V K Uit Holtens historie Be tijd ran uit gaan kamt weer aan trouwkostuums gelegenheids- kleding n Jacht op inbreker, die de gezochte niet was Aanbod daalt en vraag stijgt Pul9®® h®^®^de.huid BOEKENNIEUWS V oetbalprogramma M.A.C. „De Holterberg" besprak Overijsselrit FiSmnieuws t verkou PAN! eens schudt het leven je wakker Zaterdag 11 april 1964 HOLTENS NIEUWSBLAD m dat betekent voor U een vraag naar goede kleding. Steeds in voorraad. Een vrouw ziet het direkt, dat zit perfekt! KLED1NGHUIS t CENTRUM Speciaal voor heren en jongens Foezel Jannes krabde zich in het schaarse haar, dat was nu een flater om nooit te vergeven. Kaatje van Heihuizen kreeg in eerste instantie de schuld. Maar Kaatje, die het nu met Helle-Jan voor elkaar had en fiks van de tongriem gesneden was, schold Foezel-Jannes uit voor Snoeverd, en de waardin voor een kwaakdoos. Jannes wilde haar een pak slaag geven. Dat kon in die dagen nog. Maar Kaatje liep huilend de straat op en naar de Halve Maan. Daar ging ze zitten huilen en schelden op Foezel-Jan nes. De schout kreeg medelijden met haar en vroeg: Wat is er, kind? De ogen van Kaatje schoten vonken door de tra nen heen en daarna begon ze afgrijselijk te huilen. Haar Helle-Jan nam haar even mee naar buiten. Daar pakte Kaatje uit, eerst op Foezel-Jannes in de Prins van Oranje. Daarna op de nieuwe sichout. - Wat heeft de schout je dan misdaan? - Hij heeft mij „kind" genoemd en ik ben achi-en-twintig jaar en daarbij in blijde verwachting. - En dat laatste zeg je nu pas?, protesteerde haar Jan. - Ik wist het niet vroeger!, brulde zij. Jan kal meerde haar en ging even met haar mee om de zaken recht te zetten. Nu, die kwamen terech. Nu zij haar Jan bij zich had, durfde zij geweldig. Lobis!, schold zij de kastelein. Slons!, riep zij tot de waardin. Jullie hebben de soep bedorven en niemand anders! - Ik heb er alleen zout bijgedaan!, krijste de waard. - Ik heb de soep gezouten!, kreet Kaatje en sloeg met haar vuistje op tafel. De waar din herinnerde zich dat zij ook de soep gezouten had en viel toen van haar stokje. Toen schrok Kaatje hevig, want nog geen tien seconden geleden had zij de waardin toegevoegd: jij kunt voor mijn part doodvallen! De waard hief de handen ten hemel. Maar Helle-Jan, kwiek en handig, vroeg om water en bette de waardin een ogenblik met koud water. De kasteleinse van de Halve Maan kwam de deur binnen. Schort er wat aan?, vroeg ze. - Beee!. riep de bijkomende waardin. Helle-Jan keek vol triomf het gezelschap rond. Kaatje, kom mee!, riep de vrouw van de Halve Maan. - Mijn huis uit, sloerie!, brulde Foezel-Jannes tegen zijn concurrente. Maar Kaatje ging al. - Je krijgt geen loon!, dreigde Foezel- Jannes haar en meteen ging Kaatje met de vrouw van de Halve Maan weg. - Jij er ook uit!, brulde Jannes tegen Helle- Jan, anders schop ik je er uit. Meteen deed hij een trap naar Helle-Jan. Maar Jan had leren vechten voor zijn bestaan en gaf Jannes een mep, zodat deze tegen de klinktafel vloog en de tafel omver. Oegoed, oegoed!, riep de waardin. - Moet je nog meer. hebben?, vroeg Helle-Jan. - Nee!, bleerde Jannes, ik ben kapot! Maar je zult er meer van horen. Binnen twee dagen ben je bode af en ga je de kast in. Begrepen? - Ik hoop dat ze je ophangen, kreet de nu volkomen bijge komen waardin. Toen hield alles op. Want koning August van Hannover had laten stoppen voor de Prins van Oranje en Helle-Jan constateerde tot zijn gerust stelling, dat Foezel-Jannes nietd man keerde. Helle-Jan maakte dat hij weg kwam en de waardin liep naar de kos tersvrouw, die zij vóór Kaatje in dienst had gehad en die ook goed kon koken, maar teveel met de gasten opsloeg. Dat gaf geen pas, meende de waardin van de Prins van Oranje. Het kwam goed uit, dat het aangekomen gezelschap goede dorst had, want het bier in de Prins van Oranje was ongeëvenaard. Foezel-Jannes kreeg het altijd uit Deventer. Van de bierbrouwer had hij ook de hypotheek op z-n huis, daardoor was het mogelijk, dat de Prins van Oranje er zo appetijte lijk uitzag. Lang geleden had er de Ko ning van Spanje op het uithangbord ge staan, maar dat herinerde zich bijna nie mand meer. Jannes was zeer tevreden met het koninklijk bezoek en dank zij de kookkunst van de kostèrsvrouw was al les vlot verlopen. In de Halve Maan verliep ook alles vlot. Alles wat in Holten naam had was in de Halve Maan ter begroeting van de nieuwe schout aanwezig. Broekgraads vedelde tot hij niet meer kon. Marke richter en de boerrichter en de dorps mannen en de predikant wensten de nieu we schout veel geluk en voorspoed in Holten toe. De nieuwe schout hield een toespraak, waarin hij de attente marke bode zeer prees. Juist toen hij daarmee bezig was, kwam Foezel-Jannes binnen om een klacht in te dienen tegen Helle- Jan. De schout verklaarde dat men in Holten in het vervolg weinig verschil van mening moest hebben. Men moest samen in vrede en vriendschap leven en een streep halen door het verleden. - En de zoute soep!, verklaarde een der De venter heren lachend. Jannes liep rood aan en riepDe smakkerd heeft mij over de tafel geslagen. - Waar is de smak kerd?, vroeg de schout. - Dat is- Helle- Jan, de bode!, riep de kastelein van de Prins van Oranje. - Vandaag over vier weken wordt uw zaak berecht!, riep de schout. Kom in ons midden, beste man! - Ik had nog liever dat de zon andersom opging!, kreet Jannes en spuwde ver achtelijk op de grond. Het feest was voorbij en men ging de volgende dagen over tot de gewone dingen van de dag. Helle-Jan kreeg loonsverhoging, hij kreeg er een stuiver per dag bij. Hij kreeg een hoed, waaraan men hem kennen kon en een koperen plaat op de borst. DE TROUWDAG VAN HELLE-JAN EN KAATJE Er was haast bij het huwelijk van de bode en zijn vi'ouw. Een groot deel van het volk van Holten was van mening, dat zij zich beiden schamen moesten op hun leeftijd. Voor hun huwelijk beleden zij eerst schuld. De nieuwe schout was van mening dat zoiets menselijk was. De openbare mening veranderde als 'n blad aan een boom, toen Kaatje van Heihuizen een flinke erfenis kreeg. Kaatje was bij haar tante Fenna zeer gezien en zij mocht Helle-Jan ook. Daarom had zij haar flin ke boerderij met twee wönnersplaatsen vermaakt aan haar nichtje, maar zij had er bij bedongen dat het eerste meisje, dat uit het huwelijk geboren zou worden, •Fenne zou heten. Nu, een Fenneken kwam er. Notaris Janvier kwam zich per soonlijk overtuigen dat het een meisje was en dat zij Fenneken heette. Toen dat gebeurd was moest Helle-Jan als mom ber zijner vrouw een stuk tekenen en meteen waren zij eigenaar of eigenaresse van het grote Woold-erve. VAN COEVERDEN. Woensdag heeft de rijkspolitie, geas sisteerd door een speurhond, enkele jacht opzieners en geholpen door een aantal burgers een uitgebreide klopjacht gehou den op een inbreker, die naderhand bleek de gezochte inbreker niet te zijn. Vorige week heeft iemand zich toegang verschaft en geslapen in de villa van wij len mr. Vixseboxse op de Holterberg, die momenteel onbewoond is. Woensdag