7
HOE ZIEN DIEREM KLEUREN?
SPORTENDE VROUWEN
Trots
op
uw
eigen
plaats
OlGHlDEEëN
James Christie, de ex-zeeman die van Londen
feit wereldberoemde kinsteeiitryu maakte
MEN IS HET GEHEIM OP HET SPOOR
Mannen hebben er van alles tegen
Maar waarom zou zij niet?
Schaakuitslagen
Toon dat
dan ook
in uw
waardering
voor uw eigen
plaatselijke
krant
i
door Mare Kemmis
Zaterdag 4 maart 1967
HOLTENS NIEUWSBLAD
Dieren leven niet zoals men dat vroe
ger meende, in een wereld van zwart,
grijs en wit. Het staat vast, dat ze kleu
ren kunnen zien, maar men ontdekte ook,
dat dit zien van kleuren bij verschillende
soorten dieren verschillend is. Zo weten
wij bijvoorbeeld van een aantal dieren,
dat zij slechts één enkele of een paar
kleuren kunnen waarnemen en wel die
kleur of kleuren die in hun leven een
bijzondere rol spelen, bijvoorbeeld in
verband met hun leefgewoonten. Bij an
dere dieren staat vast, dat zij een uit
gebreid spectrum kunnen waarnemen.
Uiteraard is de wetenschap bijzonder be
langstellend naar het hoe en waarom van
dit waarnemen. Men zoekt naar het ant
woord op de fascinerende vraag: waarin
schuilt het geheim van het kleurenzien
en wat is de oorzaak dat sommige dieren
slechts een enkele en andere meer kleu
ren waarnemen?
HONINGBIJ ZIET ANDERE KLEUREN
Zoals bekend hangt het zien van kleu
ren samen met de golflengten van het
licht. Oranje en rood zijn kleuren met een
lange golflengte, terwijl- violet een kleur
met een korte golflengte is.
Bij de honingbijen heeft men ontdekt,
dat deze dieren een uitgebreid kleuren
scala kunnen zien, doch dat 'het iets an
ders 'ligt dan 'bij de mens. Daar waar de
golflengte van 'het licht van ultraviolet
te kort wordt om door de mens gezien te
kunnen worden, ziet de bij dat wel. Daar
staat echter tegenover, dat de bij de
langgolvige kleuren oranje en rood niet
kan zien. Deze dieren hebben dus het
vermogen een even uitgebreid kleuren
scala te zien als de mens, doch het is
iets verschoven in de richting van kortere
golflengten. De honingbij behoort tot de
dieren die wel het meest intensief zijn
onderzocht op dit gebied.
Men is zich gaan afvragen, hoe het
eigenlijk mogelijk is dat mensen en die
ren kleuren kunnen zien. We weten dat
op het netvlies van het menselijk oog
zogenaamde staafjes en kegeltjes voorko
men, waarbij' de staafjes een rol spelen
bij het waarnemen van de lichtintensiteit,
terwijl de kegeltjes verantwoordelijk zijn
voor het zien van kleuren. Doch wat dat
betreft zijn we dus niet verder gekomen
dan het vaststellen van de plaats waar
kleuren worden waargenomen. Maar we
weten nog weinig over de manier waarop
dit gebeurt.
