Autopassagier en ongeval Stap maar in ik breng je wel Wie is aansprakelijk bij meerijden Vergadering Chr. Plattelandsvrouwen Firma Voordes belangrijk uitgebreid Thans zelfbediening OMSTREEKS 1970 VLIEGEN WE IN DRIE UUR VAN EUROPA NAAR NEW YORK Grote problemen voor meteorologen FRUIT UIT HET VUISTJE Maar niet alle vruchten zijn geschikt voor iedereen omBinereo Zaterdag 1 oktober 19 0 (i 110LTENS NIEUWSULAU (Van onze juridische medewerker) AANGEZIEN er steeds meer ongeval len plaatsvinden, is het niet te vermijden, dat ook meerijdende passagiers, waaron der zakenrelaties, personeelsleden, vrien den en kennissen en ook lifters daarvan dagelijks de dupe worden. Zij lopen zo wel materiële als lichamèlijke schade op. Is een ongeluk veroorzaakt door een ander dan de gastheer-automobilist, dan levert het verhalen van die geleden scha de weinig moeilijkheden op. De bestuur der stelt dan immers eenvoudig „die an der' voor zijn schade verantwoordelijk. Valt het ongeval echter te wijten aan de automobilist zelf. dan is déze de aanspra kelijke partij. „HIJ WILDE HET ZELF" IN VELE GEVALLEN kan de automo bilist zich daar niet mee verenigen en verdedigt hij zich met.de stelling dat zijn passagiers die voor niets mee mogen rij den, of de lifter die immers zelf gevraagd heeft aan de reis te mogen deelnemen, ook maar het risico moet aanvaarden van normale kleine fouten die elke automo bilist wel eens maakt. Met andere woor den, hij acht zich pas verantwoordelijk wanneer hem grove schuld of roekeloos heid kan worden verweten. Voor deze stelling valt veel te zeggen. Een warm voorstander hiervan was b.v. mr. D. A. Hoogenraad blijkens zijn in 1946 verschenen dissertatie „De aanspra kelijkheid bij kosteloos meerijden". Niet temin werd ook een tegengestelde me ning verkondigd en wel deze, dat de auto mobilist die vrijwillig een passagier mee neemt, er vanzelfsprekend voor dient te zorgen, dat deze heelhuids het al of niet overeengekomen punt van bestemming bereikt. Eerst niet IN DEZE onzekerheid werd aanvanke lijk een eind gemaakt door de rechtbank Middelburg met het vonnis van 25 juni 1952 (NJ 1953-164). Deze rechtbank be paalde, dat bij gratis vervoer de gastheer slechts in gevallen van opzet of zware schuld jegens de gratis vervoerde aan sprakelijk was. „Het enkele feit, dat de automobilist voor de gepleegde verkeersovertreding strafrechterlijk veroordeeld was, zou niet voldoende zijn om zijn grove schuld aan te tonen." Dit vonnis werd bekrachtigd door het Hof Den Haag (d.d. 10 maart 1954 NJ 1954 no. 246). Het Hof overwoog „dat een kosteloos vervoerde passagier, door zich aldus te laten vervoeren, naar verkeers opvattingen het risico aanvaardt van) fou ten, waaraan een behoorlijke autobe stuurder zich kan schuldig maken en de aansprakelijkheidsvraag dan inderdaad anders dient te worden beantwoord dan in geval een derde ten gevolge van een dergelijke fout schade lijdt." Een soortgelijk vonnis werd gewezen door de Rechtbank Utrecht (5 mei 1954, NJ 1954 no. 703). De voorstanders van „grove schuld" waren dus in het gelijk gesteld. Dit vraagstuk was niet zo moeilijk. Een auto mobilist, die met een redelijke snelheid reed en bij het voorrang verlenen even doorslipte, kon men beslist geen grove schuld verwijten. Wanneer echter de be stuurder van een auto met een vaartje van 80 km op een spiegelgladde weg reed en met diezelfde snelheid een scherpe bocht nam, uit de bocht vloog en tegen een boom belandde, dan behoefde het geen betoog, dat hier wel degelijk sprake was van grove schuld. Later wel! DEZE toestand duurde echter niet lang. Reeds in 1955 werd door het Hof Amsterdam een afwijkend arrest gewe zen (17 februari 1955 Verkeersrecht april 1955 no. 31 De kosteloos meerijdende duopassagier van een scooter werd ern stig gewond, toen de bestuurder tegen een ter zijde van de weg staand, van groene reflectoren voorzien paaltje reed. De bestuurder beriep zich er op, dat hij alleen in geval van grove schuld aanspra kelijk zou zijn, omdat de passagier kos teloos met hem meereed. 