ADVENTSTIJD IN TWENTHE
«Pr
REKLAME
IS
WINST
Hier ligt: Overijssel
DUIZENDEN HECTARES
VAKANTIEVRIJHEID-BLIJHEID
Na 4 jaar strijd f 75.750 sohdewergoeding
RattenGevaarlijke kostgangers
Help ze mee uitroeien
verkouden
UOLTKNS NIEUWSBLAD
Klagende lonen van midwinter
hoorn verbreken stille van de
Kerstnacht.
Oude Twentse boerengewoonte
nog steeds in ere.
De duisternis valt over het Twentse
boerenland. Het is eigenlijk de gehele dag
niet licht geweest. Een grauwe wolken
laag heeft de zon doen schuil gaan en
boven de vochtige aarde hangt een grijze
nevel. Dat js zo het weer in december.
Het stemt de mens weemoedig. Het is
stil op en rondom de boerderijen. De
oogstwerkzaamheden zijn al lang weer
achter de rug. Het land is opnieuw ge
ploegd, het winterzaad is uitgestrooid.
De boer wacht op het voorjaar. Maar de
Lente is nog ver weg. De Winter moet
nog beginnen.
Vrede en rust beheersen het land.
maar ook trieste donkerheid. Het is in
deze tijd, dat de Twentse boer op een
geheel eigen wijze gaat getuigen van het
Licht, dat in de wereld is gekomen.
het Licht, dat de duisternis van de win
ternacht verjaagt, elk jaar weer. Het
Licht, dat de mensen, juist in de donker
ste tijd van het jaar, weer nieuwe moed
geeft.
Wie in de Kersttijd zich op het Twent
se platteland bevindt, zal vrijwel elke
avond een eigenaardig, klagend, geluid
horen, van ver en van dichtbij. Een iet
wat jodelend geluid, maar met overigens
weinig variatie in toon. Toch „apart"
genoeg om er naar te luisteren.
Wat is dat voor geluid? En wie laat
het horen?
Het is het geluid van de midwinter
hoorn en het is de Twentse boer, die er
op blaast. Het is een boodschap: Dë aan
kondiging van de geboorte van het Kind.
Kerstmis nadert
Christelijke devotie
met Heidense oorsprong
Het is 'een eigenaardig instrument, die
midwinterhoorn. De lengte van de blaas
pijp is ongeveer anderhalve meter. Het
is een houten voorwerp, meestal gemaakt
van vlieren-, wilgen- of beukenhout, be
staande uit twee uitgeholde helften, met
gespleten takken tegen elkaar gebonden.
Het mondstuk heeft een doorsnede van
4 a 5 cm., schuin afgesneden en gemaakt
van jong vlierenhout. De hoorn zelf loopt
wijd uit en is aan het eind omgebogen;
het uiteinde heeft een diameter van 10
cm.
En het is de vorm van de midwinter
hoorn, die een aanwijzing geeft omtrent
de oorsprong. Want een dergelijke vorm
vindt men ook in Zwitserland terug, Al
penhoorn genoemd. In Hongarije wordt
iets dergelijks als veehoorn gebruikt en
in Zweden en Noorwegen is het de Hyr-
delurs, die daar in de midzomernachten
wordt bespeeld.
Oorspronkelijk werd dit hoorngeschal
voortgebracht door onze vroege voor
ouders: De Kelten en Germanen. We
moeten zelfs nog verder terug gaan. Het
is bekend, dat de Kersthoorn van van
daag van de prae-historische lure uit het
bronzen tijdperk afstamt. Een aantal van
deze instrumenten, waarin dezelfde vor
men voorkomen als bij de midwinter
hoorn, kan men nog bekijken in het
Deens Nationaal museum te Kopenha
gen. Ook oude, in graniet gegrifte teke
ningen vertonen de lure als blaasinstru
ment. In de oudheid werd aan de hoorn
een aparte betekenis gegeven, ver uit
gaand boven de functie als blaasinstru
ment. De hoorn werd tot symbool van
belofte en afspraak verheven, de eed op
de hoorn kon niet worden verbroken.
Deze mystieke betekenis, in vroeger
tijden aan het instrument toegedacht,
bestaat nu nog. Midwinterhoorns worden
ter bedevaart meegenomen en aan som
mige exemplaren wordt nog steeds een
bijzondere kracht toegekend.
