Consumptiemaatschappij -
consumentisme
Continental Singers
opnieuw naar Nederland
J:
Met nieuw reli concert
Werkloosheid rayon Deventer
nog niet op dieptepunt
Informatiebrief
aan de 14, 15 en 16 jarigen
De drie groene nota
HELP':
Veranderingen
in de Leerplicht
van de minister
De O.L.M.-afdeIing houdt
weer een uitwisseling
Markt Rijs sen
HOLTEN 11 JULI 1975 PAGINA 7
De welvaart in ons land is na de tweede wereldoorlog sterk
gegroeid. Kenmerkend zijn de reële inkomensverhogingen
sinds 1964. Het vrij beschikbaar inkomen steeg in die tijd
met ongeveer 5 pet. per jaar. Na 1971 is daar enige stagnatie
in gekomen: het vrij beschikbaar inkomen steeg met nog
maar 2,5 pet. gemiddeld per jaar. De oorzaken moeten worden
gezocht in de veranderende wereldeconomie. De prijzen van
grondstoffen zijn vanaf 1971 sterk gestegen. Een gebeurtenis
die kenmerkend is voor deze periode is de oliecrisis. De
invloeden van de prijsverhogingen die daarop volgden zijn
nu nog te merken.
Een conclusie die uit deze gebeurtenissen kan worden getrok
ken is wel, dat de wereldeconomie bezig is zich te heroriën
teren. Waren het vroeger de landen in West-Europa, de
Verenigde Staten en Japan, die de wereldeconomie beheers
ten, nu zijn het de zgn. grondstoffenlanden die enige macht
bezitten en daardoor medeverantwoordelijk zijn voor de
wereldeconomie.
Nederland heeft een hoog wel
vaartsniveau bereikt. De wel
vaart is ondermeer te zien aan
het in bezit hebben van duurza
me verbruiksgoederen; vele ge
zinnen zijn in het bezit van ver
schillende electrische apparaten.
Op één augustus van het vorig
jaar reden in Nederland 3.440.000
personenauto's rond d.i. op elke
4 inwoners een auto. Dit alles is
een schrille tegenstelling tot de
toestand in andere landen m.n.
landen, uit de derde wereld waar
de armoede nog overheerst. Daar
zijn artikelen tér bevrediging van
de eerste levensbehoeften nog
schaars.
Bij velen in ons land is een gevoel
van onbehagen gekomen t.a.v. de
consumptiemaatschappij. Volgens
hen -wordt de economische capaci
teit verkeerd gebruikt en verspild
aan onnodige produkten.
Zoveel materiële welvaart is voor
hen niet nodig. Een andere wens
is dat de welvaart beter verdeeld
wordt over de wereld. Daarvoor
is o.a. nodig dat het inkomen van
de arme landen stijgt. Via de ver
hoging van grondstoffenprijzen is
daar reeds iets aan gedaan. Ook
kunnen meer produkten uit arme
landen worden gebruikt. Een ui
ting van dit streven is de vesti
ging van z.g.n. wereldwinkels
waar produkten uit arme landen
te koop worden aangeboden. Bo
vendien hebben strengere eisen
t.a.v. het milieu invloed op de om
vang van de toekomstige wel
vaartsgroei.
Vestiging van werkgelegenheid
verschaffende bedrijven is niet zo
vanzelfsprekend meer als voor
heen.
De bovenstaande overweging heb
ben in meerderheid betrekking op
de kwantiteit van de consumptie
en welvaart.
De kwaliteit van de aangeboden
artikelen wordt ook kritisch beke
ken. Door vergelijkend warenon
derzoek wordt getracht consumen
ten inzicht te geven in kwaliteit,
prijzen, technische mogelijkheden
e.d. Een ander voorbeeld is de
veiligheid van verschillende ver
bruiksgoederen.
De kritische kijk op de consump
tiemaatschappij, de welvaart en
de produkten, kwantitatief en kwa
litatief, hebben geleid tot activi
teiten die de ontevredenheid en
onbehagen van de consumenten
bij het kopen van goederen, wil
wegnemen.