'Het Hof over woog: „Integendeel is het Hof van oor deel, dat hij, die in een geval als het on derhavige in vriendschappelijk verkeer een passagier met zich neemt in zijn auto of op zijn motorfiets of scooter, de aansprakelijkheid voor het leven en wel zijn van die passagier op zich neemt en het vertrouwen, dat deze hem betoont door zich aan hem toe te vertrouwen, niet mag beschamen. Aan deze aanspra kelijkheid kan de gratis vervoerder zich niet onttrekken met de verontschuldi ging, dat hem geen grove schuld treft, of dat hij niet méér risico heeft genomen, dat onder bepaalde omstandigheden het element van hulpverlening van zó over wegende betekenis is, dat dit bij de beoor deling der aansprakelijkheid naar billijk heid in aanmerikng genomen moet wor den, doch van dergelijke omstandigheden is hier niet gebleken." Tenslotte werd een zaak aanhangig ge maakt, die tot in cassatie werd uitgevoch ten, zodat eindelijk de Hoge Raad in deze opnieuw netelige kwestie een uitspraak deed. Orakeltaal IN het arrest '20 december 1957 VR no. 2) werd het volgende overwogen: „De stelling, dat in het algemeen de aanspra kelijkheid uit onrechtmatige daad van een autobestuurder jegens een kosteloos meegenomen passagier in dier voege be perkt is, dat de bestuurder uitsluitend aansprakelijk zou zijn voor de gevolgen van verkeersfouten, die te wijten zijn aan gróve aan opzet grenzende schuld, vindt geen steun in de wet. Voor de beantwoording van de vraag, of bij kosteloos meerijden door de be stuurder jegens de meegenomen passa gier een tot schadevergoeding verplich tende onrechtmatige daad is gepleegd, moet worden uitgegaan van artikel 1401 B.W. en daarmede van de aansprakelijk heid in beginsel ook voor de gevolgen van lichte verkeersfouten, waarbij slechts plaats is voor een onderzoek of de bijzon dere omstandigheden van het gegeven ge val waaronder ook het kosteloos mee rijden medebrengen, dat de voor hem schadelijke gevolgen van zekere fouten door de gratis passagier niet aan de be stuurder kunnen worden verweten of niet op hem mogen worden verhaald." De Hoge Raad verwierp dus de stelling, dat de gastheer-automobilist alleen in ge val van grove schuld jegens zijn kosteloos Op donderdag 22 september kwamen de Chr. Plattelandsvrouwen en -meisjes voor het eerst in dit seizoen in vergadering bij een. De presidente, mevr. J. Rietberg-van Lindenberg, liet bij de aanvang zingen Ps. 119 1, waarna zij voorging in gebed. Uit de Bijbel las zij Filipp. 2 111. Hierna volgde een speciaal openings woord door de presidente. „Nu de vakan ties weer achter de rug zijn en wij tot op heden allen voor elkaar gespaard zijn ge bleven, vragen wij ons af wat wij ook in het komende seizoen hebben te doen als leden van de C.P.B. Een nieuwe periode ligt voor ons. Paulus heeft het levensdoel zo treffend uitgedrukt in Fillipenzen 3 vers 14: Maar één ding doe ik, vergeten de hetgeen achter mij ligt en mij uitstrek kende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus! Zo willen wij die nieuwe periode van ar beid ingaan, ook voor het verenigings leven. Als mensen, die jagen naar het doel, naar al datgene wat wij uit liefde tot God en onze naaste kunnen doen op geestelijk, maatschappelijk en sociaal ter rein, in opdracht van onze Heer. Dan kunnen er allerlei dingen zijn die ons hin deren, maar wij mogen, ja moeten al deze zorgen op Hem wentelen. Dan komt er ruim baan. Dan beginnen wij onze ruim tevaart: In Zijn licht, als op adelaars vleu gelen geheven. Dan wordt ook het nieuwe begin van ons verenigingswerk een naar hartelust zingen: „Wat de toekomst bren gen moge, mij geleidt des Heren hand", zo besloot de presidente het openingswoord. Allen wei-den welkom geheten en in 't bijzonder mej. M. M. Wilkes uit Deventer. Hierna werden de notulen en het jaar verslag door mevr. D. Reilink-Bronsvoort gelezen. Mevr. D. van der Meulen-Kolk- man bracht haar verslag van de pennin gen uit, de ingekomen stukken werden behandeld en er werd in de pauze een heerlijk kopje koffie gedronken. Na dit gezellig onderonsje kreeg mej. Wilkes het woord. Haar onderwerp was: „Het Delta-plan". Zij liet dia's zien, waar bij ze op boeiende wijze vertelde over de strijd, die de mensen altijd hebben ge voerd tegen het water. Nu hoopt men door het afsluiten van grote zee-armen het land Voorgoed veilig te stellen. In 1978 hoopt men klaar te zijn met het ge hele Delta-plan. De presidente dankte mej. Wilkes voor het gebodene. Er werd nog gezongen: „De dag, door Uwe gunst ontvangen", waarna mej. Wilkes deze avond sloot met dankgebed. De fa. E. Voordes in de Wansinkstraat heeft met de belangrijke uitbreiding (win keloppervlakte thans meer dan 50 m2) en omschakeling naar zelfbediening dui delijk gedemonstreerd de eis van de tijd te verstaan en dat niet alleen, men heeft hiermee ook duidelijk onderstreept de slogan „de klant is koning". Een groot aantal klanten van de firma Voordes had gaarne gehoor gegeven aan de uitnodiging om woensdagmiddag de uitbreiding en modernisering te bezichti gen. 1-Iun oordeel was unaniem: een aan winst voor de klanten en dat niet alleen ook een pluspunt voor de Holtense Mid denstand. Tal van klanten en zakenrelaties lieten hun woorden van gelukwens vergezeld gaan van bloemen zodat de winkel een fleurige aanblik bood. O.a. werden bloemen aangeboden door het bestuur van de Holtense Handelsver eniging. Zoals reeds is gezegd „schakelde" de fa. Voordes met ingang van heden over op zelfbediening. Alles wat valt onder de noemer kruidenierswaren is zeer over zichtelijk geëtaleerd en daarnaast kan men bij de fa. Voordes ook terecht voor groente en fruit en zelfs voor speelgoed. De sortering hiervoor is thans nog klein maar men hoopt hieraan op korte termijn uitbreiding te geven. Aan de uitbreiding en inrichting van de winkel werkten mee: de aannemers Vrukkink en Voordes (timmer- en metsel werk i, de fa. Jan van Bruggen en Zn. 'verlichting en electrische installatie), fa. Brok en Zn., Hengelo (koeltechniek), N.V. Houtbewerking, Hengelo (winkelbe timmering) en schildersbedrijf Henk Meyerink. vervoerde passagier aansprakelijk zou zijn, maar was kennelijk toch van me ning. dat „de bijzondere omstandigheden in een gegeven geval zouden kunnen mee brengen, dat bepaalde fouten niet aan de bestuurder verweten zouden kunnen wor den". Deze ietwat „orakelachtige" toevoe ging maakte de zaak helaas niet duide lijker, maar uit het dh'ect daarop volgen de arrest van de Hoge Raad (11 april 1958 VR mei 1958 no. 31) bleek de be doeling van ons hoogste rechtscollege wel iets beter. Daarin lezen wij o.m. dat „de aansprakelijkheid van de vervoerder voor verzuim