MEÜEEi GOEDETROUW WORDT DIRECTEUR
Voorlichtings-mogelijkheden vo@r ondernemers
in het Midden- en Kleinbedrijf
Vergadering van de Bond
voor Staatspensionering
Keurmerk voor
rotanprodukten ingesteld
Zaterdag 11 maart 1967
HOLTENS NIEUWSBLAD
INLEIDING
De ondernemer in het midden- en klein
bedrijf, die zich wil handhaven moet „bij
blijven". Dé snelle ontwikkelingen moet
hij op de voet volgen. Hij moet voorts een
groot aantal functies en eigenschappen
in zich verenigen. Een en ander maakt,
dat een goede voorlichting voor de mid
denstandsondernemer onontbeerlijk is.
Gelukkig staat hem voorlichting in veler
lei vorm ten dienste.
Allereerst mag worden genoemd de
voorlichting, die wordt gegeven door par
ticuliere instellingen en commerciële
organisaties, alsmede door privaatrechte
lijke en publiekrechtelijke organisaties.
Daarnaast zijn er nog enkele instituten
werkzaam, die de ondernemer op hun
„eigen" terrein voorlichting en informa
ties kunnen verstrekken.
Op het terrein van de overheidsvoor
lichting aan het midden- en kleinbedrijf
is, naast de Economische Voorlichtings
dienst (exportmogelijkheden) en de
Rijksnijverheidsdienst (technische voor
lichting), in het bijzonder de dienst van
de Rijksconsulenten voor het Midden- en
Kleinbedrijf en Toerisme werkzaam.
In het hierna volgende zullen wij de
verschillende voorlichtingsinstellingen en
diensten met een korte omschrijving van
hun taak, de revue laten passeren. Zaak
is, dat de ondernemers een nuttig gebruik
maken van de hun ten dienste staande
voorlichtingsmogelijkheden.
Wat de instellingen en diensten betreft
moge nog worden opgemerkt, dat deze
door de Centrale Organisaties van het
midden- en kleinbedrijf samen met de
Overheid of door de Overheid alleen in
het leven zijn geroepen.
De instellingen.
Economisch Instituut voor het Midden-
en Kleinbedrijf (E.I.M.)
Dit instituut, dat in 1930 werd opge
richt, verricht wetenschappelijk onder
zoek. De resultaten van deze onderzoe
kingen geven meer inzicht in de ontwik
keling van het midden- en kleinbedrijf.
Deze kunnen dienen als uitgangspunt
voor een betere bedrijfsvoering. Zowel de
organisaties van het midden- en kleinbe
drijf als de Overheid maken er ter bepa
ling van hun beleid, gebruik van.
Grote bekendheid genieten de omzet-
en bedrijfskostenstatistieken, waaraan de
ondernemers kunnen meedoen. Deze kun
nen voor hen een middel tot -schriftelijke
bedrijfsvergelijking zijn. Het verkregen
cijfermateriaal wordt ook veelvuldig ge
bruikt bij de „mondelinge" bedrijfsverge
lijking in de z.g. bedrijfsvergelijkings-
clubs, die in vele branches bestaan.
Het E.I.M. verzorgt eveneens publica
ties over de structuur van verscheidene
branches, over de situatie van de midden
stand in bepaalde streken van ons land,
over conjuncturele ontwikkelingen van
het midden- en kleinbedrijf alsmede over
onderwerpen, die betrekking hebben op
de produktiviteitsbevordering (studies in
zake bedrijfsbeheer, uniforme administra
tie-systemen etc.).
Onderzoekingen in de vervoerssector
worden verricht door het Economisch Bu
reau Wegvervoer, dat in de organisatie
van het E.I.M. een aparte plaats inneemt.
Centraal Instituut voor het Midden-
en Kleinbedrijf (C.I.M.K.)