Waarschuwingssignaal
Het midwinterblazen in Twente be
perkt zich slechts tot een bepaald ge
deelte van het jaar; Van de eerste Ad
ventszondag tot Driekoningen. Wee de
gene. die buiten dit tijdvak het geluid
van de hoorn laat horen. Hij verspeelt
zijn goede naam. Vroeger werd het in
strument ook wel op andere tijden ge
bruikt.
Dat was in de 17e eri 18e eeuw, toen
het de Katholieken verboden was de ere
dienst uit te oefenen. De pastoor van
Ootmarsum trok zich daar weinig van
aan. In het geheim werd de mis gelezen.
Hij werd daarbij door zijn parochianen
geholpen. In de wijde omtrek hielden
boeren aan alle kanten de wacht. Dreig
de er onraad van overheidswege, dan
werd op de midwinterhoorn geblazen
De kerkgangers, die met gespitste oren
de dienst bijwoonden, hoorden het ge
luid en doken tijdig onder.
Maar vandaag-aan-de-dag haalt de
Twentse boer zijn Kersthoorn alleen te
voorschijn op de daarvoor gestelde tijd.
De muzikant stelt zich dan op bij de
regenput en houdt het uiteinde van zijn
instrument boven de put. Versterkt door
de „holle" echo van de put klinkt de
„laank zik rekkende toon".
Een geluid, dat van verlangen klaagt
„nao 't feest van Kerstmis, dat koomp".
Het feest van de geboorte van het Kind.
De betekenis, die de Twentse boer hecht
aan het Kerstfeest wordt het best weer
gegeven met de woorden van het zeer
oude Oldenzaalse Kerstlied:
Een Kindeken zoo lóvelik
Is ons geboren heude,
Van ener jonkvrouw zuverlik
God tröst ons arme leude
En was ons dat Kindeken nich geboorn
Zoo waren wi'j alle male verloorn:
Dat heil is onzer allen.
Heil doe zeuten Heere Jesum Christ,
Das doe den mensen geboren bist,
God behöde ons veur de helle.
Vrede
Er zijn veel mensen, wie het „Vrede
op aarde" als een hoon in de oren klinkt.
En het zijn voorwaar de slechtsten niet.
Zij passen er voor, één keer per jaar
te zwijmelen in een sfeer van rode
lichtjes, dennegroen en kaarsen en dan
met een brok in de keel te zingen van
vrede op aarde. De werkelijkheid geeft
wel iets anders te zien..
Zij willen reëel en eerlijk zijn en ver
oordelen daarmee als onwerkelijk en
daarom ook oneerlijk de gehele Vrede-
op-taarde-lyriek en hen, die haar be
drijven. Zij kunnen begrijpen, dat Marx
sprak van „opium voor het volk", want
inderdaad, hier is slechts sprake van
een bedwelming, een sentimentele roes,
een vrome roes wellicht, maar een roes
niettemin. Want de mens is de mens nog
altijd een wolf. Er is niet alleen reëel
oorlogsgewelder vallen niet alleen
bommen én slachtoffers, maar er is ook
geen vrede tussen de mensen onderling.
Er is strijd tussen naties, tussen rassen,
tussen belangen, tussen ideeën. Er is
zelfs overal strijd in diezelfde kerken,
waar men met Kerstmis het lied van
Vrede op aarde zingt.
Maar ook de verontwaardiging, de
smart hierover kan op precies hetzelfde
peil staan als een sentimentele kerst-
roes. Immers, hoe hard is het oordeel
over degenen die het anders zien en an
ders doen, hoe weinig is er begrip, hoe
weinig besef van het eigen aandeel in
dit alles, hoe gering het gevoel van eigen
schuld, eigen verantwoordelijkheid!
Wanneer wij niet verder komen dan
genadeloos veroordelen van alle gehui-
chel, een hard vonnis over alles en allen
die van vrede op aarde zingen, maar die
vrede niet met alle middelen trachten te
bewerkstelligen, hebben we dan zélf deel
aan die vrede, die we zo van harte zeg
gen te begeren?
Betekent het oordeel over anderen niet
al te vaak een zelf rechtvaardiging?
Lopen we niet het gevaar te vervallen
in de rol van de Farizeeër, die kon bidden
„Lieve Heer, wat ben ik blij, dat ik niet
zo ben als hij"?