Deze gedachtengang en activitei
ten worden aangeduid met de
naam „consumentisme".'
Marketing en
Consumentisme
In de eerste 5 a 10 jaren na 1945
kende de industrie geen proble
men bij de afzet van consumptie
goederen. Alles dat geproduceerd
werd, ging vrij gemakkelijk van
de hand. De oorzaak daai'van kan
worden gevonden in de omstandig
heid, dat de consumenten in de
oorlogsjaren niet konden kopen
wat zij wensten. Consumptiegoe
deren waren zeer schaars. Na de
oorlog werd hen de kans geboden
deze achterstand in te halen. De
produktie was een tijd lang niet
voldoende om aan de vraag te
voldoen.
De afzet werd moeilijker toen
machines met grotere capaciteit
in bedrijf werden genomen die de
produktie op grotere schaal'moge-
ïijk maakten. Massaproduktie
brengt afzetmoeilijkheden en uni
formiteit met zich. Om de wensen
van consumenten te weten te ko
men, stond de industrie de infor
matie die de detailhandel hen gaf,
ter beschikking.
Door het verloren gegane kontakt
met de consumenten te herstellen,
wilden zij er achter komen, wat
de specifieke verlangens van hun
afnemers zijn. Dat rechtstreekse
kontakt werd gelegd door markt-
onderzoekingen. Consumenten
wensten meer differentiatie. Mo
gelijkheden werden hen geboden-
om eigen voorkeuren op ,hct.,gp-..
bied van o.a. kleur, vormgeving'
en prijzen tot uiting te doen ko
men.
Door producenten werden nieuwe
vei-koopmethoden tot ontwikkeling
gebracht. De marketinggedachte
deed haar intrede.
Onder marketing verstaan wij de
zienswijze dat, om de afzet te sti
muleren en de consumenten gun
stig te stemmen voor bepaalde
produkten en/of diensten, de afne
mers aktief -of passief moeten
worden beïnvloed. Marketing is
consumentengericht denken en
handelen.
Om de afzet te stimuleren werden
gebruikers via reclamemedia over
de artikelen geïnformeerd.
Het consumentisme wil consumen
ten behulpzaam zijn bij de keuze
uit verschillende produkten en be
scherming bieden tegen misbruik
en onzorgvuldigheid van zowel in
dustrie als detailhandel.
Dit kan worden bereikt door het
geven van informatie en juridi
sche bijstand. Ook kan er bij de
regering op aangedrongen worden
om wettelijke maatregelen te ne
men. Vele wetten bestaan reeds
om consumenten te beschermen.
Toch is een systematische aanpak
van het beleid t.a.v. de rechten en
plichten van de consument nog
maar nauwelijks begonnen.
Consumentisme
en Detailhandel
Een van de oorspronkelijke funk-
ties van de detailhandel is voor
lichting geven over de mogelijk
heden en beperkingen van pro
dukten. Vooral bij technische ge
compliceerde goederen is dit nood
zakelijk. Voor veel ondernemers
is de technische ontwikkeling
haast niet bij te houden. Produ
centen zijn zich gaan toeleggen op
rechtstreekse informatie-verschaf-
fing aan eindverbruikers van hun
produkten.
De detailhandel werd daarbij
overgeslagen.
Producenten vinden hun eigen
produkten natuurlijk altijd de bes
te. De voorlichting krijgt dan een
subjektief karakter. Ook voorlich
ting van consumentenorganisaties
kunnen eenzijdig en onvolledig
zijn.
Informatie gebaseerd op zeer
grondige onderzoeken, worden dan
noodzakelijk. Helaas zijn detail
handelaren in het midden- en
kleinbedrijf niet in staat zulke on-
dei'zoeken zelf te verrichten of te
laten uitvoeren. Zij hebben daar
onvoldoende technische mogelijk
heden en financiële middelen voor.
