UIT HET PLAATSELIJK PARLEMENT Goede structuurpolitiek voor de landbouw Splitsing RONO door NOS goedgekeurd VVD-fractie geschokt over formulering waarin B. en W. hun vragen beantwoordden TEGELS AF? KG-extra Nationale Albert Schweitzer-herdenki ng HOE KRIJGT U DIE AANSLAG VEILIG VAN UW Een kwestie van verpakking en presentatie Expositie pentekeningen yrydag 16 mei 1975 Hoewel de agenda voor de jl. maan dagavond gehouden raadsvergadering slechts acht punten telde, waardoor een korte vergadering te verwachten was, duurde deze bijeenkomst ruim drie uur. De oorzaak hiervan is ge legen in de langdurige en soms felle debatten over een zestal schriftelijk gestelde vragen welke door de frac ties van de WD, CDA en Gem. Bel. waren ingediend. Met name de WD- fractieleidster mevr. F. M. ter Doest- Bos raakte hevig verontwaardigd over de wijze waarop het college de door de WD gestelde vragen, betreffende het openbaar onderwijs, beantwoord de. De vragen die de WD-fractie stelde waren de volgende: School Espelo Is het het college bekend dat, sinds de storm van november 1972, het stuk grond, behorende bij de school te Es pelo, een erg verwaarloosde aanblik biedt en nodig een opknapbeurt be hoeft. Er schijnt wat goed hout ver wijderd te zijn, maar de rommel is blijven liggen. Wij verzoeken u drin gend hier iets aan te doen. Openbare basisscholen te Holten Dijkerhoek en Espelo De klassen 5 en 6 van de openbare basisscholen in zowel Holten, Dijker- hoek als Espelo hebben grote behoef te aan een vakleerkracht gymnastiek. Het kwam ons ter ore dat de scho lengemeenschap. wanneer de sporthal klaar is, recht heeft op 2y2 vakleer kracht gymnastiek. Zou het mogelijk zijn 3 vakleerkrachten aan te stellen •indien de lagere scholen hiervan mede zouden kunnen profiteren? Indien een vakleerkracht verwezenlijkt zou kun nen worden voor deze 5e en 6e klas sen, dan verzoeken wij u voor ge noemde klassen van de beide buiten scholen twee maal per week vervoer beschikbaar te stellen, opdat ook zij N in Holten (onder leiding van deze vakleerkrachten) gymnastiekles kun nen krijgen. School Dijkerthoek, Dorpsschool, Haarschool en Kolschool. In afwachting van de schoolbege leidingsdienst, die voorlopig nog niet gerealiseerd wordt naar het schijnt, is ons gebleken dat bovengenoemde scholen behoefte hebben aan een „re medial teacher" voor leerlingen met leer- en/of aanpassingsmoeilijkheden. Zoudt u de mogelijkheid willen onder zoeken om een dergelijke kracht aan te stellen? Desgewenst zou het bijzon der ónderwijs hier mede gebruik van kunnen maken. 3b. Wij zouden graag zien dat deze zelfde scholen meer uren zouden kun nen beschikken over de aangestelde .logopediste en dat ZÜ de betreffende leerlingen les geeft in hun eigen scho len. M.a.w. dat de logopediste langs de scholen rouleert, zodat de leerlin gen niet naar haar behoeven te gaan Het is nl. gebleken dat dit veel tijd kost en niet zonder gevaar is. Bij monde van mr. W. H. Enklaar werden de vragen door het college als volgt beantwoord: „Naar aanleiding van de door de fractie van de WD gestelde vragen delen wij u het volgende mede. School Espelo Het is ons inziens niet juist te stel len, dat sinds de novemberstorm in 1972 het terrein rondom de school in Espelo er verwaarloosd uitziet. Door gemeentewerken zijn de omgewaaide en scheefstaande bomen van het ter rein verwijderd. Het geheel is nu weer alleszins toonbaar. De punten, behalve hetgeen ge noemd in sub 1 zijn nog niet in een stadium gekomen dat daarop een ant woord kan worden gegeven, laat staan dat daarover een discussie kan wor den gevoerd. De raad zal zich onge twijfeld herinneren dat bij de behan deling van de begroting 1975 is ge sproken over de mogelijkheid tot het aanstellen van vakleerkrachten licha melijke oefening voor de lagere scho len. Bij die gelegenheid is medege deeld dat de minister van onderwijs en wetenschappen daartoe de moge lijkheden had geopend, doch dat de ministeriële uitvoeringsmaatregelen nog dienden te worden getroffen. Hierop is nog steeds het wachten. In verband hiermede is de vraag sub 2 van de fractie van de WD niet rele vant. Het