Czctristische Rusland
ffü
Vriesenveners op avoniuur Eeuwenlange handelsbetrekkingen met het
Zaterdag 11 augustus 1%2
1IOL1ENS N1EUWS15LAÜ
pagina 2
rug lot hel midden der 18e eeuw. De
handel werd in deze lijd veel intensie
ver en de omzeilen van de Vriezenveen-
se kooplieden stegen van jaar tol jaar.
Men trachtte de beschikking te krijgen
over vaste verkooplokaliteiten. Aan de
beroemde boulevard van St. Petersburg,
de Newski Prospekt, werden winkels ge
huurd en ingericht. Aan deze boulevard
verrees later een enorm grote winkelga
lerij, de Gostiny Dvor, waarin de meeste
manufacturenzaken van de Vriezenveners
werden ondergebracht. Zij stichtten in
deze stad van Czaar Peter de Grote een
eigen kolonie. Het werd nu niét meer zo
een heen en weer trekken zoals voor
heen, maar men vestigde zich hier blij
vend. Af en tóe ging men nog wel eens
Het geboortehuis van de boerenzoon
Wicher Berkhoff, die later Admiraal werd
in Russische dienst, en chef (directeur)
van de marinewerven van Kroonstad.
Tijdens ons bezoek aan de Vriezenveeense oudheidkamer werden wij gecon
fronteerd met een brok geschiedenis, die uniek mag worden genodmd voor een
plattelandsgemeente. Uit de vergeelde documenten, die ons door de
conservator van de oudheidkamer Vriezenveen, de heer J. Hosmar,
werden getoond, bleek ons al spoedig welk een belangrijke nol de „Vjennelui"
hebben gespeeld voornamelijk in de geschiedenis van de stad van Czaar Peter de
Grote. Ook in de annalen van de maritieme geschiedenis staan enkele namen van
Vriezenveners met ere vermeld. Op de Russische lijst van zeeofficieren worden
o.a. twee admiraals genoemd, die uit Vriezenveen afkomstig zijn, n.lj. Cornelis
Cruys (door anderen wel eens betwist, als zou deze geen echte Vriezenvener zijn
geweest), die op 14 juni 1657 het levenslicht aanschouwde en Wicher Berkhof,
die in 1794 op het Oosteinde werd geboren. In de jaren 1712-1716 werd door de
toen in St. Petersburg aanwezige Vriezenveners een hervormde gemeente ge
sticht. In 1830 werd met de bouw van een nieuw ruim kerkgebouw begonnen,
dat verrees aan de bekende boulevard Newski Prospekt, en dat op 14 januari
1834 in gebruik werd genomen. Uit de vergeelde debiteurenlijst van de Vriezen-
veense koopman Jan Hoek blijkt, dat Keizerin Elisabeth voor ettelijke duizen
den roebels bij' Jan in het krijt stond. Andere stukken verhalen over de jacht
partij van de Tsarina van Rusland met de Vriezenvener Jan Gerrits. Over deze
historie gaan we U in dit artikel meer vertellen.
Begrijpelijk is de vraag, die we bij het
zien van al die vergeelde documenten in
de Vriezenveense oudheidkamer en het
horen vertellen over deze rijke geschie
denis door de conservator J. Hosmar, di
rect stelden: hoe deze handelscontacten
eigenlijk tot stand zijn gekomen. Voordat
deze vraag wordt beantwoord, moeten
we U vertellen, dat het trekken dc Vrie
zen veders altijd in het bloed heeft geze
ten. In het begin van de 14e eeuw wa
ren ze gekomen, de eerste bewoners van
Almelervene, zo Vriezenveen toen nog
heette, Hollanders en Friezen, en waren
neergestreken in een schier onherberg
zaam oord. Het waren onafzienbare moe
rassen waar men een bestaan in moest
vinden; men moest van „onland land ma
ken" en dat was geen gemakkelijke op
gave voor deze eerste ■kolonisten. Waren
het de watervloeden geweest, die hen uit
Friesland hadden verdreven, ook hier
speelde het water hen parten, en zo heeft
men omstreeks het midden der 15e eeuw
de eerste nederzetting aan de „Olden
Wech" moeten opbreken en trok men
meer in noordwaartse richting, waar het
v/at hoger was, maar ook daar achter
volgde hen het noodlot, maar nu was het
niet het water maar het vuur, dat ook la
ter Vriezenveen zo dikwijls heeft getrof
fen, dat hen nog noordelijker deed spoe
den. Dit was in 1666, toen de Munsterse
troepen, onder aanvoering van Bernhard
van Galen, de tweede nederzetting aan
de Buterweg grotendeels plat brandden.