Toch zal de detaillist op de hoogte
moeten zijn van de voor- en na
delen van produkten uit zijn assor
timent.
Hij kan dat doen door verschillen
de informatiebronnen in te zien.
Bijvoorbeeld vergelijkende waren
onderzoeken, informatie van leve
ranciers en branchevakbladen zijn
mogelijke inlichtingenbronnen.
Oók kan hij bijscholingscursussen
volgen.
Van klanten en collega's ver
neemt hij hun ervaringen met be
paalde produkten en merken.
Aan de hand van de verkregen
kennis kan hij zijn assortiment
aanpassen en de klanten goede
voorlichting blijven geven. Op de
ze wijze hoeft de funktievervulling
van de detailhandel niet verloren
te gaan.
Van consumentenzijde blijven ser
vice en voorlichting gewenst.
Wel moet worden ingezien, dat
dienstverlening voor de onderne
mer kosten met zich brengt, wat
tot uiting kan komen in een hoge
re prijs.
Vragen
Eerst was de consument uit op
steeds meer materiële welvaart,
nu roept materiële welvaart vra
gen op:
Zyn deze goederen nog wel nodig;
kunnen wy er niet buiten?
Als wij ze nodig hebben, zijn zij
dan wel goed van kwaliteit en zijn
zy wel veilig? Moeten er geen nut
tiger goederen gemaakt worden?
Kunnen wij geen goederen kopen
uit landen die het geld hard nodig
hebben?
Om op al deze twijfels beter te
kunnen reageren, zou de consu
ment bewuster moeten zijn van
zijn rol als consument.
Overheid, consumentenorganisa
ties, industrie en detailhandel kun
nen hem daarby steunen. De de
tailhandel in het bijzonder kan
zich meer nog dan voorheen voor
de consumten inspannen.
Behalve goede voorlichting kun
nen detaillisten meehelpen voor
komen dat schadelijke goederen
worden doorverkocht.
Meehelpen aan de bescherming
van consumenten zou een nieuwe
funktie voor de detailhandel kun
nen zijn.
Continental Singers tijdens een live-uitzending via de te levisie.
Voor de zevende keer komen de
Continental Singers en Orchestra
naar Europa. Van 17 .juli tot 2
augustus, maken 4 groepen een
tournee met een nieuw program
ma. De eerste concerten zijn op
12 juli. Een gezamenlijk slotcon-
cert sluit de tournees af op vrij
dag 1 augustus in De Doelen te
Rotterdam.
Het lijkt er veel op, dat.dq werk
loosheid in het rayon Deventer nog
niet het dieptepunt heeft bereikt.
Onder de invloed van het op de
markt komen van de jonge mensen,
die de school verlaten hebben, is
de geregistreerde arbeidsreserve
namelijk weer gestegen. Het betreft
voornamelijk jongelui in de leef
tijdsgroep van 19-23 jaar. De vraag
die overigens weer afnam, blijft
minimaal. In veel aanvragen om
personeel, die via de onlangs ge
houden vragenenquéte waren bin
nengekomen, bljjkt, na verificatie,
inmiddels weer te zijn voorzien of
deze zijn vervallen. De trendmatige
ontwikkeling van de werkloosheid
blijft zeer ongunstig. De afgelopen
maand was hierin weer een stijging
van 1616 naar 1663.
Per gemeente bezien was er al
leen in Raalte een daling van de
werkloosheid met 14 mannen in de
bouw. De overige gemeenten in 't
rayon geven een stijging te zien.
Zoals je al in de krant hebt gelezen en misschien
ook op de radio hebt gehoord, is er een verlenging
van de leerplicht te verwachten. Ik kan mij heel
goed voorstellen, dat je hebt gevraagd wat dat
straks voor jou kan gaan betekenen. De Tweede
en Eerste Kamer zijn akkoord gegaan met cle
plannen van de regering om de volledige leerplicht
met ingang van 1 augustus 1975 te verlengen van
negen tot tien jaar en aansluitend daaraan een
gedeeltelijke leerplicht in te voeren van twee
dagen per week, gedurende een jaar.