heeft in dit verband even- die hardnekkige aanslag van cementsluïer, kalk, mortelresien, roest, vet en roet. verdwijnt als sneeuw voor de zon met de en de 3M Scotch Brite gereedschappen of spons. Een vloeibaar, reukloos, zacht produkt dat niet giftig is. (TNO Kiwa keur) Ook niet invreet, zoals gevaarlijke produkten op Zoutzuurbasis doen. Daarna zorgt HG Golvpolish voor bescherming en zijdeglans. Haal deze unieke kombinatie bij Bouwmaterialen Waagweg 15 - Holten Telefoon 05483 - 1847 min enige zin om thans reeds te filo soferen in hoeverre de scholen van Dijkerhoek en Espelo mogelijk in het door vakleerkrachten te geven gym nastiekonderwijs kunnen worden be trokken. De vraag van de WD-frac tie terzake achten wij voorbarig om dat de consequentie van een principië le beantwoording thans niet kan wor den overzien De door de fractie van de WD aan de orde gestelde overweging, in hoe verre de scholen van Dijkerhoek en Espelo zouden kunnen delen in de mogelijke voordelen van grotere scho len in het dorp, zijn reeds lang de onze. Het is weinig opportuun daar over thans reeds van gedachten te wisselen, zolang niet bekend is, welke mogelijkheden er komen te bestaan. Wij achten de gestelde vraag derhalve prematuur. Schoolbegeleidingsdienst Wij achten het eveneens voorbarig daaromtrent een uitspraak te doen. De minister van onderwijs en wetenschap pen heeft zich dienaangaande uiterst gereserveerd geuit, waardoor opnieuw het overleg met portefeuillehouders van onderwijs der onderscheidene ge meentebesturen, die het tot standko- men van een dergelijke dienst hebben onderzocht, dient plaats te vinden. Hangende dit noodzakelijk geachte overleg, kan in dezen noch positief noch negatief worden gereageerd op de desbetreffende vraag. Het zqu overigens van weinig bestuurlijk in zicht getuigen, om ten aanzien van de vraag van de WD-fractie een ant woord te geven, zonder daaromtrent de raadscommissie onderwijs te ho ren. De WD-fractie is in deze com missie vertegenwoordigd, haar vraag zou ons inziens in de eerste plaats te zijner tijd aldaar dienen te worden gesteld. Logopediste Beantwoording van deze vraag be hoort thans bepaald nog niet plaats te vinden. De kwestie is een zaak, die zuiver organisatorisch is en zeker tussen de hoofden van scholen met de logopediste in goed overleg zal en kan worden geregeld. Het is te betreuren, dat dergelijke detailvragen, die op het terrein van uitvoering van beleid zijn gelegen, op deze, wijze in een zo vroeg mogelijk stadium reeds bij de raad aanhangig worden gemaakt. Wensen, die op dit of soortgelijk gebied be staan zouden beter in de raad ter sprake kunnen worden gebracht wan neer een ambtelijk overleg niet tot resultaten zou hebben geleid. Het is- de vragenstellers immers vaak niet eens bekend in hoeverre op ambtelijk niveau over bepaalde zaken reeds overleg gaande is. Wij hebben er overwegende bezwa ren tegen wanneer door het stellen van vragen als de onderhavige, on juiste indrukken worden gevestigd of personen in een onjuist daglicht wor den gesteld. Juist het overleg in het hoof denconvent, onderwijscommissie en met name met de desbetreffende portefeuillehouder, bieden mogelijkhe den te over om bepaalde wensen te uiten, dan wel de aandacht te vesti gen op onvolkomenheden. Wij mogen de dames en heren raadsleden naar aanleiding van deze vraag dringend verzoeken de rondvraag te gebruiken, waarvoor deze is bedoeld, te weten het naar voren brengen van belang rijke zaken," aldus het college. Geschokt In een felle reactie op dit antwoord verklaarde mevr. Ter Doest geschokt te zijn over de onjuiste en onheuse formulering, waarin het college ge meend heeft de gestelde vragen te moeten beantwoorden. Zij zag daarin een polariserende houding van het college. Letterlijk zei mevr. Ter Doest: „De WD-fractie heeft geschokt ken nis genomen van het antwoord, dat uw college gegeven heeft op onze vra gen; wij doelen in het bijzonder op de laatste alinea's. Geschokt door de on heuse en o.i. onjuiste formulering die is gebruikt. De gemeenteraad vormt in feit het bestuur van de openbare scholen er de voorstelling alsof