Men vertrok toen naar de tegenwoordige
dorpsstraat, waar men zich blijvend ves
tigde, d.w.z. voor het meer rustige volk
je, maar velen werden gedreven door het
onstuimige bloed, dat door hun aderen
stroomde, en trokken er op uit. Bij an
deren was het het probleem, van het da
gelijks brood, dat hen deed zwerven,
want de drassige landerijen boden aan
de zich steeds uitbreidende nederzetting
geen voldoende bestaan op. Als er des
winters op het land niets meer gedaan
kon worden, trok men met de mars door
het land om kramerijen, linnen, olie etc.
aan de man te brengen, en in het vroege
voorjaar ging de groene zak met tuinza
den op de rug en trok men stad en land
af om hiervoor afnemers te vinden. Zo
werd de handels- en ondernemingsgeest
bij dit volk geboren. Hoewel het zaad
gretig aftrek vond, heeft toch het linnen
in deze handel de belangrijkste rol ge
speeld; er was trouwens ook meer mee
te verdienen. Deze stoffen werden meest
al betrokken van Almelose fabriqueurs-
Sommigen namen het in commissie mee,
waarbij 50 pet. van de winst voor hen
was; anderen werkten echter voor eigen
rekening. Dikwijls werd een compagnie
schap gevormd, waar behalve de reizigers
ook anderen vaak een aandeel in had
den. De ondernemingsgeest liet deze
Vriezenveense kooplieden niet alleen in
eigen land, maar dreef hen zelfs ver over
de landsgrenzen. Een bijzondere voorlief
de hadden zij voor Oost-Friesland, Ol
denburg en de Duitse kust der Oostzee.
Geleidelijk ging men nog verder van
huis en bezocht men ook andere landen
als Duitsland. Bij hun zwerftochten kwa
men ze in de centra van de oude Hanze-
handel; Bergen in Noorwegen, Kopen
hagen evenals Koerland zag men dik
wijls op hun reisprogramma staan. An
dere ondernemende Vriezenveense han
delaren togen naar Zwitserland, Spanje,
Portugal, Italië en zelfs ging men naar
West-Indië en de Canarische eilanden.
En nu komen wij terug op de vraag,
gesteld aan het begin van dit artikel, n.l.
hoe het contact met het machtige Sint
Petersburg is ontstaan. Het moet in die
tijd zijn geweest, toen al deze handels
connecties 'tot stand kwamen, omstreeks
het begin van de 18e eeuw, dat een ver
moeide Vriezenveense linnenkoopman
een Lubeckse havenkroeg binnentrad.
Het had hem deze keer niet bijzonder
meegezeten en wat onverschillig liet hij
zich op een stoel neerzakken. Andere da
gen had hij goede winsten kunnen ma
ken, maar vandaag was het helemaal
misgegaan en waren de resultaten nihil.
