Consumptiemaatschappij - consumentisme Continental Singers opnieuw naar Nederland J: Met nieuw reli concert Werkloosheid rayon Deventer nog niet op dieptepunt Informatiebrief aan de 14, 15 en 16 jarigen De drie groene nota HELP': Veranderingen in de Leerplicht van de minister De O.L.M.-afdeIing houdt weer een uitwisseling Markt Rijs sen HOLTEN 11 JULI 1975 PAGINA 7 De welvaart in ons land is na de tweede wereldoorlog sterk gegroeid. Kenmerkend zijn de reële inkomensverhogingen sinds 1964. Het vrij beschikbaar inkomen steeg in die tijd met ongeveer 5 pet. per jaar. Na 1971 is daar enige stagnatie in gekomen: het vrij beschikbaar inkomen steeg met nog maar 2,5 pet. gemiddeld per jaar. De oorzaken moeten worden gezocht in de veranderende wereldeconomie. De prijzen van grondstoffen zijn vanaf 1971 sterk gestegen. Een gebeurtenis die kenmerkend is voor deze periode is de oliecrisis. De invloeden van de prijsverhogingen die daarop volgden zijn nu nog te merken. Een conclusie die uit deze gebeurtenissen kan worden getrok ken is wel, dat de wereldeconomie bezig is zich te heroriën teren. Waren het vroeger de landen in West-Europa, de Verenigde Staten en Japan, die de wereldeconomie beheers ten, nu zijn het de zgn. grondstoffenlanden die enige macht bezitten en daardoor medeverantwoordelijk zijn voor de wereldeconomie. Nederland heeft een hoog wel vaartsniveau bereikt. De wel vaart is ondermeer te zien aan het in bezit hebben van duurza me verbruiksgoederen; vele ge zinnen zijn in het bezit van ver schillende electrische apparaten. Op één augustus van het vorig jaar reden in Nederland 3.440.000 personenauto's rond d.i. op elke 4 inwoners een auto. Dit alles is een schrille tegenstelling tot de toestand in andere landen m.n. landen, uit de derde wereld waar de armoede nog overheerst. Daar zijn artikelen tér bevrediging van de eerste levensbehoeften nog schaars. Bij velen in ons land is een gevoel van onbehagen gekomen t.a.v. de consumptiemaatschappij. Volgens hen -wordt de economische capaci teit verkeerd gebruikt en verspild aan onnodige produkten. Zoveel materiële welvaart is voor hen niet nodig. Een andere wens is dat de welvaart beter verdeeld wordt over de wereld. Daarvoor is o.a. nodig dat het inkomen van de arme landen stijgt. Via de ver hoging van grondstoffenprijzen is daar reeds iets aan gedaan. Ook kunnen meer produkten uit arme landen worden gebruikt. Een ui ting van dit streven is de vesti ging van z.g.n. wereldwinkels waar produkten uit arme landen te koop worden aangeboden. Bo vendien hebben strengere eisen t.a.v. het milieu invloed op de om vang van de toekomstige wel vaartsgroei. Vestiging van werkgelegenheid verschaffende bedrijven is niet zo vanzelfsprekend meer als voor heen. De bovenstaande overweging heb ben in meerderheid betrekking op de kwantiteit van de consumptie en welvaart. De kwaliteit van de aangeboden artikelen wordt ook kritisch beke ken. Door vergelijkend warenon derzoek wordt getracht consumen ten inzicht te geven in kwaliteit, prijzen, technische mogelijkheden e.d. Een ander voorbeeld is de veiligheid van verschillende ver bruiksgoederen. De kritische kijk op de consump tiemaatschappij, de welvaart en de produkten, kwantitatief en kwa litatief, hebben geleid tot activi teiten die de ontevredenheid en onbehagen van de consumenten bij het kopen van goederen, wil wegnemen. Deze gedachtengang en activitei ten worden aangeduid met de naam „consumentisme".' Marketing en Consumentisme In de eerste 5 a 10 jaren na 1945 kende de industrie geen proble men bij de afzet van consumptie goederen. Alles dat geproduceerd werd, ging vrij gemakkelijk van de hand. De oorzaak daai'van kan worden gevonden in de omstandig heid, dat de consumenten in de oorlogsjaren niet konden kopen wat zij wensten. Consumptiegoe deren waren zeer schaars. Na de oorlog werd hen de kans geboden deze achterstand