7 HOE ZIEN DIEREM KLEUREN? SPORTENDE VROUWEN Trots op uw eigen plaats OlGHlDEEëN James Christie, de ex-zeeman die van Londen feit wereldberoemde kinsteeiitryu maakte MEN IS HET GEHEIM OP HET SPOOR Mannen hebben er van alles tegen Maar waarom zou zij niet? Schaakuitslagen Toon dat dan ook in uw waardering voor uw eigen plaatselijke krant i door Mare Kemmis Zaterdag 4 maart 1967 HOLTENS NIEUWSBLAD Dieren leven niet zoals men dat vroe ger meende, in een wereld van zwart, grijs en wit. Het staat vast, dat ze kleu ren kunnen zien, maar men ontdekte ook, dat dit zien van kleuren bij verschillende soorten dieren verschillend is. Zo weten wij bijvoorbeeld van een aantal dieren, dat zij slechts één enkele of een paar kleuren kunnen waarnemen en wel die kleur of kleuren die in hun leven een bijzondere rol spelen, bijvoorbeeld in verband met hun leefgewoonten. Bij an dere dieren staat vast, dat zij een uit gebreid spectrum kunnen waarnemen. Uiteraard is de wetenschap bijzonder be langstellend naar het hoe en waarom van dit waarnemen. Men zoekt naar het ant woord op de fascinerende vraag: waarin schuilt het geheim van het kleurenzien en wat is de oorzaak dat sommige dieren slechts een enkele en andere meer kleu ren waarnemen? HONINGBIJ ZIET ANDERE KLEUREN Zoals bekend hangt het zien van kleu ren samen met de golflengten van het licht. Oranje en rood zijn kleuren met een lange golflengte, terwijl- violet een kleur met een korte golflengte is. Bij de honingbijen heeft men ontdekt, dat deze dieren een uitgebreid kleuren scala kunnen zien, doch dat 'het iets an ders 'ligt dan 'bij de mens. Daar waar de golflengte van 'het licht van ultraviolet te kort wordt om door de mens gezien te kunnen worden, ziet de bij dat wel. Daar staat echter tegenover, dat de bij de langgolvige kleuren oranje en rood niet kan zien. Deze dieren hebben dus het vermogen een even uitgebreid kleuren scala te zien als de mens, doch het is iets verschoven in de richting van kortere golflengten. De honingbij behoort tot de dieren die wel het meest intensief zijn onderzocht op dit gebied. Men is zich gaan afvragen, hoe het eigenlijk mogelijk is dat mensen en die ren kleuren kunnen zien. We weten dat op het netvlies van het menselijk oog zogenaamde staafjes en kegeltjes voorko men, waarbij' de staafjes een rol spelen bij het waarnemen van de lichtintensiteit, terwijl de kegeltjes verantwoordelijk zijn voor het zien van kleuren. Doch wat dat betreft zijn we dus niet verder gekomen dan het vaststellen van de plaats waar kleuren worden waargenomen. Maar we weten nog weinig over de manier waarop dit gebeurt. TWEE THEORIEëN Vanzelfsprekend bestaan er reeds lang theorieën over dit probleem. Twee daar van worden over het algemeen als „heel goed mogelijk' geaccepteerd. De eerste wordt betiteld als „de theorie van de drie componenten" en werd ontwikkeld door Thomas Young en later verder uitgewerkt door Herman von Helmholtz. Deze theorie berust op de veronderstelling,; dat in het oog drie verschillende soorten cellen Leden van de schaakclub „De Pio niers" speelden donderdagavond in hun clublokaal, hotel Holterman, een aantal partijen voor de onderlinge clubcompe titie. De uitslag aan de borden was als volgt: C. van Geerstein - G. J. Hoeve 01 Westera - J. Broere 01 B. van Beek - G. Westera 1—0 H. J. Hol-Groothoff - A. Stukker y,— F. J. Hol - P. H. van Doorn 1 BOEKBESPREKING De avontuurlijke reis van Koning Zazoe en het Kogmobiel Opmerkelijk debuut van jong auteur „Koning Zazoe en het kogmobiel", het zojuist in de AP-Jeugdserie verschenen boek, waarmee de jeugdige Chris Schof fel zijn debuut maakt als auteur, werd door Wim Bijmoer verteld en geïllustreerd voor de televisie. Mét de fraaie tekenin gen van Alfons van Heusden is „Koning Zazoe en het kogmobiel" nu tegelijk een spannend leesboek èn een kleurig kijk boek geworden. Een jeugdboek voor jon gens en meisjes