Komen we dan in het beste geval niet
in de positie van neutraliteit, van kri
tisch terzijde staan, heel vaak als stuur
man aan de wal, doordat we ons niet
hebben verdiept in de betekenis van het
vrede op aarde" en in des mensen ge
aardheid. die dit gezang zo vaak maakt
tot een lege klank? Is het protest er
tegen of de weigering er aan mee te doen
een positieve bijdrage tot een vrede, die
allereerst ons eigen hart vervullen moet,
willen we er naar kunnen streven om
vrede op aarde te krijgen?
Vrede immers is iets geheel anders
c'an „geen oorlog". Vrede is iets totaal
anders dan ontwapening. Reeds in het
begin van het allereerste bijbelboek staat
de mens op tegen de mens en doodt zijn
broeder, alsof de schrijver zeggen wil: in
een wereld met volop ruimte, volop
kansen, zonder wapens, zonder grenzen,
komt uit des mensen hart zélf de on
vrede, de haat, de doodslag op.
Vondel heeft het zo goed gezien toen
hij de ootmoed als allereerste voorwaar
de zag om aan deze vrede deel te heb
ben. De ootmoed, die beseft, dat wij niet
beter zijn dan anderen. De ootmoed, die
belijdt, dat het kwaad komt uit onszelf.
De ootmoed, die erkent, dat alleen Gods
Geest nieuwe mensen van ons kan ma
ken, en dankbaar gelooft, dat God zich
daartoe met ons bemoeit, daartoe in
deze verloren wereld is gekomen, opdat
de mens niet alleen zou staan in een
dan bij voorbaat verloren strijd.
Dan is de engelenzang geen lied van
de schone schijn. Dan wordt ze een ge
bed: ,.Laaf met Uw vrede ons gemoed".
Zonneschijn geeft dubbele vakantie
vreugde. Jammer dat geen VVV een con
tract voor u kan afsluiten met de weer
goden. Maar één ding is zeker: in Over
ijssel schijnt de zon niet minder vaak en
warm dan waar ook in Nederland. En
wanneer zij schijnt, dan vindt zij in
Overijssel strandjes, campings, speel
weiden en heel de natuur rondom open
om haar stralen op te vangen. Witte
zeilen blinken op de plassen van N.W.
Overijssel, de IJssel, het Zwartewater, de
Vecht en het Twentekanaal. Talloze
zwembaden en zonneweiden wachten op
uw nog bleke huid om er een vakantie-
tint aan te geven. Bij zonneschijn is
Overijssel dubbel feestelijk!
Overijssel kan praktisch elke vakan-
tiewens vervullen. Dat komt door de on
gekende variatie van „vakantieland
schappen" in deze provincie. Deskun
digen onderscheiden nog buiten de
Noordoostpolder vijf streken voor
(voornamelijk) recreatie-te-land; con
troleert u eens of u uw voorliefde er bij
vindt. Hier komen ze: het Dal van de
Reest met bossen en vennetjes; de
Vechtstreek met oude rivierarmen, wei
den, landgoederen, kastelen, heide en
stuifzanden; Salland met parkland
schappen; Midden-Overijssel met de be
boste. hoge Heuvelrug; Twente met par
ken havezathen, heuvels, beken, bron
nen, watermolens en hoge essen. Daar
naast onderscheidt men voor (voorna-
melijkrecreatie-op-aan-het-water
N.W.-Overijssel met zijn uniek meren
gebied. rietland en „grachten", en de
IJsselstreek met de brede rivier en zijn
oude steden en dorpen er langs. De
Noordoostpolder vormt het jongste land
van Overijssel, fris en nieuw bebouwd
en ingericht. Voorlopig nog via de Over
ijsselse kust sluit het aan bij het pio-
niersgebied van Oostelijk Flevoland,
voor de Veluwekust.
Bij hengelaars raakt Overijssel meer
en meer bekend als een provincie bij
uitstek van mooi en goed gelegen vis
water. Van heinde en ver komen de
echte sportvissers al in de nachtelijke
uren naar Overijssel, zwaar beladen met
hengels, leefnetten, aas, fourage en wat
er meer bij hoort. Ze komen karper vis
sen in het wijde water van N.W.-Over
ijssel. Of „spinnen" langs de oevers van
de Dinkel, waar het vooral in het na
jaar goed snoeken is. Of ze gaan op
jacht naar de vrij zeldzame meun in de
Vecht. Om nog niet eens te spreken over
de IJssel, Ramspol. het Zwartewater en
het Twentekanaal Wie als visser een
maal de smaak van Overijssel te pakken
heeft, kan niet meer van de Overijsselse
viswateren loskomen.
