ADVENTSTIJD IN TWENTHE «Pr REKLAME IS WINST Hier ligt: Overijssel DUIZENDEN HECTARES VAKANTIEVRIJHEID-BLIJHEID Na 4 jaar strijd f 75.750 sohdewergoeding RattenGevaarlijke kostgangers Help ze mee uitroeien verkouden UOLTKNS NIEUWSBLAD Klagende lonen van midwinter hoorn verbreken stille van de Kerstnacht. Oude Twentse boerengewoonte nog steeds in ere. De duisternis valt over het Twentse boerenland. Het is eigenlijk de gehele dag niet licht geweest. Een grauwe wolken laag heeft de zon doen schuil gaan en boven de vochtige aarde hangt een grijze nevel. Dat js zo het weer in december. Het stemt de mens weemoedig. Het is stil op en rondom de boerderijen. De oogstwerkzaamheden zijn al lang weer achter de rug. Het land is opnieuw ge ploegd, het winterzaad is uitgestrooid. De boer wacht op het voorjaar. Maar de Lente is nog ver weg. De Winter moet nog beginnen. Vrede en rust beheersen het land. maar ook trieste donkerheid. Het is in deze tijd, dat de Twentse boer op een geheel eigen wijze gaat getuigen van het Licht, dat in de wereld is gekomen. het Licht, dat de duisternis van de win ternacht verjaagt, elk jaar weer. Het Licht, dat de mensen, juist in de donker ste tijd van het jaar, weer nieuwe moed geeft. Wie in de Kersttijd zich op het Twent se platteland bevindt, zal vrijwel elke avond een eigenaardig, klagend, geluid horen, van ver en van dichtbij. Een iet wat jodelend geluid, maar met overigens weinig variatie in toon. Toch „apart" genoeg om er naar te luisteren. Wat is dat voor geluid? En wie laat het horen? Het is het geluid van de midwinter hoorn en het is de Twentse boer, die er op blaast. Het is een boodschap: Dë aan kondiging van de geboorte van het Kind. Kerstmis nadert Christelijke devotie met Heidense oorsprong Het is 'een eigenaardig instrument, die midwinterhoorn. De lengte van de blaas pijp is ongeveer anderhalve meter. Het is een houten voorwerp, meestal gemaakt van vlieren-, wilgen- of beukenhout, be staande uit twee uitgeholde helften, met gespleten takken tegen elkaar gebonden. Het mondstuk heeft een doorsnede van 4 a 5 cm., schuin afgesneden en gemaakt van jong vlierenhout. De hoorn zelf loopt wijd uit en is aan het eind omgebogen; het uiteinde heeft een diameter van 10 cm. En het is de vorm van de midwinter hoorn, die een aanwijzing geeft omtrent de oorsprong. Want een dergelijke vorm vindt men ook in Zwitserland terug, Al penhoorn genoemd. In Hongarije wordt iets dergelijks als veehoorn gebruikt en in Zweden en Noorwegen is het de Hyr- delurs, die daar in de midzomernachten wordt bespeeld. Oorspronkelijk werd dit hoorngeschal voortgebracht door onze vroege voor ouders: De Kelten en Germanen. We moeten zelfs nog verder terug gaan. Het is bekend, dat de Kersthoorn van van daag van de prae-historische lure uit het bronzen tijdperk afstamt. Een aantal van deze instrumenten, waarin dezelfde vor men voorkomen als bij de midwinter hoorn, kan men nog bekijken in het Deens Nationaal museum te Kopenha gen. Ook oude, in graniet gegrifte teke ningen vertonen de lure als blaasinstru ment. In de oudheid werd aan de hoorn een aparte betekenis gegeven, ver uit gaand boven de functie als blaasinstru ment. De hoorn werd tot symbool van belofte en afspraak verheven, de eed op de hoorn kon niet worden verbroken. Deze mystieke betekenis, in vroeger tijden aan het instrument toegedacht, bestaat nu nog. Midwinterhoorns worden ter bedevaart meegenomen en aan som mige exemplaren wordt nog steeds een bijzondere kracht toegekend. Waarschuwingssignaal Het midwinterblazen in Twente be perkt zich slechts tot een bepaald ge deelte van het jaar; Van de eerste Ad ventszondag tot Driekoningen. Wee de gene. die buiten dit tijdvak het geluid van de hoorn