Het Premiespaarplan He zaak «He adverteert ligt altijd stukken ¥«or DE WONINGSTOFFEERDER wordt veel op zijn vingers gekeken ZIJN ONZE GEHEIMEN goed bewaard? Maatschappelijk werkenden en verschoningsrecht Lompen voor H.M.V. Bejaarden dagje uit Zaterdag 21 mei 1966 HOLTENS NIEUWSBLAD Het 'beroep van woningstoffeerder zal vooral voor jongens die enigszins békend zijn met dit vak een zekere charme be zitten. Zowel qua materiaal als plaats van uitoefening van het werk is er genoeg af wisseling. Nu eens werkt hij bij een par ticulier om een vloerbedekking te leggen, of een traploper, gordijnen op te hangen of te behangen of om in een kamer of gang een wandbekleding aan te brengen, en dan is hij in een betrekkelijk korte tijd klaar. Soms ook ligt zijn werkterrein in een hotel, kantoor of ziekenhuis en dan is hij vaak dagenlang bezig met een aan tal collega's. Vooral wanneer hij bij particulieren werkt zal men veel aandacht voor zijn prestaties hébben, omdat men daar direct bij is geïnteresseerd. Soms wordt dit wel eens echt „op de vingers kijken" en daar moet je dan tegen kunnen. Zijn werkom geving wordt door deze interesse en het vrij sterk persoonlijk contact met de cli ënten echter heel wat minder zakelijk en onpersoonlijk dan bij voorbeeld bij de waterfitter of elektro-monteur en dit zal door velen als een zeer positief punt van dit beroep worden ervaren. Met zijn materialen werkt de woning stoffeerder aan de inrichting en dus ook aan de sfeer van een huis. Daarbij is het van veel belang, dat je gevoel hebt voor details en composities, alsmede voor di ruimtelijke verhoudingen. De maten zien' is daarbij ook zeer belangrijk. De maat verdeling vormt in dit beroep een zeer belangrijke factor en wanneer je hier „zicht" op hebt ben je al half geslaagd als woningstoffeerder. Handig en snel Als woningstoffeerder hebt je te maken met 'n grote veelzijdigheid in allerlei ma terialen, waarvoor uiteraard een groot aantal gereedschappen bestaat, die je moet kunnen hanteren. Daarom is het een eerste vereiste, vóór je aan dit beroep be gint, om te weten dat je handig en snel kunt werken. Daarbij is je werk overzien en het organiseren van groot belang, dat zowel de klanten als de werkgever je graag op een karwei zien komen maar ook graag spoedig resultaten zien. Zoals in ieder beroep waarin je veel te maken hebt met vele verschillende perso nen is het ook hier gewenst, dat je je cor rect weet te gedragen, hoewel anderen zich juist wel eens minder prettig tegen over je Behangen Sommige woningstoffeerders behangen ook nog. Daartoe moet eerst de wand geschikt worden gemaakt door oude la gen behang te verwijderen en gaten en sdheuren te dichten. Daarna worden de banen behangselpapier en de stroken op de juiste maat geknipt en met plaksel in gesmeerd. Om dan de beplakte baan zui ping op de muur te krijgen is bepaald geen sinecure. Voorts heeft de woningstoffeerder re gelmatig gordijnen aan te brengen met alle toebehoren, alsmede tochtstrips en dergelijke. Ook het leggen van traplo pers vergt de nodige kundigheid, hoewel de meeste trappen tegenwoordig worden bekleed met linoleum of p.v.c. Naast een goede vakkennis is ook een grote mate- rialenkennis van groot belang. Je zult wel hebben begrepen, dat er voor dit beroep nogal het een en ander komt kijken, maar dat wordt dan ook ver recht en met een minimale overlap- met goede lonen gehonoreerd. Opleidin; Voor de opleiding tot woningstoffeerder duurt de cursus aan de l.t.s. 2 a 3 jaar, Als je daarna bij 'n baas gaat werken kom je in het zogenaamde leerlingenstelsel het geen een voortgezette opleiding is om j< in dit beroep vakbekwaam te maken. Naast het werken bij je baas moet je dan nog één of een halve dag per week naar school. De opleiding volgens het leerlin genstelsel staat onder