V
K
Uit Holtens historie
Be tijd ran uit
gaan kamt weer
aan
trouwkostuums
gelegenheids-
kleding
n
Jacht op inbreker, die de
gezochte niet was
Aanbod daalt en vraag stijgt
Pul9®® h®^®^de.huid
BOEKENNIEUWS
V oetbalprogramma
M.A.C. „De Holterberg"
besprak Overijsselrit
FiSmnieuws
t verkou
PAN!
eens schudt het leven
je wakker
Zaterdag 11 april 1964
HOLTENS NIEUWSBLAD
m
dat betekent voor
U een vraag naar goede
kleding.
Steeds in voorraad.
Een vrouw ziet het direkt,
dat zit perfekt!
KLED1NGHUIS
t CENTRUM
Speciaal voor heren en jongens
Foezel Jannes krabde zich in het
schaarse haar, dat was nu een flater om
nooit te vergeven. Kaatje van Heihuizen
kreeg in eerste instantie de schuld.
Maar Kaatje, die het nu met Helle-Jan
voor elkaar had en fiks van de tongriem
gesneden was, schold Foezel-Jannes uit
voor Snoeverd, en de waardin voor een
kwaakdoos. Jannes wilde haar een pak
slaag geven. Dat kon in die dagen nog.
Maar Kaatje liep huilend de straat op
en naar de Halve Maan. Daar ging ze
zitten huilen en schelden op Foezel-Jan
nes. De schout kreeg medelijden met
haar en vroeg: Wat is er, kind? De ogen
van Kaatje schoten vonken door de tra
nen heen en daarna begon ze afgrijselijk
te huilen. Haar Helle-Jan nam haar even
mee naar buiten. Daar pakte Kaatje uit,
eerst op Foezel-Jannes in de Prins van
Oranje. Daarna op de nieuwe sichout.
- Wat heeft de schout je dan misdaan? -
Hij heeft mij „kind" genoemd en ik ben
achi-en-twintig jaar en daarbij in blijde
verwachting. - En dat laatste zeg je nu
pas?, protesteerde haar Jan. - Ik wist
het niet vroeger!, brulde zij. Jan kal
meerde haar en ging even met haar mee
om de zaken recht te zetten. Nu, die
kwamen terech. Nu zij haar Jan bij zich
had, durfde zij geweldig. Lobis!, schold
zij de kastelein. Slons!, riep zij tot de
waardin. Jullie hebben de soep bedorven
en niemand anders! - Ik heb er alleen
zout bijgedaan!, krijste de waard. - Ik
heb de soep gezouten!, kreet Kaatje en
sloeg met haar vuistje op tafel. De waar
din herinnerde zich dat zij ook de soep
gezouten had en viel toen van haar
stokje. Toen schrok Kaatje hevig, want
nog geen tien seconden geleden had zij
de waardin toegevoegd: jij kunt voor
mijn part doodvallen! De waard hief de
handen ten hemel. Maar Helle-Jan, kwiek
en handig, vroeg om water en bette de
waardin een ogenblik met koud water.
De kasteleinse van de Halve Maan kwam
de deur binnen. Schort er wat aan?,
vroeg ze. - Beee!. riep de bijkomende
waardin. Helle-Jan keek vol triomf het
gezelschap rond. Kaatje, kom mee!, riep
de vrouw van de Halve Maan. - Mijn
huis uit, sloerie!, brulde Foezel-Jannes
tegen zijn concurrente. Maar Kaatje ging
al. - Je krijgt geen loon!, dreigde Foezel-
Jannes haar en meteen ging Kaatje met
de vrouw van de Halve Maan weg. - Jij
er ook uit!, brulde Jannes tegen Helle-
Jan, anders schop ik je er uit. Meteen
deed hij een trap naar Helle-Jan. Maar
Jan had leren vechten voor zijn bestaan
en gaf Jannes een mep, zodat deze tegen
de klinktafel vloog en de tafel omver.
Oegoed, oegoed!, riep de waardin. - Moet
je nog meer. hebben?, vroeg Helle-Jan.
- Nee!, bleerde Jannes, ik ben kapot!
Maar je zult er meer van horen. Binnen
twee dagen ben je bode af en ga je
de kast in. Begrepen? - Ik hoop dat ze je
ophangen, kreet de nu volkomen bijge
komen waardin. Toen hield alles op.