laat horen. Hij verspeelt zijn goede naam. Vroeger werd het in strument ook wel op andere tijden ge bruikt. Dat was in de 17e eri 18e eeuw, toen het de Katholieken verboden was de ere dienst uit te oefenen. De pastoor van Ootmarsum trok zich daar weinig van aan. In het geheim werd de mis gelezen. Hij werd daarbij door zijn parochianen geholpen. In de wijde omtrek hielden boeren aan alle kanten de wacht. Dreig de er onraad van overheidswege, dan werd op de midwinterhoorn geblazen De kerkgangers, die met gespitste oren de dienst bijwoonden, hoorden het ge luid en doken tijdig onder. Maar vandaag-aan-de-dag haalt de Twentse boer zijn Kersthoorn alleen te voorschijn op de daarvoor gestelde tijd. De muzikant stelt zich dan op bij de regenput en houdt het uiteinde van zijn instrument boven de put. Versterkt door de „holle" echo van de put klinkt de „laank zik rekkende toon". Een geluid, dat van verlangen klaagt „nao 't feest van Kerstmis, dat koomp". Het feest van de geboorte van het Kind. De betekenis, die de Twentse boer hecht aan het Kerstfeest wordt het best weer gegeven met de woorden van het zeer oude Oldenzaalse Kerstlied: Een Kindeken zoo lóvelik Is ons geboren heude, Van ener jonkvrouw zuverlik God tröst ons arme leude En was ons dat Kindeken nich geboorn Zoo waren wi'j alle male verloorn: Dat heil is onzer allen. Heil doe zeuten Heere Jesum Christ, Das doe den mensen geboren bist, God behöde ons veur de helle. Vrede Er zijn veel mensen, wie het „Vrede op aarde" als een hoon in de oren klinkt. En het zijn voorwaar de slechtsten niet. Zij passen er voor, één keer per jaar te zwijmelen in een sfeer van rode lichtjes, dennegroen en kaarsen en dan met een brok in de keel te zingen van vrede op aarde. De werkelijkheid geeft wel iets anders te zien.. Zij willen reëel en eerlijk zijn en ver oordelen daarmee als onwerkelijk en daarom ook oneerlijk de gehele Vrede- op-taarde-lyriek en hen, die haar be drijven. Zij kunnen begrijpen, dat Marx sprak van „opium voor het volk", want inderdaad, hier is slechts sprake van een bedwelming, een sentimentele roes, een vrome roes wellicht, maar een roes niettemin. Want de mens is de mens nog altijd een wolf. Er is niet alleen reëel oorlogsgewelder vallen niet alleen bommen én slachtoffers, maar er is ook geen vrede tussen de mensen onderling. Er is strijd tussen naties, tussen rassen, tussen belangen, tussen ideeën. Er is zelfs overal strijd in diezelfde kerken, waar men met Kerstmis het lied van Vrede op aarde zingt. Maar ook de verontwaardiging, de smart hierover kan op precies hetzelfde peil staan als een sentimentele kerst- roes. Immers, hoe hard is het oordeel over degenen die het anders zien en an ders doen, hoe weinig is er begrip, hoe weinig besef van het eigen aandeel in dit alles, hoe gering het gevoel van eigen schuld, eigen verantwoordelijkheid! Wanneer wij niet verder komen dan genadeloos veroordelen van alle gehui- chel, een hard vonnis over alles en allen die van vrede op aarde zingen, maar die vrede niet met alle middelen trachten te bewerkstelligen, hebben we dan zélf deel aan die vrede, die we zo van harte zeg gen te begeren? Betekent het oordeel over anderen niet al te vaak een zelf rechtvaardiging? Lopen we niet het gevaar te vervallen in de rol van de Farizeeër, die kon bidden „Lieve Heer, wat ben ik blij, dat ik niet zo ben als hij"? Komen we dan in het beste geval niet in de positie van neutraliteit, van kri tisch terzijde staan, heel vaak als stuur man aan de wal, doordat we ons niet hebben verdiept in de betekenis van het vrede op aarde" en in des mensen ge aardheid. die dit gezang zo vaak maakt tot een lege klank? Is het protest er tegen of de weigering er aan mee te doen een