Euialia Sturtewagen De W.A. en buitenland BE REDDING VAN DE BOM Nu groene kaart wordt afgeschaft polis niet altijd voldoende I Zo waarlijk helpe mij de almanak Zaterdag 7 mei 1966 Een Nederlands meisje in de Egyptische mannenmaatschappij (Van onze speciale verslaggever) Miss Laila heet ze voor haar collega's op het kantoor van de Egyptische toeristenorganisatie. Miss Laila heet ze ook voor een heleboel andere Egyptenaren, want wie ook maar iets met de toeristenindustrie te maken heeft, weet, dat zij het is die de Nederlandse belangen ver tegenwoordigd. De 23-jarige Nederlandse heeft het niet gemakkelijk in Cairo, de hoofd stad van het land van de farao's. In het afgelopen jaar zijn haar de problemen wel eens bijna te veel geworden, als er weer eens iets niet georganiseerd bleek, als voor de zoveelste maal allerlei afspraken niet werden nagekomen en als zij steeds opnieuw moest proberen de eeu wige indolentie en de eeuwige afschuifsystemen te doorbreken en 24 uur per dag in touw was. Maar miss Laila voelt zich thuis in het nabije oosten. Worstelend met bureaucratie, corruptie en geheime politie Cairo is een stad waar een grotere tegenstelling heei'st tussen rijk en arm dan wij ons kunnen voorstel len, een stad waar de verkeerspoli tie voor vijf piaster (veertig cent) er voor zorgt dat het verkeerslicht op groen springt als je er aan komt, een stad waar rechts inhalen, snijden en zonder licht rijden de meest normale handelingen zijn van iedere automobilist, waar voetgan gers door aanhoudend claxongeloei op de vlucht worden gejaagd, een stad waar schapen en ezelwagen tjes niet uit het straatbeeld weg te denken zijn en waar alle weggebrui kers schijnen te hebben afgespro ken zoveel mogelijk lawaai te pro duceren. Cairo is ook de stad van de bureau cratie. Opdat er geen werkloosheid zou heersen heeft iedereen een baantje gekregen zodat nu iedere in stelling, elk kantoor met een top zware bezetting worstelt. Egypte is een land, dat op de rand van de kloof die het democratische westen van het oostelijk blok scheidt, ba lanceert. Geen wonder dat Nasser zijn dictatuur moet handhaven met een uitgebreid geheim leger. Egypte is ook het land van zon en van historie. Een rijke schat van cultuur-historische monumenten hebben vijftig eeuwen getrotseerd en verschaffen het nu een bron van in komsten als toeristische trekpleisters. Geen probleem te groot Om deze reden is het dat Euialia Sturte wagen in Egypte is beland. Zij is het die strijd durfde aan te binden tegen de E- gyptische bureaucratie, de laksheid en gemakzucht op een van de moeilijkste posten die haar als organisatrice van toe ristentrips maar kon toevallen. Zij staat als meisje alleen in een mannenmaat schappij. De Egyptenaren zijn geneigd de neus op te halen Voor een vrouw die de euvele moed heeft hun te vertellen hoe het moet.Maar Euialia weet wat za ken doen is. Zelfs de lastigste Egyptische mannen kan zij als het nodig is om haar vinger winden. „Het berust allemaal gewoon op toeval, dat ik hier zit", vertelt ze zelf. „Toen ik van de schoolbanken kwam wist ik nauwelijks wat ik wilde gaan doen. Ik kwam achter de balie van een reisbureau terecht in Eindhoven, mijn woonplaats. We organi seerden louringcarreizen naar Oostenrijk cn Zwitserland." HOUTENS NIEUWSBLAD Dat de reisbureaus de laatste jaren een enorme groei hebben meegemaakt is alge meen bekend. Ook het Eindhovense reis bureau bleef niet in zijn oude vorm. Al spoedig bleek dat Euialia Sturtewagen voor geen probleem uit de weg wilde gaan