om pl.m. 11 uur werd iemand waargenomen, die zich daar op verdachte wijze ophield. Toen achtervolging geen direct resultaat opleverde werd door de districtscomman dant van de rijkspolitie te Almelo een speciale groep ingeschakeld, die juist een oefening had te Rijssen en die terstond een uitgebreide drijfjacht organiseerde, waarbij de hiervoren genoemde hulp werd geboden. Na ruim drie uur speuren werd in de buurtschap Look nabij de spoorlijn de 30- jarige H.M.B. uit Delden aangehouden, die men echter niets ten laste kon leggen, omdat hij pas uit het huis van bewaring was ontslagen. Hij werd na verhoor dan ook weer op vrije voeten gesteld. De po litie had een ander op 't oog. De geregistreerde arbeidsreserve aan mannen daalde in de afgelopen maand bij het gewestelijk arbeidsbureau Deventer met 27 (192165), waarvan 16 in de bouwnijverheid (3115). Het aanbod van 15 in de bouwsector is verdeeld over 8 beroepen. Aangenomen kan worden, dat de bouwactiviteit vrijwel tot volle ont plooiing is gekomen. Door plaatsing van enkele constructieschilders daalde 't aan bod in de bedrijfsklasse metaal. Het aan bod per ultimo maart 1963 (222) was wel belangrijk hoger dan nu, doch dit was toen het gevolg van de langer aanhouden de winter, waardoor de bouw later op gang kwam. De openstaande vraag ver toont in de afgelopen maand evenals in 1963 een geringe verhoging (539517) en ligt wat hoger dan per ultimo maart 1963 (517—485). Ongeveer 35 van de open staande aanvragen is geregistreerd in de metaalsector. In de bedrijfsklasse voe- dings- en genotmiddelen is dit percentage rond 20 Het is te verwachten, dat de vraag naar arbeidskrachten in de komen de maanden zal toenemen. Van de totale openstaande vraag heeft ruim 65 be trekking op jeugdig personeel. VROUWEN. De geregistreerde arbeidsreserve be draagt momenteel 35, tegen 26 per eind februari 1964. In 1963 bedroegen deze ge tallen resp. 40 en 48. De openstaande aanvragen ondergingen in de afgelopen maand geen wijziging (408409), doch ligt wat hoger dan in '63 (378—374). Ruim 50 van de vraag gaat uit naar jeugdige krachten. Het gespecificeerd overzicht van de ge registreerde arbeidsreserve aan mannen over maart ziet er als volgt uit: Deventer 121 (vorig jaar 152), Bathmen 3 (3), Diepenveen 8 (9), Holten 5 (12), Olst 7 (7), Raalte 21 (42). Per duizend mannelijke afhankelijke personen van de beroepsbevolking (loon- trekkenden) was dit aantal: Deventer 8 (11), Bathmen 9 (9), Diepenveen 5 (6), Holten 6 (15), Olst 4 (2), Raalte 9 (18), van het gewest 8 (11), van de provincie 11 (16), van het rijk 10 (13). I fra» .cmp-ttBloos zuiver Binnenkort verschijnt bij de Uitgeverij De Arbeiderspers een boek, waarin vier romans van vier bekende auteurs over vier vrouwenlevens orider de titel 'Doch ters van Eva' zijn bijeengebracht. De titel van dit klaverblad van romans is op twee manieren toepasselijk. Dochters van Eva zijn de hoofdpersonen en doch ters van Eva zullen ook het grootste deel van het lezerspubliek vormen. Van vier bekende auteurs werd het werk gekozen dat, zonder ook maar enigszins 'zoet' of 'lief' te zijn, een thema heeft dat speciaal de vrouw na aan het hart licht. 