De personeelsbezetting de Overijsselse industrie m Informatie-bulletin Eén der het mysteries van EG-landbouwbeleid Expositie Allard Vincent Monetaire grenscompensaties Perspectief 1975 nog somber betreffende verlening van Provinciale studiebij dragen schooljaar 1975/1976 Een weekend geen kind aan je kinderen hebben VAN WEESP TOT ALMELO, Geen partij.... wel sympathisant Landbouw en veeteelt Premieregeling slachtrunderen voor maart en april 1975 BONDSSPAARBANK EN ZO IS HET GEKOMEN >iljd-ag 'cl rebruari i3i5 5 In zijn zo juist verschenen nota „De personeelsbezetting in de Overijsselse Industrie in 1973-1974 zegt het Economisch Techno logisch Instituut Overijssel (ETIO), dat op grond van de talrijke berichten in het tweede halfjaar 1974 over bedrijfssluitingen en inkrimpingen van het personeelsbestand, alsmede over werktijd verkortingen, een daling van de industriële personeelsbezetting valt te verwachten. Niettemin volgt op elke recessie een opleving en de verwachting bestaat, dat deze nog in 1975 een aanvang zal nemen. Toch geloven de samenstellers van het rapport niet, dat dan wederom spoedig een situatie yan volledige werkgelegenheid wordt bereikt. Naast tekorten aan bepaalde categorieën arbeids krachten zullen zich overschotten bij andere beroepscategorieën voordoen. Met andere woorden, het huidige werklozenbestand be vat een aanzienlijke structurele component, die ook bij een aan trekken van de conjunctuur niet automatisch in het arbeidsproces zal worden opgenomen. Dit vraagstuk is één van de meest gecompliceerde, waarmee onze he dendaagse maatschappij wordt gecin_ fronteerd. Enerzijds zien we de af hankelijkheid van buitenlanders, dis doorgaans de als minder aangenaam ervaren arbeid verrichten en ander zijds zien we, dat jonge mensen wor den opgeleid voor arbeidsplaatsen, die straks in onvoldoende mate aan wezig zullen zijn. Juist de ingewik keldheid van dit vraagstuk n.l., de groeiende discrepantie op de arbeids markt, verleidt velen ertoe om één oorzaak uit het complex van factoren' te lichten en daarop de oplossing voor het totale probleem te enten. Een dergelijke partiële benadering levert slechts schijnoplossingen op. Meer dan ooit te voren is er behoefte aan een beter inzicht in de factoren, die de vraag- en aanbod verhoudingen op de arbeidsmarkt beheersen. Deze factoren zijn van economische, si- ciale en technologische aard. Ook op vattingen op politie- en onderwijs kundig terrein spelen hierbij een be langrijke rol. Het zou aanbeveling verdienen, al dus de nota, om landelijk een diep gaand onderzoek in te stellen naar de te verwachten ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Evenals by de voorbereiding van het Integraal Structuurplan Noorden des Lands zou hiervoor gebruik die nen te worden gemaakt van de erva ring en deskundigheid, die aanwezig ïs bij de overheid, de organisaties van het bedrijfsleven en de instellin gen van wetenschappelijk onderwijs. De samenstellers verhelen niet, dat een dergelijk onderzoek een grondige voorbereiding eist en daarom de no dige tijd zal vergen. Gezien het struc turele karakter en de ernst van het probleem mag dit geen overwegend bezwaar zijn. Het lijkt in elk geval de moeite waard om te onderzoeken of deze gedachte voor uitvoering vat baar is. De industriële personeelsbezetting in Overijssel in 1973 en 1974, ge splitst naar mannen en vrouwen, ziet er als volgt uit: verschil 1973 1974 abs. Mannen 74.001 74.313 +312 +0.4 Vrouwen 14.879 14.224 —655 —4.4 Totaal 88.880 88.537 —343 —0.4 Tegenover een toenemend aantal mannelijke werknemers staat een daling bij de vrouwen. De oorzaak van deze daling ligt hoofdzakelijk in de slechter wordende situatie in de kledingindustrie. De klappen vielen vooral in Twente en Noord-Oost Overijssel. De tijd, dat werkloosheid alleen onder mannen leek voor te komen, is thans wel definitief voor bij. Niettemin kan worden vastgesteld, dat de industriële werkgelegenheid zich in Overijssel in de periode me dio 1973medio 1974 goed heeft ge handhaafd, ondanks de oliecrisis, die halverwege plaats vond. Een vergelijking van de ontwikke ling der industriële personeelsbezet ting in Overijssel met die in Neder land levert het volgende beeld op- verschil 1973 1974 abs. Overijs. 