Want koning August van Hannover had
laten stoppen voor de Prins van Oranje
en Helle-Jan constateerde tot zijn gerust
stelling, dat Foezel-Jannes nietd man
keerde. Helle-Jan maakte dat hij weg
kwam en de waardin liep naar de kos
tersvrouw, die zij vóór Kaatje in dienst
had gehad en die ook goed kon koken,
maar teveel met de gasten opsloeg. Dat
gaf geen pas, meende de waardin van
de Prins van Oranje. Het kwam goed
uit, dat het aangekomen gezelschap goede
dorst had, want het bier in de Prins van
Oranje was ongeëvenaard. Foezel-Jannes
kreeg het altijd uit Deventer. Van de
bierbrouwer had hij ook de hypotheek
op z-n huis, daardoor was het mogelijk,
dat de Prins van Oranje er zo appetijte
lijk uitzag. Lang geleden had er de Ko
ning van Spanje op het uithangbord ge
staan, maar dat herinerde zich bijna nie
mand meer. Jannes was zeer tevreden
met het koninklijk bezoek en dank zij de
kookkunst van de kostèrsvrouw was al
les vlot verlopen.
In de Halve Maan verliep ook alles
vlot. Alles wat in Holten naam had was
in de Halve Maan ter begroeting van de
nieuwe schout aanwezig. Broekgraads
vedelde tot hij niet meer kon. Marke
richter en de boerrichter en de dorps
mannen en de predikant wensten de nieu
we schout veel geluk en voorspoed in
Holten toe. De nieuwe schout hield een
toespraak, waarin hij de attente marke
bode zeer prees. Juist toen hij daarmee
bezig was, kwam Foezel-Jannes binnen
om een klacht in te dienen tegen Helle-
Jan. De schout verklaarde dat men in
Holten in het vervolg weinig verschil
van mening moest hebben. Men moest
samen in vrede en vriendschap leven en
een streep halen door het verleden. - En
de zoute soep!, verklaarde een der De
venter heren lachend. Jannes liep rood
aan en riepDe smakkerd heeft mij over
de tafel geslagen. - Waar is de smak
kerd?, vroeg de schout. - Dat is- Helle-
Jan, de bode!, riep de kastelein van de
Prins van Oranje. - Vandaag over vier
weken wordt uw zaak berecht!, riep de
schout. Kom in ons midden, beste man!
- Ik had nog liever dat de zon andersom
opging!, kreet Jannes en spuwde ver
achtelijk op de grond.
Het feest was voorbij en men ging
de volgende dagen over tot de gewone
dingen van de dag. Helle-Jan kreeg
loonsverhoging, hij kreeg er een stuiver
per dag bij. Hij kreeg een hoed, waaraan
men hem kennen kon en een koperen
plaat op de borst.
DE TROUWDAG VAN HELLE-JAN
EN KAATJE
Er was haast bij het huwelijk van de
bode en zijn vi'ouw. Een groot deel van
het volk van Holten was van mening,
dat zij zich beiden schamen moesten op
hun leeftijd. Voor hun huwelijk beleden
zij eerst schuld. De nieuwe schout was
van mening dat zoiets menselijk was. De
openbare mening veranderde als 'n blad
aan een boom, toen Kaatje van Heihuizen
een flinke erfenis kreeg. Kaatje was bij
haar tante Fenna zeer gezien en zij mocht
Helle-Jan ook. Daarom had zij haar flin
ke boerderij met twee wönnersplaatsen
vermaakt aan haar nichtje, maar zij had
er bij bedongen dat het eerste meisje, dat
uit het huwelijk geboren zou worden,
•Fenne zou heten. Nu, een Fenneken
kwam er. Notaris Janvier kwam zich per
soonlijk overtuigen dat het een meisje
was en dat zij Fenneken heette. Toen dat
gebeurd was moest Helle-Jan als mom
ber zijner vrouw een stuk tekenen en
meteen waren zij eigenaar of eigenaresse
van het grote Woold-erve.
VAN COEVERDEN.
Woensdag heeft de rijkspolitie, geas
sisteerd door een speurhond, enkele jacht
opzieners en geholpen door een aantal
burgers een uitgebreide klopjacht gehou
den op een inbreker, die naderhand bleek
de gezochte inbreker niet te zijn.
