UIT HET PLAATSELIJK PARLEMENT
Goede structuurpolitiek
voor de landbouw
Splitsing RONO door
NOS
goedgekeurd
VVD-fractie geschokt over formulering
waarin B. en W. hun vragen beantwoordden
TEGELS AF?
KG-extra
Nationale Albert
Schweitzer-herdenki ng
HOE KRIJGT U
DIE AANSLAG
VEILIG VAN UW
Een kwestie van verpakking
en presentatie
Expositie
pentekeningen
yrydag 16 mei 1975
Hoewel de agenda voor de jl. maan
dagavond gehouden raadsvergadering
slechts acht punten telde, waardoor
een korte vergadering te verwachten
was, duurde deze bijeenkomst ruim
drie uur. De oorzaak hiervan is ge
legen in de langdurige en soms felle
debatten over een zestal schriftelijk
gestelde vragen welke door de frac
ties van de WD, CDA en Gem. Bel.
waren ingediend. Met name de WD-
fractieleidster mevr. F. M. ter Doest-
Bos raakte hevig verontwaardigd over
de wijze waarop het college de door
de WD gestelde vragen, betreffende
het openbaar onderwijs, beantwoord
de. De vragen die de WD-fractie
stelde waren de volgende:
School Espelo
Is het het college bekend dat, sinds
de storm van november 1972, het stuk
grond, behorende bij de school te Es
pelo, een erg verwaarloosde aanblik
biedt en nodig een opknapbeurt be
hoeft. Er schijnt wat goed hout ver
wijderd te zijn, maar de rommel is
blijven liggen. Wij verzoeken u drin
gend hier iets aan te doen.
Openbare basisscholen
te Holten
Dijkerhoek en Espelo
De klassen 5 en 6 van de openbare
basisscholen in zowel Holten, Dijker-
hoek als Espelo hebben grote behoef
te aan een vakleerkracht gymnastiek.
Het kwam ons ter ore dat de scho
lengemeenschap. wanneer de sporthal
klaar is, recht heeft op 2y2 vakleer
kracht gymnastiek. Zou het mogelijk
zijn 3 vakleerkrachten aan te stellen
•indien de lagere scholen hiervan mede
zouden kunnen profiteren? Indien een
vakleerkracht verwezenlijkt zou kun
nen worden voor deze 5e en 6e klas
sen, dan verzoeken wij u voor ge
noemde klassen van de beide buiten
scholen twee maal per week vervoer
beschikbaar te stellen, opdat ook zij
N in Holten (onder leiding van deze
vakleerkrachten) gymnastiekles kun
nen krijgen.
School Dijkerthoek,
Dorpsschool, Haarschool
en Kolschool.
In afwachting van de schoolbege
leidingsdienst, die voorlopig nog niet
gerealiseerd wordt naar het schijnt, is
ons gebleken dat bovengenoemde
scholen behoefte hebben aan een „re
medial teacher" voor leerlingen met
leer- en/of aanpassingsmoeilijkheden.
Zoudt u de mogelijkheid willen onder
zoeken om een dergelijke kracht aan
te stellen? Desgewenst zou het bijzon
der ónderwijs hier mede gebruik van
kunnen maken.
3b. Wij zouden graag zien dat deze
zelfde scholen meer uren zouden kun
nen beschikken over de aangestelde
.logopediste en dat ZÜ de betreffende
leerlingen les geeft in hun eigen scho
len. M.a.w. dat de logopediste langs
de scholen rouleert, zodat de leerlin
gen niet naar haar behoeven te gaan
Het is nl. gebleken dat dit veel tijd
kost en niet zonder gevaar is.
Bij monde van mr. W. H. Enklaar
werden de vragen door het college als
volgt beantwoord:
„Naar aanleiding van de door de
fractie van de WD gestelde vragen
delen wij u het volgende mede.
School Espelo
Het is ons inziens niet juist te stel
len, dat sinds de novemberstorm in
1972 het terrein rondom de school in
Espelo er verwaarloosd uitziet. Door
gemeentewerken zijn de omgewaaide
en scheefstaande bomen van het ter
rein verwijderd. Het geheel is nu weer
alleszins toonbaar.
De punten, behalve hetgeen ge
noemd in sub 1 zijn nog niet in een
stadium gekomen dat daarop een ant
woord kan worden gegeven, laat staan
dat daarover een discussie kan wor
den gevoerd. De raad zal zich onge
twijfeld herinneren dat bij de behan
deling van de begroting 1975 is ge
sproken over de mogelijkheid tot het
aanstellen van vakleerkrachten licha
melijke oefening voor de lagere scho
len. Bij die gelegenheid is medege
deeld dat de minister van onderwijs
en wetenschappen daartoe de moge
lijkheden had geopend, doch dat de
ministeriële uitvoeringsmaatregelen
nog dienden te worden getroffen.
