar is met het wettelijk bruto minimumloon. Een onaanvaard bare situatie! Ondanks de reeds bestaande overheidsmaatregelen voor het midden- en kleinbedrijf is de in komenspositie van vele onder nemers nog steeds slecht. Om dat de regering streeft naar een gelijkwaardige behandeling van alle groepen in de samenleving, is gedacht aan een gegarandeerd minimuminkomen voor zelfstan digen. Naar aanleiding van een verzoek van de staatssecretaris van Economische Zaken, de heer Hazekamp. zal de Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf in haar openbare raadsvergadering van 20 april het ontwerp-advies over het gegarandeerd minimu minkomen voor zelfstandigen behandelen. In dit artikel zal de inhoud van het advies in het kort worden weergegeven. Enkele bezwaren Hoewel de bedoeling van de voorgestelde maatregel positief moet worden beoordeeld, komt de Raad tot de conclusie dat algemene toepassing van een minimuminkomensgarantie rege ling voor zelfstandige onderne mers moet worden afgewezen. Maatregelen moeten worden ge nomen op grond van een fun damenteel en grondig onderzoek naar de oorzaken van de slechte inkomenspositie in het midden- en kleinbedrijf. Dat onderzoek zal veel tyd, geld en mankracht vergen en totdat het is afgerond zou de minimuminkomens garantie-regeling als tijdelijke maatregel kunnen gelden in si tuaties waarin het te geringe inkomen wordt veroorzaakt door factoren en gebeurtenissen, waar de ondernemer zelf geen deel aan heeft of door de slechte ge zondheid van de ondernemer. Bijvoorbeeld door stadvernieu- wing en renovatie. Daarnaast kan tijdelijke vraagvermindering tengevolge van een conjunctu rele terugval een oorzaak zijn van inkomensderving. In kleine kernen (dorpen) en oude stads wijken dreigt het gevaar, dat alle voor consumenten belang rijke voorzieningen zoals winkel, garages, schoenherstellers, kap pers. etc. verdwijnen; het voor zieningenniveau wordt aange tast. In al deze en dergelijke gevallen zou een tijdelijke aanvulling op het verminderde inkomen hulp kunnen bieden. Een algemene minimuminko mensregeling voor zelfstandige ondernemers in het midden- en kleinbedrijf zoals de regering dat wil, wordt door de Raad op grond van enkele bezwaren af gewezen. Als norm voor het toekennen van een minimuminkomensga rantie stelt de regering voor; een voldoende maatschappelijke behoefte aan de door de onder nemer geproduceerde en aange boden goederen en diensten. Daarbij moet worden gedacht aan het hierboven genoemde voorzieningenniveau. Deze begrippen worden echter in het regeringsvoorstel niet verder verklaard. Als toepas singsnorm wordt daarin gekozen voor een meer hanteerbare norm, nl. het verdiende inko men. Het eerste bezwaar richt zich tegen deze norm. Uit de omvang van de inkomens kan niet wor den opgemaakt of er behoefte bestaat aan meer of minder be drijven. Bovendien kan geen re kening worden gehouden met tot nu toe nog onmeetbare za ken als voorzieningenniveau, mi lieu en leefbaarheid. Een algemeen toepasbare norm zal moeilijk te vinden zyn. Daarom stelt de Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf voor van geval tot geval te bepalen of een ondernemer voor een in komensaanvulling in aanmerking komt. Door een inkomensaanvulling kunnen ondermeer niet- levensvatbare ondernemingen in stand worden gehouden. Een tweede bezwaar is dat bedrijven die daarmee in concurrentie zijn hierdoor in hun ontwikkelings mogelijkheden worden gehin derd. Zij worden op een onjuiste wijze beconcurreerd. Ook hier kan worden geconcludeerd dat van geval tot geval moet wor den beoordeeld. Het is ook van belang na te gaan, welke gevolgen de invoe ring van een minimuminko mensgarantie voor zelfstandigen heeft voor de rijksuitgaven. Om dat te kunnen vaststellen is het noodzakelijk te weten, welke verdiensten tot het inkomen van de ondernemer moeten worden gerekend, tot welk bedrag het inkomen zal moeten worden aangevuld en het aantal zelf standige