Overijsselse Heuvelrug hield eerste bestuursvergadering Financiële positie sal nog moeilijk blijven Overheid laat de boer niet in de kou staan Landbouwpolitiek in de branding Wel degelijk perspectief voor de blijvers Gouden huwelijk LANDBOUWSCHAP V oelbalprogr amma Holten moest de puntjes delen Nieuwe stichting van VVV's Nieuwe directeur 'V NN Zaterdag 12 maart 1966 HOLTÈNS NIEUWSBLAD „Het is mijn plicht u té waarschuwen. De Nederlandse boer die op 23 maart zijn stem uitbrengt op de Boerenpartij, tekent daarmee zijn eigen doodvonnis. Het is n.l. zonneklaar, dat de zogenaamde vrije eco nomie het faillisement van de Nederland se landbouw betekent. De vrijheid, die de Boerenpartij voorstaat, levert een melk prijs op van 20 cent, een prijs voor de suikerbieten, die praktisch nihil is, een prijs voor de tarwe van 20 gulden, voor gerst 24,5 gulden en voor rogge 22,5 gld." Deze waarschuwende woorden richtte Minister Biesheuvel donderdag 3 maart '66 tot de bezoekers van de toogdag in Arn hem van de.. Gelderse Christelijke Boeren- en Tuindersbond. De bewindsman van Landbouw en Visserij heelt op deze jaar vergadering nog eens nadrukkelijk aange toond dat de overheid de landbouw niet in de steek laat en dat er voor de „blijvers" naar zijn overtuiging perspectief genoeg is, zeker nu het overleg in de E.E.G. weer op gang gekomen is. De persoonlijke in stelling van de boer achtte Minister Bies heuvel van de grootste betekenis. „U kunt het landbouwliuisafbreken, dat vereist geen visie, 'fantasie of vakmanschap, al leen de moker, maar u kunt ook een an dere positieve instelling hebben. U kunt uw werk als een opdracht zien en positief meewerken met collega's, organisaties en met de overheid en aldus bouwen aan het huis van de toekomst, aan de Nederlandse en aan de Europese landbouw." In zijn rede, die getiteld was „Land bouwpolitiek in de branding", heeft de be windsman op het verontrustende ver schijnsel gewezen in agrarische kring-, na melijk het negativisme zoals dat door sommigen in ons land wordt gepredikt en dat als vergif werkt in de landbouw en o.m. tot uiting komt in een volstrekt on redelijke kritiek. Alvorens mr. Biesheuvel overging tot een uiteenzetting van zijn be leid, noemde hij enkele kenmerkende pun ten in de situatie, waarin de landbouw he den ten dage verkeert en het beeld dat zich aan het aftekenen is van de toekom stige maatschappij in Nederland en van de plaats, die de landbouw en de organi saties daarin zullen innemen. Het eerste aspect dwingt ons om de ogen niet te sluiten voor de sociale en economische positie van het boerengezin van vandaag en daagt ons uit om de kan sen, die zich op dit moment voordoen te grijpen. Dat geldt zowel voor de boer als voor de overheid. Het tweede a&pect maant ons tot doelbewustheid, tot een vi sie op de toekomstige ontwikkeling. De maatregelen die vandaag getroffen wor den, zullen afgestemd moeten zijn op wat gaat gebeuren. Met deze twee polen is eigenlijk het krachtenveld, waarin zich het landbouwbeleid bevindt, gegeven. POSITIE VAN DE LANDBOUW Om de positie van de landbouw en van het landbouwbedrijf te karakteriseren wees de bewindsman in de eerste plaats op het feit dat naarmate de welvaart van een land toeneemt, de relatieve positie van de landbouw in de totale economie af neemt. Dat verband is ook erg logisch, er wordt door aangegeven dat één agrariër bij een ontwikkeling van de economie een steeds groter aantal medeburgers van voedsel kan voorzien. In de tweede plaats is de mogelijkheid om de produktiviteit op het bedrijf te vergroten belangrijk. Als derde factor wees Minister Biesheuvel op de belangrijke rol die de prijs van land- bouwprodukten, ook die van de produktie- middelen, bij beoordeling van de produkti viteit in tweeërlei opzicht, speelt. Het is mogelijk om binnen de agrarische be drijfstak een verschil in produktiviteit te verdoezelen door de produkten tegen on gelijke prijzen te waarderen. Zo'n geval doet zich bij voorbeeld voor als binnen de E.E.G. door de Lid-Staten ongelijke