Dit nieuwe instituut is opgericht door
de privaatrechtelijke werkgevers- en
werknemersorganisaties in samenwer
king met de publiekrechtelijke organisa
ties en de overheid. 1 januari 1967 is het
C.I.M.K. onder centrale leiding met zijn
werkzaamheden begonnen. Het adres is:
Burg. Hogguerstraat 1183-1187, Amster
dam-West. Telefoon: 020-139955.
In het C.I.M.K. zijn opgenomen: het
Centraal Orgaan ter bevordering van de
bouw van Middenstandsbedri.if spanden
(C.O.M.); het Algemeen Waarborgfonds
voor de Middenstand (A.W.M.en het
Voorlichtingscentrum voor dc Detailhan
del (V.C.D.). Deze instellingen zijn met
ingang van 1 januari 1967 opgeheven.
Aan het C.I.M.K. zijn, ook werkzaamhe
den m het kader van de ontwikkelings-
en saneringsmaatregelen voor het mid
den- en kleinbedrijf toevertrouwd.
Ondernemers in het midden- en klein
bedrijf kunnen bij- het C.I.M.K. terecht
voor adviezen terzake van de bedrijfsvoe
ring (het doorlichten van hun bedrijf),
voor voorlichting over kredietverlening,
winkelplanning en collectieve voorlich
ting (cursussen e.d.), zoals hierna gede
tailleerd wordt toegelicht.
De afdeling kredietverlening (voorheen
(A.W.M.) kan alle mogelijke informaties
geven over inrichtings- en hypothecaire
kredieten ter financiering van nieuwe be
drijven in nieuwe panden. Deze afdeling
is bovendien ten nauwste betrokken bij
de uitvoering van het z.g. overnamekre
diet een bijzondere kredietvorm, waar
mede de overneming van bestaande be
drijven wordt vergemakkelijkt. Per pro
ject wordt een diepgaand onderzoek in
gesteld.
De afdeling Planologie (voorheen
C.O.M.) heeft tot taak te bevorderen, dat
het midden- en kleinbedrijf bij de bezet
ting van bedrijfspanden in nieuwe wijken
„aan zijn trekken" komt. Zij houdt zich
daarom bezig met de planning van win
kelcentra in nieuwe wijken, evenals met
de bestudering van saneringsplannen,
waarbij de belangen van het midden- en
kleinbedrijf in sterke mate zijn betrok
ken. Over deze zaken wordt voornamelijk
advies gegeven aan gemeentebesturen,
maar ook aan middenstandsorganisaties,
die willen wórden geïnformeerd over de
omvang, de ligging en de branchesamen
stelling van een winkelcentrum.
Ondernemers in het midden- en klein
bedrijf kunnen bij deze afdeling eveneens
voorlichting krijgen over de vestigings
mogelijkheden in de verschillende ge
meenten. Meestal wordt deze voorlichting
collectief gegeven, doch ook de individu
ele middenstander kan zich tot de afd.
Planologie van het C.LM.K, wenden.
De afdeling „Voorlichting" zet de taak
voort van het voormalige Voorlichtings
centrum voor de Detailhandel (V.C.D.).
De voorlichting van deze afdeling van het
C.I.M.K. is er op gericht, de ondernemers
in het midden- en kleinbedrijf behulp
zaam te zijn bij het verbeteren van hun
bedrijfsvoering. Daartoe verzorgt zij in
samenwerking met de centrale midden
standsorganisaties algemene cursussen.
Op verzoek van organisaties kunnen ook
cursussen worden samengesteld, die toe
gespitst zijn op de situatie in een bepaal
de branche.
Bedrijfsadviseurs geven tegen betaling
adviezen over de bedrijfsvoering en aller
lei moeilijkheden die zich in de onder
neming kunnen voordoen.
Nederlandsche Middenstandsbank N.V.
(N.M.B.)
