Uit Holtens historie Landbouw- en marktstructuur in EEG-verband Vluchten van jonge duiven Laat fruit geen luxe zijn Scooterduo aangereden eens schudt het leven je wakker Zaterdag 8 augustus 1964 HOLTENS NIEUWSBLAD Ingevolge het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw kun nen naast de traditionele structuurver beteringen in de landbouw ten laste van het fonds acties worden ondernomen, die betrekking hebben op verbetering van de opslag, de bewaring en de han delskanalen. Voor Nederland is het uit algemene middelen subsidiëren van projecten op het gebied van de markt structuur, in tegenstelling tot wat in an dere lidstaten geschiedt, een volkomen nieuwe ontwikkeling. De Nederlandse overheid heeft met het bedrijfsleven aanvankelijk dan ook zeer aarzelen gestaan tegenover deze subsidiëring, die immers tot verstoringen van de concur rentieverhoudingen kan leiden. De mi nister van landbouw is van mening, dat het zeer moeilijk zal zijn een beleid op te bouwen, dat op bevredigende wij ze gestalte geeft aan een verbetering van de marktstructuur in Europees verband. Hij heeft daarvoor de mede werking en deskundigheid van het be drijfsleven ingeroepen. De landbouw, de agrarische handel en de agrarische industrie vormen een nauwe belangengemeenschap. Een goed samenspel is dan ook bijzonder be langrijk en de publiekrechtelijke be drijfsorganisatie biedt daarvoor naast andere bestaande 'samenwerkingsvor men een passend raam. AANMELDINGEN. In het kader van dit Europese Oriën tatie- en Garantiefonds heeft Nederland thans 76 grote werken aangemeld.. De voorziene investeringen van deze projec ten bedragen 180 miljoen gulden. De projecten hebben voor 40 miljoen gul den betrekking op de landbouwstructuur en voor 140 op de marktstructuur. De Nederlandse aanmelding heeft o.m. betrekking op projecten betreffende de agrarische infrastructuur die op grond van hun plaats in het landelijk urgentie schema voor cultuurtechnische werken aan tenuitvoerlegging toe zijn. SALLAND. Tot de projecten behoren o.m. enkele onderdelen van het waterbeheersingspro- ject van het Waterschap Salland, met een totale investering van rond ƒ10 min en o.m. het waterbeheersingsproject Eefsche Beek. Het Europese fonds beschikt voor 1964 over een bedrag van 32 miljoen gulden, te verdelen over de diverse aangesloten landen. Minister Biesheuvel van Landbouw, die deze gegevens in een nota aan de Tweede Kamer heeft verstrekt, omschrijft enkele particuliere projecten niet nader, om de concurrenten van de initiatiefne mers niet in de kaart te spelen. De minister wijst er nog op, dat de De postduivenh.vereen. 'De Bergvlie- gers' nam met 146 jonge duiven deel aan de vlucht vanaf Sittard. Afstand 147 km., lossing 10 uur. Aankomst eerste duif 12.00.46 uur. De uitslag luidde: 1. G. Veldhuis 12.00.46 u; 2. G. Steunenberg 12.02.39 u; 3. C. W. Reeves 12.07.47 u; 4. L. Gazan 12.08.05 u; 5. J. Schoneveld 12.12.02 u; 6. 7, 16, 17 en 22 J. W. Willems; 8, 11, 13, 15 26, 31 en 36 J. Schoneveld; 9 en 20 H. J. Aaftink; 10 W. Aaftink; 12 en 28 G. Steu nenberg; 14, 18, 29 en 30 W. v. d. Pluym; 19, 21 en 23 C. W. Reeves; 24 en 33 G. D. Muller; 25 en 34 H. Wansink; 27 en 35 G. Veldhuis; 32 M. Lodeweges. Prijswinnaar was de heer G. Veldhuis. De stand na 3 vluchten bij de jonge duiven is: 1. J. Schoneveld 311,1 pnt; 2. C. W. Reeves 300,5 pnt; 3. J. W. Willems 298,8 pnt; 4. H. J. Aaftink 291,9 pnt; 5. L. Gazan 276,1 pnt; 6. G. Veldhuis 275,7 pnt; 7. G. Steunenberg 265,6 pnt; 8. W. Aaftink 260,8 pnt; 9. G. D. Muller 