Het is daarom goed dat je er rekening mee
houdt, dat die veranderingen er op 1 augustus 1975
zullen komen. Voor jou betekent dat dan het
volgende:
als je op die datum tien jaar volledig dag
onderwijs achter de rug hebt en niet langer op
een dagschool wilt blijven, moet je in het cursus
jaar 1975-76 gedurende twee dagen per week een
onderwijs- of vormingsinstituut bezoeken;
als je in het cursusjaar 1974-75 al gedurende
twee dagen per week naar een onderwijs- of vor
mingsinstituut moest, dan zul je ook in het cursus
jaar 1975-76 nog twee dagen per week zo'n insti
tuut moeten bezoeken.
Voorbeelden:
Behaal je zonder zittenblijven het diploma van
een vierjarige dagschool voor voortgezet onderwijs
een mavo-school of een school voor lager be
roepsonderwijs en je wilt niet doorstuderen,
dan heb je tien jaar volledig dagonderwijs achter
de rug. Je moet dan nog één jaar gedurende twee
dagen per week deelnemen aan partieel onderwijs.
Als je op de lagere school of op een vierjarige
dagschool voor voortgezet onderwijs één keer bent
blijven zitten, dan heb je aan bet eind van deze
rit elf jaar volledig dagonderwijs gevolgd. Je valt
dan niet meer onder de. gedeeltelijke leerplicht.
Je hebt dan immers het totaal van 11 jaar onder
wijs volgemaakt. Dat betekent niet dat je geen
verder dagonderwijs meer mag volgen, integen
deel, het ligt voor de hand dat je een eenmaal
gekozen opleiding afmaakt.
Heb je na negen jaar volledig dagonderwijs in
het cursusjaar 1974-75 voor het eerst deelgenomen
aan de gedeeltelijke leerplicht, da'n zul je in het
cursusjaar 1975-76 nog twee dagen per week naar
een onderwijs- of vormingsinstituut moeten. Was
je in het cursusjaar 1974-75 verplicht om geduren
de één dag per week een onderwijs- of vormings
instituut te bezoeken, dan ben je in het cursusjaar
1975-76 helemaal leerplichtvrij.
Om aan de gedeeltelijke leerplicht te voldoen,
staan verschillende wegen open. Je kunt gaan
deelnemen aan:
cursussen, die uitgaan van vormingsinstituten,
voor jeugdigen;
opleidingen volgens het leerlingwezen;
cui-sussen, die de minister van Onderwijs en
Wetenschappen heeft aangewezen.
Inlichtingen hierover kun je krijgen bij de afde
ling Onderwijs op het gemeentehuis of óp school.
Als je na tien jaar dagonderwijs wilt gaan wer
ken, moet je een arbeidskaart op het gemeentehuis
halen. Verder moet je je laten inschrijven voor
een cursus, aan een of meer instituten voor onder
wijs of vorming. Vraag daarvan een inschrijvings-
bewijs. Je werkgever is verplicht je vrij te geven
voor cursusbezoek. Je werkgever mag de cursus
sen niet op andere tijden laten inhalen. Hij is niet
wettelijk verplicht op die cursusdagen je loon
door te betalen.
Ik hoop dat je van deze inlichtingen een goed
gebruik zult kunnen maken.
De minister van Onderwijs en
Wetenschappen,
Dr. J. A. van Kemenade
Per bëroëpsklaSsë is "ër alleen in
de bouw eëri 'lichte dal'ihg van de
geregistreerde arbeidsreserve te
constateren (-28). In alle overige
sectoren was er een stijging, o.a.
metaal 17, textiel 5, landbouw 9,
kantoorpersoneel 8, diverse 28.
De vraag naar personeel daalde
vooral in de kantoorsector, nl. -22,
terwijl deze ook in de metaal af
nam (-13). In de vraag naar bouw-
vakpersoneel kan direct worden
voorzien. In deze beroepsgroep tre
den dan ook nog veel mutaties op.