auspiciën van de Stidhting Hout, Van Baerlestraat 9 te Amsterdam. Ook bestaat nog de mogelijkheid schrifte lijke cursussen te volgen bij P.B.N.A. te Arnhem en de L.O.I. te Leiden. Deze cur sussen leiden op voor het examen wo ningstofferen, dat jaarlijks wordt afg< nomen door de Stichting Vakopleiding Meubileringsbedrijven, Biltho venstraat 143 te Utrecht. Het door deze Stichting afgegeven diploma is aangewezen als ves tigingsdiploma voor de woningstoffeer ders, die zelf een zaak willen beginnen of voortzetten. Tenslotte kun je jezelf nog bekwamen als verkoper in een woninginrichtingsbe- drijf of als chef-maatnemer. Als je een u.l.o.-opleiding hebt en goed kunt teke nen, is het ook nog mogelijk om binnen huisarchitect te worden. Vloerbedekkingen De werkzaamheden van de woningstof feerder zijn onder een paar noemers te vangen, hoewel wij dan telkens een aan tal werkzaamheden onder één zo'n noe mer brengen. Allereerst is daar het vloer bedekkingen leggen. Hiertoe dient de vloer eerst te worden voorbewerkt, dat wil zeggen geëgaliseerd (drukvast en droog maken). Vaak richt hij zich bij de ze voorbewerking naar de instructies die de fabrikant van de gekozen vloerbedek king hiervoor aangeeft. Bij het leggen van de vloerbedekking moet er om worden gedacht, dat b.v. bij linoleum geen naden bij deuren of was tafels komen en bij het leggen van tapij ten is de lidht-inval van belang, want het meeste licht moet in de poolvoet vallen. Banen linoleum worden gelegd in de richting van het meeste licht. Soms wordt in de werkplaats de vloer bedekking op maat gemaakt, maar zo, dat deze nog kan worden bijgewerkt wanneer ze op de plaats van bestemming is „uitgelopen". Ook brengt de woning stoffeerder nog weieens versieringen aan in een linoleumvloer, waarvoor hij soms biezen of figuren van de fabriek voor ge bruikt en een andere keer maakt hij het zelf. Tegenwoordig worden ook veel plas tictegels gebruikt, die symmetrisch moe ten liggen. Hiernaast wordt ook nog vilt- zeil, rubber en plastic-asbest verwerkt en niet te vergeten de p.v.c.-vloerbedekkin gen. Het verschoningsrecht of te wel het be roepsgeheim, zoals dat is neergelegd in 't burgerlijk wetboek, is de laatste jaren voortdurende een punt van discussie ge weest. Kunnen doktoren, advocaten en geestelijken zidh te allen tijde beroepen op dit recht, ja zijn zij zelfs gezien de bepa lingen van het wetboek van strafrecht daartoe verplicht, aan beoefenaren van andere beroepen is dit recht praktisch ontzegd. Nu echter het maatschaooelijk werk steeds meer wordt uitgebouwd en dien tengevolge het aantal mensen, dat op de hoogte is van soms zeer intieme gegevens van hun medemensen, sterk is toegeno men, zou het wenselijk zijn wanneer de rechter ook de maatschappelijk werken den van getuigenis zouden verschonen. De jurisprudentie bevat reeds enkele ge- rechterlijke uitspraken, uie in overeen stemming zijn met deze wens. Wie hebben een beroepsgeheim? Er zijn mensen, wier leven alleen besloten ligt tussen de grenzen van hun milieu en er zijn er die „een dossier hebben". Wij doelen hier niet op degenen die zich door een botsing met de gevestigde rechtsorde een justitieel ingrijpen op de hals hebben gehaald. Daarnaast zijn er duizenden an dere mensen, Idie vanweve de meest uit eenlopende moeilijkheden te maken krij gen met officiële (meestal hulpverlenen de) instanties, die dossiers aanlegen over hun cliëntèle. Deze instanties beschikken over een enorm grote verzameling gege vens over een mensenleven, die vaak de hele persoonlijkheid uittekenen: zijn af komst, zijn milieu, zijn psychische con stitutie, kortom alles wat wij zo gaarne rekenen te behoren tot zijn eigenheid. Het ontstaan van dossiers en de nood zakelijkheid daarvan is gemakkelijk t< verklaren. Naarmate men intensiever be met mensen