ondernemers, dat voor deze regeling in aanmerking komt. De regering heeft het plan zelf standigen een minimuminkomen te garanderen dat vergelijkbaar is met het wettelijk minimum loon. Wel moet worden bedacht dat het bruto minimumloon voor zelfstandigen hoger uitkomt dan het bruto minimumloon voor werknemers. Bij het vaststellen van het minimuminkomen voor zelfstandigen moet namelijk re kening worden gehouden met de extra kosten die een zelfstandige moet maken om met de mini mumloontrekker vergelijkbare verzekeringen te kunnen afslui ten. De zelfstandige ondernemer moet zelf de premies van alle sociale verzekeringen betalen en hij moet zich vrijwillig laten ver zekeren tegen arbeidsonge schiktheid (in het eerste jaar) en ziektekosten. Eveneens moet re kening gehouden worden met vakantietoeslag en kinderbijslag (voor het le en 2e kind), waarop een zelfstandige, in tegenstelling tot een loontrekkende, onder bepaalde omstandigheden geen recht heeft. Daarnaast bestaat een verschil in belastingheffing, ondermeer in verband met belastingaftrekmo gelijkheden voor zelfstandigen. Rekening houdend hiermee kan het bruto minimuminkomen voor zelfstandigen voor 1975 worden vastgesteld op ca. f24.000 (voor werknemers f16.130). Uitgaande van be paalde veronderstellingen t.a.v. de voorwaarden waarop een zelfstandige in aanmerking komt voor de voorgestelde regeling, kan worden geschat dat 50.000 zelfstandigen in aanmerking kunnen komen. Stel dat ieder een een aanvulling van gemid deld f6.000 ontvangt, dan zal de regeling een uitgave van f300 miljoen betekenen De hier weergegeven berekening geeft slechts een indicatie. De Raad vindt dit een (te) hoog bedrag. Tenslotte Voor zelfstandigen in het midden- en kleinbedrijf die tijde lijk of permanent een (zeer) laag inkomen verdienen, zijn en wor den een aantal maatregelen ge nomen. Rekening houdend Gezellig Astma Fonds Vorig jaar is Martin Brinkhuis in Hengelo (0> bij wijze van experiment gestart met een aantal ééndagscursussen spin nen. Op zich is dat spin nen natuurlijk niet iets nieuws meer. Wel is, dacliten wij, deze één- dagsvorm van een derge- daarmee en met de bezwaren in het advies genoemd, stelt de Raad voor een regeling te ma ken ten behoeve van zelfstandi gen die gevestigd zyn in zgn. marginale gebieden. Dat zijn ge bieden waar het voorzieningen niveau in gevaar is of dreigt te komen. In zulke gebieden (dor pen. kleine woonkernen, oude stadswijken) is het aantal klan ten te gering om een voldoend ondernemersinkomen te kunnen behalen. Toch zyn bepaalde be drijven dringend nodig voor on dermeer bejaarden, gezinnen met jonge kinderen, werkende gehuwde vrouwen, invaliden, niet-autobezitters e.d. Aan deze ondernemers zal een aanvulling op het inkomen tot het verge lijkbaar minimuminkomen moe ten worden verleend. Econo misch gezien zijn hun bedrijven niet meer levensvatbaar, maar maatschappelijk gezien zijn ze zeer nuttig. Indien de bedrijven van deze ondernemers zouden moeten sluiten, zullen-de onder nemers terug moeten vallen op sociale uitkeringen, die groter zullen zijn dan de aanvulling bij voortzetting van het bedrijf. Verwacht mag worden dat de regeling, zoals voorgesteld door de Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf, minder zal gaan kosten dan volgens het rege ringsvoorstel. lijke kursus vrij uniek. Zoals in de afgelopen maanden is gebleken is het heel goed mogelijk om deze techniek in slechts één dag onder de knie te krijgen. Op zo'n ééndagskursus leert de kursist. spinnen met een spintol spinnen met een spinnewiel kaarden en twijnen van de wol Bovendien krijgt de kursist een inzicht hoe de wol het beste be handeld kan worden: wassen van de wol plantaardig verven synthetisch verven Het leuke is dat de kursist vooral ook goed leert spinnen met een eenvoudige spintol. waardoor men niet genoodzaakt is een toch wel vrij kostbaar spinnewiel aan te schaffen. Bovendien leent het spinnen met de spintol zich uitstekend om thuis de kinderen te leren spinnen. Alle éendagskursussen beginnen 's morgens ïm 10.00 uur en zijn om ca, 16.30 uur afgelopen. Tussen de middag wordt een koffietafel geserveerd. De kursusprijs bedraagt: f45- p p. waarbij inbegrepen alle materialen dokumentatiemap lunch Nadat men in Hengelo Ov. hon derden kursisten (om precies te zyn 812) heeft leren spinnen gaat deze ééndagskursus „het land in" Enkele plaatsen en data in de buurt zyn Deventer donderdag, 21 april en zaterdag. 