TWEE THEORIEëN
Vanzelfsprekend bestaan er reeds lang
theorieën over dit probleem. Twee daar
van worden over het algemeen als „heel
goed mogelijk' geaccepteerd. De eerste
wordt betiteld als „de theorie van de drie
componenten" en werd ontwikkeld door
Thomas Young en later verder uitgewerkt
door Herman von Helmholtz. Deze theorie
berust op de veronderstelling,; dat in het
oog drie verschillende soorten cellen
Leden van de schaakclub „De Pio
niers" speelden donderdagavond in hun
clublokaal, hotel Holterman, een aantal
partijen voor de onderlinge clubcompe
titie. De uitslag aan de borden was als
volgt:
C. van Geerstein - G. J. Hoeve 01
Westera - J. Broere 01
B. van Beek - G. Westera 1—0
H. J. Hol-Groothoff - A. Stukker y,—
F. J. Hol - P. H. van Doorn 1
BOEKBESPREKING
De avontuurlijke reis van Koning
Zazoe en het Kogmobiel
Opmerkelijk debuut van jong auteur
„Koning Zazoe en het kogmobiel", het
zojuist in de AP-Jeugdserie verschenen
boek, waarmee de jeugdige Chris Schof
fel zijn debuut maakt als auteur, werd
door Wim Bijmoer verteld en geïllustreerd
voor de televisie. Mét de fraaie tekenin
gen van Alfons van Heusden is „Koning
Zazoe en het kogmobiel" nu tegelijk een
spannend leesboek èn een kleurig kijk
boek geworden. Een jeugdboek voor jon
gens en meisjes van acht jaar en ouder,
dat zich in talloze opzichten van alle
andere jeugdboeken van de laatste tijd
onderscheidt!
DE HEER PETTER SPRAK VOOR
CHR. PLATTELANDSVROUWEN
De Chr. Plattelandsvrouwen en meisjes
kwamen donderdagavond in de bovenzaal
van de Coöp. Aan- en Verkoopvereniging
„Holten" in vergadering bijeen.
De presidente, mevr. J. Rietberg-yan
Lindenberg, liet bij de aanvang zingen
Ps. 146 8, ging voor in gebed en las ver
volgens een gedeelte uit de H. Schrift
(1 Timoth. vers 17). Allen werden wel
kom geheten en in 't bijzonder de heer
R. Petter, oud-groepscommandant van de
Rijkspolitie, die op veler verzoek voor de
tweede keer in dit seizoen een bespreking
hield over het verkeer.
Evenals de vorige keer wist de heer
Petter allen te boeien met z'n lezing over
de nieuwe verkeers- en voorrangsregéls.
Ook werden er heel wat vragen gesteld.
Na de pauze werd nog een quiz gehou
den, welke ook in goede aarde viel en
tevens weer leerzaam was juist ook voor
degenen, die in het bezit zijn van een rij
bewijs.
De heer Petter werd voor zijn duidelijke
uiteenzetting dank gebracht en hem werd
door de presidente een enveloppe met
inhoud aangeboden.
Bij het behandelen van de ingekomen
stukken' werd nog meegedeeld, dat de
Bondsdag op 27 april in Leeuwarden zal
worden gehouden.
Met algemene stemmen werd beslotèn
om de laatste vergadering in dit seizoen
voorkomen om te zien, waarvan elke
groep een zekere lichtgevoeligheid heeft
en waarbij de groepen op elkaar aan
sluiten.
Bij de gewervelde dieren, bij wie de
kegeltjes dienst doen als organen voor het
zien van kleuren, zou er dus sprake moe
ten zijn van drie soorten kegeltjes. On
danks uitgebreide en intensieve onder
zoekingen is men er nog niet in geslaagd
enig verschil bij deze kegeltjes te ont-
men en dat het slechts een kwestie van
langdurige onderzoekingen zal zijn om ze
te ontdkken.
EEN BELANGRIJKE ONTDEKKING
Dit intensieve zoeken heeft nu resul
taat opgeleverd. Professor H. Autrum, van
het zoölogisch Instituut van de universi
teit van München, die zich reeds tientallen
jaren bezighoudt met de fysiologie van
het zien van kleuren, heeft bij zijn onder
zoekingen bij de honingbijen een belang
rijke ontdekking gedaan. In de ogen van
de werksters vond hij inderdaad drie soor
ten cellen. Hij vond een groep met een
maximum gevoeligheid voor geel, een
tweede groep met een maximum gevoe
ligheid voor violet en tenslotte een derde
groep met een maximum gevoeligheid
voor ultraviolet.