en haar stoeltje achter de balie werd ver wisseld voor een zwervend bestaan. Ze trok naar Joego-Slavië en Mallorca en de ervaring die ze er op deed komt haar nu, als 23-jarig meisje, in Egypte heel goed van pas. Station Harem In het land van de zon en de piramiden is Euialia eveneens door toeval gekomen. „Ik zou naar Athene gaan, de koffers waren gepakt en het vliegtuig stond klaar. Door weersomstandigheden kon het toestel niet vertrekken en ik was nog maar nauwe lijks van Schiphol terug of een telefoontje vertelde dat de zaken van het reisbureau in Caïro dreigden mis te lopen en dat er dringend iemand naar toe moest. Nou, een dag of wat later stond ik naar de zeil bootjes op de Nijl te kijken." Euialia is nu alweer een jaar in Egypte. Ze kent de Egyptenaren en weet honderd Nederlanders per week een onvergetelij ke vakantie te bezorgen. „Het gaat hier allemaal niet zo eenvoudig, als de Egyptenaren eens hun afspraken nakomen dan zijn er weer toeristen die problemen scheppen. Zo was er een dame, die de ramen van de bus stuk sloeg en de benen nam toen ze een station met hek ken er om heen aanzag voor een harem en er voor paste daarin te worden opge sloten Ze is toen in een inrichting opge nomen, maar wat daar al niet bij komt kijken en hoeveel handtekeningen er niet gezet moeten worden. Handtekeningen zet ten is trouwens toch een geliefkoosde be zigheid van de Egytenaren. Als je je een auto aanschaft moet je 27 handtekeningen hebben om een blauw nummerbord te krijgen, zoals dat van buitenlandse auto mobilisten wordt vereist." Wantrouwen „En dan dat verschrikkelijke onderlinge wantrouwen hier, dat een van de meest kenmerkende eigenschappen is van de E- gyptische samenleving. In een kappers zaak bijvoorbeeld wordt ieder kammetje en schaartje achter slot en grendel be waard." Miss Laila, zoals ze genoemd wordt, weet ook dat haar kamer geregeld wordt on derzocht door de geheime politie naar aan leiding van een vals gerucht dat zij een der grootste geldsmokkelaarsters van Cairo zou zijn. Maar de geheime politie noteert zelfs op de straat hoeken de num mers van passerende auto's om te kunnen nagaan wat de buitenlanders in het land uitvoeren Steeds weer stuit Euialia Sturtewagen op problemen, maar geen er van gaat zij uit de weg. Zij is een van de Nederlanders die hun werk in den vreemde verrichten, on opvallend, maar nuttig. (Nadruk verboden)' Amerikaanse en Spaanse autoriteiten kondén even voor Pasen een zucht van verlichting slaken. „La Bomba" was te recht. Bijna drie maanden lang waren speurtochten en bergingsacties door ge brek aan middelen en doodgewone pech tevergeefs gebleven. De wereld wachtte gespannen af. Het is een afgrijselijk idee te weten, dat dicht onder een bevolkte kust op de bodem van de zee het ver schrikkelijkste wapen,- dat de mens ooit heeft gemaakt, een waterstofbom, ver loren ligt. Een bom, die krachtig genoeg is om in één felle lichtflits alles te ver woesten binnen het gebied, dat even groot is als bijvoorbeeld de Nederlandse provincie Utrecht. Figuurlijk barstte de bom op 17 janu ari, 's-ochtends even voor half elf. En nog dankt iedereen de hemel, dat het wapen niet letterlijk uit elkaar vloog. Een Amerikaanse straalbommenwerper botste op dat moment enkele kilometers van het Spaanse dorpje Palomares tegen een tankvliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht. Een ontzettende explosie volgde. Beide toestellen vlogen in brand. De brokstukken kwamen verspreid over een groot gebied op het land en in de zee