Vorige week heeft iemand zich toegang
verschaft en geslapen in de villa van wij
len mr. Vixseboxse op de Holterberg, die
momenteel onbewoond is. Woensdag om
pl.m. 11 uur werd iemand waargenomen,
die zich daar op verdachte wijze ophield.
Toen achtervolging geen direct resultaat
opleverde werd door de districtscomman
dant van de rijkspolitie te Almelo een
speciale groep ingeschakeld, die juist een
oefening had te Rijssen en die terstond
een uitgebreide drijfjacht organiseerde,
waarbij de hiervoren genoemde hulp werd
geboden.
Na ruim drie uur speuren werd in de
buurtschap Look nabij de spoorlijn de 30-
jarige H.M.B. uit Delden aangehouden,
die men echter niets ten laste kon leggen,
omdat hij pas uit het huis van bewaring
was ontslagen. Hij werd na verhoor dan
ook weer op vrije voeten gesteld. De po
litie had een ander op 't oog.
De geregistreerde arbeidsreserve aan
mannen daalde in de afgelopen maand bij
het gewestelijk arbeidsbureau Deventer
met 27 (192165), waarvan 16 in de
bouwnijverheid (3115). Het aanbod van
15 in de bouwsector is verdeeld over 8
beroepen. Aangenomen kan worden, dat
de bouwactiviteit vrijwel tot volle ont
plooiing is gekomen. Door plaatsing van
enkele constructieschilders daalde 't aan
bod in de bedrijfsklasse metaal. Het aan
bod per ultimo maart 1963 (222) was wel
belangrijk hoger dan nu, doch dit was
toen het gevolg van de langer aanhouden
de winter, waardoor de bouw later op
gang kwam. De openstaande vraag ver
toont in de afgelopen maand evenals in
1963 een geringe verhoging (539517) en
ligt wat hoger dan per ultimo maart 1963
(517—485). Ongeveer 35 van de open
staande aanvragen is geregistreerd in de
metaalsector. In de bedrijfsklasse voe-
dings- en genotmiddelen is dit percentage
rond 20 Het is te verwachten, dat de
vraag naar arbeidskrachten in de komen
de maanden zal toenemen. Van de totale
openstaande vraag heeft ruim 65 be
trekking op jeugdig personeel.
VROUWEN.
De geregistreerde arbeidsreserve be
draagt momenteel 35, tegen 26 per eind
februari 1964. In 1963 bedroegen deze ge
tallen resp. 40 en 48.
De openstaande aanvragen ondergingen
in de afgelopen maand geen wijziging
(408409), doch ligt wat hoger dan in '63
(378—374). Ruim 50 van de vraag gaat
uit naar jeugdige krachten.
Het gespecificeerd overzicht van de ge
registreerde arbeidsreserve aan mannen
over maart ziet er als volgt uit:
Deventer 121 (vorig jaar 152), Bathmen
3 (3), Diepenveen 8 (9), Holten 5 (12),
Olst 7 (7), Raalte 21 (42).
Per duizend mannelijke afhankelijke
personen van de beroepsbevolking (loon-
trekkenden) was dit aantal: Deventer 8
(11), Bathmen 9 (9), Diepenveen 5 (6),
Holten 6 (15), Olst 4 (2), Raalte 9 (18),
van het gewest 8 (11), van de provincie
11 (16), van het rijk 10 (13).
I fra» .cmp-ttBloos zuiver
Binnenkort verschijnt bij de Uitgeverij
De Arbeiderspers een boek, waarin vier
romans van vier bekende auteurs over
vier vrouwenlevens orider de titel 'Doch
ters van Eva' zijn bijeengebracht.
De titel van dit klaverblad van romans
is op twee manieren toepasselijk. Dochters
van Eva zijn de hoofdpersonen en doch
ters van Eva zullen ook het grootste deel
van het lezerspubliek vormen. Van vier
bekende auteurs werd het werk gekozen
dat, zonder ook maar enigszins 'zoet' of
'lief' te zijn, een thema heeft dat speciaal
de vrouw na aan het hart licht. 'Dochters
van Eva is de verzameltitel voor vier be
roemde romans van vier bekende auteurs
die onderling sterk verschillen door per
soonlijkheid, stijl en aanpak, maar die dit
gemeen hebben, dat zij alle vier pakkend,
zonder zoet gekweel, schrijven over the
ma's, die vooral de vrouwen aanspreken.