De doelstelling van de Nederlandsche
Middenstandsbank N.V. luidt volgens de
statuten o.m. „het verlenen van kredie
ten het verrichten van alle andere bank
en kassierszaken; in het bijzonder ten
behoeve van de middenstand". De bank
richt zich dus in eerste instantie, getrouw
aan haar doel en haar naam, tot het mid
den- en kleinbedrijf. De kredietverlening
van de bank biedt vele mogelijkheden:
bedrijfskredieten op korte, middellange
en lange termijn, speciale middenstands-
kredieten onder staatsgarantie (uitslui
tend aan haar toevertrouwd), leasing,
huurkoop-financiering enz.,
In het betalingsverkeer met binnen- en
buitenland kan de N.M.B. haar cliënten
vele diensten aanbieden, zo ook op het
terrein van effecten, verzekering, finan
ciële voorlichting enz. Spaarders hebben
keuze uit diverse mogelijkheden.
De bank heeft, verspreid over het ge
hele land, meer dan 200 kantoren. Doch
terondernemingen zijn de Nederlandsche
Middenstands- en financieringsmaat
schappij voor bedrijfsobjecten N.V. (die
door financiële interventie de kansen van
het midden- en kleinbedrijf ten aanzien
van vestiging in nieuwe wijken tracht te
waarborgen) en het Ontwikkelingsbureau
Winkelcentra (O.B.W.).
Directoraat-Generaal voor het Midden-
en Kleinbedrijf en Toerisme
De Hoofdafdeling Gewestelijke Aange
legenheden en Voorlichting van dit Direc
toraat-Generaal heeft in iedere provincie
en in de gemeente Amsterdam, een rijks
consulent voor het midden- en kleinbe
drijf en toerisme. Deze consulenten geven
de ondernemers in hun werkgebied voor
lichting over het overheidsbeleid met be
trekking tot de middenstand en de moge
lijkheden, die dit beleid voor middenstan
ders inhoudt. Daarnaast geven zij zowel
groepsgewijs, bijv. aan organisaties van
middenstanders e.d. als aan de onderne
mers afzonderlijk, voorlichting op be-
drijfseconomisch gebied.
In individuele gevallen fungeren zij
ook als wegwijzer, door de ondernemers,
die voorlichting of advies nodig hebben,
te verwijzen naar de voor hen daarvoor
geëigende organisaties of instituten. Zij
hebben voorts een. werkzaam aandeel in
provinciale of regionale voorlichtings
activiteiten.
CONCLUSIE
Er zijn dus vele voorlichtingsmogelijk
heden voor de ondernemers in het mid
den- en kleinbedrijf.
De ondernemer, die niet weet welke
mogelijkheid voor hem 't meest geschikt
is, kan zich laten informeren door zijn
organisatie of door de rijksconsulent
voor het midden- en kleinbedrijf en toe
risme in zijn provincie.
(Een ware vertelling
door Jan van Maasdorp)
Veilig verborgen achter een baal zout,
geflankeerd door een groep buurt-dames,
sloeg ik, nu al weer zo'n dertig jaar ge
leden, Joris Goedetrouw gade.
Daar stond hij: iets gebogen, doch
overigens vitaal en monter, in wit jasje,
met dezelfde hangsnor van vroeger bij
de firma Manschot boven, maar ook de
zelfde vriendelijke trek om zijn brede
mond. Ook zijn stem kraakte nog net
eender: „Een pond erwten, een pond
zeep en een kilo suiker. Anders niets ver
geten, juffrouw?"
Goedetrouw.ouwe brave pennelik-
ker, dacht ik geamuseerd, daar ben je
op je ouwe dag toch nog geslaagd: di
recteur-kruidenier.
Welke Yankee-kapitalist ontdekte
zichzelf zoals jij, op zijn zestigste jaar?