'Dochters van Eva is de verzameltitel voor vier be roemde romans van vier bekende auteurs die onderling sterk verschillen door per soonlijkheid, stijl en aanpak, maar die dit gemeen hebben, dat zij alle vier pakkend, zonder zoet gekweel, schrijven over the ma's, die vooral de vrouwen aanspreken. De vier romans zijn „Alleen maar Pe ter" van de bekende schrijfster Willy Cor- sary, „De Minnaar" van de Engelse au teur H. E. Bates, „Kinderzaal" van de Ne derlandse schrijfster Anke Servaes en „Zij danste maar één zomer" van de Zweed Per Olof Ekström. Dit leesgenot van 552 pagina's kost slechts '7,90. Wij kregen het toegezon den het is een prachtig boek, dat in de boekhandel verkrijgbaar zal zijn. Zaterdag: Holten cHaarlese Boys c 2.— Holten bSVVN b 3.10 Holten aDES a 4.45 Zondag: Holten 1KSCV 1 2.30 Holten 4Haarlese Boys 5 12.— De Overijsselrit 1964, het motorevene ment van de afdeling Overijssel der K.N.M.V., wierp haar schaduwen reeds vooruit in de woensdagavond in het club lokaal, café Vruggink. gehouden jaarver gadering van de Motorclub „De Holter berg". Voor deze betrouwbaarheidsrit, welke gehouden wordt op zaterdag, 23 mei a.s. en elk jaar de belangstelling heeft van de beste motorcraeks van Ne derland, moesten reeds de voorbereidende maatregelen getroffen worden wil men weer tot een goede organisatie komen. Zij wordt verzorgd door de motorclubs uit de gehele omgeving. Deze jaarvergadering, die overigens slechts matig bezocht was, werd voorge zeten door de heer H. W. Goorman. die over de slechte opkomst zijn teleurstelling uitsprak. Blijkens een mededeling van de afd. Overijssel zal aan de provinciale clubrit- ten, die oorspronkelijk slechts open ston den voor motoren en scooters nu ook een autoklasse toegevoegd worden. Verder werd de aandacht gevestigd op de Delta-Hollandrit op 12, 13 en 14 juni en op de op 6 juni a.s. te houden Barti- meüs-sterrit vanuit Eefde. Blijkens het jaarverslag van de secre taris, de heer G. J. Bouwhuis, vertoonde het verenigingsjaar 1963/1964 geen grote activiteiten. Er werden maar twee oriën- teringsritten uigeschreven, waaraan ech ter resp. 93 en 97 motorsportliefhebbers deelnemen. De Overijsselrit 1963 telde 66 deelnemers. De club telde aan het einde van het jaar 64 leden. Blijkens het financieel verslag van de penningmeester, de heer Joh. Arfman, die wat later ter vergadering kwam, bedroe gen de inkomsten 747,91 en de uitgaven 514,96, zodat er een batig saldo was van ƒ232,95. De club beschikt nog over een vrij aardige reserve. Hem werd dank ge bracht voor zijn beheer. Tot leden der kascommissie werden aangewezen de heren G. Vruggink en W. Beijers. Bij de bestuursverkiezing werd in de plaats van de heer H. J. Stukker, die zich niet herkiesbaar stelde, gekozen de heer G. M. Bannink, Dijkerhoek 4. De heer G. J Bouwhuis, die aanvankelijk het secreta riaat wilde neerleggen verklaarde zich, bij nadere bespreking, bereid voorlopig nog een jaar aan te blijven. Op de sportkalender, die daarna werd samengesteld werden, behalve de Over ijsselrit 1964, geplaatst: oriënteringsritten op 14 juni en 2 augusus en een puzzel- gezelligheidsrit op zaterdag, 25 juli a.s. binnen de gemeente. Voor het uitzeten en aanvragen van deze ritten, die veel arbeid vergen, werden verschillende personen aangewezen. In gebouw „Irene" draait deze week zondagavond de zeldzaam spannende western getiteld: „Grenspiraten". Een om vervalste en ouderwets spannende cow boy-film met in de hoofdrol de populaire acteur Randolph Scott. Een film waarin de spanning geen mo ment verslapt en waarin de toeschouwer deelgenoot wordt in een avontuur, dat zich afspeelt in de uitgestrekte en onge repte prairiën van het wilde westen. Adembenemende gevechten en sensatio nele achtervolgingen te paard zijn in deze rolprent schering en inslag. „Grenspira ten" is daarom