88.880 88.537 343 —0.4 Ned. 1.034.700 1.023.400 —11.300 —1.1 Vergeleken met de daling in Ne derland is de ontwikkeling in Over ijssel in deze periode meegevallen. Het rapport bevat ook een over zicht van de ontwikkeling naar de bedrijfsklassen, dat wij wegens de plaatsruimte achterwege moeten la ten. Z.W.-OVERIJSSEL De ontwikkeling per regio laat De moeilijkheden met het Dagblad van het Oos'en van Hilarius' Couran- tenbedryf in Almelo zullen onze le zers niet zijn ontgaan. Niet alleen via de regionale dagbladen, maar ook via de landelijke dagbladen, radio en t.v. zyn ze naar buiten gekomen. Holtens Nieuwsblad wordt, zoals ve len zullen weten, bij Hilarius ge drukt. Wij zijn in het conflict geen party, maar staan wel sympatiek tegenover de actie van het technisch en administratief personeel voor het behoud van de werkgelegenheid Almelo. Wy zijn door de mensen van de zetterij en drukkerij altijd keurig behandeld en hebben met verschil lenden van hen regelmatig contact. Het zou ons dan ook niets liever zijn, dan dat onze krant bljjvcnd in Alme lo kan worden gedrukt. Hoewel we als Holtens Nieuwsblad nauwelijks contact hebben met redactie van het Dagblad van het Oosten we hebben er wel goede vrienden onder kunnen we haar verlangen het „eigen gezicht" van de krant te bewaren volkomen m voelen. Het Dagblad van het Oosten neemt een aparte plaats in tussen de Twente en elders verschijnende regi onale dagbladen. Die plaats moet MET de werkgelegenheid, als het maar enigszins kan, behouden bly ven. We hopen, dat, nu de Twentsche Cou rant een aanbod heeft gedaan, daaruit perspectieven zullen ontstaan en dat technisch personeel en redac tie elkaar zullen weten te vinden in de strijd om het behoud van het Dag klad (j.w.-w.b.) voor Zuid-West Overijssel (Deven ter, Raalte, Olst, Wijhe, Holten, Diepenveen en Bathmen) een groei zien van 50 arbeidsplaatsen of pl.m. 0.4%. De personeelsbezetting bedroeg medio 1974 12.428. In deze regio neemt de gemeente Deventer met ruim 72% van het aantal arbeidsplaatsen de belangrijk ste positie in. Naast Holten kende ook Wijhe een daling van de industriële werkgele genheid die vooral in de voedings middelensector optrad. Behoudens Deventer en Raalte, waar de werkgelegenheid toenam, vertoonden de overige gemeenten geen veranderingen van betekenis, In de gemeente Raalte (plus 77) nam in alle bedrijfstakken met- uitzondering van de kledingindustrie de werkgelegenheid toe. In de gemeente Deventer, waar in 1974 61 arbeidsplaatsen meer dan in 1973 werden gevonden, breidde Jb. Bussink's Koninklijke Deventer Koek- fabrieken B.V. zich uit en onderging de grafische industrie enige uitbrei ding. In de metaalsector vertoonde met name het bedrijf van Crane Nederland N.V. een achteruitgang in de personeelsbezetting. In de ove rige sectoren traden geen verande ringen van betekenis op. Perspectief 1975 blad 3 De volgende werkgelegenheidre- gistratie zal medio 1975 plaats vin den. Uit ontvangen berichten over het tweede half jaar 1974 kan wel worden afgeleid, dat het vrij gunstige beeld van de periode 1973-1974 niet zal worden herhaald. De talrijke be richten over bedrijfssluitingen en personeelsinkrimpingen, die reeds plaats vpnden of binnenkort hun be slag zullen