De vraag naar jeugdigen is zeer
gering, mannen 30 (vorige jaar
110). vrouwen 30 (vorige jaar 60).
Daar in de maanden juli en augus
tus de grootste stroom van jonge
lui, die de school verlaten hebben,
wordt verwacht, zal naar de me
ning van het gewestelijk arbeids
bureau, in die maanden de gere
gistreerde arbeidsreserve nog wel
een drastische stijging te zien ge
ven.
De werkloosheid onder de vrou
wen nam de vorige maand zeer be
langrijk toe en wel met 0.7 pet.
Ook hier zijn de afgestudeerden
daar in belangrijke mate de oor
zaak van. Daar de vraag minimaal
is met een nog verder dalende ten
dens. is ook voor de vrouwen de
situatie niet rooskleurig. Verdeeld
over de gemeenten in het rayon
Deventer is de situatie van de
werkloosheid onder de mannen als
Aangevoerd: 120 varkens. Prij
zen: 120 biggen van f 102.- tot
f 110.-. Algemeen overzicht han
del: handel vlot en prijzen iets
hoger.
volgt. Tussen haakjes de cijfers,
.over dë maand mei: Bathmen'35
is 6.1 pet. (30 is 5.2 pet.), Deventer
1153 is 6.9 pet. (1121 is 6.7 pet).
Diepenveen 94 is 5.7 pet. (83 is 5.0
pet.). Holten 73 is 6.6 pet. (65 is 5.9
pet.), Olst 66 is 3.5 pet. (61 is 3.2
pet.) en Raalte 242 is 7.2 pet. (256
is 7.6 pet.)
Koor en orkest bestaan uit to
taal 45 studenten, die hun zomer
vakantie musicerend doorbrengen.
Zij komen uit alle delen van de
V.S. en zijn afkomstig uit vele
kerken.
De zangers en instrumentalisten
(allen rond de twintig jaar) zijn
d.m.v. (honderden) audities gese-
lekteerd. De Continental Singers
nemen in Amerika een vooraan
staande plaats in op het gebied
van de hedendaagse geestelijke
1 muziek. Ook in Europa hebben zij
de laatste jaren veel bekendheid
gekregen. Het repertoire bevat zo
wel gospels en spirituals als ar
rangementen van andere geeste
lijke liederen. In hun liederen ver
werken zij o.a. elementen van soul
en pop-muziek.
De organisatie-struktüurrJijkt op'
die van Holiday on Ice?': er rei
zen tegelijkertijd verscheidene
groepen onder dezelfde naam. De
Conlinenlal-casl, die bij u komt,
is één van de acht groepen, die
in Los Angeles zijn samengesteld.
De Continental Singers werden
in 1963 opgericht door Cam Floria
nog steeds de enthousiaste leider
Maandag 26 juni werd het Land
bouwschap in de gelegenheid ge
steld tijdens een openbare hoorzit
ting in de Tweede Kamer vragen
te beantwoorden naar aanleiding
van de door de overheid gepresen
teerde drie Groene nota's. Tijdens
deze bijeenkomst werden eerst ge
durende twintig minuten vragen
afgevuurd door de Kamerleden. Op
ons aandringen mochten wij daar
na ruim tien minuten lang onze
zienswijze en standpunten geven.
Gelukkig concludeerde de voorzit
ter van deze hoorzitting, dat wij
de vragen nauwkeurig opgenomen
hadden cn dat wij daarop zo nodig
nog terug konden komen. Wij zul
len dat natuurlijk graag doen.
In ons korte antwoord tijdens de
hoorzitting hebben wij geprobeerd
duidelijk te maken, dat het ons
vooral gaat om de landschapspar
ken die tot moeilijkheden leiden.