De Beeldenroute van Overijssel is een
actueel bewijs van de culturele activi
teit van deze provincie. Zij beoogt plaat
sing van belangrijke beeldbouwwerken
langs een bepaalde, landschappelijk
fraaie en stedebouwkundig interessante
route. RODINS „ADAM" op de Zwolse
markt is een voorbeeld. Overijssel is ook
zelf een land van kunstenaars, hetgeen
mede bevorderd wordt door de aanwe
zigheid van de Akademie voor Kunst en
Industrie te Enschede. De provincie be
schikt over een eigen Overijssels Phil-
harmonisch Orkest en het Operagezel
schap Forum heeft zijn standplaats in
Enschede. In Enschede en Deventer
vindt u schouwburgen die tot de beste
en modernste van ons land behoren.
Musea voor historie, cultuur en kunst
zijn er in Enschede, Denekamp, Deven
ter, Wijhe ('t Nijenhuis bij Heino), Hol
ten, Zwolle, Zwartsluis, Schokland en
Kampen. Naast tentoonstellingsruimten
en in vele kleinere plaatsen interessante
oudheidkamers (zie de Overijsselse mu
seumfolder iBelangwekkende oude
bouwwerken bleven bewaard in o.a. de
drie IJsselsteden en het monumenten
stadje Blokzijl. Op het platteland beho
ren Saksische boerderijen, wind- en wa
termolens tot de culturele stoffering van
het landschap. Op enkele plaatsen, zoals
in Staphorst en het voormalige Zuider-
zee-eiland Urk, worden de karakteristie
ke klederdrachten nog in ere gehouden.
Zo heeft Overijssel ook op het gebied
van de cultuur veel eigens, mede ten
nutte van de vakantiegangers.
Zelfs in de winter heeft Overijssel u
als vakantieland iets bijzonders te bie
den. Op de Lemelerberg kunt u bij be
hoorlijke sneeuwval skiën. Er zijn ski's
te huur. En wanneer u het liever bij
tochten te voet of per auto houdt, dan
toont u het veelvormige Overijsselse
landschap overal zijn winterse bekoor
lijkheid. Vergezichten op de eindeloze
wijdheid van akkers en weiden onder
een witte sneeuwdeken. U kunt uw win
terse tocht bekronen met u een warm
onthaal te laten bereiden. In een van de
vele gastvrije hotels, waar de keuken
geurt naar wintergerechten. Op het plat
teland blaast de Twentse boer de „mid
winterhoorn" boven de waterput, zodat
het karakteristieke geluid kilometers ver
in de omtrek klinkt. In de levendige pro-
vincisteden en dorpen brengt de Kerst
sfeer een bijzondere intimiteit.
Hier ligt de provincie die u de ruimte
geeft! Overijssel heeft nog ruimte. Zelfs
in het hoogseizoen. Rondom zijn steden
en dorpen ligt zeker 41.000 ha recreatie
gebied voor u open; evenzovele hectaren
vrijheid-blijheid. De meeste steden en
dorpen hebben er reeds een vakantie
traditie. Men weet u er goed te ontvan
gen. Er is gezelligheid. Er is al wat u
nodig hebt.
De Provinciale VVV in Zwolle, telef.
(05200) 1 62 67 en de plaatselijke VVV's
Georganiseerd zijn is in de tijd waarin
wij nu leven helemaal geen bizonders
meer. Niet alleen werknemers en werk
gevers treden regelmatig in georga
niseerd verband op, maar ook artsen, no
tarissen, middenstanders en nog veel
meer groepen in onze maatschappij heb
ben het nut van georganiseerd zijn al
lang ingezien.
Hoe belangrijk het voor een werkne
mer kan zijn om bij een bonafide vak
bond te zijn aangesloten, blijkt nog weer
eens duidelijk uit het onderstaande, dat
wij overnemen uit een bij het N.V.V.
aangesloten organisatie:
„Geregeld" zette een bediende van een
onzer Bureaus voor Arbeidsrecht on
langs op een dik dossier. Dit was het te
ken dat een zaak die zeer veel hoofdbre
kens had gekost, nu definitief was afge
daan. Na vier jaren moeizame strijd liad
een verkeersslachtoffer, lid van onze Al
gemene Nederlandse Grafische Bond, een
bedrag van 75.750,ontvangen.
In de zomer van 1962 reed deze typo
graaf met zijn brommer op het aparte
fietspad langs een drukke verkeersweg.
Naast hem raasde driftig autoverkeer,
waarbij nogal wat risico werd genomen.