krijgen, maken de voor uitzichten voor de periode medio 1974- medio 1975 ongunstig voor wat be treft de handhaving der industriële werkgelegenheid. Een opleving van de bedrijvigheid in het verloop van 1975 is zeer wel mogelijk. Ook reces sies plegen een natuurlijke dood te sterven. Toch zal er veel van afhangen of het bedrijfsleven weer voldoende ver trouwen in de toekomst krijgt om over te gaan tot de thans zo brood nodige investeringen in de breedte, d.w.z. investeringen gericht op een uitbreiding van de produktie, waar. door nieuwe arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Dit vertrouwen in de toe komst lag de laatste jaren in de cou veuse van het bedrijfsleven. Het is verheugend, dat er de laatste tijd ook buiten het bedrijfsleven tekenen zyn, die er op wjjzen, dat aan het herstel van dit vertrouwen veel betekenis wordt gehecht, aldus de samenstel. Iers der nota. Meer informatie blad 3 Gehoor gevend aan de algemene wens om niet alleen te worden ge- informeerd over de industriële werk gelegenheid maar over volledige werkgelegenheid in Overijssel zijn in 1974 door het ETIO ook de dien stensector, het ambacht en de bouw. nijverheid geënquêteerd. Het gaat hierbij in totaal om pl.m. 30.000 ves tigingen. In de komende maanden zullen hierover nota's worden gepu bliceerd, die een volledig beeld zul len geven van de werkgelegenheid in de verschillende bedrijfsklassen en regio's van Overijssel. Alleen de landbouw valt hier niet onder, om dat de registratie daarvan plaats vindt in het kader van de zg. „mei tellingen". Minister A- van der Stee (landbouw en visserij) heeft besloten bij slach ting van vaarzen, ossen en stieren in maart en april 1975 de premie vast te 9tellen o>p resp. f 222,23 en f 153.85 per dier waarvoor een aan vraag is ontvangen bij het Produkt- schap voor Vee en Vlees. Teneinde de prijsdaling door over matig aanbod van deze categorieën slachtvee tegen te gaan, is besloten alle premieformulieren, die de dis trictsbureauhouders in het tijdvak 17 t.e.m. 28 februari a.s. afgeven, een geldigheidsduur te verlenen van 25 i.p.v. 15 dagen. Dit biedt rundveehouders de moge lijkheid de verkoop van premiewaar dige runderen uit te stellen tot maart, waarin de marktprijzen mogelijk op een peil zullen liggen, waarop de la gere premie ruimschoots wordt goed I) Men komt in beginsel in aanmer king voor een provinciale studiebij- drage indien men een opleiding volgt waarvoor niet van rijkswege een studietoelage kan worden ver strekt. Dus in beginsel, zeker niet in alle ge vallen. Hieruit volgt dat de provincie geen bijdragen verstrekt voor het volgen van voortgezet lager en middelbaar beroepsonderwijs zoals dit wordt ge geven aan L.T.S., M.T.S., lagei-e en middelbare agrarische en tuinbouw school, huishoudschool, L.E.A.O., M.E.A.O. en ook niet oor M.A.V.O., H.A.V.O., en voor het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs zoals dit wordt gegeven aan Atheneum en Gymnasium. Bovendien verleent de provincie geen bijdragen voor het volgen van weten schappelijk onderwijs zoals dit wordt gegeven aan universiteiten en hogescholen. Ook wordt geen provinciale studie- bijdrage verleend voor het volgen van hoger beroepsonderwijs zoals dit wordt gegeven aan H.T.S., H.E.A.O. Pedagogische Academie, Sociale Academie, instituten voor opleidin gen fysiotherapie en kleuterleidster, hogere agrarische school etc. Inlichtingen over het aanvragen van rijksstudietoelagen kunt u krijgen bij de hoofdafdeling rijksstudietoelagen van het ministerie van onderwijs en wetenschappen, Kempkensberg 2 te Groningen, tel. 050-239111. Indien een aanvraag om een tege moetkoming in de studiekosten c.q. T"rijlS&üöïëtÖëla'gè vc it opleidingen waarvoor van rijkswege een toelage kan worden verleend wordt afgewe zen op grond van inkomen of onvol doende studieresultaten en/of te la te indiening van de aanvraag, zal de provincie evenmin een bijdrage kunnen verstrekken. Dit geldt ook in de gevallen dat aan vragers een naar hun mening ie lage rijksbijdrage is toegekend en zij bij de provincies een verzoek om een (aanvullende) bijdrage indie nen. De provincie verleent bijdragen voor het volgen van dagopleidingen, zoals bijvoorbeeld de opleidingen secreta resse, receptioniste, toeristische in- formatrice. doktersassistente (N.I.