die hulp behoeven, wordt de behoefte dit alles in kaart te brengen en vast te leggen vanzelf groter. Hiermee maakt men de opvolger ook ge makkelijker de behandeling van het val voort te zetten. Deze ontwikkeling heeft zijn schaduw- ijden. De mens ziet zijn meest intieme geheimen graag bewaard. Slechts wanneer hij hierover zekerheid heeft, zal hij veel over zichzelf vertellen. En dat gebeurt tegenwoordig bepaald niet alleen aan art sen en geestelijken. Het is wel zeker dat bijvoorbeeld vele maatschappelijk wer kers (sters) soms over intiemere gegevens van hun cliënt beschikken dan menig huisarts. Wanneer niet? Moesten maatschappelijk werkenden voor de rechtbank getuigen over een hun ner cliënten, dan bleek menigmaal dat zij geen beroep konden doen on het ver schoningsrecht. Het is zeifs gebeurd, dat een sociaal werkster van een medisch op voedkundig bureau, die weigerde in een echtscheidingszaak als getuive op te re den, bijna werd gegijzeld. Onze wet bepaalt nl., dat iedere bur ger verplicht is getuigenis af te leggen, indien de rechter zulks ®éboden acht. Op deze regel bestaan enkele uitzonderingen, neergelegd in art. 1946 van het Burg. Wetboek. Zo kan iemand tot een ver dachte of gedaagde in zodanige verhou ding staan, dat het onredelijk zou zijn hem of haar tot getuigenis te dwingen, man te getuigen, de broer niet tegen zijn De naaste verwanten van e enverdadhte, die in de rechte linie en die in de zijlinie tot in de tweede graad, hebben derhalve het recht te weigeren getuigenis af te leg gen. Men kent dit recht als verschonings recht. De vrouw behoeft niec tegen haar zuster. Zij mogen dit wel, zij zijn hiertoe evenwel niet verplicht. Er is nog een andere groep van perso nen, die zich kan beroepen op het ver schoningsrecht. Ook zij staan tot de ver dachte of tot de gedaagde in een bijzon dere relatie, niet door familiebanden maar uit hoofde van hun beroep. Wie wel? Zo is aan doktoren het verschoningsrecht toegekend. Het vertrouwen in de medi sche stand zou immers ernstig geschokt zijn, indien de arts de aan hem toever trouwde geheimen zou prijsgeven. Op soortgelijke gronden is aan advocaten en geestelijken 't 'beroepsgeheim toegekend. Wel bepaah de wet uitdrukkelijk dat deze groep van personen zich alleen op waar vragen worden gesteld, waarvan de het verschoningsrecht kan beroepen, wanneer zij moet getuigen in een zaal beantwoording gelijk zou staan met schending van het in hun gestelde ver trouwen. Zo moet een arts wel getuigen wanneer hij een verkeersongeluk heeft gezien. Andere groepen van personen kunnen zich in specifieke gevallen op het verscho ningsrecht 'beroepen. Militairen bijvoor beeld mogen geen militaire geheimen prijsgeven. Zo hoog heeft de wetgever het beroeps geheim geschat, dac art. 272 van 'het Wet boek van StrafreCht strafbaar stelt hij, die een geheim dat hij uit 'hoofde van zijn be roep verplicht is te bewaren, opzettelijk prijsgeeft. Dit wordt beschouwd als een misdrijf, waarop een gevangenisstraf van maximaal zes maanden is gesteld. Veiliger Kunnen maatschappelijk werkenden ook een beroep doen op het Verschonings recht? Hierover bestaat ibij de rechterlijke macht geen eenstemmigiheid. Niet altijd werd het iberoep op het verschonings recht door de rechtbanken aanvaard, ook niet in gevallen waar het toch wel zeer voor de hand lag. Het feit, dat het maatscihap^eliik werk een jonge tak van wetenschap is (en het wetenschappelijk karakter van dit beroep nog altijd discutabel is) is hieraan natuur lijk niet vreemd. Niettemin zijn er steeds meer mannen en vrouwen, die dit beroep van de toekomst gaan uitoefenen. Steeds meer Nederlanders krijgen een inzicht in dikwijls zeer persoonlijke gegevens van steeds meer landgenoten. En waar in onze ingewikkelde samenleving de behoefte aan hulpverlening