260,5 pnt; 10. W. v. d'. Pluym 242,3 pnt; 11 M. Lodeweges 211,3 pnt; 12, H. Wansink 136,4 pnt. subsidies van het fonds niet meer mogen bedragen dan 25 pet van de verrichte in vesteringen, dat de begunstigde zelf voor tenminste 30 pet financieel moet deelne men en dat ook de regering een bijdx-age moet leveren. Fruit is gezond, dat weten we tegen woordig allèmaal wel. Maar het zal nog niet iedereen bekend zijn, dat qua vita mine C-gehalte zwarte bessen verreweg bovenaan staan en nog waardevoller zijn dan de veelgeprezen sinaasappelen en ci troenen. Ook de betrekkelijk weinig ge bruikte en toch zo lekkere kruisbessen zijn vitaminerijk, evenals rode bessen. Frambozen zijn zo heerlijk, dat menigeen denkt, dat ze daarom wel niet veel voe dingswaarde zullen hebben maar hun vitaminegehalte valt best mee. Door toe voeging van suiker gaat het vitaminege halte van fruit niet achteruit. Gewoonlijk zullen we fruit rauw eten het gezondst, het gemakkelijkst, het goedkoopst, het best voor de lijn. Als we eens wat willen maken met fruit kunnen we onderstaande recepten uitvoeren. Ook al staat in sommige recepten een be paalde fruitsoort genoemd, we behoeven ons niet tot die soox-t te beperken: de re cepten kunnen best ook met axidere vruchten gemaakt worden. Bessen-fi-ambozenpudding 250 g ï'ode bessen, 250 g frambozen, 2% dl water, 12 g (8 blaadjes) x'ode gelatine, 75 g (TH eetlepel) suiker (slagroom of vanillesaus). De gelatine 5 minuten in ruim koud water weken. De helft van de frambozen en de bessen op een lepel na met 2 dl wa ter aan de kook brengen. De massa even laten doorkoken en dan door een zeef wrijven. Het verkregen moes even ver wannen en de suiker en van het vuur af de uitgeknepen gelatine erin oplos sen. Het moes koud en enigszins gebon den laten worden en de achtergehouden fx'ambozen voorzichtig erdoor roeren. De massa in een met water omgespoelde vorm overdoen en de pudding stijf laten laten worden. De pudding storten en gar neren met de achtergehouden bessen. Half stijfgeslagen slagroom of vanillesaus erbij geven. Kriüsbessenvla (Gi*onings en Zeeuws nagerecht) Va 1 melk, 30 g (4 eetlepels) bloem, 4 eetlepels suiker, zout, kg kruisbessen, 60 g (6 eetlepels) suikex*, aardappel- meel. De kx'uisbessen wassen en opzetten met een bodempje water. Ze vlug gaarkoken in 10 minuten. De kruisbessen door een zeef wrijven en op smaak maken met suiker. Desgewenst het moes binden met een papje van aax'dappelmeel en water. De bloem aanmengen met een scheut melk. De rest van de melk met wat zout aan de kook brengen. Het bloempapje onder roeren erin schenken en de pap enige minuten zachtjes laten doorkoken. De pap op smaak afmaken met suiker en onder af en toe roeren laten afkoelen. Kersenbowl (voor 4 a 5 grote glazen of coupes) 50 g kei-sen, Va 1 water, 2 (kleine) ci- tx'oenen, stukje pijpkaneel, 75 g (7% eetlepel) suiker, 1 theelepel aardappel meel, Va pakje vanillesuiker. De kersen van de steeltjes ontdoen en wassen. Het water aan de kook brengen met de dun afgesneden schil van 1 ci troen, de pijpkaneel, de suiker en enkele stukgeslagen kersepitten. Het geheel 20 minuten zachtjes laten trekken. Het vocht zeven en binden met een papje van het aardappelmeel met water. De kersen toevoegen, de massa aan de kook brengen en nog 10 minuten heel zachtjes laten trekken. De bowl laten af koelen. De vanillesuiker en naar smaak sap van de geschilde citroen toevoegen. De bowl goed koud opdienen in glazen of coupes. Op iedere pox-tie een (uitgetand) schijfje citroen