in te halen. De produktie was een tijd lang niet voldoende om aan de vraag te voldoen. De afzet werd moeilijker toen machines met grotere capaciteit in bedrijf werden genomen die de produktie op grotere schaal'moge- ïijk maakten. Massaproduktie brengt afzetmoeilijkheden en uni formiteit met zich. Om de wensen van consumenten te weten te ko men, stond de industrie de infor matie die de detailhandel hen gaf, ter beschikking. Door het verloren gegane kontakt met de consumenten te herstellen, wilden zij er achter komen, wat de specifieke verlangens van hun afnemers zijn. Dat rechtstreekse kontakt werd gelegd door markt- onderzoekingen. Consumenten wensten meer differentiatie. Mo gelijkheden werden hen geboden- om eigen voorkeuren op ,hct.,gp-.. bied van o.a. kleur, vormgeving' en prijzen tot uiting te doen ko men. Door producenten werden nieuwe vei-koopmethoden tot ontwikkeling gebracht. De marketinggedachte deed haar intrede. Onder marketing verstaan wij de zienswijze dat, om de afzet te sti muleren en de consumenten gun stig te stemmen voor bepaalde produkten en/of diensten, de afne mers aktief -of passief moeten worden beïnvloed. Marketing is consumentengericht denken en handelen. Om de afzet te stimuleren werden gebruikers via reclamemedia over de artikelen geïnformeerd. Het consumentisme wil consumen ten behulpzaam zijn bij de keuze uit verschillende produkten en be scherming bieden tegen misbruik en onzorgvuldigheid van zowel in dustrie als detailhandel. Dit kan worden bereikt door het geven van informatie en juridi sche bijstand. Ook kan er bij de regering op aangedrongen worden om wettelijke maatregelen te ne men. Vele wetten bestaan reeds om consumenten te beschermen. Toch is een systematische aanpak van het beleid t.a.v. de rechten en plichten van de consument nog maar nauwelijks begonnen. Consumentisme en Detailhandel Een van de oorspronkelijke funk- ties van de detailhandel is voor lichting geven over de mogelijk heden en beperkingen van pro dukten. Vooral bij technische ge compliceerde goederen is dit nood zakelijk. Voor veel ondernemers is de technische ontwikkeling haast niet bij te houden. Produ centen zijn zich gaan toeleggen op rechtstreekse informatie-verschaf- fing aan eindverbruikers van hun produkten. De detailhandel werd daarbij overgeslagen. Producenten vinden hun eigen produkten natuurlijk altijd de bes te. De voorlichting krijgt dan een subjektief karakter. Ook voorlich ting van consumentenorganisaties kunnen eenzijdig en onvolledig zijn. Informatie gebaseerd op zeer grondige onderzoeken, worden dan noodzakelijk. Helaas zijn detail handelaren in het midden- en kleinbedrijf niet in staat zulke on- dei'zoeken zelf te verrichten of te laten uitvoeren. Zij hebben daar onvoldoende technische mogelijk heden en financiële middelen voor. Toch zal de detaillist op de hoogte moeten zijn van de voor- en na delen van produkten uit zijn assor timent. Hij kan dat doen door verschillen de informatiebronnen in te zien. Bijvoorbeeld vergelijkende waren onderzoeken, informatie van leve ranciers en branchevakbladen zijn mogelijke inlichtingenbronnen. Oók kan hij bijscholingscursussen volgen. Van klanten en collega's ver neemt hij hun ervaringen met be paalde produkten en merken. Aan de hand van de verkregen kennis kan hij zijn assortiment aanpassen en de klanten goede voorlichting blijven geven. Op de ze wijze hoeft de funktievervulling van de detailhandel niet verloren te gaan. Van consumentenzijde blijven ser vice en voorlichting gewenst. Wel moet worden ingezien, dat dienstverlening voor de onderne mer kosten met zich brengt, wat tot uiting kan komen in een hoge re prijs. Vragen Eerst was de consument uit op steeds meer materiële welvaart, nu roept materiële welvaart vra gen op: Zyn deze goederen nog wel nodig; kunnen wy er niet buiten? Als wij ze nodig hebben, zijn zij dan wel goed