Hierop is nog steeds het wachten. In
verband hiermede is de vraag sub 2
van de fractie van de WD niet rele
vant. Het heeft in dit verband even-
die hardnekkige aanslag
van cementsluïer, kalk,
mortelresien, roest, vet en
roet.
verdwijnt als sneeuw voor
de zon met de
en de 3M Scotch Brite
gereedschappen of spons.
Een vloeibaar, reukloos,
zacht produkt dat niet giftig
is. (TNO Kiwa keur)
Ook niet invreet, zoals
gevaarlijke produkten op
Zoutzuurbasis doen. Daarna
zorgt HG Golvpolish voor
bescherming en zijdeglans.
Haal deze unieke
kombinatie bij
Bouwmaterialen
Waagweg 15 - Holten
Telefoon 05483 - 1847
min enige zin om thans reeds te filo
soferen in hoeverre de scholen van
Dijkerhoek en Espelo mogelijk in het
door vakleerkrachten te geven gym
nastiekonderwijs kunnen worden be
trokken. De vraag van de WD-frac
tie terzake achten wij voorbarig om
dat de consequentie van een principië
le beantwoording thans niet kan wor
den overzien
De door de fractie van de WD aan
de orde gestelde overweging, in hoe
verre de scholen van Dijkerhoek en
Espelo zouden kunnen delen in de
mogelijke voordelen van grotere scho
len in het dorp, zijn reeds lang de
onze. Het is weinig opportuun daar
over thans reeds van gedachten te
wisselen, zolang niet bekend is, welke
mogelijkheden er komen te bestaan.
Wij achten de gestelde vraag derhalve
prematuur.
Schoolbegeleidingsdienst
Wij achten het eveneens voorbarig
daaromtrent een uitspraak te doen. De
minister van onderwijs en wetenschap
pen heeft zich dienaangaande uiterst
gereserveerd geuit, waardoor opnieuw
het overleg met portefeuillehouders
van onderwijs der onderscheidene ge
meentebesturen, die het tot standko-
men van een dergelijke dienst hebben
onderzocht, dient plaats te vinden.
Hangende dit noodzakelijk geachte
overleg, kan in dezen noch positief
noch negatief worden gereageerd op
de desbetreffende vraag. Het zqu
overigens van weinig bestuurlijk in
zicht getuigen, om ten aanzien van de
vraag van de WD-fractie een ant
woord te geven, zonder daaromtrent
de raadscommissie onderwijs te ho
ren. De WD-fractie is in deze com
missie vertegenwoordigd, haar vraag
zou ons inziens in de eerste plaats te
zijner tijd aldaar dienen te worden
gesteld.
Logopediste
Beantwoording van deze vraag be
hoort thans bepaald nog niet plaats te
vinden. De kwestie is een zaak, die
zuiver organisatorisch is en zeker
tussen de hoofden van scholen met de
logopediste in goed overleg zal en kan
worden geregeld. Het is te betreuren,
dat dergelijke detailvragen, die op het
terrein van uitvoering van beleid zijn
gelegen, op deze, wijze in een zo vroeg
mogelijk stadium reeds bij de raad
aanhangig worden gemaakt. Wensen,
die op dit of soortgelijk gebied be
staan zouden beter in de raad ter
sprake kunnen worden gebracht wan
neer een ambtelijk overleg niet tot
resultaten zou hebben geleid. Het is-
de vragenstellers immers vaak niet
eens bekend in hoeverre op ambtelijk
niveau over bepaalde zaken reeds
overleg gaande is.
Wij hebben er overwegende bezwa
ren tegen wanneer door het stellen
van vragen als de onderhavige, on
juiste indrukken worden gevestigd of
personen in een onjuist daglicht wor
den gesteld. Juist het overleg in het
hoof denconvent, onderwijscommissie
en met name met de desbetreffende
portefeuillehouder, bieden mogelijkhe
den te over om bepaalde wensen te
uiten, dan wel de aandacht te vesti
gen op onvolkomenheden. Wij mogen
de dames en heren raadsleden naar
aanleiding van deze vraag dringend
verzoeken de rondvraag te gebruiken,
waarvoor deze is bedoeld, te weten
het naar voren brengen van belang
rijke zaken," aldus het college.
Geschokt
In een felle reactie op dit antwoord
verklaarde mevr. Ter Doest geschokt
te zijn over de onjuiste en onheuse
formulering, waarin het college ge
meend heeft de gestelde vragen te
moeten beantwoorden. Zij zag daarin
een polariserende houding van het
college. Letterlijk zei mevr. Ter Doest:
„De WD-fractie heeft geschokt ken
nis genomen van het antwoord, dat
uw college gegeven heeft op onze vra
gen; wij doelen in het bijzonder op de
laatste alinea's. Geschokt door de on
heuse en o.i. onjuiste formulering die
is gebruikt.