in het algemeen minder streng zal moeten worden toegepast dan bij ver- voersovereenkomsten tegen beloning." De omstandigheden OP HET OGENBLK is de situatie dus zó, dat het standpunt „alleen ver antwoordelijk in geval van grove schuld" geheel is verlaten. Toch kan er ook nu in bepaalde gevallen géén aansprakelijk heid zijn. Bij een vordering uit onrecht matige daad zal deze er niet zijn als de „bijzondere omstandigheden" van het ge val geen (voldoende) grond hiervoor op leveren (arrest 20 december 1957)bij een vordering uit overeenkomst niet als „de minder strenge toepassing van aan sprakelijkheid bij vervoersovereenkom- sten om niet" leidt tot opheffing van de verantwoordelijkheid van de vervoerder (arrest 11 april 1958). Intussen heeft ook de Rechtbank Am sterdam in een vonnis van 24 februari 1959 rekening gehouden met de „omstan digheden", zij het dan met de omstandig heden, als bedoeld in ai'tikel 1407 BW en niet met de „bijzondere omstandigheden" als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad d.d. 20 december 1957. Artikel 1407 BW vermeldt namelijk dat de gewonde recht heeft op vergoeding der kosten van herstel en van de schade door de kwetsing of de verminking ver oorzaakt. „Ook deze" aldus 1407 „worden gewaardeerd naar gelang van de weder zijdse stand en de fortuin der personen en naar de omstandigheden." De Rechtbank overwoog, dat de artike len 1401 e.v. geen onderscheid maken tus sen lichte en grove schuld, ook niet bij kosteloos meerijden. Dit betekent echter geenszins, aldus het vonnis, dat bij de waardering der „omstandigheden" van artikel 1407 lid 2 voor de bepaling van de omvang der schadeloosstelling met de bijzondere re latie van partijen geen rekening zou mo gen worden gehouden, hetgeen zich in het bijzonder bij de vergoeding der ideële schade zal doen gelden. Zo lang dit het geval blijft, kan een inzittenden-verzekering bijna niet gemist worden. De autobestuurder, die niet ge steld is op ingewikkelde en pijnlijke scha deregelingsproblemen bij kosteloos mee rijden, verzuime daarom niet deze verze kering te sluiten. Mr: N. W. A. van Eijk. Indertijd had Columbus niet minder dan ongeveer twee en een halve maand nodig om van Europa naar Amerika te varen. Maar in de tussenliggende eeuwen is er veel veranderd. De overtocht kostte steeds minder tijd en Amerika kwam als het ware steeds dichter bij Europa te lig gen. Gezien de huidige plannen wordt ver wacht, dat omstreeks 1970 een vliegtuig de afstand van Europa naar New York in niet meer dan drie uur zal kunnen afleg gen en wel dank zij het in gebruik nemen van passagiersvliegtuigen die sneller zijn dan het geluid. Dit stelt echter de me teorologen voor geheel nieuwe proble men, die niet zo eenvoudig zijn op te los sen. Over dit onderwerp werd kortgele den gesproken op een congres te Genève, waar eenentwintig- directeuren van me teorologische diensten uit alle delen van de wereld bijeen waren. Voor het vliegen van dit traject met deze zeer snelle vliegtuigen hebben de luchtvaartmaatschappijen het volgende vliegplan opgesteld. We gaan van New York naar Europa en de eerste 10 tot 15 minuten na de start zijn nodig om met een snelheid die nog ligt beneden de geluidsgrens te stijgen tot een hoogte van ongeveer 13 kilometer. De tweede fase van de vlucht duurt 20 tot 25 minuten, waarbij met een snelheid van Mach 1 tot 2Ys (Mach 1 snelheid van het geluid) verder gestegen wordt van 13 kilometer hoog naar ongeveer 20 kilome ter hoogte. De derde fase duurt het langst en wel 100 tot 115 minuten, waarbij met een