een raadslid, bo vendien nog een lid van de onderwijs commissie, buiten z'n boekje zou gaan als hij/zij vragen op onderwijsgebied in de raad stelt, is volkomen onjuist. De vragen waar het om gaat zijn door de hoofden van genoemde scholen naar voren gebracht in een vergade ring met de vereniging van openbaar onderwijs op 20 maart jl. Ik was hier bij Vertegenwoordigd als bestuurslid van V.O.O. Verslag van deze vergade ring is in Holtens Nieuwsblad van 28 maart jl. verschenen en als zodanig is er dus niets geheim of onjuist in de betreffende vraagstelling, waarover ik mij bovendien nog nader heb geïn formeerd, juist omdat mij als moeder van schoolgaande kinderen het onder wijs na aan het hart ligt. School Espelo Wat betreft de verwaarloosde aan blik van het stuk grond, behorende bij de school in Espelo, deel ik u mede, dat de WD-fractie hierop meerdere malen is geattendeerd door een ex- oudercommissielid van deze school met het dringende verzoek hier aandacht aan te schenken. Wij zijn kortgeleden zelf gaan kijken'en bevonden het stuk grond inderdaad in de geschetste toe stand. Wij nemen dit overigens nie mand kwalijk (waarom zouden we) wij vestigen er alleen uw aandacht opi (Zij overhandigde het college een foto waarop de „toestand" in beeld was gebracht, red.) Prematuur Dat vragen in de raad prematuur geschieden is o.i. een goede zaak. Im mers vragen, die achteraf gesteld wor den, hebben weinig zin. Men moet ze stellen op het ogenblik, dat de zaak, waar het om gaat nog open ligt en er nog wat geregeld kan worden. Dat wensen ter tafel moeten komen als ambtelijk overleg niet tot resultaten heeft geleid, bestrijden wij. Dan is het vaak te laat. Onjuist dagTicht Vragen in de raad zijn overigens, naar onze mening, bedoeld om vroeg tijdig bepaalde mogelijkheden te sig naleren en aan te geven, niet uitslui tend om kritiek te leveren op bestaan de situaties en genomen besluiten. Als zodanig waren onze vragen dan ook bedoeld. Het verbaast ons daarom uitermate, dat wij, zoals uw college het stelt, onjuiste indrukken vestigen en personen in een onjuist daglicht stellen. Deze formulering is ons zo volkomen duister, dat wij graag van u zouden willen vernemen welke in drukken en welke personen worden bedoeld. Wij onderschrijven ten volle, dat het vragenstellers vaak niet be kend is in hoeverre het overleg op ambtelijk niveau gevorderd is. Dat is juist de reden, dat er vragen rijzen worden gesteld. Snoepen" Dat het juister was geweest om deze vragen eerst in de onderwijscommis sie te brengen is een opvatting, die wij graag zouden hebben willen blij ven delen, ware het niet, dat wij bij die gelegenheid, te weten de kleuter- schoolkwestie in Dijkerhoek, inder daad onze wensen te dien aanzien in genoemde commissie hebben bepleit en dat daarna een lid van een andere politieke groepering deze zelfde kwes tie m de daarop volgende raadsverga dering als vraag naar voren heeft ge bracht. Wij bedoelen hiermee niet een ander op de vingers te tikken; wij hebben alleen geconstateerd, dat het lanceren van een vraag in de com missie een ongewenst en onjuist ef fect kan hebben, en zijn er derhalve toe over gegaan onze vragen direct in de raad te stellen. (Zij doelde hierbij op de heer E. van Schooten, Gem Bel., red.) Onbelangrijk Het moet ons verder van het hart, dat wij voor het college (waaronder de portefeuillehouder van onderwijs zaken), een vreemde opmerking vin den, dat zij vragen over een gymnas- tiekleerkracht, logopediste en remedial teacher onbelangrijk noemt. Polarisatie Tot slot, Mijnheer de Voorzitter, moeten wij tot onze oprechte spijt op merken, dat u namens het college van B. en W. in uw antwoord sterk pola riseert, een houding, die wij al vaker hebben betreurd i,n de nieuwe samen stelling van de raad. De WD-fractie heeft altijd voor polarisatie willen wa ken en wij hopen dit te blijven doen. Uiteindelijk is het immers de taak van de gemeenteraad om te zorgen voor het welzijn van het dorp en zijn in woners en speelt de politiek pas een tweede rol." Vriendelijker In overigens veel vriendelijker ge stelde bewoordingen ging mr. Enklaar hierna