Toen Joris Goedetrouw, die reeds der
tig jaren bij de firma Manschot werkte,
zijn congé kreeg, leek het leven hem
verder aanvankelijk doelloos. Hij voelde
het aan als een smadelijke nederlaag
- eerder had hij verkozen met zijn pen
houder in de hand op het veld van eer
(in dit geval zijn kantoorkruk achter zijn
hoge lessenaar) te sneuvelen. Hij was
zestig, doch voelde zich nog zo fit als
dertig jaar geleden. Nadat hij enkele
dagen met verward hoofd had rondgelo
pen (Groedetrouw was vrijgezel en mis
te dus alles, wat een man kan steunen
in zijn strijd) ging hij het hem toeko
mende bedrag uit het personeelsfonds in
ontvangst nemen. De kassiere, die het
niet onaardige bedrag van tien duizend
gulden aan hem uitbetaalde, meende
hem te moeten opbeuren: „Komaan,
Goedetrouw, je moet niet zo sip kijken.
Je ontvangt daar eventjes een bedrag,
waar je anders een aantal jaren voor
zou moeten zwoegen. Als je zuinig leeft
(en je bent toch maar alleen) kun je het
wel tien jaar rekken met dit bedrag. En
over vijf jaar krijg je ouderdomspen
sioen. En dan: als je het goed aanlegt
kun je met dit geld een baan kopen, bij
voorbeeld als mede-directeur in een of
ander kleine zaakZe lachten beiden
om de mop: Goedetrouw directeur.
Goedetrouw had met trilende vingers
en een hart vól emotie om zijn bezit de
nagetelde bankbiljetten in zijn porte
feuille gestoken en was toen in een café
een kop koffie gaan drinken. En toen
scheen het een speling van het lot, dat
daar juist vlak voor zijn neus een open
geslagen dagblad lag, waarin een kolos
sale advertentie zijn verraste blik trof:
Vier heren gezocht als directeur van bij
kantoren van een grote handelsonderne
ming. Alleen boekhoudkennis vereist.
Goedetrouw richtte zich op de aan
sporing van de kassier tuitte nog na
in zijn grote oren: „begin iets met je
geld". Wat drommel, hij voelde zich'nog
jong en had energie genoeg. En boek
houden was zijn werk! Plots scheen een
vreemde wilskracht in hem gevaren. Hij
was zijn leven lang ondergeschikte ge
weest, waarom zou hij het, nu hij in de
gelegenheid was en bovendien geld be
zat, niet proberen?
En het leek, of met de ongekende
weelde van geldelijk bezit en vrijheid
een andere wereld met wijde perspectie
ven zich voor Goedetrouw opende. Zelf
zaken doen. Directeur zijn!
Het was in een stemmig, doch met
goede smaak ingericht privé-kantoor,
dat Joris Goedetrouw de heer trof, met-
wie hij, door middel van het dagblad in
het café, in connectie was getreden. Hij
werd door de onberispelijk geklede heer
uitgenodigd, zich in een grote clubfau
teuil te laten zinken. Zelf bleef de „Di
recteur-Generaal" (want als zodanig had
de ander zich voorgesteld) achter zijn
„ministre" zitten (een methode van
slimme zakenlieden, om aldus de bezoe
ker voortdurend tot hen te doen opzien).
De „Directeur - Generaal" schraapte
zijn' keel, zei: „hm, hm", zocht ver
strooid in een verkeerde stapel brieven,
daarna blijkbaar in de juiste stapel,
totdat hij de brief van de bezoeker ein
delijk had gevonden en begon te spre
ken.
Joris Goedetrouw constateerde met
scherpe opmerkingsgave, dat de heer
aan zijn beschaafde manieren ook een
dito stem paarde. Dit alles pleitte voor
de Directeur - Generaal en versterkte
Joris Goedetrouw in zijn verwachtingen.
Meneer was nog niet lang geleden uit
Amerika terug gekomen, waar hij een
bloeiend informatiekantoor met vele
vertakkingen had beheerd. In verband
met familie-omstandigheden (die hem
tevens een hap uit zijn vermogen had
den gekost) was hij gerepatrieerd. Zeer
tot zijn spijt, want Amerika was een
goed land. Hij was nu, om kort te gaan,
voornemens in Holland een zelfde on
derneming te beginnen en wel voorlo
pig in de grote steden. Zijn diverse kan
toren zouden ieder een eigen directeur
krijgen en waren rechtsreeks aan hem
verantwoording schuldig. Overigens liet
hij hen volkomen vrij en zelfstandig, zo
als hij dat gewoon was in Amerika.