van kwaliteit en zijn zy wel veilig? Moeten er geen nut tiger goederen gemaakt worden? Kunnen wij geen goederen kopen uit landen die het geld hard nodig hebben? Om op al deze twijfels beter te kunnen reageren, zou de consu ment bewuster moeten zijn van zijn rol als consument. Overheid, consumentenorganisa ties, industrie en detailhandel kun nen hem daarby steunen. De de tailhandel in het bijzonder kan zich meer nog dan voorheen voor de consumten inspannen. Behalve goede voorlichting kun nen detaillisten meehelpen voor komen dat schadelijke goederen worden doorverkocht. Meehelpen aan de bescherming van consumenten zou een nieuwe funktie voor de detailhandel kun nen zijn. Continental Singers tijdens een live-uitzending via de te levisie. Voor de zevende keer komen de Continental Singers en Orchestra naar Europa. Van 17 .juli tot 2 augustus, maken 4 groepen een tournee met een nieuw program ma. De eerste concerten zijn op 12 juli. Een gezamenlijk slotcon- cert sluit de tournees af op vrij dag 1 augustus in De Doelen te Rotterdam. Het lijkt er veel op, dat.dq werk loosheid in het rayon Deventer nog niet het dieptepunt heeft bereikt. Onder de invloed van het op de markt komen van de jonge mensen, die de school verlaten hebben, is de geregistreerde arbeidsreserve namelijk weer gestegen. Het betreft voornamelijk jongelui in de leef tijdsgroep van 19-23 jaar. De vraag die overigens weer afnam, blijft minimaal. In veel aanvragen om personeel, die via de onlangs ge houden vragenenquéte waren bin nengekomen, bljjkt, na verificatie, inmiddels weer te zijn voorzien of deze zijn vervallen. De trendmatige ontwikkeling van de werkloosheid blijft zeer ongunstig. De afgelopen maand was hierin weer een stijging van 1616 naar 1663. Per gemeente bezien was er al leen in Raalte een daling van de werkloosheid met 14 mannen in de bouw. De overige gemeenten in 't rayon geven een stijging te zien. Zoals je al in de krant hebt gelezen en misschien ook op de radio hebt gehoord, is er een verlenging van de leerplicht te verwachten. Ik kan mij heel goed voorstellen, dat je hebt gevraagd wat dat straks voor jou kan gaan betekenen. De Tweede en Eerste Kamer zijn akkoord gegaan met cle plannen van de regering om de volledige leerplicht met ingang van 1 augustus 1975 te verlengen van negen tot tien jaar en aansluitend daaraan een gedeeltelijke leerplicht in te voeren van twee dagen per week, gedurende een jaar. Het is daarom goed dat je er rekening mee houdt, dat die veranderingen er op 1 augustus 1975 zullen komen. Voor jou betekent dat dan het volgende: als je op die datum tien jaar volledig dag onderwijs achter de rug hebt en niet langer op een dagschool wilt blijven, moet je in het cursus jaar 1975-76 gedurende twee dagen per week een onderwijs- of vormingsinstituut bezoeken; als je in het cursusjaar 1974-75 al gedurende twee dagen per week naar een onderwijs- of vor mingsinstituut moest, dan zul je ook in het cursus jaar 1975-76 nog twee dagen per week zo'n insti tuut moeten bezoeken. Voorbeelden: Behaal je zonder zittenblijven het diploma van een vierjarige dagschool voor voortgezet onderwijs een mavo-school of een school voor lager be roepsonderwijs en je wilt niet doorstuderen, dan heb je tien jaar volledig dagonderwijs achter de rug. Je moet dan nog één jaar gedurende twee dagen per week deelnemen aan partieel onderwijs. Als je op de lagere school of op een vierjarige dagschool voor voortgezet onderwijs één keer bent blijven zitten, dan heb je aan bet eind van deze rit elf jaar volledig dagonderwijs gevolgd. Je valt dan niet meer onder de. gedeeltelijke leerplicht. Je hebt dan immers het totaal van 11 jaar onder wijs volgemaakt. Dat betekent niet dat je geen verder dagonderwijs meer mag volgen, integen deel, het ligt voor de hand dat je een eenmaal gekozen opleiding afmaakt. Heb je na negen jaar volledig dagonderwijs