snelheid van Mach gevlogen wordt op een hoogte van 20 tot 22 kilo meter. Dit is dus de echte reis. Daarna wordt de weg terug weer bewandeld in de vierde en vijfde fase. In de vierde fase daalt men van 20 kilometer hoogte naar 13 kilometer in een tijdsbestek van 15 tot 20 minuten en bij een afnemende snelheid van Mach 2 Va tot Mach 1. In de vijfde fa se daalt men van 13 kilometer hoogte naar het vliegveld in een tijd van 10 tot 15 minuten en loopt de snelheid terug van even beneden de geluidsgrens tot O. SCALA VAN GEGEVENS Voor de meteorologen ligt het probleem in de wensen van de vliegers. Om een dergelijke vliegdienst op veilige wijze te kunnen uitvoeren, is het nodig, dat de vliegers tot in details op de hoogte zijn met de meteorologische omstandigheden op de verschillende hoogten en in de ver schillende fasen. De meteorologen moe ten dus in staat zijn, de vliegers voor de vlucht, maar ook prompt tijdens de vlucht van al deze inlichtingen te voorzien, BIJNA alle mensen houden van fruit en daarom zijn ze geneigd te verklaren dat die lekkere vruchten bovendien zo heilzaam voor de gezondheid zijn. Nu vormt fruit inderdaad een goed natuur lijk voedsel, allereerst door het gehalte aan suiker, een stof die we voor alle mo gelijke levensverrichtingen nodig hebben. Al dadelijk springt het verschil tussen de verschillende soorten fruit in het oog wanneer het koolhydraatgehalte in het geding is. Gebruikelijk is een indeling in vier groepen: suiker- en zetmeelgehalte van 15 tot 20 procent, van 10 tot 15, van 5 tot 10 en van 0 tot 5 procent. Pruimen zijn erg zoet. ook bananen be vatten veel koolhydraten (in de vorm van zetmeel), deze vruchten zijn de voor naamste vertegenwoordigers van de eer ste groep. Daarop volgen dan de druiven, abrikozen, ananas, peren en sinaasappels. Zulk soort fruit is vanzelfsprekend ge schikt om in grote hoeveelheden te wor den genuttigd bij een vermageringskuur! Druivenkuur in Merano EEN DRUIVENKUUR die in som mige plaatsen, bijvoorbeeld Merano (Ita liaans Tirol) sterk wordt gepropageerd, zowel voor gezonde toeristen als voor herstellende zieken - waarbij het stre ven is om enige kilogrammen druiven per- dag te leren consumeren, moet zeker niet aan corpulente personen worden geadvi seerd. Iets anders gesteld is het met de vruch ten van de vierde groep, waartoe o.a. aal bessen en meloenen worden gerekend. Deze soorten zijn zö arm aan koolhydra ten, dat ze gewoonlijk zelfs aan diabetes patiënten kunnen worden toegestaan. Al leen is het jammer, dat velen wel de frisse, zurige smaak van bijvoorbeeld ro de, zwarte of witte bessen zullen waarde ren, maar er toch moeilijk toe komen dit alles zonder toevoeging van suiker te nut tigen! De derde groep vruchten, dat is dus die met koolhydraatgehalte van 5 tot 10 pro cent, omvat appels, aardbeien, kersen, kruisbessen en frambozen. De vertegen woordigers van deze groep verdienen, tot op zekere hoogte, nog wel een plaatsje in het vermageringsdiëet. Vooral de appel kan dan goed dienst doen, omdat die enigszins maagvullend werkt zonder al te veel calorieën te verschaffen. Suiker maakt dik WIE SLANKER wil worden moet het gebruik van appels echter niet overdrij ven. Wie vlug en veilig wil vermageren, moet dit in hoofdzaak vinden door ruim gebruik van groenten want die— le veren nog heel wat minder calorieën terwijl voor de onmisbare eiwittoevoer dient te worden gezorgd door karnemelk drinken, eten van magere vlees- en vis soorten en het dagelijks nuttigen van een ei. Verse vruchten hebben een verfrissen de werking doordat