De gemeenteraad vormt in feit het
bestuur van de openbare scholen er
de voorstelling alsof een raadslid, bo
vendien nog een lid van de onderwijs
commissie, buiten z'n boekje zou gaan
als hij/zij vragen op onderwijsgebied
in de raad stelt, is volkomen onjuist.
De vragen waar het om gaat zijn door
de hoofden van genoemde scholen
naar voren gebracht in een vergade
ring met de vereniging van openbaar
onderwijs op 20 maart jl. Ik was hier
bij Vertegenwoordigd als bestuurslid
van V.O.O. Verslag van deze vergade
ring is in Holtens Nieuwsblad van 28
maart jl. verschenen en als zodanig is
er dus niets geheim of onjuist in de
betreffende vraagstelling, waarover ik
mij bovendien nog nader heb geïn
formeerd, juist omdat mij als moeder
van schoolgaande kinderen het onder
wijs na aan het hart ligt.
School Espelo
Wat betreft de verwaarloosde aan
blik van het stuk grond, behorende bij
de school in Espelo, deel ik u mede,
dat de WD-fractie hierop meerdere
malen is geattendeerd door een ex-
oudercommissielid van deze school met
het dringende verzoek hier aandacht
aan te schenken. Wij zijn kortgeleden
zelf gaan kijken'en bevonden het stuk
grond inderdaad in de geschetste toe
stand. Wij nemen dit overigens nie
mand kwalijk (waarom zouden we)
wij vestigen er alleen uw aandacht opi
(Zij overhandigde het college een foto
waarop de „toestand" in beeld was
gebracht, red.)
Prematuur
Dat vragen in de raad prematuur
geschieden is o.i. een goede zaak. Im
mers vragen, die achteraf gesteld wor
den, hebben weinig zin. Men moet ze
stellen op het ogenblik, dat de zaak,
waar het om gaat nog open ligt en er
nog wat geregeld kan worden. Dat
wensen ter tafel moeten komen als
ambtelijk overleg niet tot resultaten
heeft geleid, bestrijden wij. Dan is het
vaak te laat.
Onjuist dagTicht
Vragen in de raad zijn overigens,
naar onze mening, bedoeld om vroeg
tijdig bepaalde mogelijkheden te sig
naleren en aan te geven, niet uitslui
tend om kritiek te leveren op bestaan
de situaties en genomen besluiten. Als
zodanig waren onze vragen dan ook
bedoeld. Het verbaast ons daarom
uitermate, dat wij, zoals uw college
het stelt, onjuiste indrukken vestigen
en personen in een onjuist daglicht
stellen. Deze formulering is ons zo
volkomen duister, dat wij graag van
u zouden willen vernemen welke in
drukken en welke personen worden
bedoeld. Wij onderschrijven ten volle,
dat het vragenstellers vaak niet be
kend is in hoeverre het overleg op
ambtelijk niveau gevorderd is. Dat is
juist de reden, dat er vragen rijzen
worden gesteld.
Snoepen"
Dat het juister was geweest om deze
vragen eerst in de onderwijscommis
sie te brengen is een opvatting, die
wij graag zouden hebben willen blij
ven delen, ware het niet, dat wij bij
die gelegenheid, te weten de kleuter-
schoolkwestie in Dijkerhoek, inder
daad onze wensen te dien aanzien in
genoemde commissie hebben bepleit
en dat daarna een lid van een andere
politieke groepering deze zelfde kwes
tie m de daarop volgende raadsverga
dering als vraag naar voren heeft ge
bracht. Wij bedoelen hiermee niet een
ander op de vingers te tikken; wij
hebben alleen geconstateerd, dat het
lanceren van een vraag in de com
missie een ongewenst en onjuist ef
fect kan hebben, en zijn er derhalve
toe over gegaan onze vragen direct in
de raad te stellen. (Zij doelde hierbij
op de heer E. van Schooten, Gem
Bel., red.)
Onbelangrijk
Het moet ons verder van het hart,
dat wij voor het college (waaronder
de portefeuillehouder van onderwijs
zaken), een vreemde opmerking vin
den, dat zij vragen over een gymnas-
tiekleerkracht, logopediste en remedial
teacher onbelangrijk noemt.
Polarisatie
Tot slot, Mijnheer de Voorzitter,
moeten wij tot onze oprechte spijt op
merken, dat u namens het college van
B. en W. in uw antwoord sterk pola
riseert, een houding, die wij al vaker
hebben betreurd i,n de nieuwe samen
stelling van de raad. De WD-fractie
heeft altijd voor polarisatie willen wa
ken en wij hopen dit te blijven doen.
Uiteindelijk is het immers de taak van
de gemeenteraad om te zorgen voor
het welzijn van het dorp en zijn in
woners en speelt de politiek pas een
tweede rol."