in het cursusjaar 1974-75 voor het eerst deelgenomen aan de gedeeltelijke leerplicht, da'n zul je in het cursusjaar 1975-76 nog twee dagen per week naar een onderwijs- of vormingsinstituut moeten. Was je in het cursusjaar 1974-75 verplicht om geduren de één dag per week een onderwijs- of vormings instituut te bezoeken, dan ben je in het cursusjaar 1975-76 helemaal leerplichtvrij. Om aan de gedeeltelijke leerplicht te voldoen, staan verschillende wegen open. Je kunt gaan deelnemen aan: cursussen, die uitgaan van vormingsinstituten, voor jeugdigen; opleidingen volgens het leerlingwezen; cui-sussen, die de minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft aangewezen. Inlichtingen hierover kun je krijgen bij de afde ling Onderwijs op het gemeentehuis of óp school. Als je na tien jaar dagonderwijs wilt gaan wer ken, moet je een arbeidskaart op het gemeentehuis halen. Verder moet je je laten inschrijven voor een cursus, aan een of meer instituten voor onder wijs of vorming. Vraag daarvan een inschrijvings- bewijs. Je werkgever is verplicht je vrij te geven voor cursusbezoek. Je werkgever mag de cursus sen niet op andere tijden laten inhalen. Hij is niet wettelijk verplicht op die cursusdagen je loon door te betalen. Ik hoop dat je van deze inlichtingen een goed gebruik zult kunnen maken. De minister van Onderwijs en Wetenschappen, Dr. J. A. van Kemenade Per bëroëpsklaSsë is "ër alleen in de bouw eëri 'lichte dal'ihg van de geregistreerde arbeidsreserve te constateren (-28). In alle overige sectoren was er een stijging, o.a. metaal 17, textiel 5, landbouw 9, kantoorpersoneel 8, diverse 28. De vraag naar personeel daalde vooral in de kantoorsector, nl. -22, terwijl deze ook in de metaal af nam (-13). In de vraag naar bouw- vakpersoneel kan direct worden voorzien. In deze beroepsgroep tre den dan ook nog veel mutaties op. De vraag naar jeugdigen is zeer gering, mannen 30 (vorige jaar 110). vrouwen 30 (vorige jaar 60). Daar in de maanden juli en augus tus de grootste stroom van jonge lui, die de school verlaten hebben, wordt verwacht, zal naar de me ning van het gewestelijk arbeids bureau, in die maanden de gere gistreerde arbeidsreserve nog wel een drastische stijging te zien ge ven. De werkloosheid onder de vrou wen nam de vorige maand zeer be langrijk toe en wel met 0.7 pet. Ook hier zijn de afgestudeerden daar in belangrijke mate de oor zaak van. Daar de vraag minimaal is met een nog verder dalende ten dens. is ook voor de vrouwen de situatie niet rooskleurig. Verdeeld over de gemeenten in het rayon Deventer is de situatie van de werkloosheid onder de mannen als Aangevoerd: 120 varkens. Prij zen: 120 biggen van f 102.- tot f 110.-. Algemeen overzicht han del: handel vlot en prijzen iets hoger. volgt. Tussen haakjes de cijfers, .over dë maand mei: Bathmen'35 is 6.1 pet. (30 is 5.2 pet.), Deventer 1153 is 6.9 pet. (1121 is 6.7 pet). Diepenveen 94 is 5.7 pet. (83 is 5.0 pet.). Holten 73 is 6.6 pet. (65 is 5.9 pet.), Olst 66 is 3.5 pet. (61 is 3.2 pet.) en Raalte 242 is 7.2 pet. (256 is 7.6 pet.) Koor en orkest bestaan uit to taal 45 studenten, die hun zomer vakantie musicerend doorbrengen. Zij komen uit alle delen van de V.S. en zijn afkomstig uit vele kerken. De zangers en instrumentalisten (allen rond de twintig jaar) zijn d.m.v. (honderden) audities gese- lekteerd. De Continental Singers nemen in Amerika een vooraan staande plaats in op het gebied van de hedendaagse geestelijke 1 muziek. Ook in Europa hebben zij de laatste jaren veel bekendheid gekregen. Het repertoire bevat zo wel gospels en spirituals als ar rangementen van andere geeste lijke liederen. In hun liederen ver werken zij o.a. elementen van soul en pop-muziek. De organisatie-struktüurrJijkt op' die van Holiday on Ice?': er rei zen tegelijkertijd verscheidene groepen onder dezelfde naam. De Conlinenlal-casl, die bij u komt, is