Nog steeds worden de drie Groene
nota's als een samenhangend geheel
gezien. Die samenhang is er na
tuurlijk wel. Het Landbouwschap
staat op het standpunt, dat de rela
tienota een goede basis is voor dis
cussie; wat de nationale parken be
treft zijn er duidelijk aanwijsbare
De afdeling Holten van de
O.L.M. organiseert op donderdag
24 juli voor haar leden een uit
wisseling met de Rips, gemeente
Bakel in Noord-Brabant. De afde
ling de Rips is een onderdeel van
de Noord-Brabantse Chr Boeren
bond (NCB) De Rips ligt in de
Peel In deze streek is een grote
ontwikkeling ontstaan op land
bouwgebied (veeteelt, akkerbouw).
Daarnaast is er op enkele plaatsen
nog wat turfwinning., De bodem
structuur bestaat uit dalgrond, een
voor dc Holtense landbouw onbe
kend terrein.
De O.L.M.-afdeling heeft in het
verleden reeds tal van uitwisselin
gen georganjseérd om zich met de
landbouw in andere streken van
ons land op de hoogte te stellen.
Na een bezoek aan een afdeling -
Groningen en Friesland - zijn al
vaker het doel geweest - volgt
meestal een tegenbezoek, waarbij
de afdeling Holten dan als gast-
vroüwe optreedt.
Het programma voor 24 juli
luidt: 7.30 uur vrtrek vanaf het
gebouw Irene, ca 9.00 uur koffie
drinken. 10.00 uur aankomst in de
Rips, waar in zaal „Ysbouts", de
eerste kennismaking zal plaatsvin
den. Daarna vertrek met de gast
gezinnen om daarin verder de dag
door te brengen tot ca 13.00 uur,
waarna men weer terugverwacht
wordt met het gastgezin in zaal
„Ysbouts". Van hieruit heeft een
rondrit plaats per bus door de
streek met o.m. een bezoek aan de
proëfboerderij „De Vredepeel". Als
de tijd het toelaat wil men nog
het oorlogsmuseum in Overloon
bezoeken. Ook is het mogelijk de
mengvoederfabriek CHV in Veghel
te bekijken. Opgave voor deelna
me moet geschieden voor maan
dag 17.00 uur bij een van de be
stuursleden.
verschillen tussen overheid en
Landbouwschap aanwezig; er wor
den namelijk in sommige parken te
veel landbouwgronden opgenomen;
de nota inzake landschapsparken
wijzen we eigenlijk af bij gebrek
aan gegevens.
Men praat over proefobjecten,
men heeft zelfs al proefgebieden
aangewezen. Wij zijn daar nog he
lemaal niet aan toe. Ook wij willen
wel proeven nemen, namelijk op
basis van de voorstellen uit de re
latienota. Welke mogelijkheden zijn
er om bepaalde beheersdaden voor
de gemeenschap uit te voeren? Op
welke wijze kan de agrariër scha
deloos gesteld worden als hij be
lemmerd wordt in de normale uit
oefening van zijn beroep, etc.?
Pas als men dit weet, kan men er
over denken aan welke autoriteit
men de middelen in handen moet
geven om een landschapspark in te
richten.
Een dergelijke autoriteit ont
breekt namelijk volledig in de nota
landschapsparken. Daardoor kun
nen de bevoegdheden, die nu door
allerlei wetten gegeven worden
aan verschillende bestuurlijke in
stanties zoals gemeentebesturen,
provinciebesturen, ministers of
staatssecretarissen, gebruikt wor
den om tot het blijkbaar gemeen
schappelijk doel, namelijk 'n land
schapspark, te komen. Dit is voor
ons onaanvaardbaar: ik leg hier
nogmaals zwaar de nadruk op. Wij
v. orden, aldus handelend, geregeerd
bij decreet door anonieme ambte
naren zonder verantwoordings
plicht en zonder wettelijke rechten
en medezeggenschap van degene,
die het allemaal aangaat..
