MEÜEEi GOEDETROUW WORDT DIRECTEUR Voorlichtings-mogelijkheden vo@r ondernemers in het Midden- en Kleinbedrijf Vergadering van de Bond voor Staatspensionering Keurmerk voor rotanprodukten ingesteld Zaterdag 11 maart 1967 HOLTENS NIEUWSBLAD INLEIDING De ondernemer in het midden- en klein bedrijf, die zich wil handhaven moet „bij blijven". Dé snelle ontwikkelingen moet hij op de voet volgen. Hij moet voorts een groot aantal functies en eigenschappen in zich verenigen. Een en ander maakt, dat een goede voorlichting voor de mid denstandsondernemer onontbeerlijk is. Gelukkig staat hem voorlichting in veler lei vorm ten dienste. Allereerst mag worden genoemd de voorlichting, die wordt gegeven door par ticuliere instellingen en commerciële organisaties, alsmede door privaatrechte lijke en publiekrechtelijke organisaties. Daarnaast zijn er nog enkele instituten werkzaam, die de ondernemer op hun „eigen" terrein voorlichting en informa ties kunnen verstrekken. Op het terrein van de overheidsvoor lichting aan het midden- en kleinbedrijf is, naast de Economische Voorlichtings dienst (exportmogelijkheden) en de Rijksnijverheidsdienst (technische voor lichting), in het bijzonder de dienst van de Rijksconsulenten voor het Midden- en Kleinbedrijf en Toerisme werkzaam. In het hierna volgende zullen wij de verschillende voorlichtingsinstellingen en diensten met een korte omschrijving van hun taak, de revue laten passeren. Zaak is, dat de ondernemers een nuttig gebruik maken van de hun ten dienste staande voorlichtingsmogelijkheden. Wat de instellingen en diensten betreft moge nog worden opgemerkt, dat deze door de Centrale Organisaties van het midden- en kleinbedrijf samen met de Overheid of door de Overheid alleen in het leven zijn geroepen. De instellingen. Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (E.I.M.) Dit instituut, dat in 1930 werd opge richt, verricht wetenschappelijk onder zoek. De resultaten van deze onderzoe kingen geven meer inzicht in de ontwik keling van het midden- en kleinbedrijf. Deze kunnen dienen als uitgangspunt voor een betere bedrijfsvoering. Zowel de organisaties van het midden- en kleinbe drijf als de Overheid maken er ter bepa ling van hun beleid, gebruik van. Grote bekendheid genieten de omzet- en bedrijfskostenstatistieken, waaraan de ondernemers kunnen meedoen. Deze kun nen voor hen een middel tot -schriftelijke bedrijfsvergelijking zijn. Het verkregen cijfermateriaal wordt ook veelvuldig ge bruikt bij de „mondelinge" bedrijfsverge lijking in de z.g. bedrijfsvergelijkings- clubs, die in vele branches bestaan. Het E.I.M. verzorgt eveneens publica ties over de structuur van verscheidene branches, over de situatie van de midden stand in bepaalde streken van ons land, over conjuncturele ontwikkelingen van het midden- en kleinbedrijf alsmede over onderwerpen, die betrekking hebben op de produktiviteitsbevordering (studies in zake bedrijfsbeheer, uniforme administra tie-systemen etc.). Onderzoekingen in de vervoerssector worden verricht door het Economisch Bu reau Wegvervoer, dat in de organisatie van het E.I.M. een aparte plaats inneemt. Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (C.I.M.K.) Dit nieuwe instituut is opgericht door de privaatrechtelijke werkgevers- en werknemersorganisaties in samenwer king met de publiekrechtelijke organisa ties en de overheid. 