Vriendelijker
In overigens veel vriendelijker ge
stelde bewoordingen ging mr. Enklaar
hierna nog eens In op de gestelde
vragen, waarbij hij stelde dat voor
aanstelling van vakleerkrachten en
schoolbegeleidingsdiensten nu eenmaal
uitvoeringsmaatregelen van de minis
ter dienen te worden afgewacht van-
wege de van die zijde benodigde sub
sidies. Ten aanzien van de logopediste
merkte hij op dat hier op ambtelijk ni
veau aan wordt gewerkt. ,,Een broe
dende kip moet je in het openbaar
niet storen. Vandaar dat wij vinden
dat u deze vraag beter in de commis
sie had kunnen bespreken."
De opmerking over polarisatie wees
hij van de hand. „We hebben door
onze wijze van stalling u willen zeg
gen dat u met dergelijke zaken voor
zichtig moet zijn", verklaarde hij.
Staande
Mevr. Ter Doest reageerde hierop
door vast te stellen dat de beantwoor
ding van de vragen in tweede instan
tie bij haar heel wat vriendelijker
over kwam dan aanvankelijk door het
college was geformuleerd. „Ik houd
staande dat de redactie van uw aan
vankelijke beantwoording onheus en
polariserend is," riep zij het college
toe.
De WD-fractie vond bij haar op
rnerkingen duidelijk steun bij de heer
J. Warrink (Gem. Bel.), die verklaar
de: „Ik kom tot de ontdekking dat,
wanneer detailvragen gesteld worden,
deze worden verwezen naar de com
missies. Worden hoofdvragen gesteld
dan is het antwoord dat rapporten
van hoger hand moeten worden afge
wacht. Ik vind het een onzinnige zaak
dat je je altijd achter rapporten ver
schuilt die nog moeten komen of er
al zijn. Ook ik heb daar geen vrede
mee en heb daarom wel begrip voor
het standpunt van mevr. Ter Doest.
Als ik dit alles bezie dan vraag ik mé
af: „Waar zitten we hier nog voor?"
Dat vragen in deze raad tevoren
schriftelijk moeten worden gesteld heb
ik geen vrede mee omdat zich ook ac
tuele problemen kunnen voordoen die
om directe aanpak vragen. De weg
van schriftelijke vragen vind ik te
lang en onbevredigend. Al kan het
college een keer direct geen antwoord
op een vraag geven, wat dan nog?"
Hadden wij met bv. de sporthal ge
wacht op landelijke voorschriften was
deze er in jaren nog niet gekomen.
Waarom zouden we zelf geen initia
tieven mogen nemen om iets verwe
zenlijkt te mogen krijgen?" vroeg hij
zich af
Blij met bijval
Mevr. Ter Doest verklaarde blij te
zijn met de bijval van de heer War
rink. Ook zij verklaarde niet in te
zien waarom de gemeente Holten de
minister niet op de wenselijkheid tot
aanstelling van vakleerkrachten zou
mogen wijzen. Ten aanzien van de
logopediste bleef zij het college kwa
lijk nemen dat gezegd werd dat men
personen in een onjuist daglicht wilde
stellen. „Is dit vanavond wel gebeurd,
dan toch in elk geval niet door ons.
Het gaat ons niet om personen maar
om de zaak zelf." Op aandringen van
de heer Warrink nam het college uit
eindelijk de suggestie over om de
wenselijkheid van vakleerkrachten
aan te kaarten bij de Vereniging voor
Ned. Gemeenten, hetgeen het WD-
fractielid, de heer Robers, niet ten
onrechte, de opmerking ontlokte dat
de vragen blijkbaar toch zin hebben
gehad.
Het Icruispunt Dorpsstraat -
Larenseweg - Stationsstraat
heeft een radicale verbetering
ondergaan, nu de uitmonding
van de Larenseweg zodanig is
verbreed, dat het verkeer een
aanmerkelijk beter uitzicht
heeft zowel naar links als naar
rechts.
Wanneer het nieuwe kantoor
gebouw van makelaar E. D.
Vincent op de hoek van de
Dorpsstraat en de Stations
straat klaar is en ook op deze
hoek voorzieningen zijn getrof
fen betekent dit een grote ver
betering in het centrum en be
vordering van de verkeersveilig
heid.
Het landbouwbeleid is in het afgelopen jaar wat scheef gegroeid. Dat
komt eigenlijk omdat de twee poten waarop de Europese landbouwpolitiek
rust, niet gelijkelijk belast worden. Tot nu toe heeft men te veel de
nadruk gelegd op de markt- en prijspolitiek, terwijl het structuurbeleid
het zorgenkind is gebleven. Gelukkig groeit het inzicht dat de kansen
van een toekomstig land- en tuinbouwbeleid liggen in het gezond maken
van de Europese boerderij. In Nederland doktert men op het ogenblik
flink aan een zgn. „all-in-structuurbeleid", dat voldoende levenskansen
aan boer en tuinder geeft.
Als men het Groene Europa door
een Europese bril bekijkt, ontdekt
men een lappendeken, waar nauwe
lijks een touw aan vast te knopen is.