nog eens In op de gestelde vragen, waarbij hij stelde dat voor aanstelling van vakleerkrachten en schoolbegeleidingsdiensten nu eenmaal uitvoeringsmaatregelen van de minis ter dienen te worden afgewacht van- wege de van die zijde benodigde sub sidies. Ten aanzien van de logopediste merkte hij op dat hier op ambtelijk ni veau aan wordt gewerkt. ,,Een broe dende kip moet je in het openbaar niet storen. Vandaar dat wij vinden dat u deze vraag beter in de commis sie had kunnen bespreken." De opmerking over polarisatie wees hij van de hand. „We hebben door onze wijze van stalling u willen zeg gen dat u met dergelijke zaken voor zichtig moet zijn", verklaarde hij. Staande Mevr. Ter Doest reageerde hierop door vast te stellen dat de beantwoor ding van de vragen in tweede instan tie bij haar heel wat vriendelijker over kwam dan aanvankelijk door het college was geformuleerd. „Ik houd staande dat de redactie van uw aan vankelijke beantwoording onheus en polariserend is," riep zij het college toe. De WD-fractie vond bij haar op rnerkingen duidelijk steun bij de heer J. Warrink (Gem. Bel.), die verklaar de: „Ik kom tot de ontdekking dat, wanneer detailvragen gesteld worden, deze worden verwezen naar de com missies. Worden hoofdvragen gesteld dan is het antwoord dat rapporten van hoger hand moeten worden afge wacht. Ik vind het een onzinnige zaak dat je je altijd achter rapporten ver schuilt die nog moeten komen of er al zijn. Ook ik heb daar geen vrede mee en heb daarom wel begrip voor het standpunt van mevr. Ter Doest. Als ik dit alles bezie dan vraag ik mé af: „Waar zitten we hier nog voor?" Dat vragen in deze raad tevoren schriftelijk moeten worden gesteld heb ik geen vrede mee omdat zich ook ac tuele problemen kunnen voordoen die om directe aanpak vragen. De weg van schriftelijke vragen vind ik te lang en onbevredigend. Al kan het college een keer direct geen antwoord op een vraag geven, wat dan nog?" Hadden wij met bv. de sporthal ge wacht op landelijke voorschriften was deze er in jaren nog niet gekomen. Waarom zouden we zelf geen initia tieven mogen nemen om iets verwe zenlijkt te mogen krijgen?" vroeg hij zich af Blij met bijval Mevr. Ter Doest verklaarde blij te zijn met de bijval van de heer War rink. Ook zij verklaarde niet in te zien waarom de gemeente Holten de minister niet op de wenselijkheid tot aanstelling van vakleerkrachten zou mogen wijzen. Ten aanzien van de logopediste bleef zij het college kwa lijk nemen dat gezegd werd dat men personen in een onjuist daglicht wilde stellen. „Is dit vanavond wel gebeurd, dan toch in elk geval niet door ons. Het gaat ons niet om personen maar om de zaak zelf." Op aandringen van de heer Warrink nam het college uit eindelijk de suggestie over om de wenselijkheid van vakleerkrachten aan te kaarten bij de Vereniging voor Ned. Gemeenten, hetgeen het WD- fractielid, de heer Robers, niet ten onrechte, de opmerking ontlokte dat de vragen blijkbaar toch zin hebben gehad. Het Icruispunt Dorpsstraat - Larenseweg - Stationsstraat heeft een radicale verbetering ondergaan, nu de uitmonding van de Larenseweg zodanig is verbreed, dat het verkeer een aanmerkelijk beter uitzicht heeft zowel naar links als naar rechts. Wanneer het nieuwe kantoor gebouw van makelaar E. D. Vincent op de hoek van de Dorpsstraat en de Stations straat klaar is en ook op deze hoek voorzieningen zijn getrof fen betekent dit een grote ver betering in het centrum en be vordering van de verkeersveilig heid. Het landbouwbeleid is in het afgelopen jaar wat scheef gegroeid. Dat komt eigenlijk omdat de twee poten waarop de Europese landbouwpolitiek rust, niet gelijkelijk belast worden. Tot nu toe heeft men te veel de nadruk gelegd op de markt- en prijspolitiek, terwijl het structuurbeleid het zorgenkind is gebleven. Gelukkig groeit het inzicht dat de kansen van een toekomstig land- en tuinbouwbeleid liggen in het gezond maken van de Europese boerderij. In Nederland doktert men op het ogenblik flink aan een zgn. „all-in-structuurbeleid", dat voldoende levenskansen aan boer en tuinder geeft. Als men het Groene Europa door een