één van de acht groepen, die in Los Angeles zijn samengesteld. De Continental Singers werden in 1963 opgericht door Cam Floria nog steeds de enthousiaste leider Maandag 26 juni werd het Land bouwschap in de gelegenheid ge steld tijdens een openbare hoorzit ting in de Tweede Kamer vragen te beantwoorden naar aanleiding van de door de overheid gepresen teerde drie Groene nota's. Tijdens deze bijeenkomst werden eerst ge durende twintig minuten vragen afgevuurd door de Kamerleden. Op ons aandringen mochten wij daar na ruim tien minuten lang onze zienswijze en standpunten geven. Gelukkig concludeerde de voorzit ter van deze hoorzitting, dat wij de vragen nauwkeurig opgenomen hadden cn dat wij daarop zo nodig nog terug konden komen. Wij zul len dat natuurlijk graag doen. In ons korte antwoord tijdens de hoorzitting hebben wij geprobeerd duidelijk te maken, dat het ons vooral gaat om de landschapspar ken die tot moeilijkheden leiden. Nog steeds worden de drie Groene nota's als een samenhangend geheel gezien. Die samenhang is er na tuurlijk wel. Het Landbouwschap staat op het standpunt, dat de rela tienota een goede basis is voor dis cussie; wat de nationale parken be treft zijn er duidelijk aanwijsbare De afdeling Holten van de O.L.M. organiseert op donderdag 24 juli voor haar leden een uit wisseling met de Rips, gemeente Bakel in Noord-Brabant. De afde ling de Rips is een onderdeel van de Noord-Brabantse Chr Boeren bond (NCB) De Rips ligt in de Peel In deze streek is een grote ontwikkeling ontstaan op land bouwgebied (veeteelt, akkerbouw). Daarnaast is er op enkele plaatsen nog wat turfwinning., De bodem structuur bestaat uit dalgrond, een voor dc Holtense landbouw onbe kend terrein. De O.L.M.-afdeling heeft in het verleden reeds tal van uitwisselin gen georganjseérd om zich met de landbouw in andere streken van ons land op de hoogte te stellen. Na een bezoek aan een afdeling - Groningen en Friesland - zijn al vaker het doel geweest - volgt meestal een tegenbezoek, waarbij de afdeling Holten dan als gast- vroüwe optreedt. Het programma voor 24 juli luidt: 7.30 uur vrtrek vanaf het gebouw Irene, ca 9.00 uur koffie drinken. 10.00 uur aankomst in de Rips, waar in zaal „Ysbouts", de eerste kennismaking zal plaatsvin den. Daarna vertrek met de gast gezinnen om daarin verder de dag door te brengen tot ca 13.00 uur, waarna men weer terugverwacht wordt met het gastgezin in zaal „Ysbouts". Van hieruit heeft een rondrit plaats per bus door de streek met o.m. een bezoek aan de proëfboerderij „De Vredepeel". Als de tijd het toelaat wil men nog het oorlogsmuseum in Overloon bezoeken. Ook is het mogelijk de mengvoederfabriek CHV in Veghel te bekijken. Opgave voor deelna me moet geschieden voor maan dag 17.00 uur bij een van de be stuursleden. verschillen tussen overheid en Landbouwschap aanwezig; er wor den namelijk in sommige parken te veel landbouwgronden opgenomen; de nota inzake landschapsparken wijzen we eigenlijk af bij gebrek aan gegevens. Men praat over proefobjecten, men heeft zelfs al proefgebieden aangewezen. Wij zijn daar nog he lemaal niet aan toe. Ook wij willen wel proeven nemen, namelijk op basis van de voorstellen uit de re latienota. Welke mogelijkheden zijn er om bepaalde beheersdaden voor de gemeenschap uit te voeren? Op welke wijze kan de agrariër scha deloos gesteld worden als hij be lemmerd wordt in de normale uit oefening van zijn beroep, etc.? Pas als men dit weet, kan men er over denken aan welke autoriteit men de middelen in handen moet geven om een landschapspark in te richten. Een dergelijke autoriteit ont breekt namelijk volledig in de nota landschapsparken. Daardoor kun nen de bevoegdheden, die nu door allerlei wetten gegeven worden aan verschillende bestuurlijke in stanties zoals gemeentebesturen, provinciebesturen, ministers of staatssecretarissen, gebruikt wor den om tot het