De personeelsbezetting
de Overijsselse industrie
m
Informatie-bulletin
Eén der
het
mysteries van
EG-landbouwbeleid
Expositie Allard Vincent
Monetaire
grenscompensaties
Perspectief 1975 nog somber
betreffende verlening van
Provinciale studiebij dragen
schooljaar 1975/1976
Een
weekend geen kind
aan je kinderen hebben
VAN WEESP TOT ALMELO,
Geen partij....
wel
sympathisant
Landbouw en veeteelt
Premieregeling
slachtrunderen voor
maart en april 1975
BONDSSPAARBANK
EN ZO IS HET
GEKOMEN
>iljd-ag 'cl rebruari i3i5
5
In zijn zo juist verschenen nota „De personeelsbezetting in de
Overijsselse Industrie in 1973-1974 zegt het Economisch Techno
logisch Instituut Overijssel (ETIO), dat op grond van de talrijke
berichten in het tweede halfjaar 1974 over bedrijfssluitingen en
inkrimpingen van het personeelsbestand, alsmede over werktijd
verkortingen, een daling van de industriële personeelsbezetting
valt te verwachten. Niettemin volgt op elke recessie een opleving
en de verwachting bestaat, dat deze nog in 1975 een aanvang zal
nemen.
Toch geloven de samenstellers van het rapport niet, dat dan
wederom spoedig een situatie yan volledige werkgelegenheid
wordt bereikt. Naast tekorten aan bepaalde categorieën arbeids
krachten zullen zich overschotten bij andere beroepscategorieën
voordoen. Met andere woorden, het huidige werklozenbestand be
vat een aanzienlijke structurele component, die ook bij een aan
trekken van de conjunctuur niet automatisch in het arbeidsproces
zal worden opgenomen.
Dit vraagstuk is één van de meest
gecompliceerde, waarmee onze he
dendaagse maatschappij wordt gecin_
fronteerd. Enerzijds zien we de af
hankelijkheid van buitenlanders, dis
doorgaans de als minder aangenaam
ervaren arbeid verrichten en ander
zijds zien we, dat jonge mensen wor
den opgeleid voor arbeidsplaatsen,
die straks in onvoldoende mate aan
wezig zullen zijn. Juist de ingewik
keldheid van dit vraagstuk n.l., de
groeiende discrepantie op de arbeids
markt, verleidt velen ertoe om één
oorzaak uit het complex van factoren'
te lichten en daarop de oplossing voor
het totale probleem te enten. Een
dergelijke partiële benadering levert
slechts schijnoplossingen op. Meer
dan ooit te voren is er behoefte aan
een beter inzicht in de factoren, die
de vraag- en aanbod verhoudingen
op de arbeidsmarkt beheersen. Deze
factoren zijn van economische, si-
ciale en technologische aard. Ook op
vattingen op politie- en onderwijs
kundig terrein spelen hierbij een be
langrijke rol.
Het zou aanbeveling verdienen, al
dus de nota, om landelijk een diep
gaand onderzoek in te stellen naar
de te verwachten ontwikkelingen op
de arbeidsmarkt.
Evenals by de voorbereiding van
het Integraal Structuurplan Noorden
des Lands zou hiervoor gebruik die
nen te worden gemaakt van de erva
ring en deskundigheid, die aanwezig
ïs bij de overheid, de organisaties
van het bedrijfsleven en de instellin
gen van wetenschappelijk onderwijs.
De samenstellers verhelen niet, dat
een dergelijk onderzoek een grondige
voorbereiding eist en daarom de no
dige tijd zal vergen. Gezien het struc
turele karakter en de ernst van het
probleem mag dit geen overwegend
bezwaar zijn. Het lijkt in elk geval de
moeite waard om te onderzoeken of
deze gedachte voor uitvoering vat
baar is.
De industriële personeelsbezetting
in Overijssel in 1973 en 1974, ge
splitst naar mannen en vrouwen,
ziet er als volgt uit:
verschil
1973 1974 abs.
Mannen 74.001 74.313 +312 +0.4
Vrouwen 14.879 14.224 —655 —4.4
Totaal 88.880 88.537 —343 —0.4
Tegenover een toenemend aantal
mannelijke werknemers staat een
daling bij de vrouwen. De oorzaak
van deze daling ligt hoofdzakelijk in
de slechter wordende situatie in de
kledingindustrie. De klappen vielen
vooral in Twente en Noord-Oost
Overijssel. De tijd, dat werkloosheid
alleen onder mannen leek voor te
komen, is thans wel definitief voor
bij.