23 april, Zwolle donderdag, 2 juni, Hen-1 gelo (O.) 26 april, 14 mei, 24 mei en 11 juni. Er worden ook cursussen gege ven in raamweven, plantaardig wol verven, batikken, schilde ren met olieverf/aquarel en Hindeloper schilderen. Nadere inlichtingen kan men verkrijgen bij Martin Brinkhuis. Willemstraat 66-68, Hengelo, tel. 05400-22555. IS ASTMA TE GENEZEN? Nog niet. Jammer voor meer dan éen miljoen mensen in ons land die lijden aan astma of een daaraan verwante ziekte. Hun lot kan worden verlicht. Maar het betekent nog altijd: leren omgaan met een handicap. Een handicap, die door velen van ons wordt onderschat WAT IS ASTMA? Wie astma zegt bedoelt niet al tijd astma. Astma is één van de chronische aandoeningen van de luchtwegen Er zijn ook andere, zoals bronchitis en longemfy seem. Astma en aanverwante ziekten worden aangeduid met CARA, een afkorting van Chronische Aspecifieke Respiratoire Aan doeningen. Gemakshalve praten we over Astmabestrijding. ASTMA 'N VOLKSVIJAND Niet ieder van u kent de cijfers waaruit 't blijkt, hoezeer deze ziekte ingrijpt in onze samenle ving: Een op de vier Nederlanders heeft aanleg om CARA-patient te worden. 10% van alle Nederlanders - dus meer dan l miljoen - is CARA patient, 20% van alle ziekzeverzuim wordt door CARA veroorzaakt 13van de invaliditeit in Ne derland is het gevolg van CA RA. Na hart- en vaatziekten en kanker is CARA de derde dood soorzaak in Nederland. Daarbij moet in aanmerking worden ge nomen, dat de sterfte-statistiek een vertekend beeld geeft, om dat veel CARA patiënten lijden aan h: fz- L* door overbelas ting vi n ha Trt. OVERWINNEN KOST j de Rabobanken is een begin .emaakt met de invoering van video-apparatïiur voor oplei dingsdoeleinden. Tussen nu en eind 1978 zuilen tweehonder dvijftig plaatselijke banken van deze apparatuur worden voor zien. Dit besluit is genomen na een voorbereidingsperiode van twee jaar, waarin met verschil lende audiovisuele opleidings mogelijkheden is geexperimen- teerd. Een uitgestrekt gebied van oerwouden en winder ige bergen. Soms ge noemd „Een herleving van het stenen stijdperk" of „Het laatste onbekende land, dat hier en daar nog primitieve stammen herbergt die nimmer een blanke hebben gezien". „Het is prachtig; het kan ook wreed en dodelijk zijn". „Het is een land van tegenstellingen, waar de wind van verandering door waait nu zijn volk onafhankelijkheid ver kreeg". Deze fraaie zinsneden zijn niet van ondergetekende, maar zijn een vertaling van de woorden, waarmee de langspeelplaat: „This is New Guinea - an au thentic sound picture" begint. Nieuw-Guinea is na Groenland het grootste eiland ter wereld (875.000 km2). Het westelijk deel heet Irian Jay a en behoort, zoals bekend, tot Indonesië. Het oostelyk deel. voorheen Austra lisch Nw.Guinea. heet sedert de proclamatie van zijn onafhanke lijkheid op 16 september 1975 Papua New Guinea. Tot deze staat behoren voorts de eilanden van de Bismarck Archipel en de noordelijke eilanden van de Salomon-groep Het totale landoppervlak be draagt 476.500 km2. ongeveer tweemaal zo groot als Groot- Brittanruè. Het ligt midden in de tropen In de lengte van het eiland Nieuw-Guinea loopt een bergketen met hoogten varië rend van 2500 m tot 4600 m; de hoogste berg in Papua New Guinea is de Mount Wilhelm. 