WIJ WILLEN GEEN BELASTINGVERLAGING AVOND-VIERDAAGSE GING VAN START 00RL0GSGRAVEKWERK NOG NIETS AAN BETEKENIS INGEBOET SUIKER-OOM Schooljeugd vist om wisselbeker Zwemmen Holten helpt Israël Beter licht op de Lichtenberg G. J. Kromdijk ving grootste brasem Zaterdag 24 juni 1967 HOLTENS NIEUWSBLAD Een vrolijk gezang klonk woensdag avond over de golvende korenvelden in de Holterenk. De N.U.W.-avond-vierdaag- se, georganiseerd door de W.S.V. „De Trekkers" ging van start. Drie avonden zullen senioren en junioren dames en he ren, jongens en meisjes, door Hol tens mooie dreven trekken, onder het zingen van de talrijk bekende wandelliedjes, over afstanden van resp. 15 en 10 km. Zater dag wordt het een middagtocht, die om 14.00 uur begint en waarbij resp. 20 en 15 km gewandeld zal worden. De drum band van „H.M.V." zal de wandelaars dan een eindweegs afhalen. Woensdagavond trok men vanaf café „De Waag" door de Holterenk het Neer dorp in en ging de tocht vandaar over de Holterberg via de Holterenk naar het punt van uitgang terug. Er waren deze avond negen en twintig individuele wan delaars en acht en dertig deelnemers in clubverband. Zowel de oudere dames, die goed opgekomen waren, als de jongelui, maakten een keurige indruk in hun fleu rig wandelcostuum. Getx-aind als ze zijn hadden zij niet de minste moeite om de voorgeschreven tocht te volbrengen. De E.H.B.O. behoefde er niet aan te pas te komen dat had men trouwens vooruit al voorzien want blaren waren er niet. De leiding van de senioren berustte bij de heer H. J. Schreurs lid van de Hol- tense „Trekkers" uit Markelo en bij de De Hengelsportvereniging „De Riet voorn" organiseert zaterdagmorgen van 8.30 tot 10.30 uur een viswedstrijd voor de schooljeugd in de Schipbeek. Aan deze wedstrijd, die gehouden wordt bij de Wip- pert, nemen zes scholen deel, die elk vijf afgevaardigden aanwijzen voor de wed strijd. Het gaat dit jaar voor het eerst om een wisselbeker, terwijl verder nog een aantal individuele prijsjes beschikbaar worden gesteld. De deelnemende scholen zijn: de o.l. Dorpsschool, de Kolschool, de School met de Bijbel te Holten, de o.l. school te Dijkerhoek en de o.l. scholen in het Larensebroek en het Markelosebroek. De leiding van deze wedstrijd berust bij de heren G. Jansen en G. W. Wolters, le den van „De Rietvoorn". Het bestuur van de zwemclub Twen- haarsveld verzoekt ons de leden van leef tijdsgroep B (in 1966 12 t.m. 15 jaar) en C (in 1966 16 jaar en ouder( mede te de len dat a.s. woensdag 28 juni om 19.00 uur de training hervat zal worden. Van medische zijde vond men het be ter om over 14 dagen (5 juli dus) de tx-ai- ning voor groep A (in 1966 11 jaar en jonger) te hervatten. Het bestuur heeft de datum voor de onderlinge wedstrijden voorlopig vastge steld op 23 augustus. De zwemclub G.Z.C. uit Olst heeft Z.C. Twenhaarsveld uitgenodigd om begin augustus met een jeugdploeg deel te ne men aan wedstrijden, terwijl er op 2 aug. een Waterfeest in het Holtense bad zal worden georganiseerd. junioren waren de begeleiders mej. M. de Boer en de heer H. Luttikhuis uit Alme lo, die als trainers fungeren. Zaterdagmid dag zullen ook de adspiranten meewan- delen. Voor de verdere dagen wordt een grotere deelname verwacht. Over deze In het jaarverslag, dat betrekking- heeft op het twintigste jaar vanhet be staan van het Nederlands Oorlogsgraven Comité, noemt Mr. W. H. Enklaar, sec retaris van het landelijk comité het een merkwaardige gedachte te mogen con stateren, hoe de betekenis van het werk van het comité, bij het