blijkbaar gemeen schappelijk doel, namelijk 'n land schapspark, te komen. Dit is voor ons onaanvaardbaar: ik leg hier nogmaals zwaar de nadruk op. Wij v. orden, aldus handelend, geregeerd bij decreet door anonieme ambte naren zonder verantwoordings plicht en zonder wettelijke rechten en medezeggenschap van degene, die het allemaal aangaat.. Een vergelijking met dé ruilver kavelingen is in dit verband nut tig. Bij een ruilverkaveling wordt allereerst een plan opgesteld. Daar na wordt over dit plan gestemd. Bij deze democratische beslissing wordt de bevoegdheid gegeven aan een ruilverkavelingscommissie, die het plan moet uitvoeren. De rechten en plichten van de belanghebbenden zijn duidelijk in de Ruilverkave- lingswet geregeld. Alleen als deze procedure en soortgelijke regels voor de landschapsparken gelden, kan ik mij voorstellen dat er op den duur iets terecht komt van 't behoud van de landschappen. De problemen die dus allereerst opgelost moeten worden, zijn de relatie tussen de autoriteit van het landschapspark en andere instan ties die zich ook met soortgelijke vraagstukken bezighouden en voorts en vooral de wijze waarop van de organisatie, die op een zo professioneel mogelijke wijze po pulaire muziek dienstbaar wilde maken aan de evangelische kom- munikatie met vooral jongeren. De concerten van Continental Singers hebben altijd een sterk evangeli serend karakter gehouden. De or ganisatie groeide in de loop van de jaren uit van één koor en or kest tot acht van dergelijke gezel schappen. Iedere groep reist door een deel van de V.S. en door een ander deel van de wereld. De Continental Singers hebben aan talloze TV- en radioprogram ma's meegewerkt, alsmede aan twee films. Zij hebben voorts 11 LP's op hun naam staan. In Ne= - derland wijdde de jN.C.R.V. vele TV-uitzendingen aan deze muzi- kale „Predikers") ook zijnzïe Con tinental Singers vaak op de £adio te horen. r* In 1972, 1973' en 1974 hadden de Continental Singers veel sukses met hun reli-musicals „It's get ting late", „The Apostle", en „Share". Hoe groot de belangstel ling vaor hun reli-concerten wel. is, blijkt uit de bezoekersaantal-?, len. Van 9000 bezoekers in 1969 naar 53.000 in 1974! Een gemid delde van 700 bezoekers per corf- cert! Ook dit jaar worden weer veel bezoekers verwacht. Ten overvloede zij vermeld, dat niemand vanwege de verstaan baarheid thuis hoeft te blijven. Een komplete vertaling van het programma zal op het concert verkrijgbaar zijn. De voor Hólten dichtstbijzijnde concerten worden gegèven op za terdag 26 juli om 20.00 uur, in de N.H. Kerk, Hoofdvaart te Dedems- vaart. (inform. 05230-2612) en op woensdag 30 juli 20.00 uur in de Verrijzeniskerk, Bachlaan, Wijk Holtenbroek, in Zwolle (inform. 05200-31897). de landschapsparkautoriteit of het Z bestuur tot stand komt. Reeds nu ondervinden we moei- lïjklieden bij ruilverkavelingen, die nota bene gebaseerd zyn op 'n wet. Dat komt omdat gemeente- en pro- vinciale besturen menen bij be- stemmingsplannen dingen anders te kunnen tegelen dan in het ruil- verkavelingsplan voorzien is. -Merkwaardigerwijze zijn deze moeilijkheden geschapen in de Wet f op de Ruimtelijke Ordening. Men vergeet dan naar mijn mening wel, dat ruilverkavelen ook bij een wet geregeld is. Er is dus sprake van r. twee wetten, die duidelijk met el- kaar strijdig kunnen zijn. Dat dient ten spoedigste te veranderen, want in een rechtsstaat mag dit myns;- inziens niet voorkomen. Ik ben me er van bewust, dat dit ook gevol- a gen kan hebben voor de Ruilver- kaveüngswet, maar rechtszekerheid gaat ons boven alles. Bij de voor- bereiding van de Landinrichtings- wet heeft dit probleem dan ook onze volledige aandacht". Dit zei ir. C. S. Knottnerus, de voorzitter van het Landbouwschap in de open- bare bestuursvergadering op woen§- dag 2 juli 1975.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1975 | | pagina 7