1 januari 1967 is het C.I.M.K. onder centrale leiding met zijn werkzaamheden begonnen. Het adres is: Burg. Hogguerstraat 1183-1187, Amster dam-West. Telefoon: 020-139955. In het C.I.M.K. zijn opgenomen: het Centraal Orgaan ter bevordering van de bouw van Middenstandsbedri.if spanden (C.O.M.); het Algemeen Waarborgfonds voor de Middenstand (A.W.M.en het Voorlichtingscentrum voor dc Detailhan del (V.C.D.). Deze instellingen zijn met ingang van 1 januari 1967 opgeheven. Aan het C.I.M.K. zijn, ook werkzaamhe den m het kader van de ontwikkelings- en saneringsmaatregelen voor het mid den- en kleinbedrijf toevertrouwd. Ondernemers in het midden- en klein bedrijf kunnen bij- het C.I.M.K. terecht voor adviezen terzake van de bedrijfsvoe ring (het doorlichten van hun bedrijf), voor voorlichting over kredietverlening, winkelplanning en collectieve voorlich ting (cursussen e.d.), zoals hierna gede tailleerd wordt toegelicht. De afdeling kredietverlening (voorheen (A.W.M.) kan alle mogelijke informaties geven over inrichtings- en hypothecaire kredieten ter financiering van nieuwe be drijven in nieuwe panden. Deze afdeling is bovendien ten nauwste betrokken bij de uitvoering van het z.g. overnamekre diet een bijzondere kredietvorm, waar mede de overneming van bestaande be drijven wordt vergemakkelijkt. Per pro ject wordt een diepgaand onderzoek in gesteld. De afdeling Planologie (voorheen C.O.M.) heeft tot taak te bevorderen, dat het midden- en kleinbedrijf bij de bezet ting van bedrijfspanden in nieuwe wijken „aan zijn trekken" komt. Zij houdt zich daarom bezig met de planning van win kelcentra in nieuwe wijken, evenals met de bestudering van saneringsplannen, waarbij de belangen van het midden- en kleinbedrijf in sterke mate zijn betrok ken. Over deze zaken wordt voornamelijk advies gegeven aan gemeentebesturen, maar ook aan middenstandsorganisaties, die willen wórden geïnformeerd over de omvang, de ligging en de branchesamen stelling van een winkelcentrum. Ondernemers in het midden- en klein bedrijf kunnen bij deze afdeling eveneens voorlichting krijgen over de vestigings mogelijkheden in de verschillende ge meenten. Meestal wordt deze voorlichting collectief gegeven, doch ook de individu ele middenstander kan zich tot de afd. Planologie van het C.LM.K, wenden. De afdeling „Voorlichting" zet de taak voort van het voormalige Voorlichtings centrum voor de Detailhandel (V.C.D.). De voorlichting van deze afdeling van het C.I.M.K. is er op gericht, de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf behulp zaam te zijn bij het verbeteren van hun bedrijfsvoering. Daartoe verzorgt zij in samenwerking met de centrale midden standsorganisaties algemene cursussen. Op verzoek van organisaties kunnen ook cursussen worden samengesteld, die toe gespitst zijn op de situatie in een bepaal de branche. Bedrijfsadviseurs geven tegen betaling adviezen over de bedrijfsvoering en aller lei moeilijkheden die zich in de onder neming kunnen voordoen. Nederlandsche Middenstandsbank N.V. (N.M.B.) De doelstelling van de Nederlandsche Middenstandsbank N.V. luidt volgens de statuten o.m. „het verlenen van kredie ten het verrichten van alle andere bank en kassierszaken; in het bijzonder ten behoeve van de middenstand". De bank richt zich dus in eerste instantie, getrouw aan haar doel en haar naam, tot het mid den- en kleinbedrijf. De kredietverlening van de bank biedt vele mogelijkheden: bedrijfskredieten op korte, middellange en lange termijn, speciale middenstands- kredieten onder staatsgarantie (uitslui tend aan haar toevertrouwd), leasing, huurkoop-financiering enz., In het betalingsverkeer met binnen- en buitenland kan de N.M.B. haar cliënten vele diensten aanbieden, zo ook op het terrein van effecten, verzekering, finan ciële voorlichting enz. Spaarders hebben keuze uit diverse mogelijkheden. De bank heeft, verspreid over het ge hele land, meer dan 200 kantoren. Doch terondernemingen zijn de Nederlandsche Middenstands- en financieringsmaat schappij voor bedrijfsobjecten N.V. (die door financiële interventie de kansen van het midden- en kleinbedrijf ten aanzien van vestiging in nieuwe wijken tracht te waarborgen) en het Ontwikkelingsbureau Winkelcentra (O.B.W.). Directoraat-Generaal voor het Midden- en Kleinbedrijf en Toerisme De Hoofdafdeling Gewestelijke Aange legenheden en Voorlichting