verglijden der jaren, niets aan betekenis heeft inge boet. De innerlijke bewogenheid, welke tot de oprichting van het Nederlands Oorlogsgraven Comité leidde, is nog on verkort de achtergrond van zijn werk en de stimulans, welke bestuur, staf en medewerkers inspireert tot de inspan ningen, welke van hen worden ge vraagd. Mr. Enklaar zegt in de inleiding van het verslag „Ik kan er thans, 21 ja ren sedert de oprichting naar waarheid van getuigen, dat de dankbaarheid van het Nederlandse volk jegens zijn bevrij ders in marmer is gegrift. De geschie denis van twintig jaren oorlogsgraven- werk heeft voorts bewezen, hoezeer bij de volken, welke ons land bevrijdden, de oprechtheid van onze dankbaarheid wordt begrepen." In het verslag wordt verder o.m. ge zegd, dat men in de twintig jaren van het bestaan van het N.O.C. heeft mogen ondervinden, dat dét Nederlands oor- logsgravenwerk onder de geallieerde vrienden een enorme goodwill heeft verleend aan het kleine land, dat zij hebben helpen bevrijden. Het is een kracht ten goede geweest voor de sa- menleving van de volkeren in het wes telijk deel van de wereld. Op de menig maal gestelde vraag, of twintig jaren na het einde van de oorlog, het comité zijn arbeid niet zou dienen te beëindi gen, zou het vorenstaande reeds een af doend antwoord kunnen betekenen. Er is echter nog een ander antwoord, dat nog meer doorslaand is n.l. .,dat de taak van het comité nog niet is vol tooid". Zij, die dit werk met zoveel liefde doen, ervaren in de praktijk, telkens weer, dat de tijd niet alle wonden heelt en dat in ieder ouder- of vrouwenhart een lidteken is achtergebleven. Het grafbezoek schenkt hen pas de vrede des harten, waardoor het hen mogelijk is het geleden verlies te aanvaarden. Door het werk van het comité zijn zij vaak weer gelukkige mensen geworden. ,Alle Engelse, Canadese, Amerikaan se pelgrims, welke wij in onze Neder landse huizen, hebben mogen ontvan gen, aldus Mr. Enklaar, zijn vrienden van ons en ons volk geworden." De in spanning van het comité heeft slechts een zeer beperkte radius, maar de in vloed die van het werk uitgaat verbreidt zich als een olievlek, tot zegen van on ze internationale betrekkingen. Wat de werkzaamheden betreft, de jaarlijkse klaprozeninzameling, die de financiële kurk is waarop het oorlogs- gravenwerk drijft overtrof met een op- eerste avond wax-en allen zeer ingenomen. Het was heerlijk wandelweer en de lucht was bezwangei'd met de geur van kam perfoelie en andere bloemen. Allen die de vierdaagse volbrengen ontvangen het N.U.W.-avondvierdagenkruis. brengst van f 22.000,weer de op brengst van voorgaande jaren. De vele collecte-comité's in den lande komt een eresaluut toe voor dit vaak moeizaam werk. De Britsh Legion honoreerde dit werk weer door 33 klaprooscollectanten, door het lot aangewezen!, uit te nodigen voor een 4-daags bezoek aan Londen. Hel oorlogsgravenwerk vindt zijn uit drukking in de pelgrimstochten van na bestaanden naar de geallieerde oorlogs graven hier te lande. In 1966 werd van 6 tot 10 mei de honderdste Engelse pel grimstocht in Nijmegen/Gi'oesbeek ont vangen. De Nederlandse Ambassadeur in Engeland en diens Engelse ambtge noot in Nederland verleenden ieder op hun wijze aan deze gebeurtenis een bij zonder accent. Onder de Canadese pelgrims, die in september naar Holten kwamen, be vond zich de duizendste Canadese graf bezoekster, Mrs Isabel Davis, uit Am herst N.S. Het aantal Engelse grafbezoekers kan tot heden zeker op 10.000 worden ge steld. In 1966 hadden vijf pelgrimstoch