Czctristische Rusland ffü Vriesenveners op avoniuur Eeuwenlange handelsbetrekkingen met het Zaterdag 11 augustus 1%2 1IOL1ENS N1EUWS15LAÜ pagina 2 rug lot hel midden der 18e eeuw. De handel werd in deze lijd veel intensie ver en de omzeilen van de Vriezenveen- se kooplieden stegen van jaar tol jaar. Men trachtte de beschikking te krijgen over vaste verkooplokaliteiten. Aan de beroemde boulevard van St. Petersburg, de Newski Prospekt, werden winkels ge huurd en ingericht. Aan deze boulevard verrees later een enorm grote winkelga lerij, de Gostiny Dvor, waarin de meeste manufacturenzaken van de Vriezenveners werden ondergebracht. Zij stichtten in deze stad van Czaar Peter de Grote een eigen kolonie. Het werd nu niét meer zo een heen en weer trekken zoals voor heen, maar men vestigde zich hier blij vend. Af en tóe ging men nog wel eens Het geboortehuis van de boerenzoon Wicher Berkhoff, die later Admiraal werd in Russische dienst, en chef (directeur) van de marinewerven van Kroonstad. Tijdens ons bezoek aan de Vriezenveeense oudheidkamer werden wij gecon fronteerd met een brok geschiedenis, die uniek mag worden genodmd voor een plattelandsgemeente. Uit de vergeelde documenten, die ons door de conservator van de oudheidkamer Vriezenveen, de heer J. Hosmar, werden getoond, bleek ons al spoedig welk een belangrijke nol de „Vjennelui" hebben gespeeld voornamelijk in de geschiedenis van de stad van Czaar Peter de Grote. Ook in de annalen van de maritieme geschiedenis staan enkele namen van Vriezenveners met ere vermeld. Op de Russische lijst van zeeