TOEKOMSTBEELD VAN NEDERLAND (II)
Steden zp geen steden meer
DE ONTVOERING
Meeslepende thriller van
Dolores Kitchens
Frontale botsing op de
Deventerweg
ARBEIDSAANBOD HOiEi Oil VORIG JAAR
Gewestelijk Arbeidsbureau Deventer deed goed werk
voor werkzoekenden bij bedrijfssluitingen
Wandelsport
IN1 DITBLRD
Het nette stadje
Zaterdag 15 oktober 1966
IIOLTENS NIEUWSBLAD
Zonder bijzondere maatregelen zou Ne
derland in het jaar 2000 het beeld tonen
van een verschrikkelijke chaos. Terwijl
sommige delen van het land redelijk be
woonbaar zijn zouden in andere streken
de mensen elkaar letterlijk voor de voet
lopen doordat zij tussen de opeenhoping
van huizen, kantoren en fabrieken de weg
niet meer weten. Armoede in het ene ge
bied zou staan tegenover welvaart in het
andere. Nederland heeft een probleem,
zoals maar weinig andere landen dat
kennen: een sterke bevolkingsgroei in
een toch al overbevolkt, klein land, dat
bovendien in het hart ligt van een van
's werelds belangrijkste industriële cen
tra.
De maatregelen zullen er komen. De
regering heeft deze onlangs uiteengezet
in de „Tweede Nota over de Ruimtelijke
Ordening in Nederland". Zij zullen voor
grote veranderingen zorgen. Een sterke
re ontwikkeling van het noordelijke deel
van ons land; een belangrijke wijziging
in het gezicht van het zuidelijke part. In
dit zuidelijke deel zullen rond 2000 ruim
veertien miljoen mensen moeten wonen.
De meest voor de hand liggende oplos
sing lijkt hen onder te brengen in mam
moetsteden, die voor het allergrootste
deel bestaan uit weinig ruimte in beslag
nemende torenflats. Voor wat betreft het
gebruik van.de grond is dit ongetwijfeld
de meest economische oplossing, maar
voor wat betreft de mensen tevens de
meest ongelukkige. Want die zou zich
thuis kunnen voelen in een onafzienbare
zee van staal en beton?
De regering wil langzamerhand breken
met het begrip stad. De steden zijn geen
steden meer. Zij hebben haar oorspron
kelijke funktie verloren. In de middel
eeuwen ontstonden de steden nadat tal
rijke boeren en handwerkslieden zich in
de buurt van een kasteel vestigden. Zij
kregen behoefte aan een eigen verdedi
ging en bouwden gezamenlijk een muur
rond hun woningen. De onderlinge saam
horigheid was groot en ook al steeg in
de loop der jaren en eeuwen het inwo
nertal, de hechte samenwerking bleef be
staan.
De noodzaak van wederzijdse hulp en
verdediging is in onze tijd vervallen. Alle
belangrijke taken worden niet meer door
een stad maar door de staat verricht. Is
het zo vreemd, dat de regering dan wil
breken met het begrip stad? Overigens
behoeven de gemeentebesturen niet bang
te zijn. Gemeenten blijven altijd bestaan.
Maar nu al komt het vele malen voor,
dat een gemeente bestaat uit verscheide
ne kernen, die op zekere afstand van el
kaar liggen.