Juist had hij zijn avondeten besteld, of
daar trad een Noorse kustvaartkapitein
de kroeg binnen en ging naast de ont
moedigde koopman zitten. Spoedig daar
na hadden deze twee een geanimeerd ge
sprek over de handel. Na zijn nood ge
klaagd te hebben, wist de Noor de jonge
man weer moed in te spreken en deed
hem een voorstel, dat de Vriezenvener
nog wel leek, hoewel hem de toekomst
wel wat te mooi door de kapitein geschil
derd leek. Deze had hem verteld, dat er
in Rusland veel geld te verdienen was en
dat de roebels je daar zomaar in de
schoot geworpen werden. Het Noorse
schip zou spoedig vertrekken en had als
eindbestemming Sint Petersburg, de stad,
die nog niet zo lang geleden door Czaar
Peter de Grote was gesticht. Maar de
Vriezenveense koopman had geen cent
verdiend en wie zou deze overtocht voor
hem betalen? Dit bleek geen bezwaar te
zijn, want de gulle kapitein bood hem
spontaan een gratis bootreis aan. Dit aan
bod kon de koopman niet laten schieten
en zo belandde de eerste Vriezenvener in
Sint Petersburg, waar inderdaad veel
goede zaken gedaan konden worden, die
■vele roebels winst opleverden. Door deze
verre reis was de koopman veel langer
van huis dan gewoonlijk het geval was,
maar teruggekeerd in Vriezenveen ver
teld? hij overal op het dorp zijn succes
volle onderneming, die met veel goud
stukken bekroond was geworden. Kort
daarop werd in gezelschap van andere
dorpsgenoten weer koers gezet naar Sint
Petersburg en ook deze onderneming
slaagde volkomen. De handelsweg naar
Rusland en in het bijzonder naar Sint Pe
tersburg was gevonden. Vele Vriezen
veners drukten later de voetsporen van
de eerste pionier. De tochten naar Sint
Petersburg gingen gedeeltelijk, meestal
per zeilschip tot Lubeck over zee, maar
soms gingen de groene reisv/agens met
kisten vol linnen over land. Met zo'n
tocht was meestal drie a vier weken ge
moeid, maar er waren zelfs kooplieden,
die het bijna in de helft van deze tijd
klaar speelden. Uit het vergeelde reis
journaal van de veertienjarige Jakob
Zacharias Urzinus Kruys blijkt, dat deze
knaap met drie kooplieden, n.l. L. Brou
wer, E. Engberts en H. Smelt, op een
mooie zomermiddag, n.l. de 13e juli van
het jaar 1826, startten met „eigene ka-
les", zoals de schrijver het uitdrukt, voor
een reis naar Rusland. De reisroute liep
langs Minden, Berlijn, Koningsbergen,
Memel en Riga. Ondanks de onbegaan
bare wegen, die er in die tijd nog zovele
waren, wist men deze tocht in 15 dagen
te volbrengen. De reis werd slechts on
derbroken om van paarden te verwisse
len en om te eten; alleen te Memel werd
een zeer korte nachtrust gehouden. Zo
was het mogelijk dat het gezelschap op
de 28ste juli om half vijf te Sint Peters
burg arriveerde. We zijn met dit reisver
haal al wat vooruitgelopen en keren te-
een kijkje nemen in zijn geboortedorp,
waar de familieboerderij in tact bleef,
want men kon nooit weten hoe de zaken
verliepen, want op deze welvaartstijd
kon nog wel eens een andere volgen, zo
dat een thuishaven dan zeer welkom zou
zijn. O'ok deden oudere Vriezenveners
hun zaken dikwijls over aan jongere
krachten en keerden daarna dan zelf
naar hun geboortedorp terug om daar
hun laatste jaren in de hun zozeer ver
trouwde omgeving door te 'brengen. Zo
was er steeds een blijvend contact van de
Peterburgse Vriezenveners met hun fa
milieleden en vrienden in ,,'t Vjenne".
Vele brieven die bewaard zijn gebleven,
getuigen hier ook mede van.
Het hoogtepunt van deze handel werd
ongeveer bereikt in het midden der 19e
eeuw- De Vriezenveense winkels en wa
renhuizen hadden een zeer krachtige fi
nanciële positie bereikt en hun contacten
waren werkelijk internationaal. De win
kels werden in „maatschap", d.i. com
pagnonschap, geëxploiteerd. Naast het
linnen en andere manufacturen, die de
voornaamste handelsartikelen bleven,
konden de Russen ook bij hen terecht
voor tabak, stokvis, jenever, Delfts
blauw, Deventer koek en zelfs voélden
Iwan en zijn vrouw zich behaaglijk na
het gebruik van de zo geroemde Haar
lemmerolie, die in die dagen niet te ver
vangen was en die hun door de Vriezen
veense handelslieden werd aangeboden.
Ondanks hun Petersburgse welvaart ble
ven de kooplieden eenvoudig en leefden
zuinig, zoals zij dat op het platteland ge
woon waren geweest. Zakenlieden van
formaat konden zij zich noemen en on
danks het contact met de Russen bleven
zij Hollanders on vooral „Vjennelui". Zo
kon het gebeuren, dat .men tijdens een
wandelifig lang één van de boulevards in
Sint Petersburg /naast het onverstaan
baar Russisch het sappige Vriezenveense
dialect kon horen spreken. Zo bleef deze
Vriezenveense kolonie als een brokje Ne
derland in 'het midden van de stad, die
de naam droeg van haar stichter Czaar
Peter I. De meesten hunner hebben zich
dan ook niet met de Russen verbroederd.
Zelden schijnt een Russische schone zo
veel aantrekkingskracht op de Vriezen
veense jongeling te hebben uitgeoefend,
dat hij hart en hand aan haar voeten lei.
Dat de Vriezenveense kooplui in hoog
aandien stonden bij de Russen, blijkt wel
uit het feit, dat enkelen hunner zelfs hun
linnen en andere kostbare stoffen lever
den aan het Keizerlijke hof. In een debi
teurenlijst van de in 1735 te Vriezenveen
geboren Jan Hoek staat tussen de namen
van vele Russische grootvorsten en gene
raals ook telkens kortweg „keizerin" ver
meld. Op één bladzijde komt haar naam
tweemaal achter elkaar voor met daar
achter resp. de bedragen van 2672 en
3515 roebel', zodat deze hofleverancier
van Hare Keizerlijke Majesteit toen een
bedrag van 6187 roebels had te vorderen,
waarvoor hij Keizerin Elisabeth batist en
andere kostbare stoffen heeft geleverd.
Maar ook werden andere relaties met het
Keizerlijke hof dan alleen maar zakelij
ke, onderhouden, hetwelk ons uit proces
stukken uit het jaar 1751 is .gebleken. Na
dat de Vriezenveense kooplieden. Jan
Gerrits en Gerrit ten Cate hadden beslo
ten een „maatschap" aan te gaan, waar
bij zij de afspraak 'hadden gemaakt, dat
alle uit de handel voortvloeiende voorde
len fifty-fifty zouden worden verdeeld,
namen zij het besluit ook eens hun geluk
te beproeven in het verre Rusland. In de
zomer van het jaar 1751 was men weer
na een vermoeiende tocht te St. Peters
burg aangekomen. Na enige dagen rust
begon weer het drukke zaken doen, en
werden eerst enige bekende relaties be
zocht. Verder stond een bezoek aan het
Keizerlijke Paleis op het programma. De
fijnste kanten, de duurste linnens en
kousen, waren voor deze gelegenheid be
waard. Op de ontvangdag stapten beide
Vriezenveners, volgens voorschrift ge
kleed in zwarte broek met witte kousen,
het paleis binnen. Zij deden .goede zaken,
doch er was meer.
Jan Gerrits werd door de kamerheer
uitgenodigd voor een jachtpartij, waar
aan ook de keizerin zou deelnemen. De
uitnodiging werd natuurlijk aangenomen
en zo ging Gerrits met de Czarina van
Rusland op jacht. De jachtpartij zal uit
stekend verlopen zijn, want enige dagen
later werd aan liet adres van Gerrits een
..Blauw Kleet" en een „Kamisool" be
zorgd. Jan Gerrits was aangenaam ver
rast; wat zouden ze op 't Vjenne wel zeg
gen van zo'n vorstelijk geschenk. Gerrit
ten Cate daarentegen was over de gang
van zaken allerminst tevreden. Eerst dc
uitnodiging, waarbij hij werd genegeerd,
en nu het geschenk. Hij had echter recht
op de helft. Dat „Blauw Kleet" b.v. zou
hem beter passen dan zijn compagnon.
Er kwamen hoge woorden, zodat het met
het compagnonschap hopeloos mis liep.
Op de terugtocht naar Vriezenveen werd
er weinig gesproken. De reiswagen werd
gestald in de schuur van Ten Cate. De
eigendommen van Gerrits zou hij de vol
gende dag wel halen. Maar Ten Cate was
niet.bereid het vorstelijk geschenk aan
zijn compagnon af te staan, ook niet na
dat de schout van Vriezenveen zich in
de kwestie had gemengd. Op 20 novem-
bet 1751 kwam de zaak voor en werd
„gerigte" gehouden. In cïe aanklacht
wordt melding gemaakt van de jachtpar
tij, en dat Jan Gerrits als „gedagtenisse"
van de Keizerin een „Blauw Kleet benef
fens een Kamisool met silveren passe
menten bezet" heeft gekregen, en dat
Gerrit ten Cate niet genegen was, deze
goederen aan de rechtmatige eigenaar af
te geven. Laatstgenoemde werd gedag
vaard. doch verzocht veertien dagen uit
stel. Hoe het verder is gegaan met het
vorstelijk geschenk, vermelden de be
scheiden niet. Waarschijnlijk is later de
kwestie in der minne geregeld. We von
den deze geschiedenis zo aardig, dat hier
op iets uitvoeriger werd ingegaan.