De vier romans zijn „Alleen maar Pe
ter" van de bekende schrijfster Willy Cor-
sary, „De Minnaar" van de Engelse au
teur H. E. Bates, „Kinderzaal" van de Ne
derlandse schrijfster Anke Servaes en
„Zij danste maar één zomer" van de
Zweed Per Olof Ekström.
Dit leesgenot van 552 pagina's kost
slechts '7,90. Wij kregen het toegezon
den het is een prachtig boek, dat in de
boekhandel verkrijgbaar zal zijn.
Zaterdag:
Holten cHaarlese Boys c
2.—
Holten bSVVN b
3.10
Holten aDES a
4.45
Zondag:
Holten 1KSCV 1
2.30
Holten 4Haarlese Boys 5
12.—
De Overijsselrit 1964, het motorevene
ment van de afdeling Overijssel der
K.N.M.V., wierp haar schaduwen reeds
vooruit in de woensdagavond in het club
lokaal, café Vruggink. gehouden jaarver
gadering van de Motorclub „De Holter
berg". Voor deze betrouwbaarheidsrit,
welke gehouden wordt op zaterdag, 23
mei a.s. en elk jaar de belangstelling
heeft van de beste motorcraeks van Ne
derland, moesten reeds de voorbereidende
maatregelen getroffen worden wil men
weer tot een goede organisatie komen. Zij
wordt verzorgd door de motorclubs uit de
gehele omgeving.
Deze jaarvergadering, die overigens
slechts matig bezocht was, werd voorge
zeten door de heer H. W. Goorman. die
over de slechte opkomst zijn teleurstelling
uitsprak.
Blijkens een mededeling van de afd.
Overijssel zal aan de provinciale clubrit-
ten, die oorspronkelijk slechts open ston
den voor motoren en scooters nu ook een
autoklasse toegevoegd worden.
Verder werd de aandacht gevestigd op
de Delta-Hollandrit op 12, 13 en 14 juni
en op de op 6 juni a.s. te houden Barti-
meüs-sterrit vanuit Eefde.
Blijkens het jaarverslag van de secre
taris, de heer G. J. Bouwhuis, vertoonde
het verenigingsjaar 1963/1964 geen grote
activiteiten. Er werden maar twee oriën-
teringsritten uigeschreven, waaraan ech
ter resp. 93 en 97 motorsportliefhebbers
deelnemen. De Overijsselrit 1963 telde 66
deelnemers.
De club telde aan het einde van het jaar
64 leden.
Blijkens het financieel verslag van de
penningmeester, de heer Joh. Arfman, die
wat later ter vergadering kwam, bedroe
gen de inkomsten 747,91 en de uitgaven
514,96, zodat er een batig saldo was van
ƒ232,95. De club beschikt nog over een
vrij aardige reserve. Hem werd dank ge
bracht voor zijn beheer.
Tot leden der kascommissie werden
aangewezen de heren G. Vruggink en W.
Beijers.
Bij de bestuursverkiezing werd in de
plaats van de heer H. J. Stukker, die zich
niet herkiesbaar stelde, gekozen de heer
G. M. Bannink, Dijkerhoek 4. De heer G.
J Bouwhuis, die aanvankelijk het secreta
riaat wilde neerleggen verklaarde zich,
bij nadere bespreking, bereid voorlopig
nog een jaar aan te blijven.
Op de sportkalender, die daarna werd
samengesteld werden, behalve de Over
ijsselrit 1964, geplaatst: oriënteringsritten
op 14 juni en 2 augusus en een puzzel-
gezelligheidsrit op zaterdag, 25 juli a.s.
binnen de gemeente. Voor het uitzeten en
aanvragen van deze ritten, die veel arbeid
vergen, werden verschillende personen
aangewezen.
In gebouw „Irene" draait deze week
zondagavond de zeldzaam spannende
western getiteld: „Grenspiraten". Een om
vervalste en ouderwets spannende cow
boy-film met in de hoofdrol de populaire
acteur Randolph Scott.
Een film waarin de spanning geen mo
ment verslapt en waarin de toeschouwer
deelgenoot wordt in een avontuur, dat
zich afspeelt in de uitgestrekte en onge
repte prairiën van het wilde westen.