- P.A.), apothekersassistente, vakop leidingen aan Deva-vakschootl, kap persdagschool. muziekschool, voorbe reidend jaar tot de vakstudie aan een muziekconservatorium e.d. Voorts kan een bijdrage worden ver strekt door het volgen van de dagop leidingen in het kader van het leer lingenwezen als verzorgingsassisten- Voor avond- en parttime opleidingen alsmede voor schriftelijk onderwijs worden geen provinciale studiebijla- gen verstrekt. II) Voor een orovinciale studiebij drage kom^n in aanmerking degenen 1) Die in Overijssel woonwachtig zijn (iemand die om studieredenen Voor een verblyf in het Kinderoord „Schaarshoek" in Heino, heeft de Streek VVV „Overijsselse Heuvel rug en Salland" weer een groot aantal verblyven kunnen reserveren. Ide aal voor kinderen van 7 tot 14 jaar. Weekenden: 5-6, 12-13. 19-20 april. 17-19 mei (Pinksteren) en 30 mei-1 juni. De kinderen worden verwacht op vrijdagavond na het diner en blijven tot zondagavond na het diner. Alleen voor de weekends kunnen ook de ouders meekomen. Dat houdt in dat ook zij in de Schaarshoek sla pen en eten. Veel fijner is het idee. dat zij weten dat hun kinderen worden verzorgd en beziggehouden. In de tus sentijd kunnen de ouders op eigen ge legenheid zwemmen, boodschappen doen of naar de bioscoop gaan in Zwolle of Deventer. Ook per auto zijn leuke tochten mogelijk naar Giet hoorn, Staphorst of naar de mooie natuurgebieden bij Nijverdal en Om men. Er- is op de Schaarshoek een terrein beschikbaar van 14 ha temidden van de bossen, met gezellige huisjes, een verwarmd zwembad, grote speelwei den met pony's, een kampvuurplaats en tal van andere attracties. De vol gende vakantieweken (volle weken, allen dus voor kinderen) zijn moge lijk 21-28 juni, 28 juni-5 juli, 5-12 ju li, 12-19 juli, 19-26 juli, 26 juli-2 aug. en 2-9 aug. Het kan voor ouders verrukkelijk zijn hun kinderen verzorgd achter te laten als zij samen ergens op vakan tie willen. Gedurende het gehele ver blijf zorgt een leider of leidster voor de begeleiding. Inschrijfformulieren verstrekt de Streek VVV, Marktstraat 19, Raal te, telef. 05720-2343. buiten de provincie woont, doch wiens ouders in Overijssel woonachtig zijn, wordt als inwoner van Overijssel aan gemerkt). 2) Wier ouders niet of slechts ge deeltelijk in staat zijn de studiekos ten te dragen. 3) Waarvan mag worden aangeno men dat zij bevredigende studiere sultaten zullen behalen. 4) Die de Nederlandse nationaliteit bezitten. Een uitzondering op deze regel vormen de kinderen van bui tenlandse werknemers, van politieke vluchtelingen of van daarmee gelijk te stellen personen. Zie hieronder bij III. III) Degenen, die niet de Nederland se nationaliteit bezitten, kunnen in bepaalde gevallen in aanmerking ko men voor een provinciale studiebij- drage. Hierover wordt het volgen de opgemerkt. Uitsluitend ten behoe ve van kinderen van buitenlandse werknemers, van politieke vluchte lingen of van daarmee gelijk te stel len personen kunnen in sommige ge vallen provinciale studiebij dragen worden verleend, wanneer in ver band met het niet bezitten van de Ne derlandse nationaliteit geen rijksstu dietoelagen kunnen worden ver leend wanneer in verband met het niet bezitten van