ten plaats naar Nijmegen/Groesbeek. Bergen op Zoom en Holten waaraan 460 nabestaanden deelnemen. Het jaarverslag toont zich uitermate dankbaar jegens de gastheren en gast vrouwen, waarin het comité zijn beste ambassadeurs heeft mogen vinden, aan gezien zij degenen zijn, die het werk van het comitéé dragen. Het is zonder meer duidelijk, dat het comité zijn arbeid helaas niet in stilte kan verrichten, hetgeen vanzelfspre kend meer in de lijn van dit werk zou liggen. Men is voor de geldmiddelen aangewezen op de jaarlijkse klaproos- collecte en daarvoor dient het Neder landse publiek door de public relations op de hoogte te worden gehouden. Ten slotte wordt in het verslag nog gewezen op een tot verwarring leidende naamsverwisseling. Er bestaat n.l. ook Nederlandse Oorlogsgraven Stichting. Deze richt zich slechts op het Neder landse oorlogsgraf, waar ook ter wereld, terwijl het Nederlands Oorlogsgraven Comité zich duidelijk en alleen richt op het geallieerde oorlogsgraf. De acie „Holten helpt Israël" heeft nog niet de tienduizend gulden bereikt, die door sommigen voorspeld werd. Toch is de opbrengst daar nog geen tweehonderd gulden vanaf gebleven, want de huidige stand van de rekening bij de Coöp. Boe renleenbank is f 3.840,70. Dat is 'n prach tige bijdrage van de Holtense bevolking, die zelfs de opbrengst in sommige steden overtreft. Nog steeds komen bedragen binnen, zodat de mijlpaal van f 10.000, misschien toch nog wordt bereikt. Men schrijft ons: NIET GOED, GELD TERUG Iedereen heeft wel eens gehoord van de Sjaloomgroep. Het is de beweging die zich bezig houdt met het doorbreken van verouderde opvattingen omtrent zaken als oorlog en vrede, ontwikke lingshulp etc. Zij geeft een eigen blad uit, organiseert konferenties en probeert op deze wijze een bijdrage te leveren in de grote „revolutie", die zich op tal van levensfronten afspeelt. De Sjaloomgroep wordt gevormd door mensen van uiteenlopende politieke en kerkelijke geaardheid. Ook in Holten wonen verscheidene sympathisanten van deze beweging. Het is mede namens deze Holtenaren, dat wij de lezer onderstaande (door ons bekorte) publikatie van Sjaloom onder ogen willen brengen. Wie op enigerlei wijze wil deelnemen aan de aktie „Niet goed, geld terug", kan zich in verbinding stellen met J. ten Dam, Espelo 21, Holten, tel. 05725) 373. Is het niet de hoogste tijd, dat wij na vele honderden jaren christelijke cultuur eindelijk eens gaan beseffen, dat waar onze naaste honger lijdt, ter wijl wij zwelgen, dit een klap is in het gezicht van onze christelijke waardig heid? „Sinds jaar en dag dringen de Ver enigde Naties, dringen ekonomen, ker ken en particuliere groepen, ja dringt de wereldmeerderheid (van arme lan den) aan op een effektieve strijd tegen de honger en voor een rechtvaardige verdeling van levenskansen, hulpbron nen, inkomen en taken in onze wereld. Op zijn allerminst zouden de rijke landen nu reeds 1 van hun nationale inkomen moeten vrijmaken voor déze strijd en spoedig 2 tot 3 Maar tot nu toe modderen we maar wat aan met een kollekte hier en een projektje daar. Van een werkelijke politieke en sociaal-eko- nomische aanpak is nog geen sprake. En intussen blijft de kloof tussen noord en zuid. tussen het rijke een derde deel van de mensheid, en hét ar me twee-derde deel zich verdiepen. Tien jaar geleden was het noorden tien maal zo welvarend als het zuiden: op dit mo ment elf maal zo rijk. Dat is al te gek. Ook de politieke partijen in Nederland zijn er geleidelijk aan toe gekomen in hun partij