van acht jaar en ouder, dat zich in talloze opzichten van alle andere jeugdboeken van de laatste tijd onderscheidt! DE HEER PETTER SPRAK VOOR CHR. PLATTELANDSVROUWEN De Chr. Plattelandsvrouwen en meisjes kwamen donderdagavond in de bovenzaal van de Coöp. Aan- en Verkoopvereniging „Holten" in vergadering bijeen. De presidente, mevr. J. Rietberg-yan Lindenberg, liet bij de aanvang zingen Ps. 146 8, ging voor in gebed en las ver volgens een gedeelte uit de H. Schrift (1 Timoth. vers 17). Allen werden wel kom geheten en in 't bijzonder de heer R. Petter, oud-groepscommandant van de Rijkspolitie, die op veler verzoek voor de tweede keer in dit seizoen een bespreking hield over het verkeer. Evenals de vorige keer wist de heer Petter allen te boeien met z'n lezing over de nieuwe verkeers- en voorrangsregéls. Ook werden er heel wat vragen gesteld. Na de pauze werd nog een quiz gehou den, welke ook in goede aarde viel en tevens weer leerzaam was juist ook voor degenen, die in het bezit zijn van een rij bewijs. De heer Petter werd voor zijn duidelijke uiteenzetting dank gebracht en hem werd door de presidente een enveloppe met inhoud aangeboden. Bij het behandelen van de ingekomen stukken' werd nog meegedeeld, dat de Bondsdag op 27 april in Leeuwarden zal worden gehouden. Met algemene stemmen werd beslotèn om de laatste vergadering in dit seizoen voorkomen om te zien, waarvan elke groep een zekere lichtgevoeligheid heeft en waarbij de groepen op elkaar aan sluiten. Bij de gewervelde dieren, bij wie de kegeltjes dienst doen als organen voor het zien van kleuren, zou er dus sprake moe ten zijn van drie soorten kegeltjes. On danks uitgebreide en intensieve onder zoekingen is men er nog niet in geslaagd enig verschil bij deze kegeltjes te ont- men en dat het slechts een kwestie van langdurige onderzoekingen zal zijn om ze te ontdkken. EEN BELANGRIJKE ONTDEKKING Dit intensieve zoeken heeft nu resul taat opgeleverd. Professor H. Autrum, van het zoölogisch Instituut van de universi teit van München, die zich reeds tientallen jaren bezighoudt met de fysiologie van het zien van kleuren, heeft bij zijn onder zoekingen bij de honingbijen een belang rijke ontdekking gedaan. In de ogen van de werksters vond hij inderdaad drie soor ten cellen. Hij vond een groep met een maximum gevoeligheid voor geel, een tweede groep met een maximum gevoe ligheid voor violet en tenslotte een derde groep met een maximum gevoeligheid voor ultraviolet. Heel interessant is dat deze drie groe pen tot nu toe slechts konden worden vastgesteld bij werksters en niet bij de darren, wier ogen gemakkelijker zijn te onderzoeken. Het blijkt dat de darren slechts twee groepen 'hebben en wel voor violet en ultraviolet, terwijl het er naar uitziet, dat de derde voor geel ontbreekt, al staat dit nog niet onomstotelijk vast. Men heeft er echter reeds een verklaring voor gevonden. De dieren zouden geen behoefte 'hebben aan een zo uitgebreid Niemand gaf hem kans van slagen. Integendeel, menigeen voorspelde hem dat het een teleurstelling zou worden. Een jongen die als adelborst in de ma rine dient, besluit als hij nauwelijks twintig jaar oud is, dat dit toch niet het geschikte beroep voor hem is en wordt bij louter toeval assistent van een fir ma. van Londense veilingmeesters, die daarna aankondigt voor eigen rekening een zaak te beginnen, voor zo'n jongen kan een bankroet niet veraf zijn. Toch hebben die voorspellers James Christie onderschat, zelfs al moest hij het tegen 60 gevestigde veilingkantoren opnemen. Dit was op 5 december 1766. Nu twee honderd jaar later bloeit de zaak, die in een kleine ruimte op Pali Mall werd begonnen, nog steeds, hoe wel nu in ruimere kantoren vlakbij King Street. Christie's wereldberoemde veiling van oude kunst, is nu een algemeen bekend begrip, en de veilingkantoren spelen een belangrijke rol in het laten vortbestaan van de