positieve bijdrage tot een vrede, die allereerst ons eigen hart vervullen moet, willen we er naar kunnen streven om vrede op aarde te krijgen? Vrede immers is iets geheel anders c'an „geen oorlog". Vrede is iets totaal anders dan ontwapening. Reeds in het begin van het allereerste bijbelboek staat de mens op tegen de mens en doodt zijn broeder, alsof de schrijver zeggen wil: in een wereld met volop ruimte, volop kansen, zonder wapens, zonder grenzen, komt uit des mensen hart zélf de on vrede, de haat, de doodslag op. Vondel heeft het zo goed gezien toen hij de ootmoed als allereerste voorwaar de zag om aan deze vrede deel te heb ben. De ootmoed, die beseft, dat wij niet beter zijn dan anderen. De ootmoed, die belijdt, dat het kwaad komt uit onszelf. De ootmoed, die erkent, dat alleen Gods Geest nieuwe mensen van ons kan ma ken, en dankbaar gelooft, dat God zich daartoe met ons bemoeit, daartoe in deze verloren wereld is gekomen, opdat de mens niet alleen zou staan in een dan bij voorbaat verloren strijd. Dan is de engelenzang geen lied van de schone schijn. Dan wordt ze een ge bed: ,.Laaf met Uw vrede ons gemoed". Zonneschijn geeft dubbele vakantie vreugde. Jammer dat geen VVV een con tract voor u kan afsluiten met de weer goden. Maar één ding is zeker: in Over ijssel schijnt de zon niet minder vaak en warm dan waar ook in Nederland. En wanneer zij schijnt, dan vindt zij in Overijssel strandjes, campings, speel weiden en heel de natuur rondom open om haar stralen op te vangen. Witte zeilen blinken op de plassen van N.W. Overijssel, de IJssel, het Zwartewater, de Vecht en het Twentekanaal. Talloze zwembaden en zonneweiden wachten op uw nog bleke huid om er een vakantie- tint aan te geven. Bij zonneschijn is Overijssel dubbel feestelijk! Overijssel kan praktisch elke vakan- tiewens vervullen. Dat komt door de on gekende variatie van „vakantieland schappen" in deze provincie. Deskun digen onderscheiden nog buiten de Noordoostpolder vijf streken voor (voornamelijk) recreatie-te-land; con troleert u eens of u uw voorliefde er bij vindt. Hier komen ze: het Dal van de Reest met bossen en vennetjes; de Vechtstreek met oude rivierarmen, wei den, landgoederen, kastelen, heide en stuifzanden; Salland met parkland schappen; Midden-Overijssel met de be boste. hoge Heuvelrug; Twente met par ken havezathen, heuvels, beken, bron nen, watermolens en hoge essen. Daar naast onderscheidt men voor (voorna- melijkrecreatie-op-aan-het-water N.W.-Overijssel met zijn uniek meren gebied. rietland en „grachten", en de IJsselstreek met de brede rivier en zijn oude steden en dorpen er langs. De Noordoostpolder vormt het jongste land van Overijssel, fris en nieuw bebouwd en ingericht. Voorlopig nog via de Over ijsselse kust sluit het aan bij het pio- niersgebied van Oostelijk Flevoland, voor de Veluwekust. Bij hengelaars raakt Overijssel meer en meer bekend als een provincie bij uitstek van mooi en goed gelegen vis water. Van heinde en ver komen de echte sportvissers al in de nachtelijke uren naar Overijssel, zwaar beladen met hengels, leefnetten, aas, fourage en wat er meer bij hoort. Ze komen karper vis sen in het wijde water van N.W.