Adembenemende gevechten en sensatio
nele achtervolgingen te paard zijn in deze
rolprent schering en inslag. „Grenspira
ten" is daarom een film, waarin de jeugd
ongekend zal meeleven.
Vermelding verdient voorts het prach
tige en bijzonder goed verzorgde bijpro
gramma, dat het geheel completeert.
door
Leida Graafland
Roelie had alles van te voren tot in
de puntjes uitgedacht. Maandagmiddag
moest Dolf voor één etmaal zijn vakan
tie onderbreken voor een belangrijke
bespreking in Den Haag. Van Oister-
wijk naar huis was met de wagen een
kwestie van een klein uurtje. Jopie, het
tweede meisje, dat meeging naar Ois-
terwijk, kon wel op de kinderen passen.
Bovendien zouden de kleintjes dan toch
al in bed liggen.
Nadat Roelie de laatste instructies ge
geven had en Dolf betoogde, dat Tom
wel een extra oogje in het zeil zou hou
den tijdens hun afwezigheid, vertrok
men met twee wagens, nagewuifd door
de drie meisjes.
Maandag reed Dolf Burger tegen de
middag met zijn Chrysler naar Den
Haag. Roelie vermaakte zich met de
kinderen tot etenstijd en hielp daarna
met Jopie de kleintjes naar bed. Alleen
de negen-jarige Jan was het toegestaan
nog een uurtje langer op te blijven.
Overigens, die vond zelf zijn weg wel.
Om negen uur verklaarde Roelie, dat
ze nog een eindje ging toeren, verzocht
Jopie er op toe te zien, dat Jan uiterlijk
half tien naar bed ging en reed naar de
grote weg. Het was reeds donker en
vrij stil in het dorp, toen ze er arri
veerde. Ze zette de wagen bij het kan
toor, vergewiste er zich van, dat Torn
daar niet was en wandelde toen rustig
naar huis. Maar alles was daar donker,
ook de keuken.
Voorzichtig ontsloot ze de voordeur en
schopte in de vestibule haar schoenen
uit. Ze luisterde even, doch alles bleef
stil. Zo zacht als ze kon, liep ze naar de
keuken, die geheel verlaten scheen.
Waarna ze even omzichtig de beide
trappen beklom, die voerden naar de
kamers der meisjes.
Bij de kamer van Lenie bleef ze staan
en luisterde. Ze hoorde gegrinnik en an
dere geluiden, die ze om bepaalde re
denen herkende.
Daar ze van alle sleutels duplikaten
bezat, wachtte ze nog een ogenblik,
drukte de deurkruk neer, doch de deur
was natuurlijk op slot. Snel stak ze de
sleutel er in, drukte opnieuw neer,
opende de deur en stak meteen het licht
op-
Wat ze zag beantwoordde precies aan
haar verwachtingen. Er was geen enkel
gevoel van triomf in haar, zo was even
min zenuwachtig of geschrokken. Ze
stond daar, één pas in het vertrek, als
een beledigde koningin te kijken naai
de twee mensen, die met hevig ver
schrikte gezichten, het laken hoog opge
trokken tot hun kin, naar de onver
wacht binnengekomen bezoekster ke
ken.
Roelie deed nog een paar passen ver
der en trok met één ruk het laken weg.
Eén ogenblik keek ze nog en draaide
zich om. Terwijl ze naar de deur liep,
sprak ze op ijzige toon: „Ik verwacht
jullie over tien minuten beneden in de
kleine salon."
Daarna verdween ze, statig en zelf
bewust de trappen afdalend, zonder
enige voldoening over hetgeen ze gezien
had. Alleen maar hevig beledigd, dat
men dit haar aangedaan had in haar
eigen huis. Daarginds, in het bos bij het
Wilhelminakanaal, dat was nog daar
aan toe, maar hier. misbruik ma
kende van de afwezigheid van de fami
lie. Dit was meer dan ergerlijk.
HOOFDSTUK 6
In de kleine salon stak ze één lamp
aan en zocht naar haar sigaretten. Na
tuurlijk in de wagen laten liggen. Nu
ja, dan rookte ze maar niet.