programma's zie de laatste verkiezingen zodanige ontwikke lingshulp te bepleiten, dat daaraan, om te beginnen tenminste 1 van ons na tionale inkomen wordt besteed. Maar wat gebeurt er? EEN KWESTIE VAN REKENEN MET DE WERELD 1 van ons nationale inkomen zou momenteel betekenen: 800 miljoen gul den. Op de begroting 1967 is echter slechts 450 miljoen uitgetrokken. Dat is maar 0.B (wat het ook al in 1961 was!). Regering en parlement zeggen dat we niet meer kunnen missen gezien de vele andere taken die we hebben: on derwijsvernieuwing, defensie, wegen bouw, maatschappelijk werk etc. al spreken sommige partijprogramma's van de hoogste prioriteit" voor ont wikkelingshulp. Maar er komt op 1 juli wel weer een belastingverlaging van 550 miljoen gulden! Dat geld wordt niet aan de bedoelde taken besteed, maar het verhoogt de konsumptie, de vertering. Zouden we deze belastingverlaging in Nederland, deze nationale verterings kans, laten lopen wegens de strijd tegen de honger, dan hadden we beschikbaar: ƒ450 miljoen (was al uitgetrokken) -f 550 miljoen (belastingverlaging 1 miljard. Dan zouden we tenminste die allerminimaalste 1 halen en zelfs e,en beetje overstijgen, want 1 miljard komt neer op VA van ons nationale inkomen. En misschien waren we dan meteen wat meer bereid om er aan mee te werken, dat eerlijker prijzen worden betaald voor grondstoffen en produkten uit de ontwikkelingslanden; en dat deze landen nu eens echt geholpen zouden worden bij hun noodzakelijke industria lisatie. NATIONALE WET IN STRIJD MET WERELDWET Wie gehoorzaam wil zijn aan de wet van het menselijk bestaan, kan de wet van de belastingverlagiixg niet als geldig erkennen. Die is NIET GOED. We stu ren dus ons GELD TERUG. Dat doen we per postwissel aan het adres van de minister van Financiën, Kneuterdijk, 's Gravenhage. Op de bij-strook schrij ven we: NIET GOED! GELD TERUG. Voor de eerste maal doen allen, die daar maar even voor in de gelegenheid zijn, dit persoonlijk in een mars die op zaterdag 1 juli om 2 uur bij het Vredes paleis in 's Gravenhage begint en zijn einddoel heeft bij het ministerie van financiëp. De deelnemers hebben een enveloppe bij zich met daarop geschre ven NIET GOED! GELD TERUG, en voorts duidelijk naam, adres en woon plaats van de afzender. In de enveloppe zit een tientje. Aan het einde van de maand, als we precies weten hoeveel ons loon/inkomen als gevolg van de be lastingverlaging per saldo steeg, korri- geren we dat tientje wel. En dan voort aan per postwissel. In een open brief aan de minister van financiën, waarvan afschrift aan het kabinet en het parlement en tevens aan Oe Thant, sekretaris-generaal van de Verenigde Naties, wordt de- aktie ge motiveerd. Uit de lijst van hen, die zich reeds bereid verklaarden tot onderteke ning, vermelden we: H. Biersteker-Hil- versum, S. Jelsma msc-Odijk, B. van Kaam-Amsterdam. J. v. Kilsdonk sj- Amsterdam, ds A. Klamer-Hilversum, ds G. P. Klijn-Driebergen. P. Reckman- Odijk, drs F. Rondagh-Amsterdam, prof. dr J. Tinbergen-Den Haag, ds N. A. Schuman-WesSzaan, D. van Weerlee- Amsterdam. HET GAAT NU OM DE POLITIEKE WIL Het gaat in deze aktie niet om de zo veelste goedwillende en ontoereikende geldinzameling. Deze aktie is geen cha ritatieve (liefdadige), maar een politie ke. Zij wijst in de richting van onder schikking van het nationale aan het mondiale welzijn. Opdat onze wereld voor allen bewoonbaar worde. Oe Thant zegt (in zijn jaarverslag 1966 aan de V.N.): het mankeert ons niet meer aan de nodige kennis, deskundigheid, ideeën en