Heel interessant is dat deze drie groe
pen tot nu toe slechts konden worden
vastgesteld bij werksters en niet bij de
darren, wier ogen gemakkelijker zijn te
onderzoeken. Het blijkt dat de darren
slechts twee groepen 'hebben en wel voor
violet en ultraviolet, terwijl het er naar
uitziet, dat de derde voor geel ontbreekt,
al staat dit nog niet onomstotelijk vast.
Men heeft er echter reeds een verklaring
voor gevonden. De dieren zouden geen
behoefte 'hebben aan een zo uitgebreid
Niemand gaf hem kans van slagen.
Integendeel, menigeen voorspelde hem
dat het een teleurstelling zou worden.
Een jongen die als adelborst in de ma
rine dient, besluit als hij nauwelijks
twintig jaar oud is, dat dit toch niet het
geschikte beroep voor hem is en wordt
bij louter toeval assistent van een fir
ma. van Londense veilingmeesters, die
daarna aankondigt voor eigen rekening
een zaak te beginnen, voor zo'n jongen
kan een bankroet niet veraf zijn.
Toch hebben die voorspellers James
Christie onderschat, zelfs al moest hij
het tegen 60 gevestigde veilingkantoren
opnemen. Dit was op 5 december 1766.
Nu twee honderd jaar later bloeit de
zaak, die in een kleine ruimte op Pali
Mall werd begonnen, nog steeds, hoe
wel nu in ruimere kantoren vlakbij King
Street.
Christie's wereldberoemde veiling van
oude kunst, is nu een algemeen bekend
begrip, en de veilingkantoren spelen een
belangrijke rol in het laten vortbestaan
van de Londense reputatie als het we
reld kunstcentrum. In de afgelopen 8
jaren is Christie's omzet van ƒ23.000.000
tot bijna ƒ75.000.000 in 1966 gestegen.
Er zijn maar weinig kunstgalerijen en
kunstcollecties die geen werken bezitten
die bij Christie geveild zijn.
De jonge James begon met allerlei
dingen te verkopen, niet alleen schil
derijen, zilver en andere kunstwerken,
maar ook dozen met kaarsen, bedde-
pannen, wijn, kamerpotten, orgels en
72 vrachten uitstekend hooi" (van een
boerderij op 3 km afstand).
Christie's reputatie groeide snel en de
rijken en de beroemden begonnen inte-
weer als Pauswijding te houden. Dit zal
dan zijn op donderdag 23 maart.
Allen gingen voldaan huiswaarts, na
dat gezongen was Gez. 228 1 en mevr.
M. van Engbrink-Ramaker de avond had
gesloten met dank aan God.
PROP AG AN DA-AVOND
BOND VOOR ST A ATSPEN SION ERIN G
De afdeling Holten van de Bond voor
Staatspensionering, die in het najaar een
nieuw voorlopig bestuur gekregen heeft,
nadat het bestuur van het Gewest Over
ijssel zich enkele jaren over de leden
administratie eri de kasmiddelen had ont
fermd, gaat op maandag 6 maart a.s. in
het Stationskoffiehuis van de heer M.
Kalisterman een openbare ledenvergade
ring beleggen.
De afdeling telt ruim 130 leden, maar
men wil dit aantal uitbreiden, omdat de
Bond voor Staatspensionering, gezien
haar werkprogram, haar actualiteit nog
niet verloren heeft. De bond heeft vanaf
haar oprichting in 1900 steeds met kracht
geijverd voor een reële uitkering aan de
bejaarden. Premievrij staatspensioen is
het door de geweldige last, die dit op
de staatsbegroting zou leggen nooit
geworden, maar mede dank zij haar
krachtige acties is toch zo langzamerhand
het besef doorgedrongen, dat er voor de
bejaarden iets gedaan moest worden en
is successievelijk de A.O.W.-uitkering tot
stand gekomen.
In deze openbare ledenvergadering, die
om 19.45 uur begint, zal de heer G. J.
Geerlink uit Deventer, vergrijsd in de
strijd voor een beter lot van de bejaarden,
een eenvoudige inleiding houden over het
werk en de betekenis van de Bond voor
Staatspensionering.