Niettemin kan worden vastgesteld,
dat de industriële werkgelegenheid
zich in Overijssel in de periode me
dio 1973medio 1974 goed heeft ge
handhaafd, ondanks de oliecrisis, die
halverwege plaats vond.
Een vergelijking van de ontwikke
ling der industriële personeelsbezet
ting in Overijssel met die in Neder
land levert het volgende beeld op-
verschil
1973 1974 abs.
Overijs. 88.880 88.537 343 —0.4
Ned. 1.034.700 1.023.400 —11.300 —1.1
Vergeleken met de daling in Ne
derland is de ontwikkeling in Over
ijssel in deze periode meegevallen.
Het rapport bevat ook een over
zicht van de ontwikkeling naar de
bedrijfsklassen, dat wij wegens de
plaatsruimte achterwege moeten la
ten.
Z.W.-OVERIJSSEL
De ontwikkeling per regio laat
De moeilijkheden met het Dagblad
van het Oos'en van Hilarius' Couran-
tenbedryf in Almelo zullen onze le
zers niet zijn ontgaan. Niet alleen via
de regionale dagbladen, maar ook
via de landelijke dagbladen, radio en
t.v. zyn ze naar buiten gekomen.
Holtens Nieuwsblad wordt, zoals ve
len zullen weten, bij Hilarius ge
drukt. Wij zijn in het conflict geen
party, maar staan wel sympatiek
tegenover de actie van het technisch
en administratief personeel voor het
behoud van de werkgelegenheid
Almelo. Wy zijn door de mensen van
de zetterij en drukkerij altijd keurig
behandeld en hebben met verschil
lenden van hen regelmatig contact.
Het zou ons dan ook niets liever zijn,
dan dat onze krant bljjvcnd in Alme
lo kan worden gedrukt.
Hoewel we als Holtens Nieuwsblad
nauwelijks contact hebben met
redactie van het Dagblad van het
Oosten we hebben er wel goede
vrienden onder kunnen we haar
verlangen het „eigen gezicht" van de
krant te bewaren volkomen m
voelen.
Het Dagblad van het Oosten neemt
een aparte plaats in tussen de
Twente en elders verschijnende regi
onale dagbladen. Die plaats moet
MET de werkgelegenheid, als het
maar enigszins kan, behouden bly
ven.
We hopen, dat, nu de Twentsche Cou
rant een aanbod heeft gedaan,
daaruit perspectieven zullen ontstaan
en dat technisch personeel en redac
tie elkaar zullen weten te vinden in
de strijd om het behoud van het Dag
klad (j.w.-w.b.)
voor Zuid-West Overijssel (Deven
ter, Raalte, Olst, Wijhe, Holten,
Diepenveen en Bathmen) een groei
zien van 50 arbeidsplaatsen of pl.m.
0.4%. De personeelsbezetting bedroeg
medio 1974 12.428.
In deze regio neemt de gemeente
Deventer met ruim 72% van het
aantal arbeidsplaatsen de belangrijk
ste positie in.
Naast Holten kende ook Wijhe een
daling van de industriële werkgele
genheid die vooral in de voedings
middelensector optrad.
Behoudens Deventer en Raalte,
waar de werkgelegenheid toenam,
vertoonden de overige gemeenten
geen veranderingen van betekenis,
In de gemeente Raalte (plus 77)
nam in alle bedrijfstakken met-
uitzondering van de kledingindustrie
de werkgelegenheid toe.
In de gemeente Deventer, waar in
1974 61 arbeidsplaatsen meer dan in
1973 werden gevonden, breidde Jb.
Bussink's Koninklijke Deventer Koek-
fabrieken B.V. zich uit en onderging
de grafische industrie enige uitbrei
ding. In de metaalsector vertoonde
met name het bedrijf van Crane
Nederland N.V. een achteruitgang
in de personeelsbezetting. In de ove
rige sectoren traden geen verande
ringen van betekenis op.
Perspectief 1975 blad 3
De volgende werkgelegenheidre-
gistratie zal medio 1975 plaats vin
den. Uit ontvangen berichten over
het tweede half jaar 1974 kan wel
worden afgeleid, dat het vrij gunstige
beeld van de periode 1973-1974 niet
zal worden herhaald. De talrijke be
richten over bedrijfssluitingen en
personeelsinkrimpingen, die reeds
plaats vpnden of binnenkort hun be
slag zullen krijgen, maken de voor
uitzichten voor de periode medio 1974-
medio 1975 ongunstig voor wat be
treft de handhaving der industriële
werkgelegenheid. Een opleving van
de bedrijvigheid in het verloop van
1975 is zeer wel mogelijk. Ook reces
sies plegen een natuurlijke dood te
sterven.