prij zen voor een bepaald produkt worden vastgesteld of dat grensbelemmeringen het mogelijk maken, dat de prijzen aan weerskanten van de grens „vanzelf" van elkaar verschillen. De technische produk tiviteit is dan wel gelijk, maar de onge lijke prijzen maken dat de economische produktiviteit onderling verschilt. En het is juist deze economische produktiviteit, die beslissend is voor de levensvatbaar heid voor het bedrijf. Hieruit blijkt dan ook wel het belang van de E.E.G. en het gemeenschappelijk landbouwbeleid met op den duur gemeenschappelijke prijzen voor alle landbouwprodukten. VERSCHILLENDE MATEN In de strijd om de vraag wie zich tot de „blijvers" mogen rekenen in de Europese landbouw is het een absolute noodzaak, dat er niet met verschillende maten wordt gemeten. En wat de Nederlandse land bouw betreft, die voor zo'n belangrijk deel op de export berust, zij behoeft in het algemeen deze „Europese meetlat" niet te vrezen: onze prijzen behoren niet tot de hoogste van de E.E.G. In het verdere verloop van zijn rede be handelde Minister Biesheuvel op een feite lijke basis zijn markt- en prijspolitiek. Zo stelde hij vast, dat de melkprijs sedert hij in 1963 Minister van Landbouw werd, ver hoogd is met 5 cent, (van 27 naar 32). In geld uitgedrukt is dat in totaal een be drag van 325 miljoen gulden, waarmee het inkomen van de veehouderij is ver meerderd. Daarnaast constateerde de Mi nister, dat de prijzen weliswaar minder zijn gestegen dan de kosten, maar bij spe cificatie van de kostenfactoren wordt het beeld weer gunstiger; de post arbeidsloon is n.l. bijzonder sterk gestegen, wat voor het gezinsinkomen weer belangrijk is. „Wij moeten met elkaar de zaken eerlijk en objectief beoordelen en dan moet ik staande houden dat er de afgelopen jaren geen sprake van geweest is dat de rege ring de landbouw in de kou heeft laten staan." Juist bij het prijsbeleid is in de af gelopen jaren veel gebeurd! We shtiui mi vervolgde de be windsman voor de beslissing over de nieuwe melkprijs, die moet passen in het schema van „Brussel", wat ons geen al te grote moeilijkheden geeft. Er zijn wel andere moeilijkheden: de boer moet leren rekening te houden met de situatie bij de afzet van zijn produkt, waarvoor hij als ondernemer ook verantwoordelijk is. De boer heeft dan rekening te houden met de moeilijke situatie op de zuivelmarkt, die oorzaak is van besteding van schatten gelds uit de overheidskas, ook voor de exportrestituties op zuivelprodukten. Ook bij de vaststelling van de nieuwe melk prijs heeft de boei' te zien naar de markt situatie en moet liij denken aan de finan ciële mogelijkheden voor de overheid. Tegen deze achtergrond zal de melkprijs moeten worden vastgesteld, naar de Mi nister hoopt in samenhang met de oriën tatieprijs voor het rundvlees. Eén ding is inmiddels zeker: de melkprijs zal worden verhoogd en ook is een verhoging van de Nederlandse oriëntatieprijs-rundvlees wel denkbaar. MOND- EN KLAUWZEER Over het mond- en klauwzeer zei de heer Biesheuvel, dat bij de bestrijding een slagvaardig beleid is gevoerd, dank zij ook de voortreffelijke medewerking van de ge organiseerde landbouw. Voor de boeren, die voor het mond- en klauwzeer hun var kens op eigen initiatief vrijwillig hadden ingeënt, kondigde de Minister aan, dat zij, op voorstel van het Landbouwschap als nog een vergoeding van één gulden per dier vergoed krijgen, wat geldt voor rond 600.000 a 650.000 varkens. De bewindsman had natuurlijk alle be grip voor de moeilijkheden waarin de kal- verenmarkt is gekomen door het mond- en klauwzeer. Er worden in Nederland 600.000 kalveren gemest, in hét binnen- landv worden er 50.000 afgezet, de rest gaat naar Frankrijk en Italië, die beide hun grenzen voor liet Nederlandse vee hebben gesloten. „Wij doen alles om de Italiaanse grens weer open te krijgen." :'Het verheugde ,de Minister, dat er in sa menwerking met het Produktschap voor Vee en Vlees mogelijkheden zijn gevonden een niet onbelangrijke hoeveelheid kalve ren naar derde landen te exporteren. De