Maar op zijn fietspad was hij veilig
meende hij.
Doch helaas pakte dat anders uit. Een
automobilist gaf gas en zette een inhaal
manoeuvre in. Naast de voor hem rij
dende wagen gekomen, zag hij tegenlig
ger met eveneens grote snelheid nade
ren. Afremmen ging niet meer, uitwij
ken naar rechts was onmogelijk. In wan
hoop zwenkte de automobilist, die vrouw
en kinderen in zijn wagen had. naax>
links, het fietspad op. De typograaf werd
gegrepen en zwaar gewond. De inzitten
den van de auto bracht.en het er goed af.
Voor de typograaf waren de gevolgen
afschuwelijk. Na een half jaar in het
ziekenhuis te hebben gelegen, werd hij
enige malen in een revalidatiecentrum
opgenomen, want lopen was hem vrijwel
onmogelijk. De genezing verliep uiterst
traag en dit had tot gevolg dat aan een
afwikkeling van de schade voorlopig niet
te denken viel. Wel was inmiddels het
Bureau voor Arbeidsrecht van het NVV
ingeschakeld en dit zorgde ervoor dat de
verzekeringsmaatschappij enige malen
een voorschot gaf, al kostte dat heel wat
moeite. De automobilist was intussen tot
een forse geldboete veroordeeld; de man
was verzekerd.
Het duurde twee jaar voor er wat
schot kwam in het genezingsproces. De
typograaf mocht toen op krukken wat
door zijn huis strompelen. Maar zo de
hele dag door 'n flatje scharrelen
Waarbij nog kwam dat zijn vrouw, die
twee jaar lang dapper alle zorgen het
hoofd had geboden, daar nu niet meer
tegen was opgewassen.
De typograaf werd oor één gedachte
beheerst: ik moet weer aan het werk; al
kan ik misschien maar een deel van de
dag werken, ik moet me nuttig maken,
anders hou ik het niet uit.
De grote moeilijkheid was echter, dat
hij zich niet kon verplaatsen. Het Bureau
voor Arbeidsrecht nam deze zaak op met
de expert van de assurantiemaatschappij
en betoogde: „Er moet een auto komen
die voor deze man geschikt is gemaakt.
Hij heeft recht op werk. Zijn genezing
zal erdoor worden bevorderd en dan
hoeft de maatschappij minder loonschade
uit te keren. Ook zal zijn vrouw dan be
ter tegen de situatie op kunnen."
De expert sloeg aan het rekenen. Zijn
conclusie was dat het voor de maat
schappij voordeliger was als de typo
graaf thuis bleef zitten tot hij weer be
ter was en daarom: „Van ons geen
auto."
Toch is die auto er gekomen, want in
samenwerking met de dienst van Sociale
Zaken werd op korte termijn een Dafje
gekocht, waarvan de besturing aan de
fysieke mogelijkheden van de typograaf
werd aangepast. Het duurde niet lang of
hij kon met de auto naar zijn werk .rij
den, zij het dat hij niet in staat was een
volledige dagtaak te verrichten.
De kwestie van de uit te keren schade
leidde echter tot een hard gevecht tussen
Bureau voor Arbeidsrecht en verzeke
ringsmaatschappij. Er werden bereke
ningen gemaakt, specialisten en profes
soren verrichtten medische keuringen.
Autokosten moesten worden getaxeerd.
En voorts was er nog de t zaak van het
smartegeld.
Het was geen gemakkelijke tijd voor
het slachtoffer van de aanrijding en zijn
enige troost was te weten dat er hard
voor hem werd gevochten in een zaak
die hij onmogelijk alleen had aangekund.
De zaak eindigde met de betaling van
een bedrag van 75.750,—. Gezien het
geen de typograaf had moeten doorma
ken, waarlijk geen overdreven groot be
drag, waar n.b. vier jaar voor gewerkt
moest worden. Overigens was met het
regelen van deze moeilijke kwestie het
werk van de vakbeweging niet ten einde.
Want de financiële instellingen van het
NVV hielpen de typograaf bij het zo
gunstig mogelijk beleggen van het uit
gekeerde bedrag.
Als de winter in aantocht is, gaat een
aanzienlijke horde zwervers onderdak
zoeken bij de mens: in woning, boerderij,
stal, schuur.
Vinden zij daar wat ze zoeken: voed
sel en nestelplaatsen, dan zullen ze er
niet aan denken hun domicilie straks
in het voorjaar weer te verplaatsen.