Toch zal er veel van afhangen of
het bedrijfsleven weer voldoende ver
trouwen in de toekomst krijgt om
over te gaan tot de thans zo brood
nodige investeringen in de breedte,
d.w.z. investeringen gericht op een
uitbreiding van de produktie, waar.
door nieuwe arbeidsplaatsen worden
gecreëerd. Dit vertrouwen in de toe
komst lag de laatste jaren in de cou
veuse van het bedrijfsleven. Het is
verheugend, dat er de laatste tijd ook
buiten het bedrijfsleven tekenen zyn,
die er op wjjzen, dat aan het herstel
van dit vertrouwen veel betekenis
wordt gehecht, aldus de samenstel.
Iers der nota.
Meer informatie blad 3
Gehoor gevend aan de algemene
wens om niet alleen te worden ge-
informeerd over de industriële werk
gelegenheid maar over volledige
werkgelegenheid in Overijssel zijn
in 1974 door het ETIO ook de dien
stensector, het ambacht en de bouw.
nijverheid geënquêteerd. Het gaat
hierbij in totaal om pl.m. 30.000 ves
tigingen. In de komende maanden
zullen hierover nota's worden gepu
bliceerd, die een volledig beeld zul
len geven van de werkgelegenheid in
de verschillende bedrijfsklassen en
regio's van Overijssel. Alleen de
landbouw valt hier niet onder, om
dat de registratie daarvan plaats
vindt in het kader van de zg. „mei
tellingen".
Minister A- van der Stee (landbouw
en visserij) heeft besloten bij slach
ting van vaarzen, ossen en stieren
in maart en april 1975 de premie
vast te 9tellen o>p resp. f 222,23 en
f 153.85 per dier waarvoor een aan
vraag is ontvangen bij het Produkt-
schap voor Vee en Vlees.
Teneinde de prijsdaling door over
matig aanbod van deze categorieën
slachtvee tegen te gaan, is besloten
alle premieformulieren, die de dis
trictsbureauhouders in het tijdvak 17
t.e.m. 28 februari a.s. afgeven, een
geldigheidsduur te verlenen van 25
i.p.v. 15 dagen.
Dit biedt rundveehouders de moge
lijkheid de verkoop van premiewaar
dige runderen uit te stellen tot maart,
waarin de marktprijzen mogelijk op
een peil zullen liggen, waarop de la
gere premie ruimschoots wordt goed
I) Men komt in beginsel in aanmer
king voor een provinciale studiebij-
drage indien men een opleiding
volgt waarvoor niet van rijkswege
een studietoelage kan worden ver
strekt.
Dus in beginsel, zeker niet in alle ge
vallen.
Hieruit volgt dat de provincie geen
bijdragen verstrekt voor het volgen
van voortgezet lager en middelbaar
beroepsonderwijs zoals dit wordt ge
geven aan L.T.S., M.T.S., lagei-e en
middelbare agrarische en tuinbouw
school, huishoudschool, L.E.A.O.,
M.E.A.O. en ook niet oor M.A.V.O.,
H.A.V.O., en voor het voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs zoals dit
wordt gegeven aan Atheneum en
Gymnasium.
Bovendien verleent de provincie geen
bijdragen voor het volgen van weten
schappelijk onderwijs zoals dit
wordt gegeven aan universiteiten en
hogescholen.
Ook wordt geen provinciale studie-
bijdrage verleend voor het volgen
van hoger beroepsonderwijs zoals dit
wordt gegeven aan H.T.S., H.E.A.O.
Pedagogische Academie, Sociale
Academie, instituten voor opleidin
gen fysiotherapie en kleuterleidster,
hogere agrarische school etc.
Inlichtingen over het aanvragen van
rijksstudietoelagen kunt u krijgen bij
de hoofdafdeling rijksstudietoelagen
van het ministerie van onderwijs en
wetenschappen, Kempkensberg 2 te
Groningen, tel. 050-239111.
Indien een aanvraag om een tege
moetkoming in de studiekosten c.q.