-Over ijssel. Of „spinnen" langs de oevers van de Dinkel, waar het vooral in het na jaar goed snoeken is. Of ze gaan op jacht naar de vrij zeldzame meun in de Vecht. Om nog niet eens te spreken over de IJssel, Ramspol. het Zwartewater en het Twentekanaal Wie als visser een maal de smaak van Overijssel te pakken heeft, kan niet meer van de Overijsselse viswateren loskomen. De Beeldenroute van Overijssel is een actueel bewijs van de culturele activi teit van deze provincie. Zij beoogt plaat sing van belangrijke beeldbouwwerken langs een bepaalde, landschappelijk fraaie en stedebouwkundig interessante route. RODINS „ADAM" op de Zwolse markt is een voorbeeld. Overijssel is ook zelf een land van kunstenaars, hetgeen mede bevorderd wordt door de aanwe zigheid van de Akademie voor Kunst en Industrie te Enschede. De provincie be schikt over een eigen Overijssels Phil- harmonisch Orkest en het Operagezel schap Forum heeft zijn standplaats in Enschede. In Enschede en Deventer vindt u schouwburgen die tot de beste en modernste van ons land behoren. Musea voor historie, cultuur en kunst zijn er in Enschede, Denekamp, Deven ter, Wijhe ('t Nijenhuis bij Heino), Hol ten, Zwolle, Zwartsluis, Schokland en Kampen. Naast tentoonstellingsruimten en in vele kleinere plaatsen interessante oudheidkamers (zie de Overijsselse mu seumfolder iBelangwekkende oude bouwwerken bleven bewaard in o.a. de drie IJsselsteden en het monumenten stadje Blokzijl. Op het platteland beho ren Saksische boerderijen, wind- en wa termolens tot de culturele stoffering van het landschap. Op enkele plaatsen, zoals in Staphorst en het voormalige Zuider- zee-eiland Urk, worden de karakteristie ke klederdrachten nog in ere gehouden. Zo heeft Overijssel ook op het gebied van de cultuur veel eigens, mede ten nutte van de vakantiegangers. Zelfs in de winter heeft Overijssel u als vakantieland iets bijzonders te bie den. Op de Lemelerberg kunt u bij be hoorlijke sneeuwval skiën. Er zijn ski's te huur. En wanneer u het liever bij tochten te voet of per auto houdt, dan toont u het veelvormige Overijsselse landschap overal zijn winterse bekoor lijkheid. Vergezichten op de eindeloze wijdheid van akkers en weiden onder een witte sneeuwdeken. U kunt uw win terse tocht bekronen met u een warm onthaal te laten bereiden. In een van de vele gastvrije hotels, waar de keuken geurt naar wintergerechten. Op het plat teland blaast de Twentse boer de „mid winterhoorn" boven de waterput, zodat het karakteristieke geluid kilometers ver in de omtrek klinkt. In de levendige pro- vincisteden en dorpen brengt de Kerst sfeer een bijzondere intimiteit. Hier ligt de provincie die u de ruimte geeft! Overijssel heeft nog ruimte. Zelfs in het hoogseizoen. Rondom zijn steden en dorpen ligt zeker 41.000 ha recreatie gebied voor u open; evenzovele hectaren vrijheid-blijheid. De meeste steden en dorpen hebben er reeds een vakantie traditie. Men weet u er goed te ontvan gen. Er is gezelligheid. Er is al wat u nodig hebt. De Provinciale VVV in Zwolle, telef. (05200) 1 62 67 en de plaatselijke VVV's Georganiseerd zijn is in de tijd waarin wij nu leven helemaal geen bizonders meer. Niet alleen werknemers en werk gevers treden regelmatig in georga niseerd verband op, maar ook artsen, no tarissen, middenstanders en nog veel meer groepen in onze maatschappij heb ben het nut van georganiseerd zijn al lang ingezien. Hoe belangrijk het voor een werkne mer kan zijn om bij een bonafide vak bond te zijn aangesloten, blijkt nog weer eens duidelijk uit het onderstaande, dat wij overnemen uit een bij het N.V.V. aangesloten organisatie: „Geregeld" zette een bediende van een onzer Bureaus voor Arbeidsrecht on langs op een dik dossier. Dit was het te ken dat een zaak die zeer veel hoofdbre kens had gekost, nu definitief was afge daan. Na vier jaren moeizame strijd liad een verkeersslachtoffer, lid van onze Al gemene Nederlandse Grafische Bond, een bedrag van 75.750,ontvangen. In de zomer van 1962 reed deze typo graaf met zijn brommer op het aparte fietspad langs een drukke verkeersweg. Naast hem raasde driftig autoverkeer, waarbij nogal wat risico werd genomen. Maar op zijn fietspad was hij veilig meende hij. Doch helaas pakte dat anders uit. Een automobilist gaf gas