De Deense of Engelse landbouwstruk-
tuur steekt fel af tegen het boeren-
gewurm in Zuid-Frankrijk of in Ita
lië. Heel -deftig heet het dan, dat de
Het NOS-bestuur is vrijdag akkoord gegaan met een voorstel van de
Raad van Beheer van de NOS om de Regionale Omroep Noord en Oost
(RONO) op te splitsen in drie delen: een voor Groningen-Drenthe, een
voor Friesland en een voor Gelderland-Overijssel. De uitvoering zal onge
veer twee jaar in beslag nemen. De regionale omroepen zullen onafhan
kelijk van elkaar gaan werken.
In een nota over de toekomst van
de Regionale Omroep Noord en Oost
(RONO) heeft de Raad van Beheer
van de NOS het Bestuur voorgesteld
over te gaan tot splitsing van de
RONO in drie onderling onafhanke
lijke regionale omroepen voor resp.
Groningen en Drenthe, voor Fries
land en voor Overijssel en Gelder
land. Voor de uitvoering van de be
slissing tot een driedeling worden in
de nota de volgende voorwaarden ge
steld:
De financiering van de regionale
omroepen in NOS-verband zal voor
een behoorlijk aantal jaren moeten
zijn verzekerd. Nader overleg met de
minister van CRM zal dienen plaats
te vinden in het licbt van wat in zijn
nota mediabeleid daarover wordt ge
steld.
Bijzondere zorg zal worden besteed
aan het bereik van de zenders ten
behoeve van het Drentse en Gelderse
luisterpubliek.
De gelden voor de benodigde extra
mankracht, zendtijd, technische en
administratieve voorzieningen zullen
in de begroting voor de reorganisatie
worden opgenomen.
Door de NOS zal een adequate be
geleiding op technisch-, administra
tief/organisatorisch-, personeeL en
beleidsterrein worden bewerkstelligd.
De medewerkers van de RONO, le
Programmaraad van de RONO, de
Ondernemingsraad van de NOS en
de vakorganisaties zullen ieder op
hun wijze en voor hun deel tijdig in
het overleg over de uitvoering van de
reorganisatie worden betrokken.
Te groot gebied
In de nota wordt erop gewezen, dat
door velen en sinds vele jaren is uit
gesproken dat de omvang van het
gebied en de opzet en mogelijkheden
van de RONO niet overeenstemmen
met de eisen, die aan een regionaal
programma, dan wel een regionale
omroep moeten worden gesteld. De
RONO zendt uit voor een gebied dat
nagenoeg 50 procent van het Neder
landse grondgebied omvat en waar
30 procent van de bevolking woont.
De noord- en zuidgrens van het ge
bied liggen zo'n 200 km van elkaar
verwijderd. De kulturele en ekonomi-
scbe verschillen in de delen zijn aan
merkelijk. Zeker als men het bekijkt
vanuit het oogmerk regionale radio
programma's te maken, die nauw
aansluiten bij datgene wat in een re
gio leeft en gezamenlijk wordt be
leefd.
Er bestaat reeds lang de wens te ko
men tot de mogelijkheid van meer
zendtijd voor de verschillende deel
gebieden van de RONO en een ver
grote zelfstandigheid van de pro
gramma-afdelingen. Bij de voorstel
len voor de verruiming van de zend
tijd van de RONO op korte termijn
(er is thans een voorstel tot zendtijd-
uitbreiding van 70 minuten per week)
wordt uitgegaan van de wenselijkheid
meer mogelijkheden voor eigen pro
gramma's in de diverse delen van 't
gebied te scheppen.
De Raad van Beheer van de NOS
heeft in de loop van vorig jaar voor
zichzelf vastgesteld nader inzicht te
willen verkrijgen in de toekomst van
de- RONO en met name in de moge
lijkheden en gevolgen van een deling.
De minister van CRM heeft in 1974
laten blijken te willen overwegen of
een deling van de RONO op korte
termijn tot stand gebracht zou moe
ten worden.
De Raad van Beheer concludeert,
dat er thans voldoende aanwijzin
gen zijn, dat plannen tot verandering
van de opzet van de RONO een goede
kans maken. In de nota wordt er ove
rigens van uitgegaan, dat de regio
nale omroep in de gebieden van de
RONO en de ROZ (Regionale Omroep
Zuid) blijven ressorteren onder de
NOS.
Herkenbaarheid
Regionale omroep, zoals die door de
RONO en de ROZ gestalte wordt ge
geven, zal, zo meent de Raad van Be
heer in de nota moeten rusten op een
niet te klein draagvlak, variërend
van minimaal een half miljoen tot
maximaal 2 miljoen mensen.
Technisch gesproken wordt het ge
bied van een regionale omroep be
paald door het bereik van de zender
en niet door bestuurlijke grenzen.