Europese bril bekijkt, ontdekt men een lappendeken, waar nauwe lijks een touw aan vast te knopen is. De Deense of Engelse landbouwstruk- tuur steekt fel af tegen het boeren- gewurm in Zuid-Frankrijk of in Ita lië. Heel -deftig heet het dan, dat de Het NOS-bestuur is vrijdag akkoord gegaan met een voorstel van de Raad van Beheer van de NOS om de Regionale Omroep Noord en Oost (RONO) op te splitsen in drie delen: een voor Groningen-Drenthe, een voor Friesland en een voor Gelderland-Overijssel. De uitvoering zal onge veer twee jaar in beslag nemen. De regionale omroepen zullen onafhan kelijk van elkaar gaan werken. In een nota over de toekomst van de Regionale Omroep Noord en Oost (RONO) heeft de Raad van Beheer van de NOS het Bestuur voorgesteld over te gaan tot splitsing van de RONO in drie onderling onafhanke lijke regionale omroepen voor resp. Groningen en Drenthe, voor Fries land en voor Overijssel en Gelder land. Voor de uitvoering van de be slissing tot een driedeling worden in de nota de volgende voorwaarden ge steld: De financiering van de regionale omroepen in NOS-verband zal voor een behoorlijk aantal jaren moeten zijn verzekerd. Nader overleg met de minister van CRM zal dienen plaats te vinden in het licbt van wat in zijn nota mediabeleid daarover wordt ge steld. Bijzondere zorg zal worden besteed aan het bereik van de zenders ten behoeve van het Drentse en Gelderse luisterpubliek. De gelden voor de benodigde extra mankracht, zendtijd, technische en administratieve voorzieningen zullen in de begroting voor de reorganisatie worden opgenomen. Door de NOS zal een adequate be geleiding op technisch-, administra tief/organisatorisch-, personeeL en beleidsterrein worden bewerkstelligd. De medewerkers van de RONO, le Programmaraad van de RONO, de Ondernemingsraad van de NOS en de vakorganisaties zullen ieder op hun wijze en voor hun deel tijdig in het overleg over de uitvoering van de reorganisatie worden betrokken. Te groot gebied In de nota wordt erop gewezen, dat door velen en sinds vele jaren is uit gesproken dat de omvang van het gebied en de opzet en mogelijkheden van de RONO niet overeenstemmen met de eisen, die aan een regionaal programma, dan wel een regionale omroep moeten worden gesteld. De RONO zendt uit voor een gebied dat nagenoeg 50 procent van het Neder landse grondgebied omvat en waar 30 procent van de bevolking woont. De noord- en zuidgrens van het ge bied liggen zo'n 200 km van elkaar verwijderd. De kulturele en ekonomi- scbe verschillen in de delen zijn aan merkelijk. Zeker als men het bekijkt vanuit het oogmerk regionale radio programma's te maken, die nauw aansluiten bij datgene wat in een re gio leeft en gezamenlijk wordt be leefd. Er bestaat reeds lang de wens te ko men tot de mogelijkheid van meer zendtijd voor de verschillende deel gebieden van de RONO en een ver grote zelfstandigheid van de pro gramma-afdelingen. Bij de voorstel len voor de verruiming van de zend tijd van de RONO op korte termijn (er is thans een voorstel tot zendtijd- uitbreiding van 70 minuten per week) wordt uitgegaan van de wenselijkheid meer mogelijkheden voor eigen pro gramma's in de diverse delen van 't gebied te scheppen. De Raad van Beheer van de NOS heeft in de loop van vorig jaar voor zichzelf vastgesteld nader inzicht te willen verkrijgen in de toekomst van de- RONO en met name in de moge lijkheden en gevolgen van een deling. De minister van CRM heeft in 1974 laten blijken te willen overwegen of een deling van de RONO op korte termijn tot stand gebracht zou moe ten worden. De Raad van Beheer concludeert, dat er thans voldoende aanwijzin gen zijn, dat plannen tot verandering van de opzet van de RONO een goede kans maken. In de nota wordt er ove rigens van uitgegaan, dat de regio nale omroep in de gebieden van de RONO en de ROZ (Regionale Omroep Zuid) blijven ressorteren onder de NOS. Herkenbaarheid Regionale omroep, zoals die door de RONO en de ROZ gestalte wordt ge geven, zal, zo meent de Raad van Be heer in de nota moeten rusten op een niet te klein draagvlak, variërend van minimaal een half miljoen tot maximaal 2 miljoen