laten drijven met daarop een kex-s of 3 kleine „puntjes" citroen, uit een plakje gesneden. Vruchtentaart (voor een vorm met een middellijn van 20 cm) Voor liet deeg: 100 g (ruim 1 kopje) bloem, 100 g (ïnxim 1 kopje) zelfrijzend bakmeel, 150 g vrij harde boter of mar garine, 100 g (1 kopje) witte bastex'dsui- ker, zout, ei. Voor de vla: 2 dl melk, 1 eetlepel mai- zena, Va ei, lVa eetlepel suiker; 250 g frambozen, ontpitte kersen of een mengsel van rode en zwarte bessen of enkele perziken, vanillesuiker. Voor het deeg: het zelfrijzend bakmeel, de bloem, de boter of margarine, de bas terdsuiker en wat zout in een kom doen. De boter of margarine met twee messen in kleine stukjes snijden. Het halve ei toe voegen en de bestanddelen vlug tot een soepele bal kneden.. Het deeg een half uurtje laten rusten en dan de bal in de ingevette en met bloem bestoven vorm uitdrukken. De bovenkant gladstrijken en op vele plaatsen met een vork inprikken. Het deeg in een matig warme oven 175° C) gaar en lichtbruin laten worden in 50 a 60 minuten. Het gebak in de vorm laten afkoelen. Voor de vla: de maizena en de suiker met het overgebleven ei een weinig melk tot een glad papje aanmengen. De rest van de melk aan de kook brengen. De ko kende melk onder goed roeren bij het eimengsel gieten. De massa in de pan terugschenken en al roerende langzaam, op een laag vuur, laten binden. De vla van het vuur nemen zodx-a hij kookt en onder af en toe roeren koud laten wor den. De taax't op een schotel leggen en bestrijken met de koude vla. De vruchten (schoonmaken) wassen en laten uitlek ken. Ze zonodig met suiker bestrooien. De taart vrij kort voor het gebruik beleggen met de goed uitgelekte vruchten. Een wei nig vanillesuiker erover strooien. Bessenijs (4 porties) 250 g rode bessen, 1 blaadje (liefst rode) gelatine, 75 g (3/4 kopje) witte bas terdsuiker, desgewtenét 1 dl slagroom. De regelknop van de koelkast tenmin ste een Va uur, vobrdjdt het ijsmengsel in de koelkast wox'dt geplaatst, op de koud ste stand di'aaien. De1 gelatine 5 minu ten in ruim koud Wafer weken. De bessen rissen, wassen en laten uitlekken. Onge veer 1 eetlepel bessen achterhouden. De rest door een zeef wrijven. Het verkregen moes aanvullen met water tot 2 dl. De gelatine uitknijpen en in 1 lepel kokend water oplossen. De opgeloste gelatine en de basterdsuiker door het bessenmoes roe ren. Het mengsel in het ijslaatje over doen, in het vrieslichaam plaatsen en in 2-4 uur onder 1 a 2 maal opkloppen laten bevriezen. Voor het opkloppen de massa, wanneer ze stevig begint te worden in een kom overdoen en luchtig kloppen met een vork of garde. Daarna de massa in het ijslaatje terugdoen en opnieuw laten be vriezen. Door het opkloppen wordt het ijs mooier en smakelijker. Wanneer het ijs bevroren is, de regelknop op de nor male stand draaien en het ijs tenminste Va uur laten „narijpen". Het ijs in glazen of coupes overdoen en desgewenst geven met al dan niet stijfgeslagen slagroom (met suiker) en de achtergehouden bes sen, die met suiker bestrooid koel weg gezet zijn. HET SPOOK IN DE BEDSTEE De oude Welmers Hendriks was een vrijgezel, die met zijn schoonzuster boer de. Perik-HendrikSj. de boerman van het Perikshuis, was vroeger met Janna van de Bessem getrouwd en Welmer was als ongetrouwde bx-oer bij het echtpaar ge bleven, zogenaamd voor de gezelligheid, maar in werkelijkheid omdat naar Wel mers mening het trouwen te schadelijk was. Als je trouwde, kwamen er kinde ren en kinderen kostten veel geld vóór dat je ze groot