De vraag is hoe de sterk groeiende be
volking moet worden ondergebracht. Een
vérgaande concentratie in een vrij klein
aantal grote steden is door de regering
afgewezen, evenals een spreiding over
een groot aantal kleine kernen. De rege
ring geeft volgens de nota over de ruim
telijke ordening de voorkeur aan een tus
senvorm: het stadsgewest. Er is al een
moeilijk woord voor gevonden ook, vol
gens goed Hollands gebruik: „gebundel
de deconcentratie". De regering wil bin
nen de stedelijke gebieden voor zoveel
mogelijk afwisseling zorgen. Het uit
gangspunt daarbij is, dat welzijn vrijheid
vraagt, dus keuze-mogelijkheden. Het
stadsgewest moet een veelheid aan woon
oorden bieden. De nota voorspelt, dat in
de stedelijke gebieden in de toekomst
vijftig tot zeventig percent van alle hui
zen eensgezinswoningen zullen zijn. In de
laatste jaren zijn in alle steden niet meer
dan 35 tot 40 percent eensgezinshuizen
gebouwd. Om uit te leggen wat een stads
gewest is, kan men nog het beste de nota
zelf aanhalen: „Het begrip stadsgewest
wordt gebruikt voor de meer uiteenge
legde stadsvoren. Anders dan vroeger zijn
„steden" geen min of meer vrij in de
ruimte gelegen, markante concentraties
meer in een landelijk gebied. Bij haar
groei hebben zij aanvankelijk randge
meenten in het stadslichaam opgenomen;
zo ontstonden de agglomeraties. Nu gaat
de ontwikkeling weer verder en ontstaat
het stadsgewest als een gespreid samen
stel van een of meer grote centra (ste
den of agglomeraties) met omringende
kleinere kernen, die door hun vele on
derlinge relaties één functioneel geheel
vormen. Deze ontwikkeling .is overal in
de hoog ontwikkelde landen aan de gang:
de „metropolitan areas" en „city regions"
zijn in wezen allen uitdrukking van het
zelfde verschijnsel".
Wie de kaart van Nederland in het
jaar 2000 ziet (geen fantasie: de kaart
bestaat nu al en zal ongetwijfeld voor
wat betreft de grote lijnen niet afwijken
van de werkelijkheid tegen die tijd), be
merkt, dat Nederland zal worden ver
deeld in vier grote stedelijke zones, die
voor het grootste deel zullen bestaan uit
stadsgewesten. Deze zones zijn:
1. De Noordvleugel: Alkmaar, IJmond,
Haarlem, Amsterdam, Zaanstreek,
Gooi, Utrecht, Amersfoort, Utrechtse
Heuvelrug, Veluwezoom, Arnhem,
Nijmegen.
2. De Zuidvleugel: Leiden, Den Haag,
Delft, Schiedam, Vlaardingen, Rotter
dam, Dordrecht.
3. De Brabantse stèdenrij, met een
voortzetting naar Zeeland (Goes, Mid
delburg, Vlissingen).
4. Zuid- en Midden-Limburg, dat zal
aansluiten op de grote stedelijke ge
bieden van België en Duitsland.
Deze vier grote stedelijke zones zullen
bestaan uit verscheidene bevolkingscon
centraties:
Twee van één miljoen inwoners: Am
sterdam en Rotterdam.
Vijf van Vz tot 1 miljoen: Den Haag,
Utrecht, Eindhoven, Arnhem, Twenthe.
Elf van Vi tot miljoen: Groningen,
Zwolle, Haarlem, Gooi, Amersfoort, Dor
drecht, Breda, Tilburg, Den Bosch, Nij
megen, Heerlen-Kerkrade.
Verder zullen concentraties ontstaan, die
variëren van tienduizend tot honderd en
twintig duizend inwoners.
Rond al deze kernen, groot of klein,
komen recreatiegelegenheden, die, al
naar de grootte van de concentratie, wor
den onderscheiden in stadspark, stadsge
westpark en parkgebieden van nationale
of regionale betekenis. Het ontwerp van
Nederland, zoals dat er in de toekomst
uit zal zien, is nu gemaakt. Het zal ech
ter nog heel wat hoofdbrekens kosten
om het ook uit te voeren.
Het boek heeft een buitengewoon fas
cinerend begin: juffrouw Moynton ziet
bij het struikgewas om de speelplaats
van haar schooltje de schaduw van een
man. Ze hoort hem roepen: „Marion,
Marion". Ze sluipt in de richting van de
schaduw. Ze hoort iemand hard weglo
pen. Wat wil deze man? In een sfeer van
hoogspanning en mysterie maken wij
kennis met de ongewone personages uit
dit boek, een thriller van ongemeen kali
ber, die een hoogtepunt vormt in het mis-
daadoeuvre van een schrijfster, die alge
meen beschouwt wordt als de opvolgster
en evenknie van Agatha Cluistie.