de Nederlandse nationaliteit geen rijksstudietoela gen kunnen worden verleend. Inlichtingen hierover kunnen worden verstrekt door de desbetreffende bu reaus van de stichtingen buitenland se werknemers. Voor Twente is deze gevestigd te Hengelo (O.), Deldenerstraat 74, tel. (05400)-24805. Voor de rest van Overijssel (Stich ting buitenlandse werknemers „IJs- selstreek") te Deventer, Assenstraat 11, tel. (05700) —13182. Ook andere niet-Nederlanders die een dagopleiding volgen waarvoor het rijk geen toelagen verstrekt, kun nen voor 'n provinciale studiebijdra- ge in aanmerking komen wanneer zij een aanvaardbaar motief hebben voor het niet willen of kunnen ver krijgen van de Nederlandse nationa liteit. Voorbeeld kinderen van buitenlandse werknemers. Het loutere feit van minderjarigheid is geen aanvaard baar motief. IV) Aanvragers die voor het school jaar 1975-1976 in aanmerking wen sen te komen voor een provinciale studiebijdrage dienen zich zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor 1 juni 1975 schriftelijk te wenden tot de pro vinciale griffie, afdeling 4, Lutten- bergstraat 2 te Zwolle, onder vermel ding van de opleiding waarvoor een studiebijdrage wordt aangevraagd. Een aanvraagformulier zal na ont vangst van de aanmelding worden toegezonden. Zij, die zich voor 1 april 1975 -ter griffie hebben aangemeld en het hun toegezonden aanvraagfor mulier met volledige gegevens ten aanzien van inkomen en studieresul taten voor 1 juni 1975 hebben terug gezonden. zullen in september a.s. de beslissing omtrent de provinciale bijdrage -tegemoet kunnen zien. Aanvragers die zich na 1 april 1975 hebben aangemeld dienen er re kening mee te houden dat zij eerst in november a.s. kunnen worden ge ïnformeerd omtrent de toe te kennen provinciale bijdrage. Na 1 juni 1975 ingekomen verzoeken zullen slechts in hoge uitzonderings gevallen in behandeling worden ge- De hoogte van een ^provinciale bijdra ge is afhankc'ijk van: het inkomen van ouders en kind: het vermogen van ouders en kind; de samenstelling van het gezin (het aantal schoolgaande kinde- de hoogte van de studiekosten. In dit verband 'wijzen wij er op dat keuzemogelijkheid tussen verschil lende plaatsen en instituten om een bepaalde studie te volgen, de goed koopste wiize van opleiding uitgangs punt zal zijn voor de bepaling van de studiebijdrage. Indien iemand dus op grond van persoonlijke voorkeur in Amsterdam of in het buitenland gaat studeren, terwijl er in of nabij zijn woonplaats een gelijkwaardige op leidingsmogelijkheid bestaat, worden In de openbare bibliotheek aan de Rörikstraat toont Allard Vincent tot woensdag 5 maart zijn jongste werk. De openingstijden zijn: ma. en vrij. 14.30 tot 17.30 en 18-30 tot 20 u.; wo. 14.30 tot 17.30 u. Allard Vincent, geboren 1947, is een volbloed Holtenaar. Bijna zes jaar geleden moest hij het vak van tim merman opgeven. Al als kind had hij een opmerkelijk tekentalent aan de dag gelegd. Dit maakte hem de om schakeling gemakkelijker. Na een cursus van drie jaar aan de DEVA in Almelo in het vak publiciteit (re clametekenen enz.) stapte hij over naar de AKI in Enschede, waar hij nu eerstejaars is. De tentoonstelling in de bibliotheek is, gezien de geringe beschikbare ruimte, klein van omvang. Niettemin geloof ik dat Allard Vincent met de acht werken een goed beeld geeft van wat hij kan en van wat hem bezig houdt. Opvallend is het drevoudig schilderij een drieluik kan ik het moeilijk noemen dat telkens een andere visie biedt op hetzelfde weiland met daarachter een boslandschap: late zomer, volop winter en stralende len te. Als blikvanger koos Vincent voor een echt houten damhek. In dit ge val zeer terecht. Voorts is er, even eens aan het begin der expositie, een aquarel. Een