Minister heeft het Produktschap voor Vee en Vlees namelijk gemachtigd resti tutie te verstrekken voor voorlopig 1500 a 2000 kalveren export per week, wat een belangrijke steun aan de markt is. De bewindsman sprak in deze vergade ring duidelijk zijn praktische voorkeur uit voor structurele hulp aan agrarisch Ne derland boven individuele hulp. Ook bij het structuurbeleid moeten prioriteiten worden vastgesteld. Mijn prioriteiten zijn onderwijs, onderzoek, 'voorlichting, cul tuur-technische werken en de mogelijkhe den van belangrijke structurele verbete ringen via 't ontwikkelings- en sanerings fonds. De bewindsman voorziet dat er in Brussel zijnerzijds geen verdere medewer king kan worden verleend aan het ge- .meenschappelijk maken van prijzen, wan neer niet tegelijkertijd maatregelen wor den getroffen voor gelijke concurrentie voorwaarden op het terrein van de struc tuurpolitiek. Het echtpaar T. Ebrecht en H. G. Ebrecht-Ribbink herdenkt vrijdag de dag, dat het 50 jaar geleden is dat zij in het huwelijk trad. De heer Ebrecht is 75 jaar en zijn' echtgenote wordt, zaterdag 71 jaar. Hoewel de gouden bruidegom wat moeilijk loopt, genieten beiden nog een goede gezondheid en doen zij wat licht werk op. de boerderij van hun zoon bij wie zij inwonen. Plet gouden paar heeft 2 kinderen en 9 kleinkinderen. Voor allen is het vrijdag een feestdag, waarbij het de oude lui zeker niét aan belangstel ling zal ontbreken. BESPREEKT SUBSIDIE VOOR DRINKWATERV OORZIENIN G In de openbare bestuursvergadering van het Landbouwschap op 2 maart 1966 is aandacht besteed aan het voornemen van de staatssecretaris van Sociale Zaken om tot een snelle beëindiging te komen van de subsidiëring in de onrendabele exploi tatiekosten van de drinkwatervoorziening. Het dagelijks bestuur zond hiervoor reeds een brief aan de leden van de Tweede Kamer. Het landbouwschap is tegen snellere beëindiging van deze subsidiëring dan aanvankelijk in de bedoeling lag. Het gevolg zal immers zijn, dat de waterprijs op het platteland wordt verhoogd. Daar door wordt het verschil tussen stad en platteland, dat in het verleden wel be grijpelijk, maar ook toen niet te verde digen was, onaanvaardbaar verscherpt. Het Landbouwschap heeft nog een aan tal bezwaren. Daarnaast acht het Land bouwschap een wijziging van de Water leidingwet gewenst. De wijziging moet 'n aanzienlijke concentratie van waterlei dingbedrijven mogelijk maken, waardoor van de voordelen die de bevolkingscen tra op het punt van de aansluiting heb ben iets wordt meegedeeld aan de dun bevolkte plattelandsgebieden. Produklie- prijzen en consumptieprijzen kunnen dan worden gelijkgetrokken. Als dit middel te lang op zich laat wachten zou met handhaving van de zelfstandigheid de waterleidingbedrij ven een uniform verbruikerstarief voor •het gehele land kunnen worden inge voerd. De opbrengst daarvan zou over de bedrijven verrekend kunnen worden. Hierbij zou men rekening moeten houden met de hoogte van de produktieprijzen van de verschillende bedrijven. LANDBOUWSCHAP VRAAGT WIJZIGING SUBSIDIëRïNG RUILVERKAVELINGEN In de openbare bestuursvergadering van het Landbouwschap op 2 maart 1966 is aandacht geschonken aan de subsidië ring van het verplaatsen van boerderijen in ruilverkavelingen. Het bestuur be sloot de minister van Landbouw te ver zoeken het desbetreffende subsidiebesluit dat van 1958 dateert, zodanig te wijzigen dat de regeling in overeenstemming wordt gebracht met de sinds 1958 aan zienlijke gestegen bouwkosten van boerde rijen. Voorts acht het landbouwschap het ge wenst, dat de regering jaarlijks wordt af- gdstemd op de werkelijke bouwkosten van de boerderijen. Zaterdag: WW a-Holten a 4.20 uur Holten b-Sportcl. Rijssen a 4.15 uur Holten c-Rood Zwart d 3.— uur Zondag: Delden 1-Holten 1 2.30 uur Holten 2-Hengelo 5 11.— uur Holten 3-Bornerbroek 2 2.30 uur Twenthe 5-Holten 4 11.