Het voorlopig bestuur zal in deze ver
gadering verslag doen en zijn zetels ter
beschikking stellen voor de verkiezing
van een definitief bestuur.
vermogen tot kleurenzien, aangezien hun
taak in de bijenmaatschappij afloopt na
de bruiloftsvlucht. De werksters daaren
tegen, die voor het verzamelen van honing
bloemen bezoeken, hebben een uitgebrei
der vermogen nodig.
De verdere onderzoekingen zullen ech
ter moeten uitmaken of dit juist is en de
darren inderdaad deze derde groep niet
bezitten en niet nodig hebben.
Het belangrijkste van de- onderzoekin
gen van prof. Autrum is wel dat deze
hebben geleid tot het bewijs dat de theo
rie der drie componenten in de natuur
voorkomt. Men gelooft echter niet, dat
het slechts deze ene mogelijkheid is die
voorkomt. Het is heel goed mogelijk, dat
bij andere diersoorten het kleurenzien
op een andere wijze plaasvindt, bijvoor
beeld volgens de complementaire kleu
rentheorie van Hering en men vermoedt
dit 'bij /de gewervelde dieren. De toe
komst zal uitwijzen of dit vermoeden
juist is. Men is echter door de ontdek
king van professor Autrum weer een stap
dichter gekomen bij de oplossing van het
mysterie,
dekken.
De tweede, de „complementaire kleu
rentheorie", werd door E. Hering ont
wikkeld. Ook deze theorie maakt gebruik
van een systeem van drie delen, die ech
ter op een andere manier met elkaar sa
menspelen. Hij neemt aan, dat de com
plementaire kleuren rood en groen, of
blauw en geel elk op één deel van het
waarnemingsvermogen inwerken en wel
zo, dat het ene deel:van de complemen
taire combinatie de substantie, waarmee
men kleur kan waarnemen, ontbindt, ter
wijl het andere deel deze substantie op
bouwt. Tenslotte zou een derde deel van
het waarnemingsorgaan verantwoordelijk
zijn voor de registratie van de lichtinten
siteit. Maar ook deze theorie is tot op
heden niet bevestigd door een voorbeeld
in de natuur. Maar toch neemt men aan,
dat beide theorieën in de natuur voorko-
resse te tonen. Voor zijn tweede verkoop
noteert Christie op zijn catalogus ook
de bezoekers, waaronder Dr Samuel
Johnson. Toen de zaak eenmaal geves
tigd was bereikten de jaarlijkse veiling-
kosten in de 18de eeuw een ongekende
hoogte.
Zijn roem verspreidde zich, en zijn
eerste grote internationale slag kwam
na de gewelddadige episodes van de
Franse Revolutie. De bekende Madame
Dubarry bracht hem een geheim bezoek,
om zijn hulp in te roepen bij de verkoop
van haar juwelen. Tijdens haar terug
keer naar Parijs werd zij verraden, van
diefstal en verkoop van staatseigen
dommen beschuldigd, en werd in de
cember 1793 onthoofd. Maar de verkoop
ging 14 maanden later toch door: James
beschrijft de collectie als „een uitmun
tende en magnifieke collectie van waar
devolle juwelen van eigenaardige
schoonheid, pracht en perfectie". Zij
brachten de som van bijna 100.000 op.
Gedurende de 19e eeuw verzorgde
Christie's de verkoop van waardevolle
stukken van vele rijke huizen, en zorg
de voor de verkoop van werken uit de
studio's van ontelbare artiesten. Gains
borough was de eerste, maar dan volg
den Reynolds, Landeer, Reaburn, Ros-
setti, Sargent ....tot aan de twee be
langrijke verkopen vari Augustus John's
studio in 1962 en 1963 toe.