en zette een inhaal manoeuvre in. Naast de voor hem rij dende wagen gekomen, zag hij tegenlig ger met eveneens grote snelheid nade ren. Afremmen ging niet meer, uitwij ken naar rechts was onmogelijk. In wan hoop zwenkte de automobilist, die vrouw en kinderen in zijn wagen had. naax> links, het fietspad op. De typograaf werd gegrepen en zwaar gewond. De inzitten den van de auto bracht.en het er goed af. Voor de typograaf waren de gevolgen afschuwelijk. Na een half jaar in het ziekenhuis te hebben gelegen, werd hij enige malen in een revalidatiecentrum opgenomen, want lopen was hem vrijwel onmogelijk. De genezing verliep uiterst traag en dit had tot gevolg dat aan een afwikkeling van de schade voorlopig niet te denken viel. Wel was inmiddels het Bureau voor Arbeidsrecht van het NVV ingeschakeld en dit zorgde ervoor dat de verzekeringsmaatschappij enige malen een voorschot gaf, al kostte dat heel wat moeite. De automobilist was intussen tot een forse geldboete veroordeeld; de man was verzekerd. Het duurde twee jaar voor er wat schot kwam in het genezingsproces. De typograaf mocht toen op krukken wat door zijn huis strompelen. Maar zo de hele dag door 'n flatje scharrelen Waarbij nog kwam dat zijn vrouw, die twee jaar lang dapper alle zorgen het hoofd had geboden, daar nu niet meer tegen was opgewassen. De typograaf werd oor één gedachte beheerst: ik moet weer aan het werk; al kan ik misschien maar een deel van de dag werken, ik moet me nuttig maken, anders hou ik het niet uit. De grote moeilijkheid was echter, dat hij zich niet kon verplaatsen. Het Bureau voor Arbeidsrecht nam deze zaak op met de expert van de assurantiemaatschappij en betoogde: „Er moet een auto komen die voor deze man geschikt is gemaakt. Hij heeft recht op werk. Zijn genezing zal erdoor worden bevorderd en dan hoeft de maatschappij minder loonschade uit te keren. Ook zal zijn vrouw dan be ter tegen de situatie op kunnen." De expert sloeg aan het rekenen. Zijn conclusie was dat het voor de maat schappij voordeliger was als de typo graaf thuis bleef zitten tot hij weer be ter was en daarom: „Van ons geen auto." Toch is die auto er gekomen, want in samenwerking met de dienst van Sociale Zaken werd op korte termijn een Dafje gekocht, waarvan de besturing aan de fysieke mogelijkheden van de typograaf werd aangepast. Het duurde niet lang of hij kon met de auto naar zijn werk .rij den, zij het dat hij niet in staat was een volledige dagtaak te verrichten. De kwestie van de uit te keren schade leidde echter tot een hard gevecht tussen Bureau voor Arbeidsrecht en verzeke ringsmaatschappij. Er werden bereke ningen gemaakt, specialisten en profes soren verrichtten medische keuringen. Autokosten moesten worden getaxeerd. En voorts was er nog de t zaak van het smartegeld. Het was geen gemakkelijke tijd voor het slachtoffer van de aanrijding en zijn enige troost was te weten dat er hard voor hem werd gevochten in een zaak die hij onmogelijk alleen had aangekund. De zaak eindigde met de betaling van een bedrag van 75.750,—. Gezien het geen de typograaf had moeten doorma ken, waarlijk geen overdreven groot be drag, waar n.b. vier jaar voor gewerkt moest worden. Overigens was met het regelen van deze moeilijke kwestie het werk van de vakbeweging niet ten einde. Want de financiële instellingen van het NVV hielpen de typograaf bij het zo gunstig mogelijk beleggen van het uit gekeerde bedrag. Als de winter in aantocht is, gaat een aanzienlijke horde zwervers onderdak zoeken bij de mens: in woning, boerderij, stal, schuur. Vinden zij daar wat ze zoeken: voed sel en nestelplaatsen, dan zullen ze er niet aan denken hun domicilie straks in het voorjaar weer te verplaatsen. Deze kostgangers