„U voelt het' sprak hij minzaam, „wat
ik nodig heb, zijn: Self-made men".
Goedetrouw knikte eerbiedig. „Ik ben
wel nooit in Amerika geweest", merkte
hij bescheiden op, „maar ik heb jaren
lang op een Amerikaans kantoor ge
werkt".
De grote man lachte nu vertrouwelij
ker en nam uit zijn bureaulade een kistje
Henry Clay, dat hij Joris Godetrouw
voorhield. „Ons bedrijf', lichtte de gene
raal toe, nadat hij een enorme rookwolk
had uitgeblazen, terwijl Joris Goede
trouw voorzichtig aan de kostbare reuk-
stok trok „is een onmisbare schakel tus
sen de zakenman en de cliënten. Waar
op komt het aan bij zaken doen? Op be
trouwbaarheid, meneer! U moest eens
weten, hoe talrijke winkeliers en zaken
lieden dagelijks worden opgelicht door
schijnbaar keurige lieden, die zich later
ontpoppen als de grootste schurken en
oplichters. Maar dan is het te laat voor
de firma, die zulke schurken zijn ver
trouwen schonk. En dit, meneer Goede
trouw (ha, uw naam past goed in mijn
bedrijf) is nu de kern van mijn onder
neming. De firma Flipse belt u op, of de
heer Koopmans goed is voor duizend
gulden krediet. Uw bediende licht de
kaart van meneer Koopmans en binnen
het kwartier heeft de firma Flipse alle
gewenste inlichtingen. Nu zult u wellicht
vragen: „Maar hoe kom u aan al die ge
gevens?" Om de mond van de grote man
speelde een fijn glimlachje. „Dit nu, me
neer Goedetrouw, is het geheim van
mijn succes!"
Ofschoon Joris Goedetrouw aanvanke
lijk nog enige vrees had gekoesterd, had
hij toch de knoop doorgehakt. Nu of
nooit! Het briefpapier met het hoofd in
lak-relief zag er zo voornaam uit, dat
hij, op verzoek van de almachtige om
per kerende post zijn besluit kenbaar
te maken, omdat nog slechts één plaats
(toevalig in deze stad) vacant was, de
daad van zijn leven beging. Een dag la
ter verliet hij weer het kantoor van de
manager, met een prachtig contract van
drie jaren in zijn zak tegen een salaris
van vierduizend gulden per jaar. Een
behoorlijk gezegelde en getekende kwi
tantie van duizend gulden voor de ge
storte waarborgsom .(die eigendom van
Goedetrouw bleef) was er bijgevoegd. Dit
moest de kassier van Manschot weten!
Grinnikend vroeg hij de kassier toen hij
deze alles had verteld: ,,Nu, dat is niet
slecht,'hè? En de werkkring is geknipt
voor me. Ik kan liet op mijn slofjes aan".
Peinzend zag de kassier Joris Goede
trouw aan en vroeg oen: „Maar heb je
nu niets vergeten?". Verwonderd en niet
begrijpend vroeg Goedetrouw, terwijl hij
met zijn kippige ogen zijn geluksbrief
bekeek: „Vergeten? Wat zou ik verge
ten hebben?".
„Ja ,ik bedoel, heb je nu zelf geen in-
Het rood-blauwe etiket, met. op het
rode gedeelte in gouden letters het woord
ROTANKEUR en op het daaronder ge
legen blauwe gedeelte in witte letters de
naam NOORDWOLDE, zal op de betref
fende produkten worden aangebracht.