van dit Direc toraat-Generaal heeft in iedere provincie en in de gemeente Amsterdam, een rijks consulent voor het midden- en kleinbe drijf en toerisme. Deze consulenten geven de ondernemers in hun werkgebied voor lichting over het overheidsbeleid met be trekking tot de middenstand en de moge lijkheden, die dit beleid voor middenstan ders inhoudt. Daarnaast geven zij zowel groepsgewijs, bijv. aan organisaties van middenstanders e.d. als aan de onderne mers afzonderlijk, voorlichting op be- drijfseconomisch gebied. In individuele gevallen fungeren zij ook als wegwijzer, door de ondernemers, die voorlichting of advies nodig hebben, te verwijzen naar de voor hen daarvoor geëigende organisaties of instituten. Zij hebben voorts een. werkzaam aandeel in provinciale of regionale voorlichtings activiteiten. CONCLUSIE Er zijn dus vele voorlichtingsmogelijk heden voor de ondernemers in het mid den- en kleinbedrijf. De ondernemer, die niet weet welke mogelijkheid voor hem 't meest geschikt is, kan zich laten informeren door zijn organisatie of door de rijksconsulent voor het midden- en kleinbedrijf en toe risme in zijn provincie. (Een ware vertelling door Jan van Maasdorp) Veilig verborgen achter een baal zout, geflankeerd door een groep buurt-dames, sloeg ik, nu al weer zo'n dertig jaar ge leden, Joris Goedetrouw gade. Daar stond hij: iets gebogen, doch overigens vitaal en monter, in wit jasje, met dezelfde hangsnor van vroeger bij de firma Manschot boven, maar ook de zelfde vriendelijke trek om zijn brede mond. Ook zijn stem kraakte nog net eender: „Een pond erwten, een pond zeep en een kilo suiker. Anders niets ver geten, juffrouw?" Goedetrouw.ouwe brave pennelik- ker, dacht ik geamuseerd, daar ben je op je ouwe dag toch nog geslaagd: di recteur-kruidenier. Welke Yankee-kapitalist ontdekte zichzelf zoals jij, op zijn zestigste jaar? Toen Joris Goedetrouw, die reeds der tig jaren bij de firma Manschot werkte, zijn congé kreeg, leek het leven hem verder aanvankelijk doelloos. Hij voelde het aan als een smadelijke nederlaag - eerder had hij verkozen met zijn pen houder in de hand op het veld van eer (in dit geval zijn kantoorkruk achter zijn hoge lessenaar) te sneuvelen. Hij was zestig, doch voelde zich nog zo fit als dertig jaar geleden. Nadat hij enkele dagen met verward hoofd had rondgelo pen (Groedetrouw was vrijgezel en mis te dus alles, wat een man kan steunen in zijn strijd) ging hij het hem toeko mende bedrag uit het personeelsfonds in ontvangst nemen. De kassiere, die het niet onaardige bedrag van tien duizend gulden aan hem uitbetaalde, meende hem te moeten opbeuren: „Komaan, Goedetrouw, je moet niet zo sip kijken. Je ontvangt daar eventjes een bedrag, waar je anders een aantal jaren voor zou moeten zwoegen. Als je zuinig leeft (en je bent toch maar alleen) kun je het wel tien jaar rekken met dit bedrag. En over vijf jaar krijg je ouderdomspen sioen. En dan: als je het goed aanlegt kun je met dit geld een baan kopen, bij voorbeeld als mede-directeur in een of ander kleine zaakZe lachten beiden om de mop: Goedetrouw directeur. Goedetrouw had met trilende vingers en een hart vól emotie om zijn bezit de nagetelde bankbiljetten in zijn porte feuille gestoken en was toen in een café een kop koffie gaan drinken. En toen scheen het een speling van het lot, dat daar juist vlak voor zijn neus een open geslagen dagblad lag, waarin een kolos sale advertentie zijn verraste blik trof: Vier heren gezocht als directeur van bij kantoren van een grote handelsonderne ming. Alleen boekhoudkennis vereist. Goedetrouw richtte zich op de aan sporing van de kassier tuitte nog na in zijn grote oren: „begin iets met je geld". Wat drommel, hij voelde zich'nog jong en had energie genoeg. En boek houden was zijn werk! Plots scheen een vreemde wilskracht in hem gevaren. Hij was zijn leven lang ondergeschikte