steeds maar groter wordt, zal deze ontwikkeling zich in de komende jaren steeds krachtiger voort zetten. Daarom zou het wenselijk ziin, indien maatschappelijk werkenden zich ook op het verschoningsredht kunnen beroepen. Niet zozeer omdat hun beroep volle er kenning krijgt. Dat is slechts bijzaak. Maar omdat het al die duizenden mensen, die met hulpverleningsinstanties in aanraking komen, een veiliger gevoel zou geven. Daardoor zal hun schroom om nulp te vragen gemakkelijker te overwinnen zijn, en dat achten wij uit oogpunt van de geestelijke volksgezondheid van grote be tekenis. nadruk verboden) Mr. M. van Oudwijck Op 1 mei is de Algemene premiespaar- wet in werking getreden. De nieuwe spaarregeling zal bij het publiek worden geïntroduceerd als het PREMIESPAAR PLAN. Wat betekent dit premiespaar- plan? Een spaarregeling voor miljoenen deel nemers Met het Premiespaarplan kunnen spa ren: ingezetenen van Nederland, in de leef tijdsgroep van 21 tot en met 59 jaar, met een belastbaar inkomen van ten hoogste f15.000,per jaar. Daarbij geldt één beperking, die van be lang is voor de leeftijdsgroep van 21 tot 30 jaar: gelijktijdige deelneming aan de Zilvervloot en het Premiespaarplan is niet mogelijk. De groep van potentiële deelnemers telt ongeveer 3.500.000 personen. Vijftig gulden spaarpremie, belastingvrij! Het spaarbedrag is ten hoogste f 250, per deelnemer per jaar; de spaarpremie van twintig procent is vrij van fiscale en sociale lasten. Dit komt neer op een maximale premie van vijftig gulden per deelnemer en van honderd gulden per echtpaar per spaar jaar. De spaarpremie is extra: de premie wordt uitbetaald boven de rente of het dividend die de besparingen eventueel zelf opleveren. De premie wordt toegekend vier kalen derjaren na het jaar waarin de bespa ring is verricht. De bedragen, gespaard tot en met 31 december 1966, geven in 1971 recht op premie. Besparingen die zijn verricht in 1967, komen in 1972 voor premie in aanmerking enz. Op deze spaartermijn zijn twee uitzon deringen. Bij het overlijden van de deel nemer en onder bepaalde voorwaar den bij het beëindigen van contrac ten, ingevolge welke besparingen worden verricht, ontstaat recht op premies di rect na het overlijden of na beëindiging van het contract. Spaarvormen De deelnemers kunnen spaarpremie ont vangen over besparingen in de vorm van: betalingen tegen de uitreiking van spaarbewijzen; betalingen voor de aankoop van ef fecten; betalingen van levensverzekerings premies of spaarkasinschrijvingen; aflossingen op hypothecaire lening en, ook in coöperatief verband; aflossingen op vaste garantiekredie ten (voor de middenstand, de land bouw en de tuinbouw). Deeineming met meer dan één spaar- vorm is mogelijk, maar een deelnemer kan ten hoogste over f250,per spaar- jaar premie ontvangen; voor echtparen geldt een maximum van f500, Spaarbewijzen Een nieuwtje voor Nederland zijn de spaarbewijzen, die worden afgegeven bij het sparen in contanten. Tegen storting van vijfentwintig gulden bij een spaar bank, boerenleenbank, postkantoor, bank of bouwfonds, ontvangen de deelnemers een spaarbewijs. Bij inlevering van het spaarbewijs krijgt de deelnemer zijn vijf en twintig gulden terug, plus de rente èn indien aan de voorwaarden is voldaan vermeerderd met dè premie. Een spaarbewijs afgegeven in 1966, geeft bij inlevering in 1971 recht op een bedrag van ongeveer f 35,Bij alle instellingen is de rente, die wordt toegekend, gelijk. Bij de afgifte van het eerste spaarbewijs ontvangt de deelnemer een op zijn naam gestelde spaarkaart. Die kaart moet hij met de spaarbewijzen bewaren en hij moet de spaarkaart tonen bij de aan koop en ook bij inlevering van spaar bewijzen. Effectenbewijzen Ook nieuw zijn de effectenbewijzen, die nodig zijn voor het sparen via de aan koop van