Een verheugend initiatief van bedrij
ven die geheel achter hun produkten
staan, welke moeten worden gemaakt in
fabrieken die voldoende bedrijfstechnisch
zijn geoutilleerd om kwaliteitsprodukten
te maken en over de kennis en weten
schap beschikken om de technisch juis
te produktiemethoden toe te passen en
die goed op de hoogte zijn met de eigen
formaties genomen naar die meneer, die
informateur - generaal zal ik maar zeg
gen? En dan natuurlijk door middel van
een ander informatie-kantoor?"
Dit nu had Joris Goedetrouw inderdaad
niet gedaan. Hij grinnikte nerveus, toch
wel wat onthutst door de eigenlijk mal
le vraag van de kassier. Informeren naar
een informateur! Die was goed. Maar
de kassier bood aan, voor de aardigheid
gratis een informatie te nemen. Daar
kon de ander toch niets tegen hebben?
„Nee, als u denkt dat het nodig is, maar
ik geloof het niet".
De andere^ dag reeds was de informa
tie er. Zij luidde: „Moeten zeer dringend
waarschuwen voor bedoelde heer, die
voorgeeft jarenlang in Amerika grote za
ken te hebben gedaan. Hij was inder
daad tien jaren in de Ver. Staten, waar
van hij er drie doorbracht in de Sing-
Sing-geVangenis wegens oplichting in
tien gevallen.
„Voorts was hij dranksmokkelaar, waar
voor hij in Baltimore kennis met de ge
vangenis maakte. Na zijn laatste vonnis
werd hij gedwongen als ongewenste
vreemdeling de Verenigde Staten te ver
laten. Sinds drie maanden is hij nu te
rug in Nederland en wordt door de po
litie scherp in het oog gehouden, daar
hij wel zal trachten ook hier weder een
of andere affaire op zwendelgebied te
beginnen.
Verder commentaar lijkt ons overbo
dig.".
Joris Goedetrouw zat verslagen voor
zich uit te staren met het verpletterende
requisitoir van de pseudo-Directeur-Ge-
neraal in de bevende handen. Weg illu
sies! Weg duizend gulden!
In de Bloemstraat was een kleine,
doch goed beklante kruidenierswinkel,
waar een goede „loop" in zat. En in de
winkel stond Joris Goedetrouw erwten,
bonen, zeep en nog meer af te wegen.
Hij was een prettig mens, die het best
met de buurvrouwen kon vinden. Als het
erg druk was, bij voorbeeld op zaterdag
avond, hielp ook zijn vrouw hem. Want
toen Joris Goedetrouw voor zijn reste
rende negen duizend gulden het bedrijf
overnam van de weduwe van de. vorige
kruidenier, had hij tevens het stoute
stuk begaan, de weduwe er bij te nemen.
Doch niet, dan nadat hij een prima in
formatie omtrent de toekomstige direc
trice in zijn zaak had ontvangen.
In de maandagavond in het Stations
koffiehuis van de heer 31. Kalfsterman
gehouden openbare ledenvergadering van
de Bond voor Staatspensionering heeft
de landelijke voorzitter, de heer Steenhuis
uit Dieren een overzicht gegeven van het
doel van de bond en met voorbeelden
aangetoond, dat het werk van deze orga
nisatie nog niet gemist kan worden.
De heer Steenhuis schetste de situatie,
zoals die vroeger was, waarbij de bejaar
den vaak geheel afhankelijk waren van
de hulp van hun kinderen. Tegenwoordig
is dat gelukkig anders en kunnen ouders
hun kinderen zelfs wel eens iets geven en
behoeven zij zelf niet meer'te vragen.
Toch is het niet zo, dat thans reeds de
volmaakte toestand bereikt is, dat alle
bejaarden een onbezorgde oude dag heb
ben. Velen, die uitsluitend van hun AOW-
uitkering moeten rondkomen, leven vaak
nog aan de rand van de armoede.
Wij moeten hart hebben voor onze
ouden van dagen, aldus de heer Steen
huis. Nog meer propaganda maken voor
het mooie doel van de oudedagsvoorzie
ning en zo mogelijk er op uitgaan om zelf
eens met de mensen te praten.