Wordt de kleine Marion ontvoerd? Ja
en nee. Er zijn immers twéé Marions en
er is ook nog een Marilyn! Alleen me
vrouw Trent en haar man weten wie de
geheimzinnige ontvoerder is, de maniak
Fecamo, die een telefonische terreuractie
tegen hen voert!
Zij wagen zich tenslotte aan de levens
gevaarlijke manoeuvre die tot de uitein
delijke ontbloedige oplossing van het
drama leidt. Daarbij worden de huwe
lijksmoeilijkheden van de onderwijzeres
Marion opgelost en na de overmeestering
van de kidnapper in een kelder adem
benemende climax van het boek! kan
de kleine Marilyn weer terugkeren in de
armen van haar moeder.
Het werk van Dolores Hitchens begint,
nu zij steeds duidelijker als de first lady
of mystery novels naar voren treedt, ook
in ons land met de dag meer bewonde
raars te tellen.
Enkele van haar boeken verschenen
reeds in Nederlandse vertaling in de poc
ketreeks ABC: VOETSTAPPEN IN DE
NACHT (nummer 116), SCHANDAAL
IN DE SCHADUW (nummer 131) en DE
MANIAK (nummer 206).
De ontvoering van Dolores Hitchens
dat wij ter recentie ontvingen verscheen
als ARBO-boek bij de Uitgeverij De Ar
beiderspers en werd uit het Engels ver
taald door J. H. Oosterink. Prijs gebon
den: 6,50. Voor abonnees op de serie:
3,25.
Anders in het ziekenhuis
dan de bedoeling was.
Op de Deventerweg ter hoogte van
Broekdijk had dinsdagavond omstreeks
kwart over zes een frontale botsing
plaats tussen twee personenauto's. De
heer H. J. KI. N. uit Markelo, die met de
bij hem inzittende mevr. B. eveneens uit
Markelo, voor ziekenbezoek op weg was
naar het St. Geertruiden Ziekenhuis te
Deventer, reed hij bij het inhalen van
een vrachtwagen op een personenauto,
bestuurd door G. H. A. uit Holten, die
juist de Broekdijk af kwam rijden om
zich in de richting Holten te begeven.
De heer KI. N. werd wel zeventig meter
uit de auto geslingerd en kwam in de
linker bermsloot terecht. Hij miste een
stuk uit een zijner oren. Mevr. B. kreeg
enkele hoofdwonden. Zij brachten het
er, gezien de auto, die total-los was, bij
zonder goed af. Na voorlopig verbonden
ie zijn kwamen zij nu ook in het St.
Geertruiden Ziekenhuis, maar onder
heel andere omstandigheden dan de be
doeling was toen zij van huis gingen.
De auto van de heer A., die in de buurt
schap Espelo woont, liep ook flinke ave
rij op, maar de bestuurder zelf bleef on
gedeerd.
De wandelsportvereniging De Trek
kers nam zaterdag 8 oktober j.l. deel
aan een door de W.S.V. Sluitersveld te
Almelo georganiseerde wandeltocht. De
senioren, die met maar liefst 34 perso
nen aan de start verschenen, behaalden
met 173 pnt. een prachtige le prijs in de
2e klasse senioren. Hun naaste concur
renten de W.S.V. Glanerbrug moesten,
met 168 pnt., genoegen nemen met een
2e prijs in dezelfde klasse.
Twee weken geleden behaalden de
Holtenaren in Hengelo eveneens een le
prijs met 175 pnt.
Momenteel staan ze in de competitie
dan ook, met lV(i pnt. voorsprong op
no. 2, op de le plaats. Zaterdag a.s. zul
len op de laatste tocht in dit seizoen de
puntjes zwaar verdedigd moeten worden,
om eventueel het kampioenschap te
kunnen behalen. Deze laatste tocht is de
traditionele Kleurenmars rond Enschede.
De juniorengroep van de Trekkers die
afgelopen zaterdag haar laatste tocht
liep, behaalde hier een 5e plaats met
166 pnt. in de le klasse junioren. Voor
de junioren ziet de competitiestand er
echter minder rooskleurig uit. Zij zul
len moeten afwachten wat hun concur
renten op de Kleurenmars doen, alvo
rens met zekerheid valt te zeggen of zij
al of niet aan het degradatiegevaar zijn
ontsnapt.