Londense reputatie als het we reld kunstcentrum. In de afgelopen 8 jaren is Christie's omzet van ƒ23.000.000 tot bijna ƒ75.000.000 in 1966 gestegen. Er zijn maar weinig kunstgalerijen en kunstcollecties die geen werken bezitten die bij Christie geveild zijn. De jonge James begon met allerlei dingen te verkopen, niet alleen schil derijen, zilver en andere kunstwerken, maar ook dozen met kaarsen, bedde- pannen, wijn, kamerpotten, orgels en 72 vrachten uitstekend hooi" (van een boerderij op 3 km afstand). Christie's reputatie groeide snel en de rijken en de beroemden begonnen inte- weer als Pauswijding te houden. Dit zal dan zijn op donderdag 23 maart. Allen gingen voldaan huiswaarts, na dat gezongen was Gez. 228 1 en mevr. M. van Engbrink-Ramaker de avond had gesloten met dank aan God. PROP AG AN DA-AVOND BOND VOOR ST A ATSPEN SION ERIN G De afdeling Holten van de Bond voor Staatspensionering, die in het najaar een nieuw voorlopig bestuur gekregen heeft, nadat het bestuur van het Gewest Over ijssel zich enkele jaren over de leden administratie eri de kasmiddelen had ont fermd, gaat op maandag 6 maart a.s. in het Stationskoffiehuis van de heer M. Kalisterman een openbare ledenvergade ring beleggen. De afdeling telt ruim 130 leden, maar men wil dit aantal uitbreiden, omdat de Bond voor Staatspensionering, gezien haar werkprogram, haar actualiteit nog niet verloren heeft. De bond heeft vanaf haar oprichting in 1900 steeds met kracht geijverd voor een reële uitkering aan de bejaarden. Premievrij staatspensioen is het door de geweldige last, die dit op de staatsbegroting zou leggen nooit geworden, maar mede dank zij haar krachtige acties is toch zo langzamerhand het besef doorgedrongen, dat er voor de bejaarden iets gedaan moest worden en is successievelijk de A.O.W.-uitkering tot stand gekomen. In deze openbare ledenvergadering, die om 19.45 uur begint, zal de heer G. J. Geerlink uit Deventer, vergrijsd in de strijd voor een beter lot van de bejaarden, een eenvoudige inleiding houden over het werk en de betekenis van de Bond voor Staatspensionering. Het voorlopig bestuur zal in deze ver gadering verslag doen en zijn zetels ter beschikking stellen voor de verkiezing van een definitief bestuur. vermogen tot kleurenzien, aangezien hun taak in de bijenmaatschappij afloopt na de bruiloftsvlucht. De werksters daaren tegen, die voor het verzamelen van honing bloemen bezoeken, hebben een uitgebrei der vermogen nodig. De verdere onderzoekingen zullen ech ter moeten uitmaken of dit juist is en de darren inderdaad deze derde groep niet bezitten en niet nodig hebben. Het belangrijkste van de- onderzoekin gen van prof. Autrum is wel dat deze hebben geleid tot het bewijs dat de theo rie der drie componenten in de natuur voorkomt. Men gelooft echter niet, dat het slechts deze ene mogelijkheid is die voorkomt. Het is heel goed mogelijk, dat bij andere diersoorten het kleurenzien op een andere wijze plaasvindt, bijvoor beeld volgens de complementaire kleu rentheorie van Hering en men vermoedt dit 'bij /de gewervelde dieren. De toe komst zal uitwijzen of dit vermoeden juist is. Men is echter door de ontdek king van professor Autrum weer een stap dichter gekomen bij de oplossing van het mysterie, dekken. De tweede, de „complementaire kleu rentheorie", werd door E. Hering ont wikkeld. Ook deze theorie maakt gebruik van een systeem van drie delen, die ech ter op een andere manier met elkaar sa menspelen. Hij neemt aan, dat de com plementaire kleuren rood en groen, of blauw en geel elk op één deel van het waarnemingsvermogen inwerken en wel zo, dat het ene deel:van de complemen taire combinatie de substantie, waarmee men kleur kan waarnemen, ontbindt, ter wijl het andere deel deze substantie op bouwt. Tenslotte zou een derde deel van het waarnemingsorgaan verantwoordelijk zijn voor de registratie van de lichtinten siteit. Maar