terecht. Vissers zien hoe witte en rode para chutes naar beneden komen. Zij redden vier geschokte piloten uit het water. De Amerikaanse vliegers zijn zwijgzaam. Twee dagen later blijkt waarom. Een kompleet leger van Amerikaanse mili tairen verschijnt. Zij hebben vreemde apparaten bij zich. Geigertellers, instru menten waarvan nog geen boer in Palo mares ooit heeft gehoord. Maar het ge rucht begrijpt iedere boer: „radio-actief, levensgevaarlijk". Het is niet alleen een gerucht. Een Spaanse funktionaris en twee boeren worden naar een gespecia liseerde kliniek in Duitsland gebracht. Zij zijn besmet. De Amerikaanse lucht macht heeft zich nu bij Palomares ge vestigd. Een groot tentenkamp is opgezet. De bevolking wordt nauwlettend onder zocht. Evenals de grond. De bovenlaag van de grond wordt zelfs verwijderd om op een veilige plaats in zee te worden gestort. De geruchten gaan verder. De bom menwerper zou vier waterstofbommen aan boord hebben meegevoerd. De mo dernste wapens, die Amerika bezit. Drie zijn terug gevonden. Zwaar beschadigd. Zij zijn de schuldigen voor de lichte radio-activiteit. De vierde bom is zoek. Amerikaanse en Spaanse woordvoerders zwijgen voorlopig als het graf. Zij kun nen het echter niet volhouden als voor de kust een ware Amerikaanse armada verschijnt. Het zijn eenheden van de Amerikaanse Zesde Vloot. Tenslotte komt de verklaring: de vierde bom ligt ergens op de bodem van de zee. Om deze op te sporen zullen twee onderzeeboten uit de VS worden overgebracht. De Amerikanen zullen alles op alles zetten om de verloren bom te bergen. Rusland heeft inmiddels zijn propagan- damachinerie op volle toeren gezet en geeft een officiële verklaring uit, waarin het „maatregelen tegen het zoekraken van atoomwapens vraagt. Het drama schijnt dan pas goed te beginnen. Na lang zoeken weet een van de speciale duikboten na twee maanden de bom op te sporen en te fotograferen. Het wa pen, een onschuldig uitziende glinste rende buis van drie meter lengte en een grootste dikte van tachtig centimeter, ligt op een rotshelling, 750 meter onder de oppervlakte. Tevergeefs proberen de Amerikanen enkele malen een kabel om de bom te bevestigen. Telkens als ge trokken wordt, breekt de kabel. In het dorp Palomares begint men in- middel is een vreemdsoortig onderwater- Amerikanen. Het gevaar van de bom die bij haar ontploffing een groot deel van Spanje zou vernietigen lijkt ver geten. Hebben de Amerikanen niet ge zegd, dat de bom niet kan ontploffeen? De dorpelingen strijken gretig de dollars op, die de Amerikaanse soldaten betalen voor het fruit en het weinige vertier, dat zij ontvangen. De commandant van de Amerikaanse eenheid oorlogsschepen en bergingsvaartuigen, Admiraal Guest kijkt met de dag zorgelijker. Hij wordt door tegenslag geplaagd. Zijn laatste red middel is een vreefdsoortig onderwater- tuig, De „Curv", een apparaat, dat de Amerikaanse marine gebruikt om oefen torpedo's op te pikken. Maar de elec- tronisch bestuurde „Curv" is gebouwd voor een diepte van niet meer dan zes honderd meter. Zijn grijparmen zijn te klein om de bom te kunnen omvatten. Haastig wordt de onderwaterrobot omgebouwd. De laatste beproeving van de geplaag de admiraal (en van de Spaanse en Ame rikaanse autoriteiten) begint woensdag ochtend 6 april in alle vroegte. Dan glijdt de omgebouwde „Curv" naar beneden, bestuurd door vaardige han den aan boord van het bergingsvaartuig „Petrel". Televisiecamera's volgen wat onder de zee-oppervlakte gebeurt. De tentakels van de robot glijden om