De geregistreerde arbeidsreserve bij
het Gewestelijk Arbeidsbureau te De
venter bedroeg per ultimo september 331
tegen 192 op 30 september van het \o-
rige jaar. Verdeeld over de gemeenten
in het. gewest was dit aantal Deventer
260 (v.j. 140), Bathmen 4 (2), Diepen
veen 15 (10), Holten 10 (5), Olsfc 9 (6) en
Kaalte 33 (29).
Naar enkele belangrijke beroepsgroe
pen gerekend bedroeg het aanbod van
mannelijke arbeidskrachten: bouwvak
kers 20 (v.j. 5), metaalbewerkers 33 (10),
textielarbeiders 12 (0), levens- en genot-
middelenbereiders 5 (0), kantoorperso
neel 20 (9), personeel in alg. dienst (in
ch losse arbeiders) 20 (9), minder ge-
schikten 156 (124).
De vraag in deze beroepsgroepen be
droeg als volgt: bouwvakarbeiders 59
(v.j. 100), metaalbewerkers 166 (205),
textielarbeiders 24 (99), levens- en ge-
notmiddelenbereiders 126 (77), kantoor
personeel 39 (32), personeel in algem.
dienst (incl. iosse arbeiders) 76 (61).
Het aanbod zoals het geregistreerd is
bij het Gewestelijk Arbeidsbureau is ge
durende de maand september opnieuw
iets gedaald n.l. van 343 tot 331. On
danks deze vermindering moet toch wor
den geconstateerd, dat het huidige aan
bod bijna 140 hoger is dan ultimo sep
tember 1965. Dit hoger cijfer is in vrij
wel elke bedrijfsklasse terug te vinden.
De bouwnijverheid is thans 15 hoger, de
metaalnijverheid 23, de handelssector 9,
het hórecapersoneel 13, het kantoorper
soneel 6, de groep ongeschoolden 12, ter
wijl in de categorie minder geschikten
32 personen meer zijn geregistreerd. Is
dit enerzijds een direct gevolg van de
ontwikkelingen op het terrein van de
werkgelegenheid in het gewest Deventer
in het bijzonder, anderzijds is een ont
spanning op de arbeidsmarkt in het al
gemeen hieruit af te lezen.
Enige vergoeding van de seizoenwerk
loosheid is mede oorzaak van het vrij
hoge standcijfer. Ditzelfde kan worden
gezegd van de geregistreerde vraag. Ook
hier ten opzichte van de voorgaande
maand een lichte daling, in vergelijking
tot september 1965 een behoorlijke lage
re notering. Voor de situatie bij het
uitzondering van het feit, dat de vraag
hier minder daalt, hoewel eenzelfde ten
et enz ook hier valt te constateren.
De invloed van de bedrijfssluitingen in
Deventer op het nu geregistreerde aan
bod van en de vraag naar arbeidskrach
ten is duidelijk, omdat van de rond
1400 bij de sluitingen betrokken per
sonen, nog ruim 100 geen nieuwe werk
kring hebben.
Enquête
Door de metaalbonden in Deventer is
onder de werknemers, die als gevolg van
de sluiting van de N.V. Davo werkloos
zijn geworden een enquête gehouden
waarover in een aantal bladen berichten
zijn verschenen. Deze enquête zou heb
ben uitgewezen, dat slechts een gering
deel van deze werknemers via het Ge
westelijk Arbeidesbureau een nieuwe
werkkring heeft verkregen.
Een nader gesprek tussen de opstel
lers van het betreffende rapport en de
Hoofdinspecteur-Directeur voor de Ar
beidsvoorziening in Overijssel en de Di
recteur van het Gewestelijk Arbeidsbu
reau te Deventer heeft uitgewezen, dat
de volledige gegevens anders dan in
het aanvankelijke rapport tot de con
clusie leiden, dat het Gewestelijk Ar
beidsbureau een belangrijk aandeel heeft
gehad in het verkrijgen van nieuw werk
voor de ontslagenen.