T"rijlS&üöïëtÖëla'gè vc it opleidingen
waarvoor van rijkswege een toelage
kan worden verleend wordt afgewe
zen op grond van inkomen of onvol
doende studieresultaten en/of te la
te indiening van de aanvraag, zal
de provincie evenmin een bijdrage
kunnen verstrekken.
Dit geldt ook in de gevallen dat aan
vragers een naar hun mening
ie lage rijksbijdrage is toegekend
en zij bij de provincies een verzoek
om een (aanvullende) bijdrage indie
nen.
De provincie verleent bijdragen voor
het volgen van dagopleidingen, zoals
bijvoorbeeld de opleidingen secreta
resse, receptioniste, toeristische in-
formatrice. doktersassistente (N.I.-
P.A.), apothekersassistente, vakop
leidingen aan Deva-vakschootl, kap
persdagschool. muziekschool, voorbe
reidend jaar tot de vakstudie aan
een muziekconservatorium e.d.
Voorts kan een bijdrage worden ver
strekt door het volgen van de dagop
leidingen in het kader van het leer
lingenwezen als verzorgingsassisten-
Voor avond- en parttime opleidingen
alsmede voor schriftelijk onderwijs
worden geen provinciale studiebijla-
gen verstrekt.
II) Voor een orovinciale studiebij
drage kom^n in aanmerking degenen
1) Die in Overijssel woonwachtig
zijn (iemand die om studieredenen
Voor een verblyf in het Kinderoord
„Schaarshoek" in Heino, heeft de
Streek VVV „Overijsselse Heuvel
rug en Salland" weer een groot aantal
verblyven kunnen reserveren. Ide
aal voor kinderen van 7 tot 14 jaar.
Weekenden: 5-6, 12-13. 19-20 april.
17-19 mei (Pinksteren) en 30 mei-1
juni.
De kinderen worden verwacht op
vrijdagavond na het diner en blijven
tot zondagavond na het diner.
Alleen voor de weekends kunnen
ook de ouders meekomen. Dat houdt
in dat ook zij in de Schaarshoek sla
pen en eten. Veel fijner is het idee.
dat zij weten dat hun kinderen worden
verzorgd en beziggehouden. In de tus
sentijd kunnen de ouders op eigen ge
legenheid zwemmen, boodschappen
doen of naar de bioscoop gaan in
Zwolle of Deventer. Ook per auto
zijn leuke tochten mogelijk naar Giet
hoorn, Staphorst of naar de mooie
natuurgebieden bij Nijverdal en Om
men.
Er- is op de Schaarshoek een terrein
beschikbaar van 14 ha temidden van
de bossen, met gezellige huisjes, een
verwarmd zwembad, grote speelwei
den met pony's, een kampvuurplaats
en tal van andere attracties. De vol
gende vakantieweken (volle weken,
allen dus voor kinderen) zijn moge
lijk 21-28 juni, 28 juni-5 juli, 5-12 ju
li, 12-19 juli, 19-26 juli, 26 juli-2 aug.
en 2-9 aug.
Het kan voor ouders verrukkelijk
zijn hun kinderen verzorgd achter te
laten als zij samen ergens op vakan
tie willen. Gedurende het gehele ver
blijf zorgt een leider of leidster voor
de begeleiding.
Inschrijfformulieren verstrekt de
Streek VVV, Marktstraat 19, Raal
te, telef. 05720-2343.
buiten de provincie woont, doch wiens
ouders in Overijssel woonachtig zijn,
wordt als inwoner van Overijssel aan
gemerkt).
2) Wier ouders niet of slechts ge
deeltelijk in staat zijn de studiekos
ten te dragen.
3) Waarvan mag worden aangeno
men dat zij bevredigende studiere
sultaten zullen behalen.
4) Die de Nederlandse nationaliteit
bezitten. Een uitzondering op deze
regel vormen de kinderen van bui
tenlandse werknemers, van politieke
vluchtelingen of van daarmee gelijk
te stellen personen. Zie hieronder bij
III.
III) Degenen, die niet de Nederland
se nationaliteit bezitten, kunnen in
bepaalde gevallen in aanmerking ko
men voor een provinciale studiebij-
drage. Hierover wordt het volgen
de opgemerkt. Uitsluitend ten behoe
ve van kinderen van buitenlandse
werknemers, van politieke vluchte
lingen of van daarmee gelijk te stel
len personen kunnen in sommige ge
vallen provinciale studiebij dragen
worden verleend, wanneer in ver
band met het niet bezitten van de Ne
derlandse nationaliteit geen rijksstu
dietoelagen kunnen worden ver
leend wanneer in verband met het
niet bezitten van de Nederlandse
nationaliteit geen rijksstudietoela
gen kunnen worden verleend.