In 1889 hield Christie's de eerste Brit
se veiling van de toen alom bespotte
impressionisten. De veiling bevatte
eveneens zes werken van Dugas, een van
de werken werd door de artiest Sickart
voor slechts 690,aangekocht. Drie
jaar later bevatte de veiling Dugas' we
reldberoemde werk „Figuren bij een ca
fé" (nu bekend onder de naam L'Absin-
the"). Het ging voor de prijs van ƒ1.800
van de hand en is héden ten dage meer
dan ƒ2.500.000,waard.
Christie blijft voortdurend in het
nieuws. Verleden jaar bracht Rem
brandt's beroemde schilderij van zijn
zoon Titus de prijs op van ƒ7.980.000,
hetgeen een Europees veilingrecord be
tekent voor een schilderij.
In het begin van de 19de eeuw zag
een schilderijen-restaurateur, die in
Holland de boot naar huis miste, dit
schilderij hangen in de boerderij waar
hij overnachtte. Omdat hij het bewon
derde bood de vriendelijke boer het aan
voor de prijs van ƒ0,50 inclusief
logies en ontbijt!
Er worden nog steeds waardevolle
stukken ontdekt en niet alleen schil
derijen tot grote en aangename ver
rassing van de eigenaars.
In 1952 wandelde een huisvrouw van
het eiland Wight binnen met haar
grootmoeders theepot. „Deze pot hebben
wij de laatste 15 jaar gebruikt, maar
nu moeten wij hem verkopen. Ik wil er
tenminste 200,voor ontvangen",
vertelde zij 'de heer A. G. Grimwade,
directeur van Christie's zilverafdeling.
Deze ontdekte dat het een werk van
Ribouleau was de Hugenoot zilversmid,
en bracht 18.000,op.
Een miniatuur, binnengebracht door
een ex-politieagent, bleek het werk van
Peter Oliver (na Corregio) te zijn en
bracht 8.610,op. Een ander klein
schilderij van 19 x 17 cm bracht
in 1964 ƒ240.150,op. Het werd door
een handelaar in Brighton voor ƒ500,
opgekocht, maar Christie's identificeer
de het als een werk van Pieter Breu
ghel, De Oude.
De firma heeft ongeveer 100 experts
in dienst, die bekend zijn met alle soor
ten kunst. Zij ontdekken voortdurend
onbekende waardevolle stukken: in 1966
werden in een tijdsbestek van vijf we
ken, twee Rubens geïdentificeerd.
De sportbeoefening door meisjes en
vrouwen blijft in ons land nog altijd
sterk achter bij de sportbeoefening door
leden van het sterke geslacht. Ofschoon
talloze huisvrouwen koffie zonder suiker
drinken om hun goed figuur te bewaren
of een verdere uitdijing te voorkomen,
komen maar weimgen onder hen op de
gedachte eens aan. sport te gaan doen.
Ons land telt momenteel ruim 1,6
miljoen sportbeoefenaars maar ruim één
miljoen van dit legioen bestaat uit man
nen. Is bij de manlijke sportbeoefenaren
ongeveer 60 ouder dan 18 jaar, bij de
vrouwen ligt dit percentage om en nabij
de veertig procent. Slechts bij enkele
sportbonden overtreffen de vrouwelijke
leden hun manlijke collega's in aantal.
FRIESE VROUW HET SPORTIEFST
Dat vrouwen vooral wanneer zij de 25
jaar hebben overschreden veel minder
aan sport doen, kan gemakkelijk uit het
het beschikbare cijfermateriaal worden
afgeleid. Zo heeft de Nederlandse Sport
Federatie enkele jaren geleden en on
derzoek ingesteld, waaruit bleek dat van
de bevolking van 6 tot 49 jaar 19 van
de mannen aan sport deed (wat ook
nog veel- te weinig is) en slechts 12
van de vrouwen.
Het onderzoek werd per provincie in
gesteld en men kan er interessante con
clusies uit trekken. De meest sportieve
provincie bleek Friesland te zijn, ge
volgd door Drente, wat u vermoedelijk
ook niet direct zou hebben verondersteld.