Praktisch verdient h-et echter,.aldus
de nota, sterke aanbeveling zoveel
mogelijk aan te sluiten bij bestuurlij
ke grenzen. Dit bevordert niet alleen
de herkenbaarheid en definieerbaar
heid van het gebied, maar heeft ook
te maken met het feit, dat bestuur
lijke éénheden zelf een belangrijke
bron van nieuws en aktiviteiten kun
nen zijn, die niet alleen beperkt blij
ven tot zuiver bestuurlijke aspekten^
maar allerlei maatschappelijke en
kulturele aktiviteiten in bet gebied
mede beïnvloeden.
Op grond van deze kriteria (draag
vlak, afstand, bestuurlijke grenzen en
samenhang op kultureel, sociaal en/
of ekonomisch terrein) kan een inde
ling van het RONO-gebied naar re
gionale omroepen. De Raad van Be
heer van de NOS kiest in de nota voor
een driedeling, welke als eerste be
leidsdoel moet worden nagestreefd.
Een vijfdeling is, aldus de Raad, op
zichzelf een nastrevenswaardig doel
te achten, maar moet gezien de voor.
hands beschikbaar zijnde en komende
technische mogelijkheden, worden
aangemerkt als -een ingrijpende en
veel tijd vergende reorganisatie. De
meerkosten van een vijfdeling zijn
ten opzichte van een driedeling aan
merkelijk, de investeringen zullen bij
na het dubbele zijn en de exploitatie
zal ongeveer tweeënhalf keer zoveel
meerkosten met zich meebrengen.
Bij 'n driedeling zal zo vindt de Raad
van Beheer voor elk deel min.m. 7 u
gionale omroepen. De Raad van Be
heer, voor elk deel minimaal 7 uur
zendtijd per week beschikbaar moe
ten zijn en voor de delen Groningen/
Drenthe en Overijssel/Gelderland
liefst 9 a 10 uur per deel. Wordt uit
gegaan van een totaal van 25 uur
zendtijd dan zou voor de driedeling
aan investeringen waarschijnlijk een
bedrag van plm. 4 miljoen gulden no
dig zijn (prijspeil 1974), waaronder 2
3 miljoen voor de aanpassing van
studio's en apparatuur en 1 miljoen
voor de aanschaf van reportagewa
gens. De extra exploitatiekosten op
jaarbasis bij een driedeling kunnen
worden geschat op omstreeks 2 mil
joen (kostenpeil ëveneens 1974),
waarbij wordt uitgegaan van een per
soneelsuitbreiding van 25 man.
Te overwegen is, aldus de Raad van
Beheer, de nodige extra investeringen
te financiëren uit de reserve voor de
regionale omroep.
Zendtijd en kosten
Bij een driedeling behoeven voor de
studiogebouwen van de RONO in
Groningen en Leeuwarden niet direkt
extra voorzieningen te worden ge
troffen. De studio-akkomodatie in
Oost, waar de RONO thans beschikt
over een studio in Enschede, dient
volgens de nota te worden aange
past. Gezien de grote omvang van
het gebied dient volgens de nota te
worden overwogen op meer dan één
plaats tot studioruimte te komen. In
ieder geval zullen steunpunten nodig
zijn in de gebieden bij de Stedendrie
hoek, Zwolle en in Drenthe.
De zendersituatie voor met name
Drenthe en Gelderland zal eveneens
moeten worden aangepast. Thans
kan meer dan de helft van het Drent
se publiek de voor Drenthe bestemde
uitzendingen niet redelijk ontvangen.
De zender Markelo is eveneens niet
in staat de gehele provincie Gelder
land te bestrijken. In Overijssel valt
het gebied rondom Steenwijk buiten
het bereik van deze zender.
Communicatie
(Hopelijk zal door deze nieuwe opzet
van de RONO de communicatie be
treffende het Overijsels programma
verbeteren. Van het Friese, Drentse
en het Gelders programma worden
van de NOS-Persdienst regelmatig
programma-mededelingen ontvangen.
Overijssel schittert steeds door afwe
zigheid. Het is waarschijnlijk niet de
schuld van de staf in Enschede, om
dat men daar met ziekte en gebrek
aan personeel te kampen heeft. In de
nieuwe opzet moet dat beter kunnen
worden. Red.).
Europese landbouw een heterogeen
beeld vertoont.
Als we soms mochten veronderstel
len dat wij het in ons land goed doen.
dan past ook wel enige bescheiden
heid. Toegegeven: in Nederland boert
men aardig, maar van de 170.000
agrarische bedrijven zullen er nog
heel wat moeten verdwijnen. Om nu
met enig recht dit oordeel te vellen
zgl men een struktuurbeleid moeten
voeren. Een juiste diagnose van onze
nationale boerderij vereist een goed
en exact metingsinstrument. Daar
van hebben wij in ons perfectionis
tisch landje een zgn. s.b.e.-begrip ge
ïntroduceerd: voluit heet het stan-
daardbedrijfseenheid. Daarmee meet
men het agrarisch bedrijf en 'kan
men vaststellen of de boerderij vol
doende levenskansen voor de toe
komst heeft.