mensen. Technisch gesproken wordt het ge bied van een regionale omroep be paald door het bereik van de zender en niet door bestuurlijke grenzen. Praktisch verdient h-et echter,.aldus de nota, sterke aanbeveling zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestuurlij ke grenzen. Dit bevordert niet alleen de herkenbaarheid en definieerbaar heid van het gebied, maar heeft ook te maken met het feit, dat bestuur lijke éénheden zelf een belangrijke bron van nieuws en aktiviteiten kun nen zijn, die niet alleen beperkt blij ven tot zuiver bestuurlijke aspekten^ maar allerlei maatschappelijke en kulturele aktiviteiten in bet gebied mede beïnvloeden. Op grond van deze kriteria (draag vlak, afstand, bestuurlijke grenzen en samenhang op kultureel, sociaal en/ of ekonomisch terrein) kan een inde ling van het RONO-gebied naar re gionale omroepen. De Raad van Be heer van de NOS kiest in de nota voor een driedeling, welke als eerste be leidsdoel moet worden nagestreefd. Een vijfdeling is, aldus de Raad, op zichzelf een nastrevenswaardig doel te achten, maar moet gezien de voor. hands beschikbaar zijnde en komende technische mogelijkheden, worden aangemerkt als -een ingrijpende en veel tijd vergende reorganisatie. De meerkosten van een vijfdeling zijn ten opzichte van een driedeling aan merkelijk, de investeringen zullen bij na het dubbele zijn en de exploitatie zal ongeveer tweeënhalf keer zoveel meerkosten met zich meebrengen. Bij 'n driedeling zal zo vindt de Raad van Beheer voor elk deel min.m. 7 u gionale omroepen. De Raad van Be heer, voor elk deel minimaal 7 uur zendtijd per week beschikbaar moe ten zijn en voor de delen Groningen/ Drenthe en Overijssel/Gelderland liefst 9 a 10 uur per deel. Wordt uit gegaan van een totaal van 25 uur zendtijd dan zou voor de driedeling aan investeringen waarschijnlijk een bedrag van plm. 4 miljoen gulden no dig zijn (prijspeil 1974), waaronder 2 3 miljoen voor de aanpassing van studio's en apparatuur en 1 miljoen voor de aanschaf van reportagewa gens. De extra exploitatiekosten op jaarbasis bij een driedeling kunnen worden geschat op omstreeks 2 mil joen (kostenpeil ëveneens 1974), waarbij wordt uitgegaan van een per soneelsuitbreiding van 25 man. Te overwegen is, aldus de Raad van Beheer, de nodige extra investeringen te financiëren uit de reserve voor de regionale omroep. Zendtijd en kosten Bij een driedeling behoeven voor de studiogebouwen van de RONO in Groningen en Leeuwarden niet direkt extra voorzieningen te worden ge troffen. De studio-akkomodatie in Oost, waar de RONO thans beschikt over een studio in Enschede, dient volgens de nota te worden aange past. Gezien de grote omvang van het gebied dient volgens de nota te worden overwogen op meer dan één plaats tot studioruimte te komen. In ieder geval zullen steunpunten nodig zijn in de gebieden bij de Stedendrie hoek, Zwolle en in Drenthe. De zendersituatie voor met name Drenthe en Gelderland zal eveneens moeten worden aangepast. Thans kan meer dan de helft van het Drent se publiek de voor Drenthe bestemde uitzendingen niet redelijk ontvangen. De zender Markelo is eveneens niet in staat de gehele provincie Gelder land te bestrijken. In Overijssel valt het gebied rondom Steenwijk buiten het bereik van deze zender. Communicatie (Hopelijk zal door deze nieuwe opzet van de RONO de communicatie be treffende het Overijsels programma verbeteren. Van het Friese, Drentse en het Gelders programma worden van de NOS-Persdienst regelmatig programma-mededelingen ontvangen. Overijssel schittert steeds door afwe zigheid. Het is waarschijnlijk niet de schuld van de staf in Enschede, om dat men daar met ziekte en gebrek aan personeel te kampen heeft. In de nieuwe opzet moet dat beter kunnen worden. Red.). Europese landbouw een heterogeen beeld vertoont. Als we soms mochten veronderstel len dat wij het in ons land goed doen. dan past ook wel enige bescheiden heid. Toegegeven: in Nederland boert men aardig, maar van de 170.000 agrarische bedrijven zullen er nog heel wat moeten verdwijnen. Om nu met enig recht dit oordeel te vellen zgl men een struktuurbeleid moeten voeren. Een juiste diagnose van onze nationale boerderij vereist een goed en exact metingsinstrument. Daar van hebben wij in ons perfectionis tisch landje een zgn. s.b.e.