PBE31IEVRIJ
Premievrij staatspensioen, zover is het
nog niet. Dit was tot nu toe nog niet
mogelijk, maar wij hopen, afdus spreker,
dat het in de toekomst zal komen of dat
in ieder geval minder premie zal moeten
worden opgebracht. Daar moet naar het
oordeel van de heer Steenhuis naar ge
streefd worden.
Toch moeten wij blij zijn, verklaarde de
heer Steenhuis, dat de Noodwet Drees
zover is uitgegroeid, dat velen van onze
oudjes een goede oude dag hebben en wij
zullen er voor moeten zorgen, dat dit zo
blijft. De Bond voor Staatspensionering
en al de afdelingen moeten de schouders
er onder zetten om dit werk verder uit te
bouwen.
Voordat de heer Steenhuis aan 't woord
kwam opende de secretaris van, de Hol-
tense afdeling de heer Joh. Aaftink. we
gens ziekte van .de voorzitter de heer
Beijers, de vergadering en gaf hij een uit
eenzetting van de werkzaamheden van
het voorlopig bestuur, dat de afdeling
weer nieuw leven in wil blazen.
De gewestelijke secretaris, de heer G.
J. Geerlink uit Deventer, leidde daarna
de heer Steenhuis in en schetste de bond
ais een vertrouwde hulp voor de bejaar
den. Die steun van de bond kan niet ge
mist worden.
Nadat het voorlopig bestuur definitief
was gekozen, heeft de heer Aaftink de
beide sprekers dank gebracht, voor hun
komst naar Holten.
schappen der te verwerken materialen.
Verheugend ook voor de consument,
die waar voor zijn geld verlangt. Mocht
er toch nog een klacht zijn, dan kan hij
die indienen bij de Centrale Bond van
Meubelfabrikanten, postbus 100, Heem
stede.
GEBRUIK VAN ROTAN MEUBELEN
Het goede meubel uit rotan of pitriet,
dat kwaliteit paart aan hedendaagse
vormgeving, zal op vele manieren toe
passing kunnen vinden voor gehele of
gedeeltelijke meubilering. Voor kleinbe-
huisden zijn er in rotan ideale oplossin
gen, evenals voor tiener-kamers. Rotan
in combinatie met metaal schept weer
andere mogelijkheden.
De huidige produktie in Nederland
ligt tussen 5 en 6 miljoen gulden per
jaar, waarvan in 1966 voor een bedrag
van 911.000,werd geëxporteerd, voor
al naar Duitsland en België.
Het ROTANKEUR NOORDWOLDE zal
er ongetwijfeld toe bijdragen dat de
kwaliteit van deze meubelen over de ge
hele linie zal worden opgevoerd en ook
dat komt de consument weer ten goede.
Rotan- en pitrietmeubelen hebben in
de na-oorlogse tijd de markt heroverd.
Dit is grotendeels te danken aan het
feit dat de vormgeving van deze meube
len zich aan de hedendaagse smaak
heeft aangepast. Anderzijds ligt de prijs
gunstig.
Een gretige aftrek van deze soort
meubelen is er oorzaak van geworden
dat er naast kwalitatief goede rotan
meubelen massa-produkten aan de
markt zijn gekomen van een vaak on-
defineerbare kwaliteit. Immers in de
tijd van schaarste direct na de oorlog
werd steeds naar „meer" gevraagd, ter
wijl men nu prijs gaat stellen op „beter".
De Nederlandse consument is „kwali
teitsbewust" aan het worden, ook ten
opzichte van rotanmeubelen. Hij ver
langt nu een garantie, die bij naamloze
massa-artikelen niet wordt gegeven.
Het is daarom verheugend dat een
aantal bedrijven in Noordwolde ba
kermat en belangrijk middelpunt van de
rotanindustrie het initiatief hebben
genomen tot het instellen van een Ro-
tankeur Noordwolde, een kwaliteitsmerk
voor produkten van rotting, teen en pit
riet.