een film, waarin de jeugd ongekend zal meeleven. Vermelding verdient voorts het prach tige en bijzonder goed verzorgde bijpro gramma, dat het geheel completeert. door Leida Graafland Roelie had alles van te voren tot in de puntjes uitgedacht. Maandagmiddag moest Dolf voor één etmaal zijn vakan tie onderbreken voor een belangrijke bespreking in Den Haag. Van Oister- wijk naar huis was met de wagen een kwestie van een klein uurtje. Jopie, het tweede meisje, dat meeging naar Ois- terwijk, kon wel op de kinderen passen. Bovendien zouden de kleintjes dan toch al in bed liggen. Nadat Roelie de laatste instructies ge geven had en Dolf betoogde, dat Tom wel een extra oogje in het zeil zou hou den tijdens hun afwezigheid, vertrok men met twee wagens, nagewuifd door de drie meisjes. Maandag reed Dolf Burger tegen de middag met zijn Chrysler naar Den Haag. Roelie vermaakte zich met de kinderen tot etenstijd en hielp daarna met Jopie de kleintjes naar bed. Alleen de negen-jarige Jan was het toegestaan nog een uurtje langer op te blijven. Overigens, die vond zelf zijn weg wel. Om negen uur verklaarde Roelie, dat ze nog een eindje ging toeren, verzocht Jopie er op toe te zien, dat Jan uiterlijk half tien naar bed ging en reed naar de grote weg. Het was reeds donker en vrij stil in het dorp, toen ze er arri veerde. Ze zette de wagen bij het kan toor, vergewiste er zich van, dat Torn daar niet was en wandelde toen rustig naar huis. Maar alles was daar donker, ook de keuken. Voorzichtig ontsloot ze de voordeur en schopte in de vestibule haar schoenen uit. Ze luisterde even, doch alles bleef stil. Zo zacht als ze kon, liep ze naar de keuken, die geheel verlaten scheen. Waarna ze even omzichtig de beide trappen beklom, die voerden naar de kamers der meisjes. Bij de kamer van Lenie bleef ze staan en luisterde. Ze hoorde gegrinnik en an dere geluiden, die ze om bepaalde re denen herkende. Daar ze van alle sleutels duplikaten bezat, wachtte ze nog een ogenblik, drukte de deurkruk neer, doch de deur was natuurlijk op slot. Snel stak ze de sleutel er in, drukte opnieuw neer, opende de deur en stak meteen het licht op- Wat ze zag beantwoordde precies aan haar verwachtingen. Er was geen enkel gevoel van triomf in haar, zo was even min zenuwachtig of geschrokken. Ze stond daar, één pas in het vertrek, als een beledigde koningin te kijken naai de twee mensen, die met hevig ver schrikte gezichten, het laken hoog opge trokken tot hun kin, naar de onver wacht binnengekomen bezoekster ke ken. Roelie deed nog een paar passen ver der en trok met één ruk het laken weg. Eén ogenblik keek ze nog en draaide zich om. Terwijl ze naar de deur liep, sprak ze op ijzige toon: „Ik verwacht jullie over tien minuten beneden in de kleine salon." Daarna verdween ze, statig en zelf bewust de trappen afdalend, zonder enige voldoening over hetgeen ze gezien had. Alleen maar hevig beledigd, dat men dit haar aangedaan had in haar eigen huis. Daarginds, in het bos bij het Wilhelminakanaal, dat was nog daar aan toe, maar hier. misbruik ma kende van de afwezigheid van de fami lie. Dit was meer dan ergerlijk. HOOFDSTUK 6 In de kleine salon stak ze één lamp aan en zocht naar haar sigaretten. Na tuurlijk in de wagen laten liggen. Nu ja, dan rookte ze maar niet. Een klein kwartiertje later kwam het tweetal beneden en bleef bij de deur van het vertrek staan. Ze wenkte het tweetal naderbij te komen en zei toen: ,.Ik ga geen sermoen houden over mis bruik van vertrouwen en dergelijke, omdat