-begrip ge ïntroduceerd: voluit heet het stan- daardbedrijfseenheid. Daarmee meet men het agrarisch bedrijf en 'kan men vaststellen of de boerderij vol doende levenskansen voor de toe komst heeft. Groene lappendeken Wat is nu precies een s.b.e.? Om deze te berekenen gaat men uit van de normale kosten voor de productie- faktoren grond, arbeid en kapitaal (men neemt de beloning voor deze productiefaktoren in een situatie dat ze doelmatig aangewend zijn op het bedrijf). De opbrengsten van het be drijf minus de zojuist genoemde kos ten noemt men de toegevoerde waar de, die in s.b.e.'s uitgedrukt worden Nu geldt sinds 1968 de afspraak dat de netto- toegevoegde waarde gelijk is aan 100 s.b.e.'s, zodra de bedrijfs omvang werk geeft aan één volwaar dige arbeidskracht. Eenvoudiger: een goed éénmansboerenbedrijf anno 1968 telt 100 s.b.e.'s. Als men de 170.000 bedrijven in ons land op een -rijtje zet, ontstaan er ze ker 6 s.b.e.-kategorieën. Daarmee is dan ook de landbouwstruktuur aange geven. In mei 1973 ontstond het vol gende beeld: 10 30 90 110 110 150 150 250 150 s.b.e. en meer s.b.e. s.b.e. s.b.e. s.b.e. 28.000 bedrijven 54.000 bedrijven 18.000 bedrijven 28.000 bedrijven 30.000 bedrijven 11.000 bedrijven De bedrijfsontwikkeling heeft in de land- en tuinbouw niet stilgestaan. Het draait op de boerderij al jaren om schaalvergroting (hang naar pro centen-eenheden) arbeidsbesparing en intensivering. Tot 1970 groeide het doorsnee-boerenbedrijf met 3 s.b.e.- per jaar. Daarna ging het groeiproces steeds sneller, nl. 4 a 5 s.b.e. per jaar. Spitsroede lopen met structuurverbetering Hoewel in het landbouwbeleid tot nu toe meer accent gelegd is op markt en prijsbeleid, is er toch van over heidswege wel iets op het strukturelc vlak gedaan. Eigenlyk hebben wij in Nederland op dat terrein zelfs spits roede gelopen. Vooral de kapitale op zet van het landbouwonderwijs, het agrarisch onderzoek in de land- en tuinbouw-voc,Tlichting heeft in onze buurlanden indruk gemaakt. Het Comité Albert Schweitzer Her denking 1975 maakt bekend, dat op woensdag 21 mei a.s. te Deventer de 100e geboortedag van dr. Schweitzer met de navolgende manifestaties zal worden gevierd. 12.15 uur: Onthulling van het monu ment aan de Brink te Deventer door de Zwitserse arts Christiane Eckert, kleindochter van Albert Schweitzer. Dit monument in brons, gemaakt door Pieter de Monchy, wordt ge plaatst vóór het Albert Schweitzer Centrum in de Penninckshoek, Brink 89 te Deventer. (Het kerkgebouw van de Doopsgezinde Gemeente). 15.00 uur: Herdenkingsbijeenkomst in de Grote Kerk. waar prof. dr. C. W. Mönnich de rede Albert Schweitzer, theorie werd praktijk" zal uitspreken. Op het orgel zal muziek van J. S. Bach ten gehore worden gebracht door de organist Jan Kleinbussink met solistische medewerking van Arjan Blanken en ensemble Dulack. Tijdens een ontvangst van genodig den door B en W op het Stadhuis zal door de PTT de Nederlandse Albert Schweitzer-postzegel aan het comité Albert Schweitzer Herdenking 1975 worden aangeboden. Deze zegel, alsmede eerste-dag-enve- loppen, voorzien van het eerste-dag- stempel, zullen nadien verkrijgbaar zijn in het Schweitzer Centrum, Brink 89, alwaar tevens een expositie van Schweitzer post- en herdenkingsze gels zal zijn ingericht. Voor bussen en auto's is parkeerge legenheid op de Brink. Hiervoor kun nen kentekens worden aangevraagd bij het Comité, postbus 76 te Deven ter. De afgelopen tien jaren is het instra» mentarium voor struktuurbeleid uit gebreid met ruilverkaveling, ontwik kelingsplanning en begeleiding bij de afvloeiing uit de landbouw. Voor een deel zyn deze instrumenten gescho ven onder de Brusselse paraplu, om dat het gehele landbouwgebeuren meer en meer een gemeenschappelij ke of E.G.