ook deze theorie is tot op heden niet bevestigd door een voorbeeld in de natuur. Maar toch neemt men aan, dat beide theorieën in de natuur voorko- resse te tonen. Voor zijn tweede verkoop noteert Christie op zijn catalogus ook de bezoekers, waaronder Dr Samuel Johnson. Toen de zaak eenmaal geves tigd was bereikten de jaarlijkse veiling- kosten in de 18de eeuw een ongekende hoogte. Zijn roem verspreidde zich, en zijn eerste grote internationale slag kwam na de gewelddadige episodes van de Franse Revolutie. De bekende Madame Dubarry bracht hem een geheim bezoek, om zijn hulp in te roepen bij de verkoop van haar juwelen. Tijdens haar terug keer naar Parijs werd zij verraden, van diefstal en verkoop van staatseigen dommen beschuldigd, en werd in de cember 1793 onthoofd. Maar de verkoop ging 14 maanden later toch door: James beschrijft de collectie als „een uitmun tende en magnifieke collectie van waar devolle juwelen van eigenaardige schoonheid, pracht en perfectie". Zij brachten de som van bijna 100.000 op. Gedurende de 19e eeuw verzorgde Christie's de verkoop van waardevolle stukken van vele rijke huizen, en zorg de voor de verkoop van werken uit de studio's van ontelbare artiesten. Gains borough was de eerste, maar dan volg den Reynolds, Landeer, Reaburn, Ros- setti, Sargent ....tot aan de twee be langrijke verkopen vari Augustus John's studio in 1962 en 1963 toe. In 1889 hield Christie's de eerste Brit se veiling van de toen alom bespotte impressionisten. De veiling bevatte eveneens zes werken van Dugas, een van de werken werd door de artiest Sickart voor slechts 690,aangekocht. Drie jaar later bevatte de veiling Dugas' we reldberoemde werk „Figuren bij een ca fé" (nu bekend onder de naam L'Absin- the"). Het ging voor de prijs van ƒ1.800 van de hand en is héden ten dage meer dan ƒ2.500.000,waard. Christie blijft voortdurend in het nieuws. Verleden jaar bracht Rem brandt's beroemde schilderij van zijn zoon Titus de prijs op van ƒ7.980.000, hetgeen een Europees veilingrecord be tekent voor een schilderij. In het begin van de 19de eeuw zag een schilderijen-restaurateur, die in Holland de boot naar huis miste, dit schilderij hangen in de boerderij waar hij overnachtte. Omdat hij het bewon derde bood de vriendelijke boer het aan voor de prijs van ƒ0,50 inclusief logies en ontbijt! Er worden nog steeds waardevolle stukken ontdekt en niet alleen schil derijen tot grote en aangename ver rassing van de eigenaars. In 1952 wandelde een huisvrouw van het eiland Wight binnen met haar grootmoeders theepot. „Deze pot hebben wij de laatste 15 jaar gebruikt, maar nu moeten wij hem verkopen. Ik wil er tenminste 200,voor ontvangen", vertelde zij 'de heer A. G. Grimwade, directeur van Christie's zilverafdeling. Deze ontdekte dat het een werk van Ribouleau was de Hugenoot zilversmid, en bracht 18.000,op. Een miniatuur, binnengebracht door een ex-politieagent, bleek het werk van Peter Oliver (na Corregio) te zijn en bracht 8.610,op. Een ander klein schilderij van 19 x 17 cm bracht in 1964 ƒ240.150,op. Het werd door een handelaar in Brighton voor ƒ500, opgekocht, maar Christie's identificeer de het als een werk van Pieter Breu ghel, De Oude. De firma heeft ongeveer 100 experts in dienst, die bekend zijn met alle soor ten kunst. Zij ontdekken voortdurend onbekende waardevolle stukken: in 1966 werden in een tijdsbestek van vijf we ken, twee Rubens geïdentificeerd. De sportbeoefening door meisjes en vrouwen blijft in ons land nog altijd sterk achter bij de sportbeoefening door leden van het sterke geslacht. Ofschoon talloze huisvrouwen koffie zonder suiker drinken om hun goed figuur te bewaren of een verdere uitdijing te voorkomen, komen maar weimgen onder hen op de gedachte eens aan. sport te gaan doen. Ons land telt momenteel ruim 1,6 miljoen sportbeoefenaars maar ruim één miljoen van dit legioen bestaat uit man nen. Is