Later werd meerdere malen belang
stelling van het Keizerlijke hof onder
vonden. Aaltje Berkhoff, die omstreeks
1800 een naaischool oprichtte, viel ook
deze hoge eer ten deel. De Czaar zelf
bracht aan deze naaischool enige keren
een bezoek. Over de contacten, die admi
raal Wicher Berkhoff met de Czaar later
heeft gehad, en over de ontmoetingen
van Cornelis Cruys met Czaar Peter de
Grote, hopen we in een afzonderlijk ar
tikel te vertellen.
Naast de ondernemingsgeest van de
Vriezenveners moet direct ook de vast
heid in het geloof als één der hoofdken
merken worden genoemd. Dit geldt ook
wel in het bijzonder avoor deze Vriezen-
veens-Russische periode. Ook in Sint Pe
tersburg was voor hen de zondag een
rustdag. Het behoeft daarom dan ook
geen verwondering te wekken, dat reeds
in de jaren 1712-1716 in deze grote Rus
sische stad door de Vriezenveense koop
lieden een hervormde gemeente werd ge
sticht. Het was dan ook een blijde dag
voor deze jonge .gemeente, toen in de
cember 1717 de eerste Nederlandse domi
nee Herman Gerard Grube de kansel kon
beklimmen. Daar deze gemeente nog niet
over een eigen kerkgebouw kon beschik
ken, preekte ds Grube elke zondag in de
Lutherse Kerk. De echtgenote van admi
raal Cornelis Cruys, Catharina Voogt,
schonk in 1718 aan deze hervormde ge
meente twee zilveren offerschalen. In
1725 kon men over een eigen kerk be
schikken en al vertoonde dit gebouw vele
gebreken, toch was de Vriezenveense ko
lonie bijzonder ingenomen met dit bede
huis. Er werd direct een koster be
noemd en aan wie kon dit beter worden
toevertrouwd dan aan de Vriezenvener
Johan Godfried Kruys. In dit gebouw
werden tot 1834 de diensten gehouden.
De wens van de kolonisten om zelf nog
eens te komen tot de bouw van een nieuw
en ruim kerkgebouw, ging in 1830 in ver
vulling, toen met de bouw van deze kerk
kon worden begonnen. Deze verrees aan
(ie boulevard Newski Prospekt en vorm
de het middelpunt van grote huizen- en
winkelblokken. Op 15 juli 1831 kon de
eerste steen worden gelegd en op 14 ja
nuari 1834 werd dit fraaie bedehuis,
waarvan de koepel boven de huizenblok
ken uitsteekt, in gebruik genomen. Ds E.
A. J. Tam ling, de toenmalige Nederland
se predikant van de Hervormde gemeen
te te Sint Petersburg, mocht deze in wij-
dmgsdienst leiden. Onder de vele autori
teiten, die de dienst meemaakten, waren
ook de Prins van Oranje en zijn oudste
zonen,, de latere koningen Willem T en
Willem H.
Het huizen- en winkel blok, waarvan
c.e kerk deel uitmaakte, was eigendom
van de hervormde gemeente, waaruit ze
grote inkomsten verwierf, waardoor ze
dan ook zeer rijk was en veel aan liefda
digheid kon doen. Tot het uitbreken van
de revolutie in 1917 heeft zij o.a. gelden
beschikbaar gesteld voor leerlingen van
de school op het Oosteinde van Vriezen
veen, welke bestemd konden worden
voor extra voeding etc. De predikanten
kregen in die tijd een salaris van 8000
roebel per jaar, een honorarium, waarin
men in Holland niet over durfde dromen.