Het verschil in cijfers ligt voorname
lijk daarin, dat het Gewestelijk Arbeids
bureau, gezien de omstandigheden, heeft
gekozen voor een snelle rechtstreekse
plaatsingsprocedure, waarbij de namen
van de ingeschreven werkzoekenden zijn
doorgegeven aan verschillende werkge
vers, met verzoek zichzelf met betrokke
nen in verbinding te stellen. De bemoeie
nis van het Gewestelijk Arbeidsbureau
bleef daardoor voor de betrokken werk
nemers onbekend. Tot deze procedure is
besloten na een gesprek met een verte
genwoordiger van de Algemene Neder
landse Bedrijfsbond voor de Metaalnij
verheid en de Electro-technische indu
strie.
Ten bate van vP Een kostelijk
tal van kinderen, bezit. Zowel in
die extra zorg het particuliere
nodig hebben. als in het zake
Een kwestie van lijke vlak een
hart tegen hard. treffende attentie
Naam
Adres
Woonplaats
wenst toezending van
(aantal) Oranjekalenders 1S67 mot
en of
Neder ands calendarium
b (aantal) Oranjekalenders 1967 met
viertalig calendarium:
Engels, Frans, Duits en Spaans
Beide soorten a f 3,50 (verzendkosten f 0,40 extra)
Het bedrag is overgemaakt op
De Oranjekalender is zo lang de voorraad strekt verkrijgbaar bij mevr. C. P. K. Enklaar-van Andel,
„De Kroepenkaamp", Raalterweg.
FEUILLETON
«loor
Gré de Boer
27)
Daags na Sinterklaas waren Elsje en
Dina met hun echtgenoten naar het
ouderlijk huis gereden. Jaap had ze ge
beld en op de hoogte gesteld van de fei
ten. Er aan toevoegend: „Met moeder is
geen land te bezeilen. Ze neemt hem
nota bene nog in bescherming."
In de bus dacht Dina over deze woor-
den na. Ik kan haar niet eens ongelijk
geven. Per slot van rekening is zij de
enige, die het hoofd koel houdt. Net iets
voor mam. Iedereen raakt in paniek,
Jaap natuurlijk helemaal uit angst voor
t zijn zaak. Misschien nog meer uit angst
voor zijn schoonouders. Hoe zou ik zelf
zijn, als Okke er met een ander vandoor
ging? Ik zou vast een week zitten snot
teren van ellende. Maar mam is niet zo.
De kinderen kusten hun moeder zwij
gend. Veel woorden waren ook niet no
dig om elkaar te troosten. Later, toen ze
aan de koffie zaten, opperde Piet: „Kun
nen we er niets aan doen? Waar zijn ze
eigenlijk heen?"
Niemand wist het. De vader van Jos
had verteld, dat zijn dochter op een
avond, een paar dagen vóór Sinterklaas,
twee koffers had volgestouwd met kleren
en was weggegaan. „De mensen kletsen
me teveel in dit ellendige stadje. Ik ga
er vandoor. U zult wel zien of en wan
neer ik terugkom." Maar niemand wist,
waarheen het tweetal was gegaan.
Het expertisebureau in Den Haag was
blijkbaar ook al op de hoogte, want en
kele dagen na Sinterklaas was er een
meneer uit Den Haag geweest om te ver
nemen of inderdaad de heer Hartog de
laatste dagen niet gewerkt had. En wist
niemand nu, waar hij was? Nou, hij zou
in Den Haag rapport uitbrengen. Me
vrouw Hartog kreeg wel bericht.
Het was tot veler verwondering Her
man Kedde, die van mening was, dat
men de hele historie niet al te zwaar
moest tillen. Hij was met vrouw en kind
uit Zeeland overgekomen om de Kerst
dagen bij zijn schoonmoeder door te
brengen. Ook hij was op de hoogte ge
steld door Jaap. Maar hij reageerde heel
anders. Herman, die uit een streng cal
vinistisch miljeu kwam en een broer
had, die predikant was in een der Zeeuw
se stadjes, oordeelde niet en veroor
deelde evenmin. Het is een onaange
name situatie, maar het past ons niet
als rechter te gaan optreden. In de
eerste plaats moeten we het niet al te
zwaar opvatten. Dit is een bevlieging,
die wellicht van korte duur is. We be
hoeven bovendien ook niet het ergste te
denken."