had. Zijn broer Pei'ik en Janna, die zouden wel kinderen krijgen, maar dat was een misrekening. Na twin tig jaar huwelijksleven ging Perik dood, en Janna besliste dat zij het bedrijf voort wilde zetten met Welmer. Zij vermaakten 't elkaar op 't langste leven. Zij hadden veel grond en veel geld. Zij hadden pachters en waren eigenaar van de Waar- denborg. Welmer was er niet weinig trots op dat hij nu boer was. Maar het gerucht deed de ronde, dat het Pex-ikshuis niet zuiver was. Vooral de mensen, die angst hadden voor spoken, geloofden het grif. De Juffer op het Spijker in de Dijker- hoek had ook wat meegemaakt. Zij was een rijke weduwe en Lappe Gertjan, die in eexx armhuis woonde en het altijd arm had, ging in de nacht op roof uit. Janna Pex-ik had de was buiten hangen. Diene, de meid waarschuwde haar nog, de was binnen te halen, maar Janna besliste dat de was in de nacht helder uityroor. De Lappe zag in de donkere avond de was hangen. Hij 'had een plan en dat moest nu volvoerd worden. Zelf had hij in geen maand verschoning gehad, want hij had maar één hemd. Dus sloop hij naar de haag achter het huis van Welmer en Janna en haalde een mooi helder hemd van de dx-iemaandelijkse was. Zulke rijke stinkex-s zouden daar niets van merken. De Lappe trok het hemd over zijn vod den aan. De volgende morgen was het droog. Die dag werd een lange dag van honger en ontbering. De Periksvrouw ontdekte dat de dientbode gelijk gekre gen had. Van de vijftien manshemden was er één weg. Het was jammer, maar verder deed zij er het zwijgen toe. Wel mer hoefde het niet te weten, die zat aan de haard en rookte de ene pijp na de andex-e. De avond kwam, het begoxi te schemeren en de Lappe schoot het gesto len hemd over zijn kleren. En wandelde op en neer voor het Spijker van de we duwe. De dame was bijziende en zond haar dienstbode naar buiten om te vra gen, wie die man in zijn hemd was. Schoorvoetend ging Berendientje naar buiten en sprak de geest aan. En klage lijk vertelde deze, dat hij daar straks uit de hemel gevallen was en nu in de lucht keek om het gat weer te vindent dan wil de hij terug. Het meisje vertelde aan de Juffer wat er aan de hand was. Zij moest subiet weer terug naar de geest om te vragen hoe het haar man in de hemel ging, die was nu al dertien jaar dood. Nu, de geest verklaarde, dat haar man in de hemel altijd in de hoek moest staan, want haar man was op aarde een rijkaard ge weest en in de hemel viel niets te mazze len. De Juffer-weduwe vond, dat de geest de waarheid wel gesproken kon hebben en daarom gaf zij Bex-endientje een flin ke buidel met geld. Daar was haar man voorlopig mee onder de pannen. De Lap pe verdween in de dikker wordende ne vel. Op datzelfde ogenblik zaten drie man nen bij de haard te px-aten met Welmer. Het was een doox-gestoken kaart, er zou die nacht gespookt worden bij Welmer en Janna. Zwarte Evert en rooie Berend, die opereerden in heel Twente. Zij roof den en stalen en spookten, al naar het in hun kx-aam te pas kwam. Het drieman schap, dat bij Welmer aan het vuur zat ijvex-ig tabak te roken, had de Zwax-te en de Rooie aan het wei'k. Het kwam Janna verdacht voor, dat zij zolang bleven plak ken. Een Holtenaax-, die zichzelf respec teerde, ging om negen uur naar huis. De Rooie en de Zwax-te zouden de helft van de buit krijgen, wanneer zij het geld van Welmer in de wacht sleepten. Zij waren tijdens de px-aatavond door een raam de ongebruikte weefkamer van het huis bin nengedrongen en werkten zich in de gang achter de bedsteden. Zij