Een klein kwartiertje later kwam het
tweetal beneden en bleef bij de deur
van het vertrek staan. Ze wenkte het
tweetal naderbij te komen en zei toen:
,.Ik ga geen sermoen houden over mis
bruik van vertrouwen en dergelijke,
omdat ik bij voorbaat weet, dat het aan
jullie niet besteed is." Ze wendde zich
tot het meisje: „Pak je spullen in en
verdwijn. Morgenochtend kun je op het
kantoor je geld halen. Ik geef je een
half uur, daarna moet je vertrekken
zijn."
Het meisje boog haar hoofd en verliet
zwijgend het vertrek. Toen wendde Roe
lie zich tot de man die, zo zelfbewust
als hij anders altijd was, met zichzelf
geen houding wist. „Ga zitten, meneer
Talingen, u begrijpt, dat wij ook nog
niet van elkaar af zijn."
Automatisch zakte de man neer en ge
leidelijk aan kreeg hij zijn zelfbeheer
sing terug. „Dit gaat u natuurlijk aan
meneer vertellen", was zijn veronder
stelling.
„Wat ik doe of niet doe, is mijn zaak,"
antwoordde ze op kalme, doch koude
toon. „Om te beginnen betaalt u Lena
morgen een maand salaris uit. Dat is
één. Verder zorgt u er voor, dat ze bin
nen drie dagen uit het dorp verdwenen
is. Voorgoed. Hoe u dat in orde maakt,
interesseert mij niet. Ik wens haar, in
dit dorp althans, nimmermeer te ont
moeten. Is dat goed begrepen?"
„Daar zal ik voor zorgdragen, me
vrouw. En verder?"
Ze leunde, zich ten volle bewust van
haar macht op dit ogenblik, achterover
in de stoel en keek de man geringschat
tend aan. „Verder gaat u morgen weer
aan uw werk, alsof er niets gebeurd is.
U zult er zelf voldoende belang bij heb
ben, dat over deze historie niets bekend
wordt. Onnodig te zeggen, dat uw be
zoeken aan dit huis voortaan beperkt
zullen blijven tot de allernoodzakelijk
ste."
„Ook daarop kunt u rekenen. En ver
der?"
„Dit is alles, meneer Talingen. De op
dracht van mijn man aan u, een extra
oogje in het zeil te houden, hebt u be
hoorlijk opgevat. Of beter gezegd: on
behoorlijk. Ik heb u nooit vertrouwd,
ondanks alle lof, die mijn man de laat
ste jaren over uw zelfverzekerde hoofd
heeft uitgestort. Dat ik het aan het
goede eind had, vertelt u meneer van
daag of morgen maar, wat u hier gezien
hebt. Per slot van rekening was het
enige onbetamelijke, dat ik misbruik
maakte van de gelegenheid, hier in huis
dus. Dat verschaft u thans het wapen,
waarnaar u al die jaren zocht. Ik had
mijn ogen ook niet in de zak, mevrouw
en ik voelde precies aan, hoe uw gevoe
lens ten opzichte van mij warén. Ik heb
evenwel altijd geprobeerd u te hoog
achten en nimmer ook maar de gering
ste aanleiding tot kritiek gegeven. In de
hoop, 'at u me tenslotte met andere
ogen zou aanzien."
„Dan moet ik u in dit opzicht teleur
stellen, meneer Talingen, omdat u hier
in niet geslaagd bent. Dat ik met recht
u niet vertrouwde, bewijst deze avond."
Hij haalde zijn schouders op. U dra
matiseert het gebeurde. Wat betekent
per slot van rekening een vrijerijtje?
Toevallig was u in staat ons hier te be
trappen. Wanneer wij ons bijvoorbeeld
ergens anders hadden bevonden.
„Bijvoorbeeld in het bos nabij het
Wilhelminakanaal," sneerde ze min
achtend.
Talingen keek verrast op. ,.U bent
zeer goed ingelicht, merk ik. Vandaar
uw onverwachte komst vanavond van
uit uw vakantieverblijfplaats. Gebruik
makende van het feit, dat meneer een
bespreking had vandaag op het Departe
ment van Sociale Zaken, in Den Haag."
Plotseling lichtte er iets in zijn ogen
op en met een glimlach om zijn mond
vervolgde hij: „Hoe zal meneer het op
vatten, als hij te weten komt, dat u de
hele tocht van Oisterwijk hierheen ge
maakt hebt om in de avond, nadat u
Lena weggezonden hebt, een tête a tête
met mij te hébben in deze kleine ka
mer?" (Wordt vervolgd).