bij de manlijke sportbeoefenaren ongeveer 60 ouder dan 18 jaar, bij de vrouwen ligt dit percentage om en nabij de veertig procent. Slechts bij enkele sportbonden overtreffen de vrouwelijke leden hun manlijke collega's in aantal. FRIESE VROUW HET SPORTIEFST Dat vrouwen vooral wanneer zij de 25 jaar hebben overschreden veel minder aan sport doen, kan gemakkelijk uit het het beschikbare cijfermateriaal worden afgeleid. Zo heeft de Nederlandse Sport Federatie enkele jaren geleden en on derzoek ingesteld, waaruit bleek dat van de bevolking van 6 tot 49 jaar 19 van de mannen aan sport deed (wat ook nog veel- te weinig is) en slechts 12 van de vrouwen. Het onderzoek werd per provincie in gesteld en men kan er interessante con clusies uit trekken. De meest sportieve provincie bleek Friesland te zijn, ge volgd door Drente, wat u vermoedelijk ook niet direct zou hebben verondersteld. De minst sportieve provincies waren Noord-Brabant en Limburg, waar vooral het aantal vrouwelijke sportbeoefenaren opvallend gering was. Het relatief hoog ste aantal sportende vrouwen vindt men in de drie noordelijke provincies. Ongetwijfeld zal deze situatie nog niet essentieel zijn veranderd, want alle pro vincies hadden wat dit betreft een enor me achterstand op Groningen, Friesland en Drente. In deze provincies deed meer dan 20 van de vrouwelijke bevolking in de leeftijdsgroep 649 jaar aan sport en in de andere provincies lag dit per centage beneden de 15, in Brabant en Limburg zelfs aanzienlijk beneden de tien procent. Vooroordelen Nu is er ongetwijfeld een verband tus sen de geringe sportbeoefening door vrouwen en de positie die het zwakke geslacht tot voor kort in het maatschap pelijk leven innam. Maar we mogen dan toch wel zeggen, dat op het gebied van de sport de emancipatie van de vrouw zich heel laat inzet. Op het gebied van de vrouwelijke sportbeoefening heersen hardnekkige vooroordelen, die een taai leven leiden hoewel bij nadere analyse de logica er van nogal discutabel is. Dat er voor de vrouwen geen Tour de France wordt georganiseerd is begrij pelijk, omdat de fysieke capaciteiten van de vrouw zich voor een dergelijke veldslag niet. lenen. Maar waarom kun nen de dames dan wel 800 meter hard lopen en wordt dameswielrennen in het geheel niet geaccepteerd? Voordat de vrouwen op diverse athle- tieknummers mochten uitkomen, is er trouwens ook heel wat gepraat en over wogen. In 1912 namen voor het eerst vrouwen deel aan de Olympische ath- letiekkampioenschappen maar een groot gedeelte van de (door mannen geredi geerde) pers was er tegen. Pas in 1932 werden de vrouwelijke athleten alge meen aanvaard. Egoïsme Misschien zijn de weerstanden tegen sportbeoefening door vrouwen terug te brengen tot het egoïsme, dat de heer der H schepping vooral in zijn houding ten opzichte van de andere kunne zo dik wijls kenmerkt. Men is bang dat de vrouw „vermannelijkt" dat zij door de sportbeoefening haar gratie zou verlie zen. Een verrasende conclusie overi gens, want veel suikerklontjes en bon bons kunnen die gratie wel eens meer aantasten dan 500 meter hardlopen of een vinnig partijtje judo. Ook klinken er nog wel eens bezwaren op fysiologisch terrein door. Sportbeoe fening zou zwangerschap en bevalling ongunstig beïnvloeden. Een bezwaar dat meestal door niet-medici naar voren wordt gebracht Creatief Overigens zij met dit alles niet gezegd, dat vrouwen nu maar op de zelfde wijze sport moeten gaan bedrijven als man nen. De vrouwelijke constitutie is anders en daar dient het sportonderwijs en de training aan te worden aangepast. Qua uithoudingsvermogen, kracht en snel heid verliest de vrouw het van de man. Haar talent leent zich meer voor sport- soorten, die creativiteit en expressie vragen.' Men denke hier maar eens aan het turnen, waar de vrouwen zulke schitterende prestaties leveren. Bij enkele sportbonden in Nederland is het aantal