braken geruis- loos een gat in de muur. Maar onder de verkeerde bedstee. Inplaats van ondei? de bedstee van Welmer zaten zij onder het bed van Janna. Janna en Welmer in specteerden het huis, i-akelden het vuur op en bliezen het patentolie-lampje uit en gingen naar bed. Welmer was op alles voox-bereid. Hij had twee geladen pisto len, een sabel en een geweer voor het grijpen in het bed. Janna ging met een gerust hart naar bed. Om half tien, toen de Rooie en de Zwarte hun slag zouden slaan, gebeurde het. De Rooie schuurde met zijn brede rug langs de onderlagen bij het wanhopig zoeken naar het geld, dat er niet was. Een der onderlagen schoot naar beneden en juist voor het gat, dat zij gemaakt hadden. Maar er ge beurde meer. De ruim tweehonderd pond wegende Janna kwam ook naar beneden met bed en al. Zij kreet: Help!, help!, ik zakke. Welmer frommelde met de tondel doos. De Zwarte snakte naar adem en schreeuwde door het kattengat: als je licht maakt, sterf je! Dat werd Welmer te gortig, hij gooide de voordeur open en riep: Help!, help! Daar kwamen ze aan, de nachtwacht en zijn helper. Zij liepen met Welmer naar binnen en be vrijdden met veel moeite Janna. Die kermde maar tseeds: ik zin kepotL ik zin kermde maar steeds: ik zin kepot!, ik zin kepot! De helper van de nachtwacht haal de het zware vrouwmens naar buiten. Toen zij gilde, dat het in de bedstee niet deugde, nam de hulp van de nachtwacht een duik in het bed. De Zwarte Evert had nog geen kans gezien om te ontsnap pen. De Rooie was hem te glad af ge weest! De Zwarte zat nog steeds zo vast als een muur. Inmiddels waren de buren ontwaakt en Peppel-Dieks, een bonk van een kerel, kwam met de mestgreep. Keexiken, goa an de kaantte!, riep de Peppel. Hij stak met forse stoten door het beddegoed. Het lukte de Zwarte het gat te vinden. Snel verdween hij in het nachtelijk duistex*. De Peppel wilde weten wat er aan de hand was. Hij haalde het beddegoed uit de bedstee en ook het beddestro. Er werd niets gevonden dan een gat in de muur. De Peppel wilde met een de bedstee van Welmer zuiveren. Die nacht werd er gewaakt, maar er gebeur de verder niets. Toen het dag was, deed Welmer de deuren op slot, hij stuurde het dienstvolk naar 'het landt en sloopte zijn schotten onder de bedstee weg. Hij liep er mee naar de waskamer en naar de melkkamer en sleepte ze in een lege paardenkribbe. Des avonds laat groef hij een gi-oot gat onder de vuurkolk. Spoken en dieven moesten al heel glad zijn om onder de brandende haard de met een grote platte steen toegedekte keulse pot te stelen. Toen hij er mee bezig was om twaalf uur, was het spooktijd. De Lappe riep door het gottengat: Laai ik oew neet anbrann'n! Welmer schrok zo dat men hem 's moi-gens vond bij de haardkuil. VAN COEVERDEN. Op de Markeloseweg is woensdagavond omstreeks half tien de 22-jarige Fr. C. uit Holten toen hij met zijn scooter de Pan- nenweg wilde inslaan naar het zomerhuis jesterrein met zijn meisje op de duo, door een hem achteropkomende auto aangere den. De scooterbestuurder liep een niet gecompliceerde beenbreuk op en moest per ambulance naar het St. Geertruiden ziekenhuis in Deventer worden overge bracht. Hij klaagde ook over pijn in de schouders. De duorijdster, mej. V. uit Holten kwam er met wat lichte ontvellin gen .bijzonder goed af. Het ongeluk ge beurde toen de bestuurder van de auto, T. P. C. uit Den Haag, een andex-e auto inhaalde en op de linker weghelft reed. door Leida Graafland Met de ogen wijd open keek ze naar de bezoekster. „Maar