— uur VOETBAL Holten en Bonifacius Boys uit Haaks bergen hebben zondagmiddag in het Sportdal door een 1-1 gelijk spel de puntjes gedeeld, die zij beiden zo hard nodig hebben om uit de gevarenzone te komen. In de eerste helft ontwikkelde zich een goed spel, waarbij beide par tijen afwisselend in de aanval waren, zonder dat dit echter voor de doelen gevaarlijke momenten opleverde. Na 20 minuten scoorde 'Brands uit een di recte vrije trap, waarbij de bal door de wind in het doel zeilde; het enige doelpunt van de Holtenaren. Doelman Vaanholt ging hierbij niet helemaal vrijuit, maar hij zou dat in de tweede helft door zijn uitstekend optreden weer goed maken (1-0). Het doelpunt van de bezoekers werd in de tweede helft geboren uit een hoekschop, waardoor een doelworste- ling ontstond en Noordink op de grond liggende kans zag de bal over de doel lijn te werken (1-1). Het was voor de Holtenaren aanlei ding de zaak wat energieker aan te pakken. Zij wisten het veldoverwicht, dat hierdoor telkens ontstond, echter niet in doelpunten uit te drukken. Niet alleen doelman Vaanholt, maar voor al stopper Hilderink hadden, door hun goed verdedigen, hier een belangrijk aandeel in. Enkele schoten van Wim Nijenhuis, Hogenkamp en Jonkman kwamen in de handen van de Haaks- bergse keeper terecht; enkele andere gingen net langs de buitenkant van de paal. Middenvoor Wijlens van de Boys moest in de tweede helft na een half uur spelen wegens een enkelblessure vervangen worden. Bij de Holtenaren viel vooral het goe de verdedigen op van Hommes en Mark voort, welke laatste voor het eerst als stopper in het eerste elftal stond opge steld. Zoals uit onderstaande competitie ranglijst blijkt, is door het 2-2 gelijk spel van de Haarlese Boys tegen SOS in Hellendoorn in de' stand onder op de ranglijst praktisch geen verandering gekomen. Als de Holtenaren het hoofd koel hou den behoeven zij, gezien het spel van zondag, beslist niet onder aan de rang lijst te eindigen. Unisson 10 6 3 1 15 33-13 Haaksbergen 9 5 2 2 12 19- 9 SOS 9 4 3 2 11 20-19 Twenthe 9 3 4 2 10 15-14 RKSV 10 5 0 5 10 17-25 Delden 9 4 0 5 8 19-19 Bon. Boys 9 2 3 4 7 9-11 Rood Zwart 9 3 1 5 7 18-26 Haarlese Boys 9 2 2 5 6 16-22 Holten 9 2 2 5 6 11-19 HELLENDOORN Na een aanloop van acht jaar is in hotel Bergzichf te Hellendoorn de oprichtingsvergadering gehouden van de Stichting Vreemdelingenverkeer De Overijsselse Heuvelrug. „De tijd dat de burgers 's avonds na hun werk thuis het werk voor de VVV moesten doen is voorbij", aldus voorzitter W. ten Berge in zijn openingswoord. „Er zijn nu goed uitgeruste kantoren die de toe risten terzijde staan, maar de VVV's dienen een nieuwe weg in te slaan", zo ging hij voort, „die van de nauwere samenwerking". „Na acht jaar gaan wij met de oprichting van de stichting een nieuwe periode tegemoet, die een volslagen verandering in het VVV-wezen teweeg zal brengen, namelijk die van de coördinatie", aldus de voor zitter. Hij wees op het feit dat het toeris me in de Overijsselse heuvelrug de laat ste tien jaar met 55,3 pet was toegeno men tegen 25,3 pet in geheel Overijs sel gedurende die periode. De heuvelrug, aldus spreker, omvat 60.000 ha recreatiegebied en heeft 85.000 inwoners. Als moeilijkste punt noemde hij bij deze oprichtingsvergadering de financiën. Oorspronkelijk werd gewerkt met geld van de plaatselijke VVV's, maar dat is niet voldoende meer. Hij hoopte op een bijdrage van het rijk, maar ook dat zal niet genoeg zijn, „zodat wij naar wegen zullen moeten zoeken om andere finan ciële mogelijkheden te vinden", zei hij. In het bijzonde»- verwelkomde de heer Ten Bergé de vertegenwoordiger van de provinciale VVV en vertegenwoordigers van gemeentebesturen. Zoals wij dezer dagen al hebben be richt gaat het hier om de samenwer king van de VVV's van Dalfsen, Om men, Den Ham, Hellendoorn, Nij verdol Holten en Rijssen. Vlot tempo In een vrij vlot tempo werd de uit cht punten bestaande agenda afgewerkt. Tol leden van het dagelijks bestuur wer den met grote meerderheid van stem men benoemd: voorzitter de heer W. ten Berge, secretaris P. J. M. v. d. Giessen en penningmeester II. Meulenbelt Het dagelijks bestuur bestaat de leden zijn statuair