De minst sportieve provincies waren
Noord-Brabant en Limburg, waar vooral
het aantal vrouwelijke sportbeoefenaren
opvallend gering was. Het relatief hoog
ste aantal sportende vrouwen vindt men
in de drie noordelijke provincies.
Ongetwijfeld zal deze situatie nog niet
essentieel zijn veranderd, want alle pro
vincies hadden wat dit betreft een enor
me achterstand op Groningen, Friesland
en Drente. In deze provincies deed meer
dan 20 van de vrouwelijke bevolking
in de leeftijdsgroep 649 jaar aan sport
en in de andere provincies lag dit per
centage beneden de 15, in Brabant en
Limburg zelfs aanzienlijk beneden de
tien procent.
Vooroordelen
Nu is er ongetwijfeld een verband tus
sen de geringe sportbeoefening door
vrouwen en de positie die het zwakke
geslacht tot voor kort in het maatschap
pelijk leven innam. Maar we mogen dan
toch wel zeggen, dat op het gebied van
de sport de emancipatie van de vrouw
zich heel laat inzet. Op het gebied van
de vrouwelijke sportbeoefening heersen
hardnekkige vooroordelen, die een taai
leven leiden hoewel bij nadere analyse
de logica er van nogal discutabel is.
Dat er voor de vrouwen geen Tour de
France wordt georganiseerd is begrij
pelijk, omdat de fysieke capaciteiten
van de vrouw zich voor een dergelijke
veldslag niet. lenen. Maar waarom kun
nen de dames dan wel 800 meter hard
lopen en wordt dameswielrennen in het
geheel niet geaccepteerd?
Voordat de vrouwen op diverse athle-
tieknummers mochten uitkomen, is er
trouwens ook heel wat gepraat en over
wogen. In 1912 namen voor het eerst
vrouwen deel aan de Olympische ath-
letiekkampioenschappen maar een groot
gedeelte van de (door mannen geredi
geerde) pers was er tegen. Pas in 1932
werden de vrouwelijke athleten alge
meen aanvaard.
Egoïsme
Misschien zijn de weerstanden tegen
sportbeoefening door vrouwen terug te
brengen tot het egoïsme, dat de heer der
H
schepping vooral in zijn houding ten
opzichte van de andere kunne zo dik
wijls kenmerkt. Men is bang dat de
vrouw „vermannelijkt" dat zij door de
sportbeoefening haar gratie zou verlie
zen. Een verrasende conclusie overi
gens, want veel suikerklontjes en bon
bons kunnen die gratie wel eens meer
aantasten dan 500 meter hardlopen of
een vinnig partijtje judo.
Ook klinken er nog wel eens bezwaren
op fysiologisch terrein door. Sportbeoe
fening zou zwangerschap en bevalling
ongunstig beïnvloeden. Een bezwaar dat
meestal door niet-medici naar voren
wordt gebracht
Creatief
Overigens zij met dit alles niet gezegd,
dat vrouwen nu maar op de zelfde wijze
sport moeten gaan bedrijven als man
nen. De vrouwelijke constitutie is anders
en daar dient het sportonderwijs en de
training aan te worden aangepast. Qua
uithoudingsvermogen, kracht en snel
heid verliest de vrouw het van de man.
Haar talent leent zich meer voor sport-
soorten, die creativiteit en expressie
vragen.' Men denke hier maar eens aan
het turnen, waar de vrouwen zulke
schitterende prestaties leveren.
Bij enkele sportbonden in Nederland
is het aantal vrouwelijke leden groter
dan het aantal manlijke beoefenaren.
Onder meer is dit het geval bij de gym-
nastiekbonden, de korfbalbond en het
handbalverbond. Zeer hoog is het aantal
vrouwelijke leden bij de tennisbond, de
hockeybond en de badmintonbond, ter
wijl uiteraard de wandelsportbonden
evenmin over. vrouwelijke belangstelling
hebben te klagen.