aparatuur, maar nog slechts aan de POLITIEKE WIL om deze aan te wen den tot het welzijn van heel de wereld gemeenschap." De gemeenteraad van Holten zal zich maandag hebben uit te spreken over een verzoek van de gemeente Rijssen om de levering van electrische energiein het z.g. gebied II op de Lichtenberg onder de gemeente Rijssen aan de gemeenschappe lijke regeling te onttrekken. Zoals wij reeds eerder gemeld hebben kunnen thans 11 percelen in dit gebied van een groter vei'mogen en een hogere spanning worden voorzien, omdat de N.V. IJsselcentrale in het aangrenzende gebied der gemeente Wierden een transformator station gaat bouwen, dat percelen in die gemeente van stroom zal gaan vooi'zien. De Enex-giecommissie der gemeente Hol- ten is van ooi-deel, dat het verzoek vaix de r: gemeente Rijssen dient te worden inge willigd, omdat de onderhavige netsplitsing zowel in het belang" is van het electrici- teitsbedrijf der gemeente Holten als van de verbruikers in het meex-genoemd ge bied II. De aldaar geplaatste electriciteits- meters zullen door de gemeente Rijssen tegen boekwaarde worden overgenomen, terwijl de gemeente Rijssen de kosten van deze netspitsing voor haar rekening zal nemen. In totaal worden deze begroot op vijfhonderd gulden. Voor enkele pex-celen aan de zuid-oost zijde van de grens met Holten blijft de stroomlevering aan Rijs- sense ingezetenen nog gehandhaafd. Zes en twintig leden van de Hengel sportvereniging „De Rietvoorn" maakten de vorige week zaterdag een vistocht naar Tacozijl in de N.O.-polder, om daar een hengelwedstrijd te houden. Om half drie in de morgen vertrokken zij met een O.A.D.-bus naar het hen niet onbekende viswater om hun geluk te beproeven. De heer J. W. Baltus, houder van de wissel beker, moest deze tegen zijn andere club genoten verdedigen. Hij delfde het onder spit, want de heer G. J. Kromdijk ving deze dag de grootste brasem lengte 44'.2 cm en kwam daarmede in het be zit van de beker. De jeugdige J. Scholten uit de Pastorie straat bleek de fortuinlijkste hengelaar te zijn. Hij ving niet minder dan 60 stuks bovenmaatse vis. De grootste vangst van deze gezellige dag. En het was geen vis serslatijn. Feuilleton door Tom Lodewijk 13) „D'r ligt nog een ouwe werkbroek van mij," zei de baard, „als je niet in adam- kostuum wilt lopen, trek die dan maar an." „Zozo," zei oom Simon, „nou u kwam net bijtijds." „U moet niet met schoolmeesters gaan vissen," zei de baard, „daar komt niks dan narigheid van. Dat zie je nou al weer." „Luister niet naar wat die vent zegt," protesteerde Pieter, tijdens het uittrek ken van een kletsnat hemd, vanuit het andere schuitje. „Hij heeft iets tegen schoolmeesters, omdat ie het zelf nooit verder dan de derde klas heeft ge bracht." „Jullie kent mekaar zeker." „Nou, ik zou Pieter niet kennen! Ik heb hem bij vergissing het leven gered, anders had ik hem laten dobberen. D'r is niks an verloren, meneer." „Jij mij het leven gered," protesteerde Pieter, „je had me bijna overvaren, suk kel! 'k Heb jou niet nodig!" „Maar wél m'n broek," constateerde baardmans tevreden, ..Kleed je nou an want het is geen gezicht, al die beende ren." Oom Simon knorde van genoegen. Niet alleen had hij een knaap van een karper gevangen, helemaal alleen, on danks de duikdemonstratie van zijn neef, maar hier was een man komen op dagen waarmee je ook figuurlijk uit vissen kon gaan, dat wist hij meteen. ,,Ik ben Simon Kolberg," zei hij, ,.en Pieter is mijn aangetrouwde neef." „Zo", zei de Baard, „ik heet Sjoerd Bol. Tja, je wéét niet wat je in de fami lie krijgt, hè? 