Een vergelijking met dé ruilver
kavelingen is in dit verband nut
tig. Bij een ruilverkaveling wordt
allereerst een plan opgesteld. Daar
na wordt over dit plan gestemd. Bij
deze democratische beslissing wordt
de bevoegdheid gegeven aan een
ruilverkavelingscommissie, die het
plan moet uitvoeren. De rechten en
plichten van de belanghebbenden
zijn duidelijk in de Ruilverkave-
lingswet geregeld. Alleen als deze
procedure en soortgelijke regels
voor de landschapsparken gelden,
kan ik mij voorstellen dat er op
den duur iets terecht komt van 't
behoud van de landschappen.
De problemen die dus allereerst
opgelost moeten worden, zijn de
relatie tussen de autoriteit van het
landschapspark en andere instan
ties die zich ook met soortgelijke
vraagstukken bezighouden en
voorts en vooral de wijze waarop
van de organisatie, die op een zo
professioneel mogelijke wijze po
pulaire muziek dienstbaar wilde
maken aan de evangelische kom-
munikatie met vooral jongeren. De
concerten van Continental Singers
hebben altijd een sterk evangeli
serend karakter gehouden. De or
ganisatie groeide in de loop van
de jaren uit van één koor en or
kest tot acht van dergelijke gezel
schappen. Iedere groep reist door
een deel van de V.S. en door een
ander deel van de wereld.
De Continental Singers hebben
aan talloze TV- en radioprogram
ma's meegewerkt, alsmede aan
twee films. Zij hebben voorts 11
LP's op hun naam staan. In Ne= -
derland wijdde de jN.C.R.V. vele
TV-uitzendingen aan deze muzi-
kale „Predikers") ook zijnzïe Con
tinental Singers vaak op de £adio
te horen. r*
In 1972, 1973' en 1974 hadden de
Continental Singers veel sukses
met hun reli-musicals „It's get
ting late", „The Apostle", en
„Share". Hoe groot de belangstel
ling vaor hun reli-concerten wel.
is, blijkt uit de bezoekersaantal-?,
len. Van 9000 bezoekers in 1969
naar 53.000 in 1974! Een gemid
delde van 700 bezoekers per corf-
cert! Ook dit jaar worden weer
veel bezoekers verwacht.
Ten overvloede zij vermeld, dat
niemand vanwege de verstaan
baarheid thuis hoeft te blijven.
Een komplete vertaling van het
programma zal op het concert
verkrijgbaar zijn.
De voor Hólten dichtstbijzijnde
concerten worden gegèven op za
terdag 26 juli om 20.00 uur, in de
N.H. Kerk, Hoofdvaart te Dedems-
vaart. (inform. 05230-2612) en op
woensdag 30 juli 20.00 uur in de
Verrijzeniskerk, Bachlaan, Wijk
Holtenbroek, in Zwolle (inform.
05200-31897).
de landschapsparkautoriteit of het Z
bestuur tot stand komt.
Reeds nu ondervinden we moei-
lïjklieden bij ruilverkavelingen, die
nota bene gebaseerd zyn op 'n wet.
Dat komt omdat gemeente- en pro-
vinciale besturen menen bij be-
stemmingsplannen dingen anders
te kunnen tegelen dan in het ruil-
verkavelingsplan voorzien is.
-Merkwaardigerwijze zijn deze
moeilijkheden geschapen in de Wet f
op de Ruimtelijke Ordening. Men
vergeet dan naar mijn mening wel,
dat ruilverkavelen ook bij een wet
geregeld is. Er is dus sprake van r.
twee wetten, die duidelijk met el-
kaar strijdig kunnen zijn. Dat dient
ten spoedigste te veranderen, want
in een rechtsstaat mag dit myns;-
inziens niet voorkomen. Ik ben me
er van bewust, dat dit ook gevol- a
gen kan hebben voor de Ruilver-
kaveüngswet, maar rechtszekerheid
gaat ons boven alles. Bij de voor-
bereiding van de Landinrichtings-
wet heeft dit probleem dan ook
onze volledige aandacht". Dit zei
ir. C. S. Knottnerus, de voorzitter
van het Landbouwschap in de open-
bare bestuursvergadering op woen§-
dag 2 juli 1975.