Inlichtingen hierover kunnen worden
verstrekt door de desbetreffende bu
reaus van de stichtingen buitenland
se werknemers.
Voor Twente is deze gevestigd te
Hengelo (O.), Deldenerstraat 74, tel.
(05400)-24805.
Voor de rest van Overijssel (Stich
ting buitenlandse werknemers „IJs-
selstreek") te Deventer, Assenstraat
11, tel. (05700) —13182.
Ook andere niet-Nederlanders die
een dagopleiding volgen waarvoor
het rijk geen toelagen verstrekt, kun
nen voor 'n provinciale studiebijdra-
ge in aanmerking komen wanneer zij
een aanvaardbaar motief hebben
voor het niet willen of kunnen ver
krijgen van de Nederlandse nationa
liteit.
Voorbeeld kinderen van buitenlandse
werknemers. Het loutere feit van
minderjarigheid is geen aanvaard
baar motief.
IV) Aanvragers die voor het school
jaar 1975-1976 in aanmerking wen
sen te komen voor een provinciale
studiebijdrage dienen zich zo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk voor 1 juni
1975 schriftelijk te wenden tot de pro
vinciale griffie, afdeling 4, Lutten-
bergstraat 2 te Zwolle, onder vermel
ding van de opleiding waarvoor een
studiebijdrage wordt aangevraagd.
Een aanvraagformulier zal na ont
vangst van de aanmelding worden
toegezonden. Zij, die zich voor 1 april
1975 -ter griffie hebben aangemeld
en het hun toegezonden aanvraagfor
mulier met volledige gegevens ten
aanzien van inkomen en studieresul
taten voor 1 juni 1975 hebben terug
gezonden. zullen in september a.s.
de beslissing omtrent de provinciale
bijdrage -tegemoet kunnen zien.
Aanvragers die zich na 1 april
1975 hebben aangemeld dienen er re
kening mee te houden dat zij eerst in
november a.s. kunnen worden ge
ïnformeerd omtrent de toe te kennen
provinciale bijdrage.
Na 1 juni 1975 ingekomen verzoeken
zullen slechts in hoge uitzonderings
gevallen in behandeling worden ge-
De hoogte van een ^provinciale bijdra
ge is afhankc'ijk van:
het inkomen van ouders en kind:
het vermogen van ouders en
kind;
de samenstelling van het gezin
(het aantal schoolgaande kinde-
de hoogte van de studiekosten.
In dit verband 'wijzen wij er op dat
keuzemogelijkheid tussen verschil
lende plaatsen en instituten om een
bepaalde studie te volgen, de goed
koopste wiize van opleiding uitgangs
punt zal zijn voor de bepaling van de
studiebijdrage. Indien iemand dus op
grond van persoonlijke voorkeur in
Amsterdam of in het buitenland gaat
studeren, terwijl er in of nabij zijn
woonplaats een gelijkwaardige op
leidingsmogelijkheid bestaat, worden
In de openbare bibliotheek aan de
Rörikstraat toont Allard Vincent tot
woensdag 5 maart zijn jongste werk.
De openingstijden zijn: ma. en vrij.
14.30 tot 17.30 en 18-30 tot 20 u.; wo.
14.30 tot 17.30 u.
Allard Vincent, geboren 1947, is een
volbloed Holtenaar. Bijna zes jaar
geleden moest hij het vak van tim
merman opgeven. Al als kind had hij
een opmerkelijk tekentalent aan de
dag gelegd. Dit maakte hem de om
schakeling gemakkelijker. Na een
cursus van drie jaar aan de DEVA
in Almelo in het vak publiciteit (re
clametekenen enz.) stapte hij over
naar de AKI in Enschede, waar hij
nu eerstejaars is.
De tentoonstelling in de bibliotheek
is, gezien de geringe beschikbare
ruimte, klein van omvang. Niettemin
geloof ik dat Allard Vincent met de
acht werken een goed beeld geeft van
wat hij kan en van wat hem bezig
houdt.
Opvallend is het drevoudig schilderij
een drieluik kan ik het moeilijk
noemen dat telkens een andere
visie biedt op hetzelfde weiland met
daarachter een boslandschap: late
zomer, volop winter en stralende len
te. Als blikvanger koos Vincent voor
een echt houten damhek. In dit ge
val zeer terecht. Voorts is er, even
eens aan het begin der expositie, een
aquarel. Een rijk met calorieën be
deelde, spaarzamelijk geklede moe
derlijke vrouw in een burgerlijke ka
mer. Op het tafeltje naast haar de
grote verleiders in haar leven: slag
roomgebak, sigaretten. Tussen haar
voeten een hondje. Het is een goed
opgezet tafereel dat evenwel even
als het schilderij toch duidelijk do
tekenaar verraadt. Ik geloof niet dat
Alalrd Vincent daar bedroefd om
hoeft te zijn.
Kon ik voor deze twee werken wel
bewondering opbrengen, echt blij ben
ik met wat Vincent aan de ander®
kant van het schot laat zien: drie et
sen, twee tekeningen en naar ik,
gehinderd door het glas, moet aanne
men een combinatie van blind
druk, mogelijk ets en in elk geval
tekening.
De ene tekening (3) is wel heel bij
zonder van visie: een hondachtig
beest dat als een zoekplaatje tevens
een vrouwelijk naakt in zich verbergt.
Heel fijn van lijn en uitwerking. De
andere (4) geeft een verrukkelijk en
bijna adembenemend beeld van een
simpele veer in verschillen-io stadia
van ontluistering. Ook de gemengde
techniek-tekening (nr. 5) heeft weer
een veer tot onderwerp. Nu een veer
in lijst die op zijn beurt is ingelijst.
Voor het laatst, het best. bewaarde
ik de etsen: tweemaal een chrysant
(6 en 7) beurtelings in wit en zwart
afgedrukt. En voorts een prachtige
boom (8).
Hier bewijst Allard Vincent hoe hij
simpele zaken zowel vertederend als
„groot" kan verbeelden. Voor prijzen
tussen f 50 en f 450 kan men een
„Vincent" verwerven. Geen misse
koop. (rkh)
Het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de negen EG-landen
beeft bij dè doorsnee Europeaan geen al te beste klank. Dit is wel
begrijpelijk: de Europese landbouw wordt gespannen voor een kra
kende wagen die Europese integratie heet en wat erger ishet
landbouwbeleid is een grabbelton vol mysterieuze en onbegrijpe
lijke termen. Het wordt hoog tijd dat Brussel tot een simplistisch
monsterverbond komt, want boer en niet-boer zien door de EG-
bomen het gemeenschappelijke bos niet meer.
De ruim 250 miljoen EG-bewoners
krijgen de kriebels als ze een men
gelmoes van landbouw-prijzen voor
geschoteld krijgen. Men praat in de
Brusselse wandelgangen frank en
vrij over richt-, oriëntatie-, inter
ventie-, basis-, referentie-, drem
pel en sluisprijzen. Het is een com
pleet gooi- en smijtwerk met hef
fingen. die zelfs A- en B-elementen
bevatten, restituties, monetaire
compenserende heffingen, enz. Wij
vragen ons af of iemand nog iets be-
begrijpt van het „groene akabada-
bra". Zelfs de boeren zelf, om wie
het dan in eerste instantie gaat, zien
het niet meer zitten en laten vertwij
feld alle moed zakken.
Bij de jongste prijsgevechten in
Brussel is een belangrijk wapen in
de strijd gegooid: de zgn. compen
serende momentaire grensbedragen
Het gevecht om de nieuwe EG-land-
bouwprijzen voor het komende jaar
is nauwelijks te ontwarren als men
de verdere informatie' over de mo
netaire compensatie mist. Grens
compensaties zijn gevaarlijke land
mijnen die door Brussel gelegd zijn
omdat het groene front op een ake-
de meerkosten van het in Amster
dam of in het buitenland studeren
niet in aanmerking genomen bij het
bepalen van de bijdrage.
Een ie verlenen bijdr- wordt ver
strekt aan de ouders van de leerlin
gen. Betaalbaarstellingen van de
provinciale bijdragen zullen zoveel
mogelijk per (bank) giro plaatsvin
den.
Het verdient aanbeveling bij de ge
meente te informeren of een gemeen
telijk stu efonds aanwezig, is en zo
ja aldaar tevens een aanvraag om
een toelage in te dienen.
De ..Regeling inzake het verlenen van
studiebijdragen" is vastgesteld bij
besluit van provinciale staten van 16
ianuari 1969, nr. 7 en gewijzigd bij
hun besluit van 6 maart 1974. nr. 18.
De regeling is gepubliceerd in hei
provinciaal blad onder nr. 1974-121.