ze veel vocht bevat ten en doordat de smaak dikwijls lichte lijk zuur is. Voor bedlegerige koortsende patiënten zijn ze zodoende aan te beve len, te meer omdat ze ook nog voedings stoffen bevatten in een gemakkelijk op te nemen vorm. Die gemakkelijke opneem baarheid bestaat vooral bij de vruchten sappen. Vruchten als zodanig zijn voor een zwaar zieke immers dikwijls ongeschikt omdat het fijnkauwen te veel vermoeienis meebrengt. Wie niet al te ziek is" kan daarentegen wel profiteren van de zacht laxerende werking, die door de vezeltjes van het vruchtvlees - bij sommige vruchten zitten er ook nog kleine pitjes in wordt uitgeoefend, dit is een om standigheid die bij een bedlegerige patiënt goed van pas komt. Uitzonderingen EIGENLIJK zijn er maar heel weinig ziekten waarbij fruit door de behandelen de arts moet worden verboden. Vruchten sap en een matige hoeveelheid „zacht fruit" is bijna altijd wel geoorloofd. Het laat zich horen, dat voornamelijk de lij ders aan diarree moeten oppassen met overdadig gebruik van „hard fruit". Ap pels in geraspte toestand evenwel kun nen juist voor hen nogal eens als genees middel worden toegepast! Patiënten met suikerziekte mogen van zelfsprekend slechts afgepaste hoeveel heden fruit gebruiken. Heel dikwijls zijn fruit en ziekenvoedsel twee onafscheide lijke begrippen: bij NEFRITIS (nietont- steking) is het zelfs gebruikelijk de zieke gedurende enige tijd uitsluitend op sui ker en vruchten te laten leven- Voor de banketbakker Dit waren dan de vruchten als zodanig en in verse toestand. Andere verhoudin gen krijgt men wanneer het fruit wordt gedroogd, zoals dat gebeurt met krenten, rozijnen, appels, pruimen, abrikozen, pe ren, vijgen, dadels, of op andere wijze wordt geconserveerd. In het laatste geval wordt veelal suiker toegevoegd, bijvoor beeld bij het maken van banketbakkers confituren, het koken van jam (gelei, marmelade), het bewaren van vruchten op sterk gezoet sap en het inleggen dan wel droog bewaren van tafelgember (dit is overigens geen eigenlijke vrucht, maar de wortelstok van een plant). Dr. Alfreda Briedé (Nadruk verboden). waarbij het uiteraard voor de vliegers be langrijk is te weten of zij op bepaalde hoogten en tijden rekening moeten hou den met onweerswolken, tubulenties en wat al niet meer. De temperaturen en de heersende winden zijn natuurlijk ook van groot belang. Het is een scala van gegevens en dat voor diverse hoogten tot in de twintig kilometer boven de aarde, die de mensen van de weerdiensten zo maar ten beste moeten kunnen geven. Nu blijkt wat voor groot nut men heeft van de diepgaande onderzoekingen van de stratosfeer e.d., die men heeft uitge voerd in het Internationaal Geofysisch jaar 1957-1958. ANDERE SITUATIE De ook na die tijd voortgezette onder zoekingen met radiosonden in de hogere luchtlagen, hebben aangetoond, dat in de stratosfeer wel veranderingen in de tem peratuur en de circulatie optreden per seizoen doch dat de veranderingen van dag tot dag relatief gering zijn. Dat is een geheel andere situatie dan die heerst in de troposfeer (0 tot 12 kilometer hoog). Daar treden tijdelijk en plaatse lijk soms plotselinge belangrijke veran deringen op in temperatuur, windsnel heid en windrichting. Een uitzondering hierop vormen helaas de door professor Scherhag in 1952 ontdekte plotselinge stij gingen van de temperatuur in de stra tosfeer, die nu bekend staan als „Berlijn- se fenomenen". Doch deze ti'eden slechts in het voorjaar op en dan nog alleen op het nooi'delijk halfrond op hogere breed ten. De grootste