-aangelegenheid wordt. Bij de strukturele aanpak heeft het zgn. rentesubsidiebeleid de meeste aandacht getrokken. Als een boeren bedrijf aan bepaalde voorwaarden voldoet, kunnen leningen voor inves teringsuitgaven gesubsidieerd worden door de rentelasten op de overheids- rug te wentelen. Dit struktuurprivile- ge is voorbeihouden aan een selecta groep boeren die met bijna 100 pet. zekerheid de toekomst in handen heb ben. In ons land hebben ruim 4.250 bedrijven gebruik gemaakt van de rentesubsidieregeling. Opvallend is daarbij dat 75 pet. van de subsidie klanten in de melkveesector zitten, en 15 pet. in de glastuinbouw. De rentesubsidieregeling geldt niet voor alle agrarische productierichtingen. In de veredelingssector (pluimvee houderij en varkenshouderij) is men zeer mondjesmaat met rentesubsidie, en dan nog maar alleen als men er geen uitbreidingsinvesteringen pleegt. Behalve de rentesubsidies wordt er in het kader van landbouw-struktuur- politiek zo nu en d^n met specifieke regelingen gewerkt. Afhankelijk van het economisch klimaat subsidieert men bijvoorbeeld verbeteringen van agrarische bedrijfsgebouwen of geeft men een bijdrage voor erfverharding, grondverbetering of drainage. Sinds enkele maanden geldt een permanen te bijdrageregeling voor particuliere cultuurtechnische werken. Een inventaris in de winkel van het landbouwstruktuurbeleid leert dat er te veel struktuurgroepen zyn waar nauwelijks een duidelijk zicht op. De boer dreigt Ingesneeuwd te raken tussen allerlei ingewikkelde en moei lijke struktuurregelingen. Gelukkig is het landbouwbedryfsleven (de boe- renorganisaties en hun samenwer- kingstop: het landbouwschap) nu op zoek naar een verpakking waarin het hele struktuurbeleid terug te vinden is. Daarbij staan enkele wensen hoog genoteerd. Het rentesubsidiebeleid dient ver ruimd te worden. Er zijn n.l. heel wat agrarische bedrijven die buiten deze rentesubsidie vallen en beslist niet verdrinken. Juist deze groep heeft behoefte aan 'n ruggesteun. Naast de rentesubsidie is er behoefte aan een zgn. aanpassingsbeleid. Het betreft het beleid dat via investeringsbijdra ge een aanpassingsproces op het be drijf mogelijk maakt. Op deze manier kunnen boeren, die op het ogenblik niet bij machte zijn naar de rente subsidie te grijpen, op den duur wel zover opgevijzeld worden dat ze goe de toekomstkansen hebben. Dezelfde kategorie van boeren zou ook al ge holpen zijn als het struktuurbeleid knelpunten weet op te heffen. Het be tekent dan niet in de eerste plaats een stimulans voor bedrijfsontwikkeling maar *t opruimen van obstakels voor een optimale bedrijfsvoering. Men kan hier bijvoorbeeld denken aan cul tuurtechnische werken, verplaatsing van bedrijfsgebouwen uit de dorps kom milieuverbeterende investerin gen (opslaE mest en gier). Tenslotte houdt een goed struktuur beleid rekening met afvloeiing, want een gezonde landbouw dwingt tot een zekere bedrijfsbeëindiging. Nu is sa neren in een tijd van grote werkloos heid geen attractieve taak. Daarom verdient een sanering op termijn se rieuze overweging. Men laat dan de wat oudere boer, zonder opvolger op zijn bedrijf ..aanmodderen" tot. zijn pensioengerechtigde leeftijd. De land bouw van morgen heeft behoefte aan een duidelijk en goed gericht land bouwbeleid. Het landbouwstruktuur beleid is daarbij een belangrijke pei ler. Het zou voor de boeren een groot winstpunt betekenen als zij alle struk- tuurmaatregelen terug zouden kunnen vinden in één integraal en overzichte lijk struktuurbeleid. Hopelijk zien Den Haag en Brussel deze noodzaak zeer spoedig in. B. Schouwing Gedurende de maand mei is er ln de bibliotheek, Rörikstraat 3, een tentoonstelling van pentekeningen van de in Almelo wonende Herman Meijlof. Herman Meijlof geboren te Almelo in 1953, ging na een jaar am bachtschool op veertienjarige leeftijd al de maatschappij in. Hij was ach tereenvolgens werkzaam als fabrieks arbeider, bijrijder en bouwvakker. Zijn echte tekenopleiding begon bij de DEVA te Almelo. Thans is hij eer- stejaar aan de AKI te Enschede. De expositie is te zien gedurende de openingstijden van de bibliotheek: Maandag en vrijdag van 14.30 - 17.ot uur en van 18.30 - 20.00 uur en woens- dag van 14.30 - 17.30 uur.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1975 | | pagina 3