Desgewenst kunnen nadere inlichtin
gen worden verstrekt door afdeling
4 van de provinciale griffie. Telefoon
(05200)-77177, toestel 2117.
Zwolle. 4 februari 1975
HOEVELAKEN r
AMERSFOOfU
•DIEREN
WEESP^
NMRDEN V
•LAREN
KOflTENHOEE. ^HILVERSUM
LOOSORECHT*
^WKRDÉN
NUVERDAl
van noord naar zuid ziet u in maar liefst
35 gemeenten 85 kantoren van uw eigen ei i
vertrouwde Bondsspaarbank voor Midden
en Oost Nederland
De bank voor deze generatie... met diensten van deze tijd
Verzekeringen Effekten Beleggingen
Leningen Koop-Krediet-Plan Hypotheken
Betalingsverkeer Salaris- en pensioeninning
Buitenlands geld Kluisloketten
Reisverzekeringen
Alle soorten spaarvormen
VOOR MIDDEN EN DOST NEDERLAND
de bank voor oeze generatie
lige manier gehinderd wordt door
de menetaire guerrilla's (de monetai
re autoriteiten in de gemeenschap).
Munten herwaarderen en grenstrap-
jes bouwen.
De gemeenschappelijke landbouw
prijzen worden in zgn. Rekeneenhe-
den uitgedrukt. Tot voor kort was
de waarde van deze rekeneenheid
gelijk aan die van de Amerikaanse
dollar. De monetaire crisis waarin
deze dollar in I-et begin der zeventi
ger jaren geraakt is heeft ertoe ge
leid dat de rekeneenheid een eigen
leven is gaan leiden. Hoewel de EG-
prijzen in Rekeneenheden luiden
krijgen de boeren hun prijzen uitbe
taald in nationale valuta. Als de
richtprijs voor melk door Brussel
op 15 rekeneenheden wordt gezet,
wordt dit voor de Nederlandse boer
omgerekend naar guldens. Tot sep
tember 1973 was de waarde van een
R.E. gelijk aan f 3.62. Daanra reva
lueerde de gulden met 5 procent, het
geen ertoe leidde dat een R.E. zak
te tot f 3.42. Met het revaluatiever
schijnsel heeft men in feite het
paard van Troio binnen d° gemeen
schappelijke landbouwpolitiek ge
haald, Re- of devalueren komt neer
op een herwaardering van een
munteenheid t.o.v. een andere (bui
tenlandse) munteenheid. Als de
gulden t.o.v. de Franse franc meer
waard is, kan men de gulden reva
lueren of opwaarderen. Frankrijk
zou het tegendeel kunnen doen: de
frank devalueren of lager waarde
ren. In het aangehaald voorbeeld is
een frank minder guldens waard of
is een gulden meer francs waard.
Nederland revalueerde in 1973 met 5
procent, dat betekende dus dat in
de EG-rekeneenheid (die gelijk
bleef) minder guldens gingen of dat
men voor de gulden meer Reken
eenheden kon krijgen Het herwaar
deren van munten of valuta kan eco
nomisch gezien volledig verant
woord zijn. Een bepaalde economie
of volkshuishouding kan sterker of
beter zijn dan de huishouding in een
ander land. In dat geval heeft het
gevolgen voor de muntwaarde in
beide landen en zeker voor de ver
houding tussen beide munten. Voor
de landbouw doet zich het ..merk
waardig" verschijnsel van gemeen
schappelijke prijzen voor. d.w.z. al
le prijzen zijn In R. E. 'n uitgedrukt,
zij zijn op het eerste oog immuun
voor het monetaire gerommel van
muntherwaarderingen.
De complicaties worden echter
groter: de revaluatie van de gulden
leidt tot een daling van onze land
bouwprijzen. Als de EG-Driizen in
Rekeneenheden gemeten geiük blii-
ven, beurt onze boer mmdr gul
dens. In een revaluerend land dalen
de boerenpriizen dus. terwijl in een
devaluerend land (b.v. Frantriïk!
deze prijzen stiigen.. Wat bliift er
op deze manier nog over van een
gemeenschaoneliike markt met vrii
goederenverkeer én met «mmeen-
schappeliike nrüzen? De F.O-bnnzen
hebben voor deze monetaire bob
bels een mooi noodverband uitge
vonden: de comnenserende grens
bedragen. Door re- en devaluaties
gaan de prijsniveaus vnor nrn+ik-
ten uit elkaar open. Uitgaande van
het principe der g?m»pnsohann»iii-
ke landbouwmarkt nrobeert men het
vrije verkeer intact te laten door
aan de grens ..monetair» traoies"
te plaatsen. Tn ons revabmron^ 'land
beurt fin b~- v>->- b'-' land.
bouwprodukt dan in een niet reva
luerend buitenland.