rijk met calorieën be deelde, spaarzamelijk geklede moe derlijke vrouw in een burgerlijke ka mer. Op het tafeltje naast haar de grote verleiders in haar leven: slag roomgebak, sigaretten. Tussen haar voeten een hondje. Het is een goed opgezet tafereel dat evenwel even als het schilderij toch duidelijk do tekenaar verraadt. Ik geloof niet dat Alalrd Vincent daar bedroefd om hoeft te zijn. Kon ik voor deze twee werken wel bewondering opbrengen, echt blij ben ik met wat Vincent aan de ander® kant van het schot laat zien: drie et sen, twee tekeningen en naar ik, gehinderd door het glas, moet aanne men een combinatie van blind druk, mogelijk ets en in elk geval tekening. De ene tekening (3) is wel heel bij zonder van visie: een hondachtig beest dat als een zoekplaatje tevens een vrouwelijk naakt in zich verbergt. Heel fijn van lijn en uitwerking. De andere (4) geeft een verrukkelijk en bijna adembenemend beeld van een simpele veer in verschillen-io stadia van ontluistering. Ook de gemengde techniek-tekening (nr. 5) heeft weer een veer tot onderwerp. Nu een veer in lijst die op zijn beurt is ingelijst. Voor het laatst, het best. bewaarde ik de etsen: tweemaal een chrysant (6 en 7) beurtelings in wit en zwart afgedrukt. En voorts een prachtige boom (8). Hier bewijst Allard Vincent hoe hij simpele zaken zowel vertederend als „groot" kan verbeelden. Voor prijzen tussen f 50 en f 450 kan men een „Vincent" verwerven. Geen misse koop. (rkh) Het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de negen EG-landen beeft bij dè doorsnee Europeaan geen al te beste klank. Dit is wel begrijpelijk: de Europese landbouw wordt gespannen voor een kra kende wagen die Europese integratie heet en wat erger ishet landbouwbeleid is een grabbelton vol mysterieuze en onbegrijpe lijke termen. Het wordt hoog tijd dat Brussel tot een simplistisch monsterverbond komt, want boer en niet-boer zien door de EG- bomen het gemeenschappelijke bos niet meer. De ruim 250 miljoen EG-bewoners krijgen de kriebels als ze een men gelmoes van landbouw-prijzen voor geschoteld krijgen. Men praat in de Brusselse wandelgangen frank en vrij over richt-, oriëntatie-, inter ventie-, basis-, referentie-, drem pel en sluisprijzen. Het is een com pleet gooi- en smijtwerk met hef fingen. die zelfs A- en B-elementen bevatten, restituties, monetaire compenserende heffingen, enz. Wij vragen ons af of iemand nog iets be- begrijpt van het „groene akabada- bra". Zelfs de boeren zelf, om wie het dan in eerste instantie gaat, zien het niet meer zitten en laten vertwij feld alle moed zakken. Bij de jongste prijsgevechten in Brussel is een belangrijk wapen in de strijd gegooid: de zgn. compen serende momentaire grensbedragen Het gevecht om de nieuwe EG-land- bouwprijzen voor het komende jaar is nauwelijks te ontwarren als men de verdere informatie' over de mo netaire compensatie mist. Grens compensaties zijn gevaarlijke land mijnen die door Brussel gelegd zijn omdat het groene front op een ake- de meerkosten van het in Amster dam of in het buitenland studeren niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de bijdrage. Een ie verlenen bijdr- wordt ver strekt aan de ouders van de leerlin gen. Betaalbaarstellingen van de provinciale bijdragen zullen zoveel mogelijk per (bank) giro plaatsvin den. Het verdient aanbeveling bij de ge meente te informeren of een gemeen telijk stu efonds aanwezig, is en zo ja aldaar tevens een aanvraag om een toelage in te dienen. De ..Regeling inzake het verlenen van studiebijdragen" is vastgesteld bij besluit van provinciale staten van 16 ianuari 1969, nr. 7 en gewijzigd bij hun besluit van 6 maart 1974. nr. 18. De regeling is gepubliceerd in hei provinciaal blad onder nr. 1974-121. Desgewenst kunnen nadere inlichtin gen worden verstrekt door afdeling 4 van de provinciale griffie. Telefoon (05200)-77177, toestel 2117. Zwolle. 