mevrouw, waar ziet u mij voor aan? Ik heb hier mijn zaak, die mij geheel bezig houdt. Ik beschik ternau wernood over enige vrije tijdU weet, dat hij nog steeds beschouwd wordt als zijnde bij ons in dienstbetrekking. Vertelt u hem dat en als hij terugkomt als een behoorlijk mens, wil ik zijn verleden ver der vergeten en hem opnieuw aan het werk zetten. Mij dunkt, dat dit concessies zijn, die wel geen bedrijf zal maken..Daar bij in aanmerking nemende, dat hij al ruim een jaar weg is." Mevrouw van Schijndel slaakte een zucht en stopte de zakdoek in haar tas. „Ik merk wel, dat ik me de lange reis naar hier had kunnen besparen. Ik had gehoopt, dat ik met succes een beroep kon doen op uw menselijkheid." Roelie schudde haar hoofd. „Wat denkt u nu eigenlijk van mij? Dat ik een soort magische invloed uitoefen op mannen in het algemeen en op uw broer in het bij zonder? Als u, zijn eigen zuster, niet in staat is om hem te weerhouden naar de bliksem te gaan, waaraan dank ik dan de eer, dat u mij deze capaciteiten wel meent tc kunnen toerekenen?" De bezoekster keek haar strak aan en antwoordde langzaam en nadrukkelijk: „Omdat hij nog steeds van u houdt, me vrouw. Het zijn z'n eigen woorden." „Mevrouw, laat u me alstublieft niet lachen. Moet ik dei-gelijke onzin nog se rieus nemen? Ik ben een weduwe met vijf grote kinderen, bijna veertig jaar oud. Als uw broer dergelijke absurditeiten uit kraamt, weet u, waar hij dan thuishoort? In een ki-ankzinnigengesticht." De ander knikte. „Troost u, mevrouw, het zal niet lang meer duren, of hij zit er. Maar voor ik vertrek, wil ik u nog iets vertellen, dan zal ik u niet langer van uw kostbare tijd beroven. U weet zoveel van zijn verleden, blijkens uw uitlatingen van zoëven. Weet u ook, hoe dit alles komt? Is het u bekend, dat maar ten dele de schuld op hem geschoven moet worden?" Roelie wuifde opnieuw met haar han den. „Ach, mevrouw, dit alles interesseert mij niet het minst. Als uw broer verkiest om naar de bliksem te gaan, dan moet hij dat zelf weten. Erg jammer, maar ik zie werkelijk niet in, wat ik daarmee te ma ken heb. Ik heb heus wel andere dingen aan mijn hoofd, die bclangiijker zijn. Het spijt me De'bezoekster stond op. „Het spijt mij eveneens. Ik had gedacht, dat u anders was. Ik zal u in een brief schrijven, wat ik hier nog graag had willen vertellen. Misschien wilt u dan de moeite nemen om het te lezen. Misschien gaat u dan de hele levensgeschiedenis van mijn broer met andere ogen bezien. Goeden middag, me vrouw." Toen de bezoekster vertrokken was, haalde Roelie haar schouders op, stak een nieuwe sigaret aan en verdiepte zich weer in haar werk. Wat kon het haar tenslotte schelen Hij had toch zeker zijn verdiende loon, dat arrogante ventje? HOOFDSTUK 14 Twee dagen later was er tussen de sta pel post een aangetekend schrijven, af komstig van mevrouw van Schijndel uit Lage Mierde. Ze bekeek de dikke enve loppe even en had neiging hem ongeopend in de prullemand te gooien. Doch iets weerhield haar en na enige aai-zeling legde ze de brief afzonderlijk en begon de stapel door to werken. Na enkele sekon- den was ze de brief uit Lage Mierde al vergeten en de rest van de dag werkte ze in een hoog tempo om alles nog dezelfde dag te kunnen afhandelen. Gelukkig wa ren er weer enkele grote bestellingen van industrieën uit de omgeving en deze gaf ze als eerste door naar de daarvoor be stemde afdeling. Het was reeds ver over zessen, toen ze haar bureau opruimde en dacht: morgen is er weer een dag, dan zullen we wel verder