Toch blijft het jammer, dat een groot
deel van onze vrouwelijke bevolking in
het .geheel niet aan sport doet. Dat man
lijke vooroordelen hier van grote invloed
zijn, is een feit. Terwijl toch menig man
eigenlijk tegen zichzelf zou moeten zeg
gen: ,,ik heb liever dat mijn vrouw's mid
dags gaat tennissen of judoën, dan dat
zij in een restaurant thee met gebak zit
te eten
TOM NODDY.
Onder de orchideeën, die geschikt zijn
voor de huiskamer zijn er drie die elkaar,
wat bloei betreft, vrijwel opvolgen.
Dat is de odontoglossum, wier bloeitijd
valt ongeveer van oktober tot december,
de paphiopediium cypridepium of ook wel
genaamd het venusschoentje, met een
bloeitijd vallende van eind december tot
voorjaar, en ten derde de brassia verru
cosa, bloeiende ongeveer april tot juni.
Wie dus dit drietal bezit, kan zich be
roemen op een koninklijk bezit.
De odontoglossum leeft in de vrije na
tuur op de bomen en vertoont als gevolg
daarvan een zeer merkwaardig blader- en
wortelgestel. Onder aan de bladvoeten
zien we knolvormige verdikkingen, die
vrij breed en ovaal van vorm zijn, grijs
groen en aan de onderzijde violet ge
vlekt. Elk van deze „bulten" brengt twee
bladeren voort, waardoor de plant zelf
meer een eigenaardige dan een fraaie in
druk maakt.
BLOEMEN
Per stengel kan men rekenen op 4 tot
6 blbemen, grillig gevlekt in een kleuren
combinatie van bruin tot geel.
Deze plant verlangt een lichte stand
plaats, niet te warm en niet in de zon.
's Zomers als zij volop groeit veel water,
daarna verminderen we dit langzamer
hand, doch zorgen er voor, dat pas ge
vormde verdikkingen niet verdrogen.
Eens in de twee jaar verpotten in een
mengsel van twee delen varenwortels en
een deel gehakt mos, dat met een bloe-
menspuit vochtig gehouden wordt. De
vooraf goed schoongemaakte pot moet
voor een derde gevuld zijn met potscher
ven.
De atmosfeer in de kamer móet voch
tig zijn, weshalve we de plant op een om
gekeerd schoteltje zetten in een bakje
water. Ook kan men de pot in 'n grotere
pot zetten, die gevuld is met natte pot
scherven.
De cypripedium bloeit dus ongeveer
tegen Kerstmis, als de eerst genoemde
uitgebloeid is. Ook deze plant moet een
plaats hebben in het volle licht en niet
in de zon.
VEEL SCHERVEN
Ze moet behoorlijk vochtig gehouden
worden. Na de bloei matig water en dan
behoeven we er een maand of drie maar
weinig naar om te kijken, als we haar op
een koele plaats houden. Daarna weer
meer water 'en ook weer wat meer in de
warmte en vooral goed in het licht. Ook
hier een vochtige atmosfeer en 'n plaatsje
op het omgekeerde schoteltje.
Om de twee jaar moet deze plant ver
pot worden in een mengsel van gehakt
mos, gehakte varenwortels (in gelijke
hoeveelheden) onder toevoeging van grove
bladaarde en grof zand. De nieuwe pot
ook hier weer vullen met potscherven tot
op een derde en moet goed schoon ge
boend zijn. De wortels moeten zoveel mo
gelijk ontdaan zijn van de oude aarde en
dan wordt de plant zo in het grondmeng-
sel gezet, dat zij iets boven de rand van
de pot komt te staan, terwijl we het ge
heel met een laagje mos afdekken. Na
het verpotten eerst matig water, echter
zodra de groei begint, geven we ook weer
•meer ..water.
De derde soort is de brassia verrucosa,
een aardorchidee met geelwitte bloemen,
waarop zich een groene vlek bevindt. De
bloeitijd valt in april-juni. Deze plant kent
geen rusttijd en houdt van vochtige lucht.
Overigens is de behandeling ongeveer ge
lijk aan die van de twee bovengenoemde.