4505 m hoog Het klimaat is door de grote verschillen in hoogte, door de ligging rondom in het water en de grote breedte van het eiland (700 kmi zeer va riabel. In de ..Highlands" is de gemiddelde maximum temperatuur in de heetste maand ongeveer 23 graden C en de laagste in de koudste maand rond 10 graden C. De relatieve luchtvochtigheid daar is 's mor gens 78% en 's middags 56%. In de warme .Lowlands" zijn die temperaturen resp. 30 graden C en 24 graden C. de relatieve luchtvochtigheid resp 82% en 74%. De gemiddelde regenval per maand kan van plaats tot plaats varieren van 100 mm tot 200 mm. Boven de 2200 m kan tussen de maanden juni en de cember nachtvorst .optreden Op de omringende eilanden zijn de weersgesteldheden natuurlijk weer geheel anders Door de ligging van Papua New Guinea tussen Australië en Azie heeft het vegetatiekleed over eenkomsten met*die op (deze) beide continenten. Het grootste deel van het land is. bedekt met weelderige regenwouden, waarin de planten verwantschap verto nen met de Indo-maleisische flo ra De drogere gebieden, rond Port Moresby en ten zuiden van de Fly River, vertonen een mengsel van boslandsavannen en moessonbossen. die meer overeenkomst vertonen met de vegetatie van Australië. In de hoger gelegen streken heeft de ilora kenmerken van die van Nieuw-Zeeland en Tasmanie ..It is beautiful", staat er op de genoemde LP De begroeiing loopt van mangroves aan de kusten en de strandbossen via een grote verscheidenheid aan regenwouden en moerassen naar bossen van bergeiken en beuken, om tenslotte over te gaan in Rhododendron-struweel en alpinevveiden De fauna is al even interessant als de flora. Papua New Guinea wordt dikwijls „een paradijs voor biologen" genoemd. Over 't algemeen is de ..wildlife" van Papua New Guinea nauw ver want aan die van Australië, de zoogdieren die er voorkomen zijn merendeels buideldieren. De weinige vertegenwoordigers van de Aziatische fauna, meest rep tielen en wat kleine echte zoog dieren. waaronder ratten, wor den verondersteld te zijn mee- gedreven met drijvende eilandjes van omgevallen bomen e.d De vogels vleermuizen en vlie gende honden kunnen zowel van Azié als van Australië zijn ko men vliegen. Varkens, honden en pluimvee zullen door de eer ste bewoners zijn aangevoerd Buffels en herten kunnen via Irian Jaya zijn binnengekomen, meegenomen door migratie van mensen uit Azie via de keten van de Indonesische eilanden. Grote zoogdieren zoals die ten westen van de Molukken voor komen (tijger, neushoorn, olifant, tapir en aapi komen niet voor. Er zijn ook geen roofclieren. Vleermuizen, knaagdieren, bui deldieren en monotremata (eier- leggende zoogddieren» zijn de enige inheemse zoogdierengroe- pen m Papua New Guinea (wordt vervolgd) Ing. J Kortenhoeven UIT RLIJDORPGFLUIDEN) Tegelijkertijd is besloten af te stappen van reeds bestaande dia-band programma's. Het af zien van dia-band series is vooral ingegeven door de pro blemen en kosten, die de ver menigvuldiging en verzending van de vele duizenden dia s meebrengen De videoband is in dit opzicht aanmerkelyk een voudiger en goedkoper. Boven dien kan op de video meer en meersoortige informatie worden verstrekt. Via deze videobanden zal de volledige basis opleiding van de medewerkers van de Rabobanken kunnen plaatsvin den Het opleidingspakket om vat enkele tientallen program ma's. Het gebruik maken van video apparatuur voor de opleiding van personeel van de plaatse lijke Rabobanken is gebaseerd op het beleid, dat erop gencht is de opleidingsactiviteiten te decentraliseren. Onderzoek en ervaring hebben uitgewezen, dat het van belang te achten is. dat de opleiding van personeel zoveel mogelijk plaatsvindt op de eigen werk plek. Cursussen, die elders wor den gegeven, hebben als be zwaar dat vervreemding ontstaat tussen de opleidingssituatie en de werksituatie. Met de video band en de kleurenmomtor. die aanwezig is op de plaats waar men werkt, wordt dit bezwaar opgeheven. Bij de decentralisering van de opleiding, die op deze wijze wordt nagestreefd, is het tevens mogelijk, dat de opleiding wordt gegeven door de chef van de desbetreffende medewerkers. Door