zien. Terwijl ze op het punt stond naar huis tc gaan, viel haar oog op de aangete kende brief uit Lage Mierde, die ze 's mor géns half onder de bureaulamp had ge legd. Besluiteloos bleef ze even staan. Op nieuw voelde ze er veel voor de brief in de papiermand te deponeren, doch ten slotte nam ze hem op en stak hem in de zak van haar mantelpak. Thuisgekomen, zat ze meteen weer in de gezinsnarigheid. Greetje was het dorp al in en probeerde daar uit te vinden, waar Annie was, want die bleek niet, zo als haar moeder het kind bevolen had, rechtstreeks van school naar huis gelo pen te zijn. Integendeel, ze was nog niet eens thuis geweest. Roelie had al lang door, dat de dienstmeisjes doorgaans probeerde er voor te zorgen, dat de meis jes vóór etenstijd thuis waren, om zo doende stx-af van hun moeder te voorko men. Enex-zijds stelde ze dit op prijs, maar ze begreep zeer wel, dat het moederlijk gezag meer invloed uitoefende dan de smeekbeden van de dienstmeisjes. Om half zeven kwam Greetje eindelijk terug en Roelie zag terstond, dat ze gehuild had. „Wat is er aan de hand?" „Mevrouw," begon ze weer te snikken, „Annie is aan'het Benedeneind en ze wil niet met me mee gaan. Ze stookt de jon gens tegen me op en „Stil maar, Greet, ik begrijp het al. Zeg ■tegen Jopie, dat ze maar vast begint met de kinderen. Ik eet straks wel afzonder lijk." Ze liep naar het kleine vertrekje, dat Dolf indertijd als kantoortje had ingericht en waar ook de telefoon stond. In het klooster te Venray had ze nog een oude schoolvriendin. Misschien, dat die er wat op wist. Ze belde het klooster, vroeg naar zuster Antonia en kreeg die spoedig aan de lijn. Met enkele woorden vertelde ze van haar gezinsmoeilijkheden, de drukke zaak en de ongezeggelijkheid van haar oudste dochtei". Na enig heen en weer ge praat kreeg ze toestemming op haar ver- zoek en drie minuten later zat Roelie in haar wagen en reed naar het Beneden eind, waar in een min of meer beruchte nozemcafetaria haar dochter aan het twisten was met een harer vriendjes. Zon der een woord te zeggen opende ze de deur, keek naar haar dochtei', die haar dans terstond staakte en wenkte haar. Gedwee liep het meisje naar buiten. Roe lie opende het portier en Annie stapte in. Onmiddellijk daarna reed Roelie in een snelle vaart het dorp uit. Het kind keek naar de weg en toen naar haar moeder. „Waar gaan we heen? U rijdt ver keerdbegon ze. „Houd je mond," beval Roelie kort en bondig. Ze tx-apte het gaspedaal steeds dieper in en remde af, als het bordje met 50 km in zicht kwam. Maar buiten het laatste dorp trapte ze opnieuw de pedaal naar beneden en de wagen suisde over de brede weg door de Peel. Een klein half uur later stopte ze voor de ingang van het klooster en leverde daar haar dochter af met dc belofte, dat haar kleren en verdere bezittingen de volgende dag gebracht zouden wordeii. De zusters in het algemeen en zuster Antonia in het bijzonder zouden zich wel over de nu wild huilende Annie ontfermen. Thuisgekomen zette ze zich aan de maal tijd, die Jopie voor haar warm gehouden had. Met een paar woorden deelde ze mede, welke maati-egel ze genomen had. „Pak haar spullen in een paar koffers. Moi'genochtend laat ik ze wel door één van de knechten halen. Misschien dat een maandje klooster haar wat tot inkeer brengt." En Jopie dacht in stilte, dat mevrouw daar zeer verstandig aan gedaan had. Met Annie was de laatste tijd immers geen land meer te bezeilen? (Wordt vervolgd).

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1964 | | pagina 2