vrouwelijke leden groter dan het aantal manlijke beoefenaren. Onder meer is dit het geval bij de gym- nastiekbonden, de korfbalbond en het handbalverbond. Zeer hoog is het aantal vrouwelijke leden bij de tennisbond, de hockeybond en de badmintonbond, ter wijl uiteraard de wandelsportbonden evenmin over. vrouwelijke belangstelling hebben te klagen. Toch blijft het jammer, dat een groot deel van onze vrouwelijke bevolking in het .geheel niet aan sport doet. Dat man lijke vooroordelen hier van grote invloed zijn, is een feit. Terwijl toch menig man eigenlijk tegen zichzelf zou moeten zeg gen: ,,ik heb liever dat mijn vrouw's mid dags gaat tennissen of judoën, dan dat zij in een restaurant thee met gebak zit te eten TOM NODDY. Onder de orchideeën, die geschikt zijn voor de huiskamer zijn er drie die elkaar, wat bloei betreft, vrijwel opvolgen. Dat is de odontoglossum, wier bloeitijd valt ongeveer van oktober tot december, de paphiopediium cypridepium of ook wel genaamd het venusschoentje, met een bloeitijd vallende van eind december tot voorjaar, en ten derde de brassia verru cosa, bloeiende ongeveer april tot juni. Wie dus dit drietal bezit, kan zich be roemen op een koninklijk bezit. De odontoglossum leeft in de vrije na tuur op de bomen en vertoont als gevolg daarvan een zeer merkwaardig blader- en wortelgestel. Onder aan de bladvoeten zien we knolvormige verdikkingen, die vrij breed en ovaal van vorm zijn, grijs groen en aan de onderzijde violet ge vlekt. Elk van deze „bulten" brengt twee bladeren voort, waardoor de plant zelf meer een eigenaardige dan een fraaie in druk maakt. BLOEMEN Per stengel kan men rekenen op 4 tot 6 blbemen, grillig gevlekt in een kleuren combinatie van bruin tot geel. Deze plant verlangt een lichte stand plaats, niet te warm en niet in de zon. 's Zomers als zij volop groeit veel water, daarna verminderen we dit langzamer hand, doch zorgen er voor, dat pas ge vormde verdikkingen niet verdrogen. Eens in de twee jaar verpotten in een mengsel van twee delen varenwortels en een deel gehakt mos, dat met een bloe- menspuit vochtig gehouden wordt. De vooraf goed schoongemaakte pot moet voor een derde gevuld zijn met potscher ven. De atmosfeer in de kamer móet voch tig zijn, weshalve we de plant op een om gekeerd schoteltje zetten in een bakje water. Ook kan men de pot in 'n grotere pot zetten, die gevuld is met natte pot scherven. De cypripedium bloeit dus ongeveer tegen Kerstmis, als de eerst genoemde uitgebloeid is. Ook deze plant moet een plaats hebben in het volle licht en niet in de zon. VEEL SCHERVEN Ze moet behoorlijk vochtig gehouden worden. Na de bloei matig water en dan behoeven we er een maand of drie maar weinig naar om te kijken, als we haar op een koele plaats houden. Daarna weer meer water 'en ook weer wat meer in de warmte en vooral goed in het licht. Ook hier een vochtige atmosfeer en 'n plaatsje op het omgekeerde schoteltje. Om de twee jaar moet deze plant ver pot worden in een mengsel van gehakt mos, gehakte varenwortels (in gelijke hoeveelheden) onder toevoeging van grove bladaarde en grof zand. De nieuwe pot ook hier weer vullen met potscherven tot op een derde en moet goed schoon ge boend zijn. De wortels moeten zoveel mo gelijk ontdaan zijn van de oude aarde en dan wordt de plant zo in het grondmeng- sel gezet, dat zij iets boven de rand van de pot komt te staan, terwijl we het ge heel met een laagje mos afdekken. Na het verpotten eerst matig water, echter zodra de groei begint, geven we ook weer •meer ..water. De derde soort is de brassia verrucosa, een aardorchidee met geelwitte bloemen, waarop zich een groene vlek bevindt. De bloeitijd valt in april-juni. Deze plant kent geen rusttijd en houdt van vochtige lucht. Overigens is de behandeling ongeveer ge lijk aan die van de twee bovengenoemde.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1967 | | pagina 5