Wat doet men nu: men houdt vast
■ran officiële verhouding '.assen
R.E. en de gulden, men doet net of
er monetair mets e»b--- is. 7,odra
landbouwprodukten de grens over
schrijden (zowel naar buiten ex
port als naar binnen import
wordt het verschil tussen de nieuwe
en de oude muntverhouding wegge-
compenseerd. Bij export van Ne
derlandse agrarische produkten, die
door onze revaluatie voor het bui
tenland duurder geworden zijn, be
taalt Nederland aan de grens een
restitutie. Importeren wij het bui
tenlandse landbouwprodukt, dat
door onze revaluatie plotseling goed
koper wordt, dan betaalt Nederland
aan de grens een heffing. Deze hef
fingen en restituties vormen de zgn,
mohetaire compenserende grensbe
dragen, d.w.z. de monetaire hapjes
die de feitelijke prijsverschillen over
bruggen.
Geleidelijke afbraak grenscompen
saties.
Hoe ingewikkeld bet verhaal der
monetaire grenscompensaties ook
is. het probeert de gemeenschappe
lijke landbouwmarkt staande te hou
den maar deelt deze markt in feite
ook op in verschillende blokken of
deelmarkten. In de EG treft men
punten aan die herhaaldelijk re- of
devalueren waardoor in feite met
verschillende agrarische prijsni
veaus gewerkt wordt. De grens
compensaties zijn een uitvloeisel
van een fictie dat er door munther
waarderingen niets gebeurt. Op
grond van deze fictie blijft middels
heffingen en restituties aan de grens
het internationale landbouwverkeer
binnen de Gemeenschap in tact.
Het streven van Erussel is er op
gericht om de sinds 1970 op grotere
geheel toegepaste grenscompensa
ties geleidelijk af te breken. In de
Brusselse gedachtengang staat im
mers de terugkeer naar een werke
lijke Europese eenheidsmarkt voor
op. In een dergelijke Euromarkt is
op den duur geen plaats voor ficties
(en dus ook geen monetaire compen
serende grensbedragen). Dat stre
ven aar afbraak is volledig terecht:
een revaluerend land zal op den
duur ook met lagere produktiekos-
ten werken (de inflatie-bestrijding
:s succesvoller en leidt tot minder
sterke kostenstijging). In een deva
luerend land zal men meestal met
krachtiger kostenstijgingen zitten.
De feitelijke koersverhoudingen tus
sen de munten van beide landen zul
len op den duur het coederen- en dus
marktverkee bepalen.
Door de Europese Commissie
wordt terecht alles geprobeerd om
tegelijk met de n;euwe EG-lendbouw-
prijzen een afbraak van compense
rende grensbedragen te realiseren.
Dat hoeft dan niet allemaal ineens,
maar het gaat niet aan dat ook
maar enig land in de Gemeenschap
deze grenscompensatie wil handha
ven. Wat dat betreft zal ook de eco
nomisch sterk? EG-broeder (Duits
land) afstand mooton doen van de
monetaire .grenstrapjes". Ons
land heeft er minder moeite mee,
maar dan alleen als Duitsland ook
iets van de daar bestaande grens-
comDensatie (nu nog 12 procent) af—
deet. B. Schouwing
Bij directeur Cor Ouwehand van
het gelijknamige dierenpark in Rhe-
nen staat een man op stoep. Stelt u
zich voor: helemaal overstuur. Op
de vraag van Ouwéhand, wat er aan
haperde, vertelde de man ten ein
de raad te zijn, omdat zijn goud
vissen steeds maar dood gingen, wan
neer hij de kom schoon maakte. En
de juffrouw in de dierenwinkel had
hem nog wel zo op zijn hart gedrukt,
dat hij die schoonmaakbeurt geen
week mocht overslaan.
De heer Ouwehand snapte er aanvan
kelijk geen laars van en vroeg de
man hoe hij dan feitelijk tewerk ging
met die wekelijkse reiniging.
„Wel," zei de man, „zodra mijn
rouw zover is dat de kom aan de
beurt is, pakken we de goudvissen en
die leggen we dan zolang op ta
fel...!"
Ja, ja, je komt als dierentuindirec
teur voor de gekste vragen te staan.