Gezellig winkelen lêiks&iïr» HET LEVEN AAN HET HOF VAN DE TURKSE SULTANS KIJK KIES... KOOP.. Uw koopcentrum.... en zo voordelig meren Waar u in een gezellige sfeer kunt winkelen en slagen. Waar u gevarieerde voorraden vindt en prettige prijzen. Waar u persoonlijke service geniet en goed advies ontvangt. Waar u tot de ontdekking komt dat kopen 'n prettige bezigheid is. Bejaarden dagje uit Guernsey-avond Holtense Plattelandsvrouwen Hogere opbrengst „Eten voor India" Zaterdag 3 juni 1967 IIOU KNS NIEUWSBLAD In de sprookjesstad Istanboel, met zijn ruim zeshonderd moskeeën, staat op de westelijke oever van de Bosporus op het Europese territoir van Turkije het machtige Topkapi-paleis. In dit paleis, hetwelk thans is ingericht als museum en dat gebouwd werd in het tijdvak van 1465-tot 1468, verbleven gedurende meer dan vijf eeuwen de Turkse sultans. Hoeveel de waarde bedraagt van alle kunstschatten en rijkdommen die in het oude paleis aan de Bosporus liggen op gestapeld en die voor elke toerist da gelijks te bezichtigen zijn, is niet te zeg gen. Maar veel is het in ieder geval. Al leen al de verzameling Chinees porce- lein, welke duizenden stukken telt en geldt als' de grootste Chinese porcelein- verzameling ter wereld, vertegenwoor digt een onvoorstelbare geldwaarde. Verder zijn er duizenden gouden munten, alsmede even zoveel fraaie sie raden, kostbare edelstenen een ervan weegt drie kilo! talrijke tronen en kronen, zeldzame medailles, wapenver zamelingen, schilderijen, zeer mooie, met goudbrocaat bestikte hofgewaden, prachtige Oosterse tapijten, kortom, al de pracht en praal, zoals men die zich alleen maar aan de hoven van de Oos terse vorsten kan voorstellen. Al deze rijkdommen waren het eigendom van de Turkse sultans en gedurende hun re geringstijd hadden zij het recht naar believen uit de enorme voorraad te put ten. Een waar pronkstuk' in het Topkapi- paleis is de met 25.000 parelen belegde gouden troon van Sjah Ismaïl, die na de verovering van Perzië in 1514 door Sul tan Selim I als krijgsbuit in triomf naar Istanboel werd vervoerd. Uiteraard was er in het paleis van de sultans in Istanboel een harem, een on overzichtelijk gebouwencomplex, dat voortdurend werd uitgebreid. Het woord harem betekent privé en duidt een plaats aan, waar de toegang voor onbe voegden strikt is verboden. De harem in het Topkapi-paleis in Istanboel telde een dozijn appartementen, die elk ver scheidene kamers telden. In elk appar tement was een bach (chef) aangesteld. Het gehele etablissement was onder worpen aan een strenge discipline en de minste inbreuk daarop kon aan de overtreder het leven kosten. SLAVINNEN Tijdens de regeringsperiode van sul tan Suleyman I, bijgenaamd De Prach tige (15201566), breidde het Ottomaan se imperium zich snel uit en tientallen kleine koninkrijken, prins- en hertog dommen, hetzij Byzantijns, Turks of Slavisch, werden ingelijfd bij het Turkse rijk. Geen enkele vorstelijke familie in het Zuid-oosten van Europa had dus langer belang bij een adellijke echtver binding. Van dat tijdperk af kozen de Turkse sultans dan ook hun vrouwen niet meer uit de adellijke families, doch maakten zij hun keuze uit de niet-adel- lijke kringen. En dat waren in het bij zonder de uit de veroverde gebieden verkregen slavinnen, die eenmaal per week te koop werden aangeboden op de grote slavenmarkt van Istanboel, waai^ duizenden boeren en soldaten de schoonheden met open mond aangaap ten. De paleiszalen begonnen zich weldra te vullen met slaven van allerlei rassen en de mooiste slavinnen deden aan het hof haar intrede. Op de van de krijg terugkerende sultans oefenden deze schone slavinnen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. De zachte, luxe divans waren voor hen een aangename ïust- en verpozingsplaats en tegelijker tijd een soort van energiebron voor de nieuw te leveren veldslagen. De gewon nen pracht en luxe van het. imperium drongen steeds verder door tot de ver blijven van de sobere veroveraars. Het aantal hofzalen werd uitgebreid, de de cors verrijkt, de vele divans bedekt