ik bij voorbaat weet, dat het aan jullie niet besteed is." Ze wendde zich tot het meisje: „Pak je spullen in en verdwijn. Morgenochtend kun je op het kantoor je geld halen. Ik geef je een half uur, daarna moet je vertrekken zijn." Het meisje boog haar hoofd en verliet zwijgend het vertrek. Toen wendde Roe lie zich tot de man die, zo zelfbewust als hij anders altijd was, met zichzelf geen houding wist. „Ga zitten, meneer Talingen, u begrijpt, dat wij ook nog niet van elkaar af zijn." Automatisch zakte de man neer en ge leidelijk aan kreeg hij zijn zelfbeheer sing terug. „Dit gaat u natuurlijk aan meneer vertellen", was zijn veronder stelling. „Wat ik doe of niet doe, is mijn zaak," antwoordde ze op kalme, doch koude toon. „Om te beginnen betaalt u Lena morgen een maand salaris uit. Dat is één. Verder zorgt u er voor, dat ze bin nen drie dagen uit het dorp verdwenen is. Voorgoed. Hoe u dat in orde maakt, interesseert mij niet. Ik wens haar, in dit dorp althans, nimmermeer te ont moeten. Is dat goed begrepen?" „Daar zal ik voor zorgdragen, me vrouw. En verder?" Ze leunde, zich ten volle bewust van haar macht op dit ogenblik, achterover in de stoel en keek de man geringschat tend aan. „Verder gaat u morgen weer aan uw werk, alsof er niets gebeurd is. U zult er zelf voldoende belang bij heb ben, dat over deze historie niets bekend wordt. Onnodig te zeggen, dat uw be zoeken aan dit huis voortaan beperkt zullen blijven tot de allernoodzakelijk ste." „Ook daarop kunt u rekenen. En ver der?" „Dit is alles, meneer Talingen. De op dracht van mijn man aan u, een extra oogje in het zeil te houden, hebt u be hoorlijk opgevat. Of beter gezegd: on behoorlijk. Ik heb u nooit vertrouwd, ondanks alle lof, die mijn man de laat ste jaren over uw zelfverzekerde hoofd heeft uitgestort. Dat ik het aan het goede eind had, vertelt u meneer van daag of morgen maar, wat u hier gezien hebt. Per slot van rekening was het enige onbetamelijke, dat ik misbruik maakte van de gelegenheid, hier in huis dus. Dat verschaft u thans het wapen, waarnaar u al die jaren zocht. Ik had mijn ogen ook niet in de zak, mevrouw en ik voelde precies aan, hoe uw gevoe lens ten opzichte van mij warén. Ik heb evenwel altijd geprobeerd u te hoog achten en nimmer ook maar de gering ste aanleiding tot kritiek gegeven. In de hoop, 'at u me tenslotte met andere ogen zou aanzien." „Dan moet ik u in dit opzicht teleur stellen, meneer Talingen, omdat u hier in niet geslaagd bent. Dat ik met recht u niet vertrouwde, bewijst deze avond." Hij haalde zijn schouders op. U dra matiseert het gebeurde. Wat betekent per slot van rekening een vrijerijtje? Toevallig was u in staat ons hier te be trappen. Wanneer wij ons bijvoorbeeld ergens anders hadden bevonden. „Bijvoorbeeld in het bos nabij het Wilhelminakanaal," sneerde ze min achtend. Talingen keek verrast op. ,.U bent zeer goed ingelicht, merk ik. Vandaar uw onverwachte komst vanavond van uit uw vakantieverblijfplaats. Gebruik makende van het feit, dat meneer een bespreking had vandaag op het Departe ment van Sociale Zaken, in Den Haag." Plotseling lichtte er iets in zijn ogen op en met een glimlach om zijn mond vervolgde hij: „Hoe zal meneer het op vatten, als hij te weten komt, dat u de hele tocht van Oisterwijk hierheen ge maakt hebt om in de avond, nadat u Lena weggezonden hebt, een tête a tête met mij te hébben in deze kleine ka mer?" (Wordt vervolgd).

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1964 | | pagina 2