„Wat bedoel je daarmee?" informeer
de Jaap argwanend.
„Wel, dat je vader wel spoedig terug
zal komen. Zulke dingen komen vaker
voor in het leven."
Jaap schudde zijn hoofd vol verba
zing. „Ik ken jou gewoon niet meer. Zo
gemakkelijk als jij het opvat hoe denk
je, dat de mensen in de stad reageren?
Klanten blijven uit mijn zaak en
Jij trekt dit in het persoonlijke vlak,
zwager. Dat is het egoïsme, wat in de
mens leeft. Ook in mij. Ik ben helemaal
niet beter. Als iedereen in jouw winkel
was gekomen met een lach en gezegd
had: „Jonge, jonge, Hartog, die vader
van jou. dat is mer er eentje
lust nog een groen blaadje en gaat het
bovendien oppeuzelen wat een olijke
schuinsmarcheerder, die ouwe baas
Ha, ha, ha Dan had je meegelachen,
misschien als een boer met de klassieke
kiespijn, maar je had je klanten vast
niet de winkel uitgezet. Bovendien zou
je er zelf, na zulke reacties anders over
gaan denken. Minder scherp. En je was
niet boos geworden. Althans niet erg.
Om moeder zou je het wel erg gevonden
hebben, maar diep in je hart als man
zou je de daad van vader kunnen be
grijpen."
De verwondering bij Jaap had nu het
toppunt bereikt. „Jij bent getikt, weet je
dat? Jij bent zwaar getikt."
„Jaap! Ben je nu helemaal...." viel
mevrouw Hartog hem in de rede en Hil
da, die van allen misschien nog het
meest geschokt was, hoewel ze weinig
liet merken ,trok haar wenkbrauwen op.
Herman legde zijn hand op de arm
van de oudere vrouw. „Stil, moeder. Ik
kan Jaap volkomen begrijpen. Maar ik
blijf op het standpunt staan, dat we dit
geval ook moeten bezien uit zuiver men
selijk oogpunt. De man is van nature nu
eenmaal niet monogaam. Wij kennen
allemaal de geschiedenis van de geloofs
helden. Sla de Hebreeënbrief open en
lees, wat er in hoofdstuk elf ook over
David wordt geschreven. Op school leren
de kinderen, dat David een der grootste
koningen van Israël was. David, de held,
die Goliath versloeg. Maar David was
een man en behept met zwakheden, die
iedere man heeft en waartegen niet
iedere man met sukses kan strijden.
Moet ik jullie herinneren aan de historie
met Bathseba? Als jullie je vader wilt
gaan veroordelen, om wat hij gedaan
heeft, scheur dan Twee Samuël elf en
twaalf uit je bijbel en verbrandt die
bladzijden."
„Dat is geen vergelijking, Herman,
want David had berouw," merkte Jaap
op.
„Wie zegt, dat vader geen berouw
krijgt? Als kind werd ons de geschiede
nis van David en Bathseba heel voor
zichtig geleerd in de klas. Zonder de
finesse, omdat we die toch niet zouden
begrijpen. Maar dat wisten wij allemaal:
David had een grote zonde begaan. Hij
had berouw en kreeg vergeving. God
zelf vergaf het hem. En ons is geleerd,
dat wij net zo moeten vergeven. Of durf
jij te beweren, dab je David altijd een
schoft een schooier hebt gevonden? Je
weet wel beter. Ik ben het met moeder
eens: vader blijft voor ons, die hij altijd
was, wat jij bent in jouw huis en ik in
het mijne: hoofd van het gezin. Waar
voor wij eerbied hebben. En achting. Ja,
ondanks alles achting. Als vader het ze
vende gebod overtreedt, houdt dit nog
niet in, dat wij dan automatisch 't vijfde
niet meer behoeven te houden."
(Wordt vervolgd.)