met de zeldzaamste stoffen, de schone sla vinnen omhangen met parelsnoeren en edelstenen. Tijdens de eerste jaren van het bestaan van het imperium was het de gewoonte, dat de krijgsbuit werd verdeeld onder de krijgslieden. Later kwam alle vergaarde buit echter terecht in de schatkist van de sultans. De pompeuze feesten, de weelde en het plezier in de alkoven ver wekelijkten evenwel geleidelijk aan het ontstuimige bloed van de ontembare veroveraars en donkere tijden braken aan voor het machtige en uitgestrekte Turkenrijk. „CLASSIFICATIE" Onder de slavinnen waren ook blonde vrouwen uit Hongarije en Noord-Joego- slavië, die bij de Turken zeer begeerd v/aren en een flinke som geld opbrach ten. Soms ook kreeg de sultan een sla vin van uit de veroverde gebieden door een Turkse generaal of grootvizier als geschenk toegezonden. Elke week op nieuw werden op de slavenmarkt in Is tanboel door de haremopzichters nieuwe slavinnen aangekocht, die, nadat zij door vrouwelijke experts waren geëxa mineerd, aan het hof een gedegen op voeding genoten en werden bekeerd tot de islam. Muziek, dans en zang waren voor de slavinnen de voornaamste vak ken. Zij leerden echter tevens schrijven en lezen. Na het verstrijken van een ze kere tijd werd steeds een dozijn nieuwe slavinnen ter schouwing aangeboden aan de sultan, die daarop een „classifi catie" maakte. De jongedame, die hem het meest beviel, werd vervolgens door de hofdames naar het bad geleid, al waar zij, na urenlang gewassen te zijn, met kostbare oliën en parfums werd in gewreven. Daarop werd de uitverkorene met de fraaiste kleding, die voorhanden was, aangekleed en onder de klanken van fluit en gezang naar de sultan ge bracht. Bij het overschrijden van de drempel van diens vertrek was zij ver plicht een diepe buiging te maken en als bewijs van onderworpenheid des sul tans voeten te kussen. Als teken van onderworpenheid, jawel, maar hoevelen van deze bekoorlijke slavinnetjes werden door middel van listen en intriges later in feite niet de ware heerseressen van het rijk! INTIEME KRING" Welke hiërarchieke rang hadden al deze gecultiveerde slavinnen, die soms meer dan tweehonderd in persoon sterk waren, aan het hof van de sultan? Het aantal slavinnen, dat kon worden gere kend tot de „zeer intieme kring" van de vorst te behoren, de zogeheten kadins, was niet groter dan zes. Tot de niet „zeer intieme", maar toch „intieme" kring dienden te worden gerekend die genen van de haremvrouwen, die kin deren van de sultan hadden. D^ze vrou wen werden aangeduid als hasseki. Ieder van des sultans favorites beschikte over een luxueus privé-appartement, ontving een royaal pensioen en had op haar beurt te haren behoeve eigen slaven .ter beschikking. In het paleis van de sultan waren de slavinnen in diverse categorieën inge deeld en elk van deze categorieën had als kenteken haar eigen kapsel. De ka dins en de hassekis hadden tevens het recht zich te kleden zoals de echte prin sessen dat deden. De sultan ontving deze vrouwen naar zijn wens om beurten 's avonds. Indien zijn fantasie hot hem evenwél ingaf, be perkte hij zich niet uitsluitend tot de vrouwen van de „zeer intieme" en „in tieme kring", doch nam hij ook andere slavinnen om enkele aangename uren door te brengen. Men kan zich voorstel len welke sluwe complotten door al deze slavinnen werden uitgedacht! In het paleis droegen de sultans met zilver bespijkerde sandalen. Bij het ho ren van het tik-tak van de zilveren spij kers op het marmer trok iedereen, die in de paleisgangen was, zich terstond terug, want eèn onaangekondigde ont moeting met de sultan werd als een ern stige belediging voor de heersers be schouwd en met de dood bestraft. DE HAREMWACHTERS Het is in navolging van Perzië en het Byzantijnse keizerrijk, dat de Turken de gewoonte aannamen eunuchen in pa- leisdienst te nemen. Deze eunuchen (ontmanden) waren belast met de be waking van de harem. Tot aan de rege ringsperiode van Mehmet III (1595 1602) werden uitsluitend blanke eunu chen in dienst genomen. Vaak brachten zij het tot hoge posities. De