Groene lappendeken
Wat is nu precies een s.b.e.? Om
deze te berekenen gaat men uit van
de normale kosten voor de productie-
faktoren grond, arbeid en kapitaal
(men neemt de beloning voor deze
productiefaktoren in een situatie dat
ze doelmatig aangewend zijn op het
bedrijf). De opbrengsten van het be
drijf minus de zojuist genoemde kos
ten noemt men de toegevoerde waar
de, die in s.b.e.'s uitgedrukt worden
Nu geldt sinds 1968 de afspraak dat
de netto- toegevoegde waarde gelijk
is aan 100 s.b.e.'s, zodra de bedrijfs
omvang werk geeft aan één volwaar
dige arbeidskracht. Eenvoudiger: een
goed éénmansboerenbedrijf anno 1968
telt 100 s.b.e.'s.
Als men de 170.000 bedrijven in ons
land op een -rijtje zet, ontstaan er ze
ker 6 s.b.e.-kategorieën. Daarmee is
dan ook de landbouwstruktuur aange
geven. In mei 1973 ontstond het vol
gende beeld:
10
30
90 110
110 150
150 250
150 s.b.e. en meer
s.b.e.
s.b.e.
s.b.e.
s.b.e.
28.000 bedrijven
54.000 bedrijven
18.000 bedrijven
28.000 bedrijven
30.000 bedrijven
11.000 bedrijven
De bedrijfsontwikkeling heeft in de
land- en tuinbouw niet stilgestaan.
Het draait op de boerderij al jaren
om schaalvergroting (hang naar pro
centen-eenheden) arbeidsbesparing
en intensivering. Tot 1970 groeide het
doorsnee-boerenbedrijf met 3 s.b.e.-
per jaar. Daarna ging het groeiproces
steeds sneller, nl. 4 a 5 s.b.e. per
jaar.
Spitsroede lopen met
structuurverbetering
Hoewel in het landbouwbeleid tot nu
toe meer accent gelegd is op markt
en prijsbeleid, is er toch van over
heidswege wel iets op het strukturelc
vlak gedaan. Eigenlyk hebben wij in
Nederland op dat terrein zelfs spits
roede gelopen. Vooral de kapitale op
zet van het landbouwonderwijs, het
agrarisch onderzoek in de land- en
tuinbouw-voc,Tlichting heeft in onze
buurlanden indruk gemaakt.
Het Comité Albert Schweitzer Her
denking 1975 maakt bekend, dat op
woensdag 21 mei a.s. te Deventer de
100e geboortedag van dr. Schweitzer
met de navolgende manifestaties zal
worden gevierd.
12.15 uur: Onthulling van het monu
ment aan de Brink te Deventer door
de Zwitserse arts Christiane Eckert,
kleindochter van Albert Schweitzer.
Dit monument in brons, gemaakt
door Pieter de Monchy, wordt ge
plaatst vóór het Albert Schweitzer
Centrum in de Penninckshoek, Brink
89 te Deventer. (Het kerkgebouw van
de Doopsgezinde Gemeente).
15.00 uur: Herdenkingsbijeenkomst in
de Grote Kerk. waar prof. dr. C. W.
Mönnich de rede Albert Schweitzer,
theorie werd praktijk" zal uitspreken.
Op het orgel zal muziek van J. S.
Bach ten gehore worden gebracht
door de organist Jan Kleinbussink
met solistische medewerking van
Arjan Blanken en ensemble Dulack.
Tijdens een ontvangst van genodig
den door B en W op het Stadhuis zal
door de PTT de Nederlandse Albert
Schweitzer-postzegel aan het comité
Albert Schweitzer Herdenking 1975
worden aangeboden.
Deze zegel, alsmede eerste-dag-enve-
loppen, voorzien van het eerste-dag-
stempel, zullen nadien verkrijgbaar
zijn in het Schweitzer Centrum, Brink
89, alwaar tevens een expositie van
Schweitzer post- en herdenkingsze
gels zal zijn ingericht.
Voor bussen en auto's is parkeerge
legenheid op de Brink. Hiervoor kun
nen kentekens worden aangevraagd
bij het Comité, postbus 76 te Deven
ter.
De afgelopen tien jaren is het instra»
mentarium voor struktuurbeleid uit
gebreid met ruilverkaveling, ontwik
kelingsplanning en begeleiding bij de
afvloeiing uit de landbouw. Voor een
deel zyn deze instrumenten gescho
ven onder de Brusselse paraplu, om
dat het gehele landbouwgebeuren
meer en meer een gemeenschappelij
ke of E.G.-aangelegenheid wordt.