4 februari 1975 HOEVELAKEN r AMERSFOOfU •DIEREN WEESP^ NMRDEN V •LAREN KOflTENHOEE. ^HILVERSUM LOOSORECHT* ^WKRDÉN NUVERDAl van noord naar zuid ziet u in maar liefst 35 gemeenten 85 kantoren van uw eigen ei i vertrouwde Bondsspaarbank voor Midden en Oost Nederland De bank voor deze generatie... met diensten van deze tijd Verzekeringen Effekten Beleggingen Leningen Koop-Krediet-Plan Hypotheken Betalingsverkeer Salaris- en pensioeninning Buitenlands geld Kluisloketten Reisverzekeringen Alle soorten spaarvormen VOOR MIDDEN EN DOST NEDERLAND de bank voor oeze generatie lige manier gehinderd wordt door de menetaire guerrilla's (de monetai re autoriteiten in de gemeenschap). Munten herwaarderen en grenstrap- jes bouwen. De gemeenschappelijke landbouw prijzen worden in zgn. Rekeneenhe- den uitgedrukt. Tot voor kort was de waarde van deze rekeneenheid gelijk aan die van de Amerikaanse dollar. De monetaire crisis waarin deze dollar in I-et begin der zeventi ger jaren geraakt is heeft ertoe ge leid dat de rekeneenheid een eigen leven is gaan leiden. Hoewel de EG- prijzen in Rekeneenheden luiden krijgen de boeren hun prijzen uitbe taald in nationale valuta. Als de richtprijs voor melk door Brussel op 15 rekeneenheden wordt gezet, wordt dit voor de Nederlandse boer omgerekend naar guldens. Tot sep tember 1973 was de waarde van een R.E. gelijk aan f 3.62. Daanra reva lueerde de gulden met 5 procent, het geen ertoe leidde dat een R.E. zak te tot f 3.42. Met het revaluatiever schijnsel heeft men in feite het paard van Troio binnen d° gemeen schappelijke landbouwpolitiek ge haald, Re- of devalueren komt neer op een herwaardering van een munteenheid t.o.v. een andere (bui tenlandse) munteenheid. Als de gulden t.o.v. de Franse franc meer waard is, kan men de gulden reva lueren of opwaarderen. Frankrijk zou het tegendeel kunnen doen: de frank devalueren of lager waarde ren. In het aangehaald voorbeeld is een frank minder guldens waard of is een gulden meer francs waard. Nederland revalueerde in 1973 met 5 procent, dat betekende dus dat in de EG-rekeneenheid (die gelijk bleef) minder guldens gingen of dat men voor de gulden meer Reken eenheden kon krijgen Het herwaar deren van munten of valuta kan eco nomisch gezien volledig verant woord zijn. Een bepaalde economie of volkshuishouding kan sterker of beter zijn dan de huishouding in een ander land. In dat geval heeft het gevolgen voor de muntwaarde in beide landen en zeker voor de ver houding tussen beide munten. Voor de landbouw doet zich het ..merk waardig" verschijnsel van gemeen schappelijke prijzen voor. d.w.z. al le prijzen zijn In R. E. 'n uitgedrukt, zij zijn op het eerste oog immuun voor het monetaire gerommel van muntherwaarderingen. De complicaties worden echter groter: de revaluatie van de gulden leidt tot een daling van onze land bouwprijzen. Als de EG-Driizen in Rekeneenheden gemeten geiük blii- ven, beurt onze boer mmdr gul dens. In een revaluerend land dalen de boerenpriizen dus. terwijl in een devaluerend land (b.v. Frantriïk! deze prijzen stiigen.. Wat bliift er op deze manier nog over van een gemeenschaoneliike markt met vrii goederenverkeer én met «mmeen- schappeliike nrüzen? De F.O-bnnzen hebben voor deze monetaire bob bels een mooi noodverband uitge vonden: de comnenserende grens bedragen. Door re- en devaluaties gaan de prijsniveaus vnor nrn+ik- ten uit elkaar open. Uitgaande van het principe der g?m»pnsohann»iii- ke landbouwmarkt nrobeert men het vrije verkeer intact te laten door aan de grens ..monetair» traoies" te plaatsen. Tn ons revabmron^ 'land beurt fin