zijn niet alleen flin ke mee-eters (veevoeder bv.), ze zorgen ook voor een behoorlijke bevuiling (bv. van opgeslagen voorraden) en ontzien al evenmin onze levende have: kuikens, kippen, biggen, kalveren. Maar bovenal kunnen mét hen ge vaarlijke ziektekiemen de woning of boerderij binnenkomen, die zowel de mens (ziekte van Weil, paratyfus) als het vee (mond- en klauwzeer, varkens pest) kunnen aantasten, ziekten die elk jaar tal van slachtoffers eisen. De ziekte van Weil kan een zeer ernstig, soms dodelijk verloop hebben. Indien we bedenken in welk een on hygiënisch millieu de bruine rat vaak verkeert: mestvaalt, vuilnisbelt, riool, w.c., dan spreekt het welhaast vanzelf dat hij daar de nodige smetstof kan op doen. Gesloten front Zolang tegenover dit gespuis geen aaneengesloten front wordt gevormd, zal het heel vaak de rat zijn die aan het langste eind trekt. In december, wanneer onze gemeente weer een extra actie tegen de bruine rat organiseert, moeten daarom de han den ineen geslagen worden. Iedereen, of hij nu veel of slechts 'n paar ratten herbergt, kan z'n steentje bijdragen om in een massale aanpak de gelederen van onze viervoetige parasieten een ferme klap toe te dienen. En laat niemand beweren: „die enkele ratten bij mij zijn de moeite niet waard", want hij be denke dat die paar er binnen zeer korte tijd tientallen zijn. Dus: meer schade, meer kosten voor verdelging engroter gevaar. Doe er iets aan en zo vlug mogelijk. De ratten zitten ook niet stil. Vooral in de agrarische sector zijn zij een normale zullen u gaarne inlichten. Het bijzondere van dit Overijsselse recreatiegebied is dat Overijssel nagenoeg alle Nederlandse vakantiemogelijkheden binnen zijn pro vinciegrens heeft. Aan en op het water. Op heuvels en in bossen. Rondom kaste len en havezathen. In steden met mo derne levendigheid of oude historie. En als zeer bijzondere toegift hét in heel Europa unieke riet-en-waterland van N.W.-Overijssel. U weet wel: Giethoorn ligt er ook. Bovenstaande is de tekst van de nieu we folder van Overijssel van de prov. VVV, die dezer dagen in de Nederlandse plus Duitse, Engelse en Franse tekst werd gedrukt. Gratis verkrijgbaar bij prov. VVV, Zwolle. inventarispost, doch anderzijds kan deze levende have via een deskundige uitleg van vergiftigd lokaas en dan zonder veel risico, geheel worden uitgeroeid. Wat U te doen hebt is slechts: gemeen tewerken te waarschuwen en Uw mede werking te verlenen wanneer de ge meentelijke bestrijder het vergiftigde lokaas komt uitleggen. Vergeet de ratwering niet! Maar er is nog iets waar U aan den ken moet. Zijn de ratten bij U verdelgd, doch blijven de levensomstandigheden onveranderd, dan volgt onherroepelijk een nieuwe invasie. Daarom is het noodzakelijk, na de ac tie na te gaan welke ratweringsmaat- regelen kunnen worden genomen. Mo gen tijdens een campagne zeker geen eetbare waar en afval open en bloot blijven liggen, daarna is zulks evenzeer uit den boze. Ook veevoeder moet on toegankelijk voor de ratten worden op geborgen. Het huishoudelijke afval dient in goed afsluitbare vuilnisemmers te worden ge deponeerd; deze emmers mogen niet zo vol worden gestopt dat de deksel niet meer sluit. Verder: alle toegangswegen zo goed mogelijk dichtmaken, rommelhoeken opruimen, proviandkast sluiten. En voor de vogels geen voedsel op de be gane grond strooien: de ratten eten daar een behoorlijke portie van mee. Wanneer alle belanghebbenden deze aanwijzingen in praktijk brengen, zal de bruine rat in de eerstvolgende maan den een bittere pil te slikken krijgen. Dan zullen ook bepaalde streken duur zaam van deze lugubere kostgangers kunnen worden bevrijd.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1966 | | pagina 4