Bij de strukturele aanpak heeft het
zgn. rentesubsidiebeleid de meeste
aandacht getrokken. Als een boeren
bedrijf aan bepaalde voorwaarden
voldoet, kunnen leningen voor inves
teringsuitgaven gesubsidieerd worden
door de rentelasten op de overheids-
rug te wentelen. Dit struktuurprivile-
ge is voorbeihouden aan een selecta
groep boeren die met bijna 100 pet.
zekerheid de toekomst in handen heb
ben. In ons land hebben ruim 4.250
bedrijven gebruik gemaakt van de
rentesubsidieregeling. Opvallend is
daarbij dat 75 pet. van de subsidie
klanten in de melkveesector zitten,
en 15 pet. in de glastuinbouw. De
rentesubsidieregeling geldt niet voor
alle agrarische productierichtingen.
In de veredelingssector (pluimvee
houderij en varkenshouderij) is men
zeer mondjesmaat met rentesubsidie,
en dan nog maar alleen als men er
geen uitbreidingsinvesteringen pleegt.
Behalve de rentesubsidies wordt er in
het kader van landbouw-struktuur-
politiek zo nu en d^n met specifieke
regelingen gewerkt. Afhankelijk van
het economisch klimaat subsidieert
men bijvoorbeeld verbeteringen van
agrarische bedrijfsgebouwen of geeft
men een bijdrage voor erfverharding,
grondverbetering of drainage. Sinds
enkele maanden geldt een permanen
te bijdrageregeling voor particuliere
cultuurtechnische werken.
Een inventaris in de winkel van het
landbouwstruktuurbeleid leert dat er
te veel struktuurgroepen zyn waar
nauwelijks een duidelijk zicht op.
De boer dreigt Ingesneeuwd te raken
tussen allerlei ingewikkelde en moei
lijke struktuurregelingen. Gelukkig is
het landbouwbedryfsleven (de boe-
renorganisaties en hun samenwer-
kingstop: het landbouwschap) nu op
zoek naar een verpakking waarin het
hele struktuurbeleid terug te vinden
is. Daarbij staan enkele wensen hoog
genoteerd.
Het rentesubsidiebeleid dient ver
ruimd te worden. Er zijn n.l. heel wat
agrarische bedrijven die buiten deze
rentesubsidie vallen en beslist niet
verdrinken. Juist deze groep heeft
behoefte aan 'n ruggesteun. Naast de
rentesubsidie is er behoefte aan een
zgn. aanpassingsbeleid. Het betreft
het beleid dat via investeringsbijdra
ge een aanpassingsproces op het be
drijf mogelijk maakt. Op deze manier
kunnen boeren, die op het ogenblik
niet bij machte zijn naar de rente
subsidie te grijpen, op den duur wel
zover opgevijzeld worden dat ze goe
de toekomstkansen hebben. Dezelfde
kategorie van boeren zou ook al ge
holpen zijn als het struktuurbeleid
knelpunten weet op te heffen. Het be
tekent dan niet in de eerste plaats een
stimulans voor bedrijfsontwikkeling
maar *t opruimen van obstakels voor
een optimale bedrijfsvoering. Men
kan hier bijvoorbeeld denken aan cul
tuurtechnische werken, verplaatsing
van bedrijfsgebouwen uit de dorps
kom milieuverbeterende investerin
gen (opslaE mest en gier).
Tenslotte houdt een goed struktuur
beleid rekening met afvloeiing, want
een gezonde landbouw dwingt tot een
zekere bedrijfsbeëindiging. Nu is sa
neren in een tijd van grote werkloos
heid geen attractieve taak. Daarom
verdient een sanering op termijn se
rieuze overweging. Men laat dan de
wat oudere boer, zonder opvolger op
zijn bedrijf ..aanmodderen" tot. zijn
pensioengerechtigde leeftijd. De land
bouw van morgen heeft behoefte aan
een duidelijk en goed gericht land
bouwbeleid. Het landbouwstruktuur
beleid is daarbij een belangrijke pei
ler. Het zou voor de boeren een groot
winstpunt betekenen als zij alle struk-
tuurmaatregelen terug zouden kunnen
vinden in één integraal en overzichte
lijk struktuurbeleid.
Hopelijk zien Den Haag en Brussel
deze noodzaak zeer spoedig in.
B. Schouwing
Gedurende de maand mei is er ln
de bibliotheek, Rörikstraat 3, een
tentoonstelling van pentekeningen
van de in Almelo wonende Herman
Meijlof. Herman Meijlof geboren te
Almelo in 1953, ging na een jaar am
bachtschool op veertienjarige leeftijd
al de maatschappij in. Hij was ach
tereenvolgens werkzaam als fabrieks
arbeider, bijrijder en bouwvakker.
Zijn echte tekenopleiding begon bij de
DEVA te Almelo. Thans is hij eer-
stejaar aan de AKI te Enschede.
De expositie is te zien gedurende de
openingstijden van de bibliotheek:
Maandag en vrijdag van 14.30 - 17.ot
uur en van 18.30 - 20.00 uur en woens-
dag van 14.30 - 17.30 uur.