b~- v>->- b'-' land. bouwprodukt dan in een niet reva luerend buitenland. Wat doet men nu: men houdt vast ■ran officiële verhouding '.assen R.E. en de gulden, men doet net of er monetair mets e»b--- is. 7,odra landbouwprodukten de grens over schrijden (zowel naar buiten ex port als naar binnen import wordt het verschil tussen de nieuwe en de oude muntverhouding wegge- compenseerd. Bij export van Ne derlandse agrarische produkten, die door onze revaluatie voor het bui tenland duurder geworden zijn, be taalt Nederland aan de grens een restitutie. Importeren wij het bui tenlandse landbouwprodukt, dat door onze revaluatie plotseling goed koper wordt, dan betaalt Nederland aan de grens een heffing. Deze hef fingen en restituties vormen de zgn, mohetaire compenserende grensbe dragen, d.w.z. de monetaire hapjes die de feitelijke prijsverschillen over bruggen. Geleidelijke afbraak grenscompen saties. Hoe ingewikkeld bet verhaal der monetaire grenscompensaties ook is. het probeert de gemeenschappe lijke landbouwmarkt staande te hou den maar deelt deze markt in feite ook op in verschillende blokken of deelmarkten. In de EG treft men punten aan die herhaaldelijk re- of devalueren waardoor in feite met verschillende agrarische prijsni veaus gewerkt wordt. De grens compensaties zijn een uitvloeisel van een fictie dat er door munther waarderingen niets gebeurt. Op grond van deze fictie blijft middels heffingen en restituties aan de grens het internationale landbouwverkeer binnen de Gemeenschap in tact. Het streven van Erussel is er op gericht om de sinds 1970 op grotere geheel toegepaste grenscompensa ties geleidelijk af te breken. In de Brusselse gedachtengang staat im mers de terugkeer naar een werke lijke Europese eenheidsmarkt voor op. In een dergelijke Euromarkt is op den duur geen plaats voor ficties (en dus ook geen monetaire compen serende grensbedragen). Dat stre ven aar afbraak is volledig terecht: een revaluerend land zal op den duur ook met lagere produktiekos- ten werken (de inflatie-bestrijding :s succesvoller en leidt tot minder sterke kostenstijging). In een deva luerend land zal men meestal met krachtiger kostenstijgingen zitten. De feitelijke koersverhoudingen tus sen de munten van beide landen zul len op den duur het coederen- en dus marktverkee bepalen. Door de Europese Commissie wordt terecht alles geprobeerd om tegelijk met de n;euwe EG-lendbouw- prijzen een afbraak van compense rende grensbedragen te realiseren. Dat hoeft dan niet allemaal ineens, maar het gaat niet aan dat ook maar enig land in de Gemeenschap deze grenscompensatie wil handha ven. Wat dat betreft zal ook de eco nomisch sterk? EG-broeder (Duits land) afstand mooton doen van de monetaire .grenstrapjes". Ons land heeft er minder moeite mee, maar dan alleen als Duitsland ook iets van de daar bestaande grens- comDensatie (nu nog 12 procent) af— deet. B. Schouwing Bij directeur Cor Ouwehand van het gelijknamige dierenpark in Rhe- nen staat een man op stoep. Stelt u zich voor: helemaal overstuur. Op de vraag van Ouwéhand, wat er aan haperde, vertelde de man ten ein de raad te zijn, omdat zijn goud vissen steeds maar dood gingen, wan neer hij de kom schoon maakte. En de juffrouw in de dierenwinkel had hem nog wel zo op zijn hart gedrukt, dat hij die schoonmaakbeurt geen week mocht overslaan. De heer Ouwehand snapte er aanvan kelijk geen laars van en vroeg de man hoe hij dan feitelijk tewerk ging met die wekelijkse reiniging. „Wel," zei de man, „zodra mijn rouw zover is dat de kom aan de beurt is, pakken we de goudvissen en die leggen we dan zolang op ta fel...!" Ja, ja, je komt als dierentuindirec teur voor de gekste vragen te staan.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1975 | | pagina 5