't Is een misstap van An neke geweest, denk ik altijd maar." „Ik kom zó bij je," dreigde Pieter, die net bezig was de laatste hand aan zijn schaars toilet te leggen. „Pas maar op dat je er dan niet wéér induvelt. Ik heb geen twee broeken." treiderde Sjoerd. Nadat oom Simon bemiddeld had tus sen de man met de baard en Pieter, die aanbood zijn levensredder te water te werpen, toverde Sjoerd ergens uit een kastje van de sloep een kleine, vierkante fles te voorschijn, waarvan hij Pieter de inhoud stex-k aanbeval tegen „de kippe- koorts". Ook oom Simon versmaadde de medicijn niet, en Sjoerd nam de laatste en grootste slok. „Ziezo," zei hij, „alle goeie dingen be staan in drieën. Wat gaan we doen jon gens? Piet, ga mee naar de werf, dan kunnen je kleren drogen. Enne zou- wen we die karper dan niet soldaat ma ken?" „Die moet: mee naar huis," zei oom Simon. „Ben je gek," meende Sjoerd, „niks voor Anneke." Oom Simon meende van zijn neef al zoiets gehoord te hebben. Maar niemand gelooft me als ik ver tel „Zien is geloven." besliste Sjoerd. „We maken d'r een foto van, de karper een beetje naar voren, dan lijkt ie nog gro ter, en u zakt een beetje door uw knieën." „Je bent een schurk," lachtte Simon Kolberg. Het bleek dat Sjoerd een klein scheepswerfje had, wat bootjes ver huurde, andere bootjes".' repareerde, en druk bezig was aan een geheimzinnig ontwerp, dat een ommekeer moest bren gen in de zeilsport. „Ik ben een ouwe vrijgezel," verklaar de hij, „ik heb met niemand wat te ma ken en leef voor 't vaderland weg." Hij zag kennelijk in oom Simon een ver wante geest, en meneren was er niet meer bij. Voor Sjoerd was het „ome Si mon" exi de aldus toegesprokene glom van voldoening als beleefde hij de schoonste dag van zijn leven. Het kleine huisje van Sjoerd mocht ex- van buiten vervallen uitzien, binnenin regeerde een zeiler, een man van orde, en met allerlei kastjes exi kisten leek het wel een scheepskajuit. De karper werd, nadat hij mét oom Simon was vereeu wigd, vakkundig panklaar gemaakt. „Nou," zei Sjoerd, toen ze gedrieën za ten te smullen, „is dat wat of is dat niks?" Na het eten verschanste Pieter zich in de enige makkelijke stoel. Hij moest, zei hij, nog wat bijkomen van de schok. „Met andere woorden, je gaat wat pit ten", zei Sjoerd taktloos. „Nou, strijk je zeil, vader, inmiddels zijn je kleren wel droog, hoef ik niet meer tegen die be tonnen ribbekast van je aan te kijken. Kom," zei hij tegen oom Simon, „laat de ouderdom maar slapen, wij gaan cffe op de werf kijken." Toen Pieter wakker werd. zag hij zijn gast zomin als zijn gastheer. Hij voelde aan zijn kleren. Nog wat frisjes, maar het kon. En toen ging hij op zoek. Ze zaten allebei, Sjoerd op een kruk, oom Simon op een leeg vaatje, en waren in druk gesprek. Pieter, ongezien, stond ze te bekijken. Sjoerd had het over bo ten, dat was duidelijk. Niets bracht hem op z'n praatstoel, of kruk in dit geval. En Oom Simon zat daarbij als was hij het beloofde land binnengereden. Dik an, dacht Pieter en besloot door het zet ten van koffie ook eens een deel aan de gezelligheid te gaan bijdragen. Het leed geen twijfel, constateerde Pieter, of oom Simon vond de dag bij zonder welbesteed. Toen ze na een har telijk afscheid weer op huis aan gingen zei hij. „Dat is een vent, die Sjoerd." „Ja," zei Pieter, .jullie konden nogal met mekaar overweg, niet?" „Kerel, naar mijn hart. Ik kom nog es bij 'em an." (wordt vervolgd)

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1967 | | pagina 2