effecten. Tegen betaling van f25,— ontvangt de deelnemer een ef- fectenbewijs. De effectenbewijzen wor den afgegeven door instellingen die be middelen bij de aankoop en de verkoop van effecten. Met gebruikmaking van effectenbewijzen kan de deelnemer bij de instelling die de effectenbewijzen aan hem heeft afge geven effecten kopen. Is het aankoop bedrag bijvoorbeeld f 130, dan kan de deel nemer ten hoogste vijf effecténbewijzen afgeven. Het resterende bedrag wordt op de gebruikelijke manier betaald. De effecten worden, met de effectenbewij zen, onder verantwoordelijkheid van de in stelling, bewaard tot de spaartermijn is verstreken. Na afloop van de spaartermijn wordt de spaarpremie uitgekeerd. Tussentijdse verkoop van de effecten is mogelijk. Wil de deelnemer tezijnertijd spaarpremie ontvangen, daii kan hij ver zoeken om teruggaaf van de betrokken effectenbewijzen. Voor elk bewijs dat hem wordt teruggegeven betaalt de deelnemer f25. Bij inlevering na voltooiing van de spaartermijn krijgt de deelnemer per ef- fectenbewijs vijfentwintig gulden terug plus de premie. Tussentijdse inlevering is toegestaan, maar dan vervalt het recht op premie. De deelnemer kan ook spaarpremie ont vangen over de aankoop van zogenoemde spaareffecten; hiervoor hoeft hij geen ge bruik te maken van effectenbewijzen. De spaareffecten die krachtens de wet van 27 juni 1963 alleen aan kleine spaar ders kunnen worden afgegeven, zijn na melijk reeds op naam gesteld. Levensverzekering, spaarkas, hypothe caire lening, garantiekrediet. Bij de overige spaarvormen gaat het om besparingen die worden verricht ingevol ge een contract. Met het oog hierop zijn enkele bepalingen speciaal voor deze spaarvormen in de regeling opgenomen. Met het oog op deze besparingen heeft de regeling terugwerkende kracht tot 1 janu ari 1966. Zo levert een hypotheekaflossing betaald per 1 januari 1966, een spaarpre mie op in het jaar 1971. Verder komt het voor, dat de jaarlijkse besparingen bij deze spaarvormen hoger zijn dan het maximum van f 250 per jaar. Indien dat het geval is en de deelnemer is gehuwd, kan zijn echtgenoot over het resterende bedrag (tot een maximum van f250 per jaar) spaarpremie ontvangen; voorwaarde is dat die echtgenoot voldoet aan de regels die voor deelneming gelden. Als een gehuwde deelnemer betalingen verricht die als spaarvorm gelden, en hij zelf b.v. wegens zijn leeftijd geen spaar premie kan ontvangen, kan zijn echtge note over die betalingen wèl premie krij gen indien zij aan de voorwaarden voor deelneming voldoet. Tenslotte is er een regeling getroffen voor de beëindiging van contracten. In afwijking van de' regel, dat de spaarpre mie, over de besparing die in een bepaald jaar is verricht, wordt uitbetaald nadat vier kalenderjaren zijn verstreken, kan bij beëindiging van een contract de spaar premie ineens worden uitbetaald. Dit is mogelijk, indien gerekend vanaf 1 januari 1966, ten minste gedurende vier jaren besparingen zijn verricht. Is dat niet het geval dan wordt de premie op de gebruikelijke manier telkens na 4 jaar uit betaald. Termijn voor premie-aanvraag Als de spaartermijn is voltooid moet de deelnemer zelf aan de betrokken instel ling vragen om uitbetaling van de spaar premie. Dit verzoek moet, om administra tieve redenen, worden gedaan vóór een bepaalde datum. Laat de deelnemer die periode voorbijgaan, dan vervalt zijn recht op premie. Voor het aanvragen van de premie gelden de volgende regels: de premie moet worden aangevraagd in de loop van het vijfde jaar na het jaar waarin de besparing is verricht. Heeft de deelnemer b.v. in 1966 een hypotheekaflossing betaald, dan heeft hij van 1 januari tol en met 31 decern- Alhoewel men zaterdag 14 mei met veel materiaal en manschappen „uit rukte" is het niet gelukt om bij alle adressen in