de integratie van de oplei dingssituatie en de werksituatie wordt het opleidingsrendement vergroot. De opleidingsprogramma's voor het personeel van de plaatselijke banken worden verzorgd door het directoraat Opleidingen van de Centrale Rabobank. De tweehonderdvijftig Rabobanken, die in eerste instantie bij dit op leidingsplan betrokken zullen gaan worden, zullen worden voorzien van Philips VCR- apparatuur. De Rabobank ver wacht van het opleidingsplan kwalitatief nog beter personeel, in het belang van het bedrijf, van de cliënten, maar vooral ook in het belang van de men sen zelf. Bij het ingebruik stellen van de eerste videoset bij de Rabobank in Zeist, een bank met 120 per soneelsleden, wees de hoofddi recteur van de Centrale Rabo bank. drs. R B J. van Eldik. onder meer op het opleiden als een mentaliteit. Opleiden is een continue proces en niet iets van zes dagen per jaar en verder niets. De juiste mentaliteit bij een chef ontstaat als hij zich daadwerkelijk verantwoordelijk voelt voor de opleiding van zijn medewerkers die opleiding zelf doet. De video-apparatuur en de begeleiding die hij bij het ge bruik daarvan ontvangt, stellen hem daartoe thans in staat De Rabobankorganisatie be steedt overigens zeer veel aan dacht aan opleidingen. Jaarlijks volgen bijna 10.000 deelnemers een of meerdere cursussen. De Rabobank in Holten behoort niet tot de 250 plaatselijke banken, die van deze appara tuur worden voorzien, maar overweegt wel om met een of meer buurt-b^pken een gelijk soortige opleiding van haar personeel ter hand te nemen. Deze voornemens verkeren ech ter nog maar in een zeer pril stadium, zodat daar nog niets definitiefs over te zeggen valt. ASTMA GELD. In de strijd tegen astma is we- tenschai pelijk onderzoek het sterkste wapen. Het Nederlands Astma Fonds kooraineert en fi nanciert dit onderzoek. Zover de middelen reiken. Sommige on derzoekingen vergen jaren Ze mogen niet door geldgebrek in gevaar komen Vooral niet. nu er de laatste tijd ontwikkelingen gaande zijn', die al tot interes sante ontdekkingen hebben ge leid. Stap voor stap komen we dichter bij oplossingen, die het leven van meer dan een miljoen Nederlanders blijvend kunnen veranderen. KOLLEKTE 1977: NIEUW OF FENSIEF De fase waarin de astma be strijding verkeert, maakt de kol- lekte van het Astma Fonds (van 25 april tot 1 mei» van enorm gewicht. De mate waann hulp verleend kan worden aan allen die ge- buk»- gaan onder aanvallen van aden. ->od en benauwdheid is meer ui ooit afhankelijk van de k 'lekte-opbrengst. Het motto wi ironder het Nederlands Astma Foids het offensief voert is "Geef ze lucht". WAT GEBEURT ER MET HET GELD? De volgende onderzoekingen worden door bet Nederlands Astma Fonds gefinancierd: Onderzoek naar CARA onder kinderen. Vergelijkende bevolkingsonder zoeken naar CARA in diverse plaatsen in Nederland. Onderzoek naar de oorzaak van longemfyseem. Medicamentenonderzoek. Onderzoek naar Erfelijkheidsond Onderzoek antistoffen CARA Virusinfektieonderzoek en in vloed daan.'an op CARA Onderzoek naar het verband tussen huidafwijkingen (dauw worm) en CARA. Onderzoek naar het verband tussen CARA en vochtige wo- ningen Onderzoek naar bloedafwijkin- gen bij CARA-patiënten Sociaal-medisch projekt in Amsterdam. Projekt Regionale behande lingsteams voor CARA-patiènten Therapeutische zomerkampen voor astmatische jongeren Vakantie-projekt voor volwas- sen CARA-patiènten. Pedagogisch begeleidingspro- jekt voor astmapatiéntjes. Steun aan astmacentra Voorlichtingsprojekt voor art-: sen en verpleegkundigen Het subsidiëren en bevorderen van onderwijs over CARA aan de Nederlandse universiteiten. Voorlichting aan patiënten en de Nederlandse bevolking over CARA Individuele hulp aan CARA- patiënten (financieel en ander- zins» Steun voor de begeleiding van CARA-patiènten door de kruis verenigingen ir» de Noordelijke provincies

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1977 | | pagina 27