Veertien predikanten hebben gedurende
twee eeuwen van 1717 tot 1917 de
hervormde gemeente van St. Petersburg
gediend. Dr H. P. Schim van der Loeff
was de laatste Hollandse dominee. Deze
heeft na de Russische revolutie van 1917
een tijdlang in de Russische hoofdstad
gevangen gezeten. In mei 1920 werd hij
op vrije voeten gesteld en kon verder
ongehinderd het land veriaten. Uit het
boekwerkje „Die Niederlandische Ge-
me inde in St. Petersburg" blijkt, dat de
Vriszenveners in de 19e eeuw een grote
invloed hebben gehad op het kerkelijk
leven aldaar. In 1922 werd de hervormde
kerk genationaliseerd en in 1927 moest
zij definitief worden gesloten wegens ge
brek aan gemeenteleden en geldmidde
len. Nog moet het kerkgebouw aan de
Newski Prospekt er staan, maar ze doet
thans dienst als schouwburg. Dat de ker-
keleden van Petersburg met de kerk in
Vriezenveen meeleefden, bleek wel op
de inwijdingsdag van de verbouwde kerk
op het Midden. Tijdens de inwijdings-
dienst op 29 augustus 1801 kon ds J. H.
van Laer mededelen, dat de hervormde
gemeente van St. Petersburg ter gele
genheid van deze gebeutenis een stel
prachtige kaarskronen aan de kerk in
Vriezenveen had geschonken, welke thans
nog een sieraad van deze kerk vormen!
Ook op andere wijze leefden de „Rus-
lui", zoals de Vriezenveners, die naar
Rusland gingen, werden genoemd, met
de „Vjennelui" mee. Ruim een eeuw ge
leden, toen de hoofdmeester van de oude
middenschool in Vriezenveen zijn 40-ja-
rig jubileum vierde, kwam één van zijn
zoons ter bijwoning van dit feest speciaal
•hiervoor uit Rusland over en bracht zijn
vader een prachtig album mee, waarin
zich de foto's van ongeveer 40 zijner
leerlingen bevonden, die toen als koop-,
lieden in Rusland waren geslaagd en zich
aldaar bliijvend hadden gevestigd.
In de loop der jaren zijn minstens enige
honderden Vriezenveners in Rusland
werkzaam geweest. En hoewel de gereT
gelde tochten met de groene reiswagens
aan het einde van de 19e eeuw en het be
gin van deze eeuw tot een minimum wa
ren gereduceerd, toch kwamen vooral in
die tijd yele oudere Vriezenveners in 't
Vjenne terug. Hebben zij een voorgevoel
gehad van hetgeen komen zou? Velen
belegden hun gelden in huizen en hypo
theken, anderen bouwden prachtige
villa's en sleten daar hun laatste jaren.
In Vriezenveen kan men nog verschillen
de van deze patriciërshuizen en villa's
tussen de boerse woningen zien staan,
maar hun aantal wordt steeds minder.
Villa's o.a. van de bekende KruyshijamL
lies werden in de laatste tientallen jaren
afgebroken. Ook in Almelo vindt men
nog verschillende herenhuizen, welke
door de „Ruslui" in de tweede helft der
19e eeuw daar gebouwd zijn. In die tijd
zei men, dat half Overijssel geld van
Vriezenveen had. Er werd dikwijls ge
fluisterd, dat bewoners van heel eenvou
dige huizen er het warmst bijzaten. De
genen, die 'hun gelden hadden belegd in
Russische effecten, zagen in 1917 ineens
een dikke rode streep door hun bezittin
gen .gehaald. Ze waren in één slag waar
deloos geworden. Verschillende van deze
effecten sieren nu de wanden van de
Vriezenveense oudheidkamer. Ook hier
uit blijkt wel wat voor invloed deze han
del op Rusland, die naast die van Vrie
zenveners ook door Amsterdammers en
Rotterdammers bedreven werd, heeft ge
had, want men kan U in Vriezenveen
obligaties tonen, die in drie talen zijn ge
drukt, n.l. in het Russisch, Frans en Ne
derlands. Kort voor het uitbreken der
revolutie waren er nog tenminste 15 Vrie
zenveense winkels en grossierderijen. Na
1917 werd van lieverlede alles genationa
liseerd. De eenmaal zo ibloeiende kolonie
werd eensklaos uit elkaar geslagen en
wegevaagd en de commerciële buitenpost
der Vriezenveners had daar ineens opge
houden te bestaan. Het was een drama
tisch sluitstuk van een periode van voor
spoed en geluk.
Voor enige weken geleden
wist de secretaris van de
Ver. „Oud-Vriezenveen"
J. Hosmar, het document
op te sporen, waarin de
geschiedenis wordt be
schreven van de jacht
partij, die de Vriezenve
ner Jan Gerrits met de
Tzarïna van Rusland in
1751 maakte.
ZO TROK VRIEZENVEEN NAAR RUSLAND