ge weest, waarom zou hij het, nu hij in de gelegenheid was en bovendien geld be zat, niet proberen? En het leek, of met de ongekende weelde van geldelijk bezit en vrijheid een andere wereld met wijde perspectie ven zich voor Goedetrouw opende. Zelf zaken doen. Directeur zijn! Het was in een stemmig, doch met goede smaak ingericht privé-kantoor, dat Joris Goedetrouw de heer trof, met- wie hij, door middel van het dagblad in het café, in connectie was getreden. Hij werd door de onberispelijk geklede heer uitgenodigd, zich in een grote clubfau teuil te laten zinken. Zelf bleef de „Di recteur-Generaal" (want als zodanig had de ander zich voorgesteld) achter zijn „ministre" zitten (een methode van slimme zakenlieden, om aldus de bezoe ker voortdurend tot hen te doen opzien). De „Directeur - Generaal" schraapte zijn' keel, zei: „hm, hm", zocht ver strooid in een verkeerde stapel brieven, daarna blijkbaar in de juiste stapel, totdat hij de brief van de bezoeker ein delijk had gevonden en begon te spre ken. Joris Goedetrouw constateerde met scherpe opmerkingsgave, dat de heer aan zijn beschaafde manieren ook een dito stem paarde. Dit alles pleitte voor de Directeur - Generaal en versterkte Joris Goedetrouw in zijn verwachtingen. Meneer was nog niet lang geleden uit Amerika terug gekomen, waar hij een bloeiend informatiekantoor met vele vertakkingen had beheerd. In verband met familie-omstandigheden (die hem tevens een hap uit zijn vermogen had den gekost) was hij gerepatrieerd. Zeer tot zijn spijt, want Amerika was een goed land. Hij was nu, om kort te gaan, voornemens in Holland een zelfde on derneming te beginnen en wel voorlo pig in de grote steden. Zijn diverse kan toren zouden ieder een eigen directeur krijgen en waren rechtsreeks aan hem verantwoording schuldig. Overigens liet hij hen volkomen vrij en zelfstandig, zo als hij dat gewoon was in Amerika. „U voelt het' sprak hij minzaam, „wat ik nodig heb, zijn: Self-made men". Goedetrouw knikte eerbiedig. „Ik ben wel nooit in Amerika geweest", merkte hij bescheiden op, „maar ik heb jaren lang op een Amerikaans kantoor ge werkt". De grote man lachte nu vertrouwelij ker en nam uit zijn bureaulade een kistje Henry Clay, dat hij Joris Godetrouw voorhield. „Ons bedrijf', lichtte de gene raal toe, nadat hij een enorme rookwolk had uitgeblazen, terwijl Joris Goede trouw voorzichtig aan de kostbare reuk- stok trok „is een onmisbare schakel tus sen de zakenman en de cliënten. Waar op komt het aan bij zaken doen? Op be trouwbaarheid, meneer! U moest eens weten, hoe talrijke winkeliers en zaken lieden dagelijks worden opgelicht door schijnbaar keurige lieden, die zich later ontpoppen als de grootste schurken en oplichters. Maar dan is het te laat voor de firma, die zulke schurken zijn ver trouwen schonk. En dit, meneer Goede trouw (ha, uw naam past goed in mijn bedrijf) is nu de kern van mijn onder neming. De firma Flipse belt u op, of de heer Koopmans goed is voor duizend gulden krediet. Uw bediende licht de kaart van meneer Koopmans en binnen het kwartier heeft de firma Flipse alle gewenste inlichtingen. Nu zult u wellicht vragen: „Maar hoe kom u aan al die ge gevens?" Om de mond van de grote man speelde een fijn glimlachje. „Dit nu, me neer Goedetrouw, is het geheim van mijn succes!" Ofschoon Joris Goedetrouw aanvanke lijk nog enige vrees had gekoesterd, had hij toch de knoop doorgehakt. Nu of nooit! Het briefpapier met het hoofd in lak-relief zag er zo voornaam uit, dat hij, op verzoek van de almachtige om per kerende post zijn besluit kenbaar te maken, omdat nog slechts één plaats (toevalig in deze stad) vacant was, de daad van zijn leven beging. Een dag la ter verliet hij weer het kantoor van de manager, met een prachtig contract van drie jaren in zijn zak tegen een salaris van vierduizend gulden per jaar. Een behoorlijk gezegelde en getekende kwi tantie van duizend gulden voor de ge storte waarborgsom .