blanke eunu chen Hadim Ali en Hadim Sinan westerlingen waren destijds in het Turkse imperium verplicht Oosterse namen aan te nemen klommen zelfs op tot de rang van grootvizier, het hoogst bereikbare ambt in het Otto maanse keizerrijk. Beide personages hebben veel tot de uitbreiding van het Turkse imperium bijgedragen. De macht van de eunuchen deed zich aan het hof soms zo sterk gelden, dat in 1617 de chef van de eunuchen, Mustafa Aga, het initiatief nam sultan Mustafa I, die in hoge graad krankzinnig was, van de troon te stoten en hem te doen vervan gen door Osman II. Sultan Mehmet III vond de invloed van de eunuchen echter bedenkelijk en verbood hun de toegang tot de harem. Waarschijnlijk niet alleen uit bezorgdheid voor het imperium, maar ook zoals tenminste mag wor den aangenomen uit egocentrische overwegingen, want de blanke eunuchen zouden, hoe dik van postuur zij ook wa ren, op de haremvrouwen, die afgezien van de sultan nooit een ander mannelijk wezen te zien kregen, een zekere aan trekkingskracht kunnen uitoefenen. Sultan Mehmet III kreeg dan ook het lumineuze idee om zwarte eunuchen in dienst te nemen, die, naar hij verwacht te, minder invloed op het paleisleven zouden uitoefenen. Uit de zwarte eunu chen koos hij de meest lelijke. Ontegen zeglijk, gezegd dient te worden, dat de gedachtengang van deze sultans van grote'mensenkennis getuigt! Toch wist later een zwarte eunuch op te klimmen tot grootvizier. Het was Kara Mustafa (Zwarte Mustafa), die in 1683 aan het hoofd van een enorm sterk le ger opmarcheerde tot voor de poorten van Wenen! De kizlar aghassi, chefvan de eunu chen, controleerdè streng het doen en laten van alle vrouwen in het paleis. Hij bezat een 'weelderig ingericht verblijf, waarvan de muren en het plafond wa ren. belegd met prachtig, okerkleurig plateelwerk. De eunuchen van lagere rang leefden in vochtige, sombere cellen onder het paleis, waar geen enkele zonnestraal doordrong. De zwarte eunuchen, ge wend aan licht en zonnewarmte, kwijn den hier snel weg, kregen tuberculose en lagen tenslotte jaren lang hoestend en kuchend op hun dood te wachten. Her haaldelijk vroegen zij om een beter woonverblijf, maar dat werd hun bot weg geweigerd. Zij leidden in de naar geestige keldergalerijen van het paleis een leven, dat absoluut tegen hun zonni ge natuur was. En hoewel zij de mooiste bloemen bewaakten, hadden zij geen recht deze aan te raken. OPSLUITING VAN DE JONGE PRINSEN Bij de aanvang van de stichting van het Ottomaanse imperium, toen de sul tans nog normale huwelijken sloten, bleven hun zoons onder hun hoede en werden met zorg opgevoed. De jonge prinsen genoten privé-onderwijs van de beste leraren uit het land en reeds op zestienjarige leeftijd volgden zij stages bij de gouverneurs in de provincies en trokken zij aan het hoofd van een regi ment ten strijde. Later evenwel, toen de. Turkse sultans echte polygamisten wer den en er steeds meer, prinsjes kwamen, zag men zich gedwongen dit systeem op te geven. Jaloezie en wraak deden aan het hof hun intrede. De eeuwigdurende disputen tussen de prinsen onderling waren voor het rijk zeer nadelig en zelfs gevaarlijk. Teneinde dit gevaar, dat met het toenemen van het aantal prinsen steeds groter werd, uit de weg te ruimen, ging men er toe over de prinsen op te sluiten. Enige jaren na de geboorte werden de prinsjes opgesloten in een speciaal ver blijf in het paleis, genaamd chimchirlik, welk verblijf zij slechts konden verlaten in een doodkist of als het geluk met hen was om de troon te bestijgen. Sommigen van de stakkerds brachten veertig jaren of langer in gevangen- schap door. Een dergelijke maatregel had tot gevolg, dat de vorming en de opvoeding van de jonge prinsen veel te wensen overliet. Opgesloten, geen an dere ménselijke wezens ziende dan hun huismeesters, kwijnde hun geestkracht weg. Het merendeel van de ongelukki- gen werd na verloop van tijd debiel en ziekelijk. Als enig onderwijs ontvingen zij eenvoudige schrijf- en leeslessen en wat onderricht uit de koran. Dat was al les. Gevolg: een