Deze kostgangers zijn niet alleen flin
ke mee-eters (veevoeder bv.), ze zorgen
ook voor een behoorlijke bevuiling (bv.
van opgeslagen voorraden) en ontzien
al evenmin onze levende have: kuikens,
kippen, biggen, kalveren.
Maar bovenal kunnen mét hen ge
vaarlijke ziektekiemen de woning of
boerderij binnenkomen, die zowel de
mens (ziekte van Weil, paratyfus) als
het vee (mond- en klauwzeer, varkens
pest) kunnen aantasten, ziekten die elk
jaar tal van slachtoffers eisen. De ziekte
van Weil kan een zeer ernstig, soms
dodelijk verloop hebben.
Indien we bedenken in welk een on
hygiënisch millieu de bruine rat vaak
verkeert: mestvaalt, vuilnisbelt, riool,
w.c., dan spreekt het welhaast vanzelf
dat hij daar de nodige smetstof kan op
doen.
Gesloten front
Zolang tegenover dit gespuis geen
aaneengesloten front wordt gevormd,
zal het heel vaak de rat zijn die aan het
langste eind trekt.
In december, wanneer onze gemeente
weer een extra actie tegen de bruine
rat organiseert, moeten daarom de han
den ineen geslagen worden. Iedereen,
of hij nu veel of slechts 'n paar ratten
herbergt, kan z'n steentje bijdragen om
in een massale aanpak de gelederen van
onze viervoetige parasieten een ferme
klap toe te dienen. En laat niemand
beweren: „die enkele ratten bij mij zijn
de moeite niet waard", want hij be
denke dat die paar er binnen zeer korte
tijd tientallen zijn.
Dus: meer schade, meer kosten voor
verdelging engroter gevaar.
Doe er iets aan en zo vlug mogelijk.
De ratten zitten ook niet stil. Vooral in
de agrarische sector zijn zij een normale
zullen u gaarne inlichten. Het bijzondere
van dit Overijsselse recreatiegebied is
dat Overijssel nagenoeg alle Nederlandse
vakantiemogelijkheden binnen zijn pro
vinciegrens heeft. Aan en op het water.
Op heuvels en in bossen. Rondom kaste
len en havezathen. In steden met mo
derne levendigheid of oude historie. En
als zeer bijzondere toegift hét in heel
Europa unieke riet-en-waterland van
N.W.-Overijssel. U weet wel: Giethoorn
ligt er ook.
Bovenstaande is de tekst van de nieu
we folder van Overijssel van de prov.
VVV, die dezer dagen in de Nederlandse
plus Duitse, Engelse en Franse tekst
werd gedrukt. Gratis verkrijgbaar bij
prov. VVV, Zwolle.
inventarispost, doch anderzijds kan deze
levende have via een deskundige uitleg
van vergiftigd lokaas en dan zonder
veel risico, geheel worden uitgeroeid.
Wat U te doen hebt is slechts: gemeen
tewerken te waarschuwen en Uw mede
werking te verlenen wanneer de ge
meentelijke bestrijder het vergiftigde
lokaas komt uitleggen.
Vergeet de ratwering niet!
Maar er is nog iets waar U aan den
ken moet. Zijn de ratten bij U verdelgd,
doch blijven de levensomstandigheden
onveranderd, dan volgt onherroepelijk
een nieuwe invasie.
Daarom is het noodzakelijk, na de ac
tie na te gaan welke ratweringsmaat-
regelen kunnen worden genomen. Mo
gen tijdens een campagne zeker geen
eetbare waar en afval open en bloot
blijven liggen, daarna is zulks evenzeer
uit den boze. Ook veevoeder moet on
toegankelijk voor de ratten worden op
geborgen.
Het huishoudelijke afval dient in goed
afsluitbare vuilnisemmers te worden ge
deponeerd; deze emmers mogen niet zo
vol worden gestopt dat de deksel niet
meer sluit.
Verder: alle toegangswegen zo goed
mogelijk dichtmaken, rommelhoeken
opruimen, proviandkast sluiten. En
voor de vogels geen voedsel op de be
gane grond strooien: de ratten eten daar
een behoorlijke portie van mee.
Wanneer alle belanghebbenden deze
aanwijzingen in praktijk brengen, zal
de bruine rat in de eerstvolgende maan
den een bittere pil te slikken krijgen.
Dan zullen ook bepaalde streken duur
zaam van deze lugubere kostgangers
kunnen worden bevrijd.