problemen voor de weer diensten liggen in de juiste temperatuurs- verwachtingen voor de eerste twee fa sen, die van de start en het stijgen naar twintig kilometer hoog. STUWKRACHT De stuwki'acht van de motoren en het brandstofvei'bruik hangen ten nauwste samen met de tempei'atuur van de lucht waarin liet vliegtuig zich zal bevinden. Wanneer de temperatuur stijgt, vermin- dert de stuwki'acht van de motoren en stijgt het brandstofverbruik snel. Wan neer de meteoi'ologen dus een te lage ver wachte temperatuur opgeven en de wer kelijke temperatuur bij de eerste twee fa sen ligt hoger, dan zal het vliegtuig het tijdschema niet halen, omdat de vlucht naar boven langer duurt doordat de stuw kracht minder is dan werd verwacht. Bo vendien wordt meer bi'andstof verbruikt dan werd aangenomen en dat is bij een dergelijke transatlantische vlucht van bij zonder belang, aangezien in die stijgpe- riode niet minder dan een derde van de totale brandstofvoori'aad wordt vei'bruikt. De tempei-atuursverwachtingen zijn daarom bijzonder belangrijk in vei'band met het uitbalanceren van het toestel in betalende nutitge lading en gewicht aan bi'andstof die nodig zal zijn voor de vlucht. ON W EERSBUYEN Het is tegenwoordig geen probleem meer om vast te stellen of men hier of daar kan vei'wachten, maar het is voor de meteorologen wel heel moeilijk exacte inlichtingen te geven over de richting waarin en de snelheid waarmee derge lijke onweersbuien zich verplaatsen. Deze inlichtingen zullen echter moeten kunnen worden verstrekt voor een gebied van niet minder dan 150 kilometer in de om geving van een luchthaven wanneer daar dei-gelijke vliegtuigen zullen gaan starten of landen. Men zal daartoe moeten over gaan tot het installeren van daarvoor ge schikte x-adarapparatuur op de vliegvel den, alsmede het plaatsen van ï'adioson- denstations in de naaste omgeving voor het punctueel bepalen van de verticale wind- en temperatuursprofielen. Voor de vlucht van deze snelle vlieg tuigen zijn dergelijke onweerswolken niet ongevaarlijk, aangezien ze voor kunnen komen op de x-eishoogten van 18 tot 20 kilometer en er in hun naaste omgeving ongeconti'oleei'de temperatuui'sveranderin- gen en turbulenties kunnen optx-eden. Nog gevaai'jijker is het wanneer dergelijke tur bulenties optx-eden in een wolkenloze lucht, waar de piloot ze niet verwacht. ZONNEDEELTJES Men denkt er ook over of de solaire pax-tikelsti'aling (stx-aling van fijne zonne- deeltjes) en de ozonconcenti'atie op deze grote reishoogten niet gevaarlijk kunnen zijn voor bemanning en passagiex-s. Voor zover bekend bestaat er onder normale omstandigheden geen gevaar, maar dat zou kunnen veranderen, wanneer in pe rioden van zonnevlekken maxima of bij het optreden van erupties op de zon hoog- geconcentreerde sti*omen pai'tikeltjes in de hoogste lagen van de atmosfeer bin- nendxingen. De beste methode zou dan zijn om lagex-e gebieden op te zoeken, aangezien de concentratie van dergelijke stromen bij het binnendringen in onze at mosfeer snel afneemt met de hoogte. Om dit gevaar te bezweren denkt men er aan, om in de vliegtuigen meetappax-atuur in te bouwen die optisch of acoustisch waar schuwt wanneer zich een dergelijk geval voordoet. Waarop de piloot dadelijk zijn maati'egelen kan nemen. Vast staat wel, dat er nog heel wat problemen moeten woi'den ovei'wonnen alvorens men tot een dergelijke geregelde luchtverbinding kan ovex-gaan. De pro blemen liggen voor een groot deel in het meteorologisch vlak.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1966 | | pagina 4