bijna totale onwetend heid. De constante angst voor een terdood veroordeling bewerkstelligde, dat de ar me wezens hypernerveus, vreesachtig en uitermate achterdochtig werden. Kwa men zij ondanks dit alles toch nog aan de regering, dan betekende dit een ca tastrofe, want door hun ziekelijke arg waan zagen zij in iedereen een vijand. Generaals, hoge ambtenaren en talrijke hoffunctionarissen werden dan ook op hun bevel op drastische wijze uit de weg. geruimd. De regering werd in de praktijk uitgeoefend door grootvizieren. Op en kele uitzonderingen na hadden de prin sen, die het geluk hadden slechts korte tijd opgesloten te blijven en dus op jonge leeftijd de troon bestegen, de kans nog wat goeds van hun leven te maken. Eni gen van hen brachten voor het rijk goe de hervormingen aan en streden dapper aan het hoofd van hun troepen. Opgemerkt dient hier te worden, dat de traditie om aan het hoofd van hun troepen ten strijde te trekken bij de sul tans geleidelijk aan in onbruik geraakte. De luxe en de talrijke vrouwen aan het hof maakten velen van hen nonchalant en inactief en de krijg werd door hen overgelaten aan de maarschalken, het geen een nadelige invloed had op hét élan' van de soldaten. De sultan als aan voerder namelijk werd door het gehele leger min of meer als een godheid be schouwd en als deze het sein tot de aan val gaf, vochten de Turkse boerenzonen als leeuwen. GEVAARLIJKE AUDIËNTIES De grootvizier deed in principe alle belangrijke staatszaken af, maar de sul tan hield daarbij stevig een vinger in de pap. Bij de audiënties zat de grootvizier op een grote, prachtige fauteuil te mid den van de raadsheren en hofsecretaris- sen. De sultan assisteerde veelal aan de zittingen zonder zelf gezien te worden. Hij bevond zich tijdens de audiënties namelijk meestal achter een getralied venster in de muur en wel precies tegen over de plaats van de grootvizier. Voor het venster was een gordijn opgehangen, dat de sultan ophaalde als hij het nodig vond om in een gesprek tussenbeide te komen. Daar de persoonlijkheden, die ter audiëntie kwamen, veelal van de veronderstelling uitgingen, dat de sul tan niet aanwezig was, spraken zij meestal openhartiger dan indien zij te genover de heerser zelf zaten. Een en ander werkte in de hand, dat de sultan op eenvoudige wijze te weten kon ko men hoe men over zijn regeringsuitoefe ning dacht. Dat het niet zichtbaar zijn van de sultan bij de zittingen vaak tot verras singen leidde, laat zich licht begrijpen. Te meer, daar de grootvizier het dikwijls deed voorkomen, dat hij het niet met de sultan eens was. Verscheidene persona ges zijn van de audiënties in het Top kapi-paleis dan ook nimmer terugge keerd. Een van de aanzittenden verklaarde tijdens het bewind van sultan Mehmet IV aan de grootvizier, dat het hoog tijd werd, dat de sultan vanwege zijn hoge leeftijd werd afgezet. De sultan trok daarop spinnijdig het gordijn op en krijste: „Sultan Mehmet is wel oud, maar hij heeft goede oren!" Zo reilde en zeilde het leven aan het hof van de Turkse sultans, de sultans, die zes eeuwen lang een rijk regeerden, dat zich uitstrekte van de Perzische Golf tot aan de Donau bij Wenen, met aftakkingen naar de Kaukasus en Egyp te. Een imperium van ongekende pracht en praal, maar ook met talloze intriges, met gifmoórdën eh doodslagen, met droefenis en dramatiek. De bejaarden van de Holtense Bejaar densociëteit hebben donderdag per OAD- bus hun jaarlijks uitstapje gemaakt. Cm pl m. 9 uur werd gestart bij ge bouw „Irene" en werd over de recreatie- weg naar Nijverdal en vandaar via Om men en Coevorden naar Schoonebeek (het Nederlandse Koeweit) gereden, waar het gezelschap door de bevolking cn de „ja knikkers" vriendelijk werd ontvangen. Na koffie te hebben gedronken in hotel „De Wolfshoeve" werd een bezoek ge bracht aan een oude Saksische boerderij, waar door'een Drentse boerin op de grote stenen vloer een prachtig zandtapijt was gelegd. De soos-bestuursleden, mevr. Langen- barg en mevr. Wiggers, probeerden een klein tapijtje te leggen en het moet ge zegd: het lukte