(die eigendom van Goedetrouw bleef) was er bijgevoegd. Dit moest de kassier van Manschot weten! Grinnikend vroeg hij de kassier toen hij deze alles had verteld: ,,Nu, dat is niet slecht,'hè? En de werkkring is geknipt voor me. Ik kan liet op mijn slofjes aan". Peinzend zag de kassier Joris Goede trouw aan en vroeg oen: „Maar heb je nu niets vergeten?". Verwonderd en niet begrijpend vroeg Goedetrouw, terwijl hij met zijn kippige ogen zijn geluksbrief bekeek: „Vergeten? Wat zou ik verge ten hebben?". „Ja ,ik bedoel, heb je nu zelf geen in- Het rood-blauwe etiket, met. op het rode gedeelte in gouden letters het woord ROTANKEUR en op het daaronder ge legen blauwe gedeelte in witte letters de naam NOORDWOLDE, zal op de betref fende produkten worden aangebracht. Een verheugend initiatief van bedrij ven die geheel achter hun produkten staan, welke moeten worden gemaakt in fabrieken die voldoende bedrijfstechnisch zijn geoutilleerd om kwaliteitsprodukten te maken en over de kennis en weten schap beschikken om de technisch juis te produktiemethoden toe te passen en die goed op de hoogte zijn met de eigen formaties genomen naar die meneer, die informateur - generaal zal ik maar zeg gen? En dan natuurlijk door middel van een ander informatie-kantoor?" Dit nu had Joris Goedetrouw inderdaad niet gedaan. Hij grinnikte nerveus, toch wel wat onthutst door de eigenlijk mal le vraag van de kassier. Informeren naar een informateur! Die was goed. Maar de kassier bood aan, voor de aardigheid gratis een informatie te nemen. Daar kon de ander toch niets tegen hebben? „Nee, als u denkt dat het nodig is, maar ik geloof het niet". De andere^ dag reeds was de informa tie er. Zij luidde: „Moeten zeer dringend waarschuwen voor bedoelde heer, die voorgeeft jarenlang in Amerika grote za ken te hebben gedaan. Hij was inder daad tien jaren in de Ver. Staten, waar van hij er drie doorbracht in de Sing- Sing-geVangenis wegens oplichting in tien gevallen. „Voorts was hij dranksmokkelaar, waar voor hij in Baltimore kennis met de ge vangenis maakte. Na zijn laatste vonnis werd hij gedwongen als ongewenste vreemdeling de Verenigde Staten te ver laten. Sinds drie maanden is hij nu te rug in Nederland en wordt door de po litie scherp in het oog gehouden, daar hij wel zal trachten ook hier weder een of andere affaire op zwendelgebied te beginnen. Verder commentaar lijkt ons overbo dig.". Joris Goedetrouw zat verslagen voor zich uit te staren met het verpletterende requisitoir van de pseudo-Directeur-Ge- neraal in de bevende handen. Weg illu sies! Weg duizend gulden! In de Bloemstraat was een kleine, doch goed beklante kruidenierswinkel, waar een goede „loop" in zat. En in de winkel stond Joris Goedetrouw erwten, bonen, zeep en nog meer af te wegen. Hij was een prettig mens, die het best met de buurvrouwen kon vinden. Als het erg druk was, bij voorbeeld op zaterdag avond, hielp ook zijn vrouw hem. Want toen Joris Goedetrouw voor zijn reste rende negen duizend gulden het bedrijf overnam van de weduwe van de. vorige kruidenier, had hij tevens het stoute stuk begaan, de weduwe er bij te nemen. Doch niet, dan nadat hij een prima in formatie omtrent de toekomstige direc trice in zijn zaak had ontvangen. In de maandagavond in het Stations koffiehuis van de heer 31. Kalfsterman gehouden openbare ledenvergadering van de Bond voor Staatspensionering heeft de landelijke voorzitter, de heer Steenhuis uit Dieren een overzicht gegeven van het doel van de bond en met voorbeelden aangetoond, dat het werk van deze orga nisatie nog niet gemist kan worden. De heer Steenhuis schetste de situatie, zoals die vroeger was, waarbij de bejaar den vaak geheel afhankelijk waren van de hulp van hun kinderen. Tegenwoordig is dat gelukkig anders en kunnen ouders hun