de bom. Hel voorzichtig. Het wapen ligt op de rand van een diepe kloof. Wanneer de duizend kilo zware bom verder glijdt, zal zij nooit meer geborgen kunnen worden. Langzaam, centimeter voor centimeter, begint de Curv te trekken. Zesendertig lange uren zal de operatie duren. Pas als de bom op het dek van de „Petrel" ligt, verzucht de admiraal: „Het is voorbij". Washington is dan al op de hoogte gesteld. Het bevel komt, de bom aan de pers te tonen. Verbaasde fotografen zien de uiterlijk zo onschul dige, reuze sigaar. Een heel klein deukje aan de voorkant is de enige beschadiging. In Washington is men opgelucht. De deuk in het Amerikaanse prestige had gemakkelijk heel wat groter kunnen zijn. Nu rest slechts een gat in de marine- beurs. Elke dag zoeken vroeg één miljoen dollar. (NADRUK VERBODEN) Het is wel algemeen bekend dat op 1 januari 1965 in werking is getreden de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (in de wandeling W.A.M. genoemd), welke wet, heel in het kort gezegd, de verplichting inhoudt voor de eigenaren van motorrijtuigen om ter zake van hun motorrijtuig een W.A.-ver- zekering te sluiten. Per 1 maart moeten nu de bromfietsen voorzien zijn vaneen bordje met codeletters en nummer uit gereikt door hun verzekeringsmaat schappij. Deze verzekeringsplicht geldt niet alleen voor de eigen landgenoten, maar even zeer voor hen, die als buitenlander met hun motorrijtuig het desbetreffende land bezoeken. Ook de door deze „buitenlan ders" gesloten W.A.-verzekering moet voldoen aan de condities die in het land in kwestie gelden, althans moeten zij kunnen aantonen dat hun assuradeur bereid is de veroorzaakte schaden te re gelen in overeenstemming met de in dat land geldende wet. Na internationaal overleg is hiervoor in het leven geroepen het internationale verzekeringsbewijs, dat, vanwege zijn groene kleur, al' spoedig beter bekend was onder de naam „groene kaart". Door de afgifte van een groene kaart verbindt de afgevende assuradeur zich om de schade te regelen overeenkom stig de in het desbetreffende land gel dende voorschriften, ook al zou de polis aan de verzekerde zelf géén of onvol doende dekking bieden. Zou dus ten opzichte van de verzekerde zelf, krachtens de polis een uitsluiting gelden, terwijl de wet in het desbetref fende land bepaalt dat uitsluitingen in de polis niet aan een benadeelde mogen worden tegengeworpen, dan zal de assu radeur die de groene kaart heeft afge geven, overeenkomstig die wet bena deelde schadeloos stellen, en daarna de betaalde schadebedragen terugvorderen van de verzekerde. Nieuwe schadebureaus In de landen waar de verplichting tot het sluiten van een W.A.-verzekering bestaat, is een bureau aangewezen dat de door buitenlanders veroorzaakte scha den regelt. Dit bureau is veelal bevoegd om de schaderegeling te delegeren aan bepaalde verzekerings maatschappijen, wier regelingen voor de maatschappij die de groene kaart heeft afgegeven, zonder meer bindend zijn. De W.A.M. bepaalt o.m. (in art. 2) dat „aan het verkeer motorrijtuigen slechts mogen deelnemen, indien de burgerrech terlijke aansprakelijkheid waartoe zij aanleiding kunnen geven, gedekt is door een verzekering welke aan de bij en krachtens deze wet gestelde bepalingen beantwoordt." Het zelfde artikel bepaalt voorts „dat niettemin motorrijtuigen, die gewoonlijk in het „buitenland zijn gestald, ook tot het verkeer in Nederland toegelaten worden, mits een rechtspersoonlijkheid bezittend biweau, voor dat doel erkend door onze minister van financiën, zelf tegenover de benadeelden de verplich ting op zich neemt de schade door de motorrijtuigen toegebracht overeenkom stig de bepalingen van deze wet te ver goeden." Het hiervoor bedoelde bureau is inder daad in het leven geroepen en is ge naamd „De Nederlandse Motorrijtuig verzekeringsgroep", terwijl het bestuur wordt gevormd door de Nederlandse Vereniging van Automobielassuradeuren (N.V.V.). Het Nederlands bureau belast zich derhalve ook met de z.g. grensver- zekering. Weliswaar behoeft een buitenlandse au tomobilist niet in het bezit te zijn van een W.A.-verzekering overeenkomstig de Nederlandse wet (zie hiervoor geciteerde artikel 2 van de wet), maar als zijn assuradeur hem een groene kaart heeft afgegeven, dan verplicht deze assura deur zich de Nederlandse benadeelde schadeloos te stellen overeenkomstig de bepalingen van de Nederlandse wet, ter wijl het Nederlandse bureau zich belast met de schaderegeling. Niet gedekt Aangezien nu in de gehele Benelux de verplichte verzekering tot stand is ge komen, en de wetten van de drie lan den op de essentiële punten aan elkaar gelijk zijn, is het begrijpelijk dat men hoopt de groene kaart voor het motor- rijtuigverkeer in de Benelux per 1 april 1966 te kunnen laten vervallen. Nederlanders, Belgen en Luxemburgers zullen dan met hun motorrijtuigen el- kaars landsgrenzen kunnen overschrij den zonder in het bezit te zijn van een groene kaart, hetgeen uiteraard een ont lasting inhoudt voor de douane, boven dien op vele terreinen een kostenbespa ring betekent terwijl ook het sluiten van de z.g. grensverzekeringen tot het verleden zal behoren. Het ligt overigens in de bedoeling dat ook de groene kaart voor Duitsland zal i vervallen. Een waarschuwing is hier evenwel op zijn plaats. De meeste automobielassu'ra- deuren kennen 2 soorten polissen voor motorrijtuigen, namelijk één die alleen geldig; is voor Nederland, en één die gel- j dig is in geheel Enropa (meestal met i uitzondering van een aantal Oosteuro- pese landen.) Het gevaair is nu niet denkbeeldig dat motorrijtuigbezitters door het vervallen van de groene kaart van mening zijn, dat er ten aanzien van de Benelux geen verschil meer bestaat tussen een Nederlandse en een Euro pese polis, en dat hun binnenlandse po lis dus ook dekking verleent voor scha den veroorzaakt in België en Luxem burg. Aan de grens is geen controle op de groene kaarten meer aanwezig, zodat zij met hun motorrijtuig ook inderdaad ongehinderd België en Luxemburg kun nen binnenrijden. In geval van aan derden veroorzaakte schade zal men evenwel tot de onaan gename ervaring komen dat „de verze kering de schade niet dekt"! Weliswaar zal de assuradeur de in België veroor zaakte schade, naar aan te nemen is, aan de benadeelde(n) voldoen, maar aangezien de verzekering alleen dekking verleent voor in Nederland veroorzaakte schaden, zal de assuradeur de betaalde schadebedragen van zijn verzekerde te rugvorderen Mr. N. W. A. van Eyk. (Nadruk verboden) Voor de balie: De man die in deze zaak als getuige op- ti ad, legde de eed af op die manier die ons wetboek voorschrijft. Maar toch was hij eigenlijk iemand, die zwoer bij de alma nak. Met De Bilt wilde hij niet van doen hebben. Weliswaar zitten daar ge leerde lieden vol statistieken en depres sies, maar tegen de almanak kunnen zij toch niet concurreren. Die heeft een on dervinding achter zich van vele eeuwen, en tegen de praktijk weegt niets op. Hij kan zijn ongeschokt geloof in de alma nak zo enthousiast en welsprekend verde digen, dat anderen er van onder de indruk kwamen. Geen prediker heeft ooit het succes gehad van deze getuige, die eik- jaar zijn vakantie baseerde op de weers voorspellingen op lange termijn, die van humor bezielde lieden in de almanak zet ten. Nu kunnen wij zonder overdrijving vast stellen dat de vorige zomer ons niet heeft gebracht wat de plaatjes van de reisbu reaus ons beloofden. De blauwe luchten waren immer daar, waar wij niet waren, en de plaatselijke buien vielen steeds daar, waar wij wel waren. Dit was weer een van die zomers, die het emigrantencijfer in Nederland met sprongen doen stijgen. De buurman van getuige had De Bilt steeds beschouwd als een der vastigheden in 's mensen leven. Hij bouwde op De Bilt, zoals de getuige op de almanak. Doch vorig jaar was zijn vertrouwen in de Bilt- se betrouwbaarheid ernstig geschokt door een reeks van verregende snipperdagen. Zo viel hij in handen van de getuige, die hem tot het almanakisme wist te beke ren. Hij stelde zijn vakantie vast in over leg met de getuige en diens onfeilbare al manak. Weken tevoren schepte hij op te gen vrienden en bekenden, die nat cn ver kleumd weer aan het werk gingen, blij dat hun vakantie er op zat. „Ik heb het beter voor elkaar", zei de buurman dan geheimzinnig. „Je zult de juichende zon zien, als ik met vakantie ben." En hij be legde een deel van zijn salaris in zonne- brandchème en dergelijke zaken, las kort voor zijn vakan tie achter de kachel in de encyclopedie het hoofdstuk over zonne steek nog eens door, liet de manufacturier een kort broekje uit de mottenballen ha len en gedroeg zich in alles als een kinder lijke optimist. Zo begon hij zijn bromfietstocht. in de regen. Het kon een drukfout in de alma nak zijn. dacht hij. Morgen zou het beter gaan. De volgende bromde hij opnieuw in en tegen de regen. Een zwakke rug van hoge druk ging net aan onze neus voorbij, zodat hij de derde dag dróéf. En toen keerde hij huiswaarts. Met de trein, om de rest van de week mokkend achter dt kachel door te brengen. In die week kwam de getuige op bezoek, in de hoop zelf wat kolen uit te sparen. Hij droeg de geprezen almanak onder de arm. „Zie je wel", riep hij stralend, „de al manak had weer gelijk 1" Er klonk een dof gebromfiets uit de verkouden buur man. Maar de getuige begon ijverig te. bladeren in zijn almanak en ging voorle zen: „Zeer kil, herfstachtig weer. Voortdu rend regenval. Krachtige wind." Dit citaat bleek te veel voor de geteisterde buurman. Hij griste de ander de almanak uit de hand en keek naar het jaartal. Het was er een van het voorgaande jaar. In buurmans binnenste stak nu een storm op, die door geen enkele almanak was voorspeld. Hij ranselde op de getuige los tot hij helemaal warm was, voor het eerst in de vakantie. „Het was net een wild beest", verklaarde de getuige onder ede. Buurman moet daar een tientje boete voor betalen. „En toch was het een goedkope vakantie", zei hij. Willy H. Heitling. (Nadruk verboden) In 1964 werden door het Nederlands Bijbel Genootschap 309.952 bijbels, testamenten en bijbelgedeelten ver kocht met een totale verkoopwaarde van f12 miljoen. Dit is een belang rijke stijging vergeleken bij voor gaande jaren. Er zijn ongeveer 90.000 (dollar) mil jonairs in de Ver. Staten aldus U.S. News and World Report. Dit aantal is zevenmaal zo groot als in 1948. Met elkaar bezitten zij een kwart biljoen dollar. Bij elke 625 Ameri kaanse gezinnen is er een met een miljonair aan het hoofd.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1966 | | pagina 4