de buurtschappen de lom pen af te halen. Ook staan op verschil lende adressen in het dorp nog lompen doch aangezien men niet altijd de juis te adressen weet zou men graag even een berichtje ontvangen, waarna men kan rekenen op bezoek van de afhaal- dienst. Mochten bij de inzameling in de ver schillende buurtschappen adressen zijn overgeslagen (een stuk van de Beuse- berg is blijven zitten), stuurt U dan even bericht aan een van de muzikan ten of aan A. Nekkers, Haarstraat 12, tel. 13 29, of J. Wiggers, Kolweg 14, tel. 13 56. Zo u weet gaat „HMV" op zaterdag 2 juli naar het concours te Gorssel in verband waarmee in de komende week extra repetities gepland zijn, zodat met afhalen van lompen gewacht moet wor den tot op een avond in de week na Pinksteren. De Bejaarden van de Holtenpe Bejaar densociëteit hebben maandag 16 mei per O.A.D.-bus hun jaarlijks uitstapje ge maakt. Om 9.15 uur werd gestart bij gebouw „Irene" en werd door Lettele en Schalk haar, naar Deventer gereden waar aan de Welle in de IJssel een plezierboot ge reed lag voor het maken van een heer lijke boottocht naar Gorssel, waarbij het „binnenlopen" de bus gereed stond en werd door het prachtige Gelderse land via Eefde, Vorden, Hummelo, Laag Kep- pel en Wehl naar Zeddam gereden waar in een der hotels werd gepauseerd om de inwendige mens te versterken. Na dit gezellige oponthoud werd de reis voortgezet via 's Heerenberg en v/erd nog even de Rijn overgestoken voor een kort bezoekje aan de Duitse grensplaats Emmerik. Op de terugreis werd in Elten nog „aangelegd" voor een kopje thee. Hoogstvoldaan kwam het gezelschap 35 bejaarden en het Soosbestuur) om even over zessen bij „Irene" aan waar burgemeester Enklaar ter begroeting aanwezig was. ber 1971 de gelegenheid om de premie aan te vragen. In geval van overlijden en bij beëindi ging van contracten kan de premie worden aangevraagd tot en met 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin de deelnemer is over leden of het contract is beëindigd. Welke instellingen? De instellingen die willen meewerken aan de uitvoering van de Algemene Premie- spaarwet, moeten daartoe zijn aangewe zen en ook bij de overheid een bereidver klaring hebben ingediend. Het is daarom wenselijk dat degenen die willen deelne men aan liet Premiespaarplan eerst infor meren, of de instelling die ze hebben ge kozen, valt onder de groep van uitvoeren de instellingen èn of de besparingen, die men verricht, voldoen aan de regels van het Premiespaarplan. Introductie van het Premiespaarplan Aan de nieuwe spaarregeling zal in sa menwerking met de uitvoerende instellin gen op zo groot mogelijke schaal bekend heid worden gegeven. Deze voorlichting is erop gericht de inhoud van de regeling onder de aandacht te brengen van de po- tentële deelnemers. Dit zal gebeuren via de pers, via een landelijke advertentie campagne, door middel van de televisie, de radio en ook via affisches en brochures. Een pakket spaarregelingen Het Premiespaarplan is in zeker zin het sluitstuk van het stelsel van spaarrege lingen, die tot stand zijn gekomen sinds 1958, het jaar waarin de Jeugdspaarwet in werking is getreden. Het pakket bezits vormingsmaatregelen omvat: het spaarplan De Zilvervloot (Jeugd spaarwet 1958) j de Premiespaarregeling Rijksambte naren (1960); de vrijstelling van fiscale en sociale lasten voor werkgeversbijdragen aan werknemers in het kader van premie- en winstdelingsspaarregelingen ('61); de fiscale faciliteiten voor bezitsvor ming met betrekking tot effecten j (1963). Ook is er het Besluit bevordering eigen woningbezit, dat dateert van 1956. In voorbereiding is nog een regeling in zake de bestemming van een fonds van honderd miljoen gulden uit de Breedband- transactie.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1966 | | pagina 4