kinderen zelfs wel eens iets geven en behoeven zij zelf niet meer'te vragen. Toch is het niet zo, dat thans reeds de volmaakte toestand bereikt is, dat alle bejaarden een onbezorgde oude dag heb ben. Velen, die uitsluitend van hun AOW- uitkering moeten rondkomen, leven vaak nog aan de rand van de armoede. Wij moeten hart hebben voor onze ouden van dagen, aldus de heer Steen huis. Nog meer propaganda maken voor het mooie doel van de oudedagsvoorzie ning en zo mogelijk er op uitgaan om zelf eens met de mensen te praten. PBE31IEVRIJ Premievrij staatspensioen, zover is het nog niet. Dit was tot nu toe nog niet mogelijk, maar wij hopen, afdus spreker, dat het in de toekomst zal komen of dat in ieder geval minder premie zal moeten worden opgebracht. Daar moet naar het oordeel van de heer Steenhuis naar ge streefd worden. Toch moeten wij blij zijn, verklaarde de heer Steenhuis, dat de Noodwet Drees zover is uitgegroeid, dat velen van onze oudjes een goede oude dag hebben en wij zullen er voor moeten zorgen, dat dit zo blijft. De Bond voor Staatspensionering en al de afdelingen moeten de schouders er onder zetten om dit werk verder uit te bouwen. Voordat de heer Steenhuis aan 't woord kwam opende de secretaris van, de Hol- tense afdeling de heer Joh. Aaftink. we gens ziekte van .de voorzitter de heer Beijers, de vergadering en gaf hij een uit eenzetting van de werkzaamheden van het voorlopig bestuur, dat de afdeling weer nieuw leven in wil blazen. De gewestelijke secretaris, de heer G. J. Geerlink uit Deventer, leidde daarna de heer Steenhuis in en schetste de bond ais een vertrouwde hulp voor de bejaar den. Die steun van de bond kan niet ge mist worden. Nadat het voorlopig bestuur definitief was gekozen, heeft de heer Aaftink de beide sprekers dank gebracht, voor hun komst naar Holten. schappen der te verwerken materialen. Verheugend ook voor de consument, die waar voor zijn geld verlangt. Mocht er toch nog een klacht zijn, dan kan hij die indienen bij de Centrale Bond van Meubelfabrikanten, postbus 100, Heem stede. GEBRUIK VAN ROTAN MEUBELEN Het goede meubel uit rotan of pitriet, dat kwaliteit paart aan hedendaagse vormgeving, zal op vele manieren toe passing kunnen vinden voor gehele of gedeeltelijke meubilering. Voor kleinbe- huisden zijn er in rotan ideale oplossin gen, evenals voor tiener-kamers. Rotan in combinatie met metaal schept weer andere mogelijkheden. De huidige produktie in Nederland ligt tussen 5 en 6 miljoen gulden per jaar, waarvan in 1966 voor een bedrag van 911.000,werd geëxporteerd, voor al naar Duitsland en België. Het ROTANKEUR NOORDWOLDE zal er ongetwijfeld toe bijdragen dat de kwaliteit van deze meubelen over de ge hele linie zal worden opgevoerd en ook dat komt de consument weer ten goede. Rotan- en pitrietmeubelen hebben in de na-oorlogse tijd de markt heroverd. Dit is grotendeels te danken aan het feit dat de vormgeving van deze meube len zich aan de hedendaagse smaak heeft aangepast. Anderzijds ligt de prijs gunstig. Een gretige aftrek van deze soort meubelen is er oorzaak van geworden dat er naast kwalitatief goede rotan meubelen massa-produkten aan de markt zijn gekomen van een vaak on- defineerbare kwaliteit. Immers in de tijd van schaarste direct na de oorlog werd steeds naar „meer" gevraagd, ter wijl men nu prijs gaat stellen op „beter". De Nederlandse consument is „kwali teitsbewust" aan het worden, ook ten opzichte van rotanmeubelen. Hij ver langt nu een garantie, die bij naamloze massa-artikelen niet wordt gegeven. Het is daarom verheugend dat een aantal bedrijven in Noordwolde ba kermat en belangrijk middelpunt van de rotanindustrie het initiatief hebben genomen tot het instellen van een Ro- tankeur Noordwolde, een kwaliteitsmerk voor produkten van rotting, teen en pit riet.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1967 | | pagina 5