niet onaardig. Cok toonden de bejaarden grote belang stelling voor de prachtige verzameling an tiek als spinnewiel, kabinetten, het haard vuur, de bedsteden, de borden met Bijbel se voorstellingen etc. Van Schoonebeek werd via Emm en naar het prachtige Drentse dorp Exloo gereden, waar het gezelschap werd opge wacht door onze oud-plaatsgenoot, de heer Geltink, hoofd van de o.l. school te Klijndijk, gem. Odoorn. Na het diner in hotel „Bussemaker' werd teruggereden naar Emmen, waar het overdekte zwembad werd bezichtigd. De hoofdbadmeester vertelde tijdens de rond leiding verschillende interessante dingen over dit hyper-moderne bad on verwij derde met een druk op de knop het dak van het'bad. Wie in Emmen komt, brengt een bezoek aan het bekende Noorder Dierenpark. De Holtense bejaarden deden dit ook en ge noten volop van de speelse apen, van ze bra's, ijsberen, van moeder ooievaar en haar kinderen, van de hond met de jonge leeuwtjes en van olifanten en kangoeroe's. Na in het dierenpark-restaurant thee te hebben gedronken, werd de thuisreis aan vaard. Hoogst voldaan kwam het gezelschap .,(35 bejaarden en het soosbestuur) om pl.m. 7 uur bij „Irene" aan, waar o.a. bur gemeester mr. W. H. Enklaar ter begroe ting aanwezig was. Woensdagavond kwamen de Holtense Plattelandsvrouwen voor de laatste keer in dit seizoen bijeen, in de schuur van de fam. Kevelam in de Stationsstraat. Gelukkig hadden veel leden het slechte weer getrotseerd en kon de presidente, mej. M. ter Borg, niet minder: dan 62 da mes welkom heten. Voordat er aan de gezellige noot werd begonnen, waren er nog enkele medede lingen. Op de provinciale voorjaarsver gadering hebben 4 leden op de door hen ingezonden handwerken een eervolle ver melding behaald. Deze mededeling ont lokte een warm applaus. Wat betreft de provinciale wedstrijd, in houdende het verven van eieren, het bak ken van een koek en het bekleden van een wiegje,' kwam de afdeling Holten, al zat zij dan niet in de prijzen, toch ook heel aardig uit de bus. In de' pauze kregen de aanwezigen ge legenheid, door middel van het invullen van strookjes, hun wensen voor het ko mende. seizoen kenbaar te maken Ook kon worden ingevuld welke cursussen men graag gepland zou zien. In de pauze werd koffie met Guemsey- gebak gepresenteerd. De afdeling Holten correspondeert reeds enige tijd met een afdeling op het eiland Guernsey en naar aanleiding hiervan had het bestuur een z.g. „Guernsey-avond" in elkaar gezet. Eerst vertelde mej. Ter Borg iets over het eiland en zijn bevolking. Daar tussen door werden dia's getoond, zodat men enig inzicht kreeg in het landschap en de middelen van bestaan. De tomatenkweke- rij en het toerisme zijn daar echt een bron van inkomsten. Cok het bondsleven werd onder de loupe genomen. Het verschilt niet zo veel met het Holtense; alleen de contributie is er maar 2,50 per jaar, wat echter in houdt, dat er steeds weer aktiviteiten ge organiseerd worden, die geld in het la ad je brengen. Onder leiding van mevr. Broere-Bos had een groepje dames het lied ingestu deerd wat zij daar aan het begin van iedere bijeenkomst zingen. Door het een paar keer voor te zingen, werd het refrein door de aanwezigen mee gezongen. Ook een eenvoudig volksdansje van het eiland werd gedanst en om het na dit „buitenlandse" gedeelte weer op z'n Ne derlands te doen besluiten, kregen de da mes tot slot bowl met eigengebakken cake. De presidente bracht in haar slotwoord dank aan allen, die steeds weer klaar staan om het verenigingsleven tot een succes te maken, zodat het aan haar doel beantwoordt. Door de vele nagekomen giften, vooral op rekening „Werelddiakonaat" bij de Raiffeisenbank te Holten (giro 875587) is het uiteindelijk bedrag van de aktie „Eten voor India" nog belangrijk opgelopen. De gespecificeerde opbrengst is nu: gemeen tehuis 680,25; Geref. Kerk 805,50; Herv. Kerk- („Irene") 838,50; „Bethanië", Dïj- kerhoek 330,75; „Het Trefpunt", Espeio 90en rekening „Werelddiakonaat" 607,—.- Totaal 3362,—.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1967 | | pagina 5