aangewezen uit de heren W. ten Berge (Holten), P. J. M. van der Giessen (Den Ham), G. Kap- pert (Rijssen), H. Meulebelt (Hellcn- doorn-Nijverdal), W. Stad (Ommen) en J. F. C. Stegeman (Dalfsen). De heer C. Luchtigheid, een van de me deoprichters der Stichting, die ruim vijf tig jaar in het VVV-werk zit (hij woont in Rijssen) werd bij acclamatie tot ad viseur van de stichting benoemd. Het voorstel om de huidige VVV-direc- teur van Ommen, de heer B. J. Stulen, voor het jaar 1966 tot part-time-directeur van de Stichting te benoemen ontlok te wat discussie. He dagelijks bestuur achtte de aanstel ling van een dergelijke directeur in dit experimentele tijdperk noodzakelijk. Er - is geen geld om een directeur te benoe men, die zich alleen maar bezig houdt met het werk voor de Stichting. Er was overeenstemming met VVV- Ommen over deze kwestie bereikt. Bo vendien zei de voorzitter te hopen dat de Stichting uit de Rijkssubsidie 5.000,- ontvangt. Nadat nog eens nadrukkelijk was be paald, dat de vergadering met dit voor stel akkoord kon gaan als slechts voor één jaar een verbintenis werd aange gaan, werd het voorstel met algemene stemmen aanvaard. Beraad De heer Stulen tijdens de discus sie bevond hij zich niet in de zaal merkte op dankbaar te zijn voor de benoeming, maar wilde deze even in be raad houden. Hij vond het een moeilijke kwestie om de verbintenis slechts voor een jaar aan te gaan, hoewel hij zei het standpunt van het dagelijks bestuur en dc vergadering te begrijpen. Mr. W. II. Enklaar (Holten) zei de houding van dhr. Stulen bijzonder wei nig elegant te vinden. Hier lag, aldus mr. Enldaar een prachtige kans en bovendien kon de stichting in deze niet verder springen dan de (financiële) stok lang was. Hierop zei de heer Stulen dat hij slechts een waarschuwend woord wilde laten horen, omdat het over zo'n korte periode ging. Hij zei de functie graag te aanvaarden en dankte voor het in hem gestelde vertrouwen. Het concept - werkprogramma kon ge nade vinden in de ogen van de verga dering. Het werd zonder meer aange nomen. Een voorstel van het dagelijks bestuur om een aanvraag te zenden naar het college van b. en w. van Hellendoorn voor kantoorruimte in het centraal ge legen Nijverdal, werd na enige discus sie aanvaard. Aanvankelijk gingen er stemmen uit de vergadering op dat de tijd voor een der gelijk kantoor nog niet rijp is, maar uit eindelijk werd het voorstel toch aange nomen. Het gaat hier om een gesloten kantoor, baliewerk is daar niet nodig, luidde de (mondelinge) toelichting. Goed Kamp Bijn de rondvraag vroeg mr. Enklaar hoe Ket precies zat met een stand op de Haagse tentoonstelling „Goed Kamp". Hij had er iets over in de krant gele zen (zie ons blad van 3 maart j.l.) maar wilde er meer van weten. De heer Stulen vertelde dat de ten toonstelling in Den Haag wordt gehouden van 15 april tot 20 april. Er zijn uit de Overijsselse heuvelrug 80 horecafbedrij- ven, die deelnemen en daarvoor een ze ker bedrag hebben betaald. Daardoor is het mogelijk een speciale folder te laten drukken waarin de namen van die bedrijven voorkomen. Verder ligt het in de bedoeling om de plaatselijke VVV's én de gemeenten om materiaal te vragen teneinde de stand aantrekkelijk aan te kleden. Ook ander informatiemateriaal over de Overijsselse Heuvelrug zal daar aan wezig zijn teneinde de bezoekers in te lichten over de toeristische mogelijkhe den.. Een eenvoudige begroting met als vier posten 4000,- voor het drukken van een folder, 2000,- voor advertenties, 1000,- voor het uitgeven van een gezamenlijke evcnementenlijst en f 1000.- voor porti, administratiekosten e.d. werd aanvaard. Omstreeks kwart voor elf was het laat ste agendapunt behandeld en daarmee was de Stichting Vreemdelingenverkeer Overijsselse Heuvelrug officieel een feit. Over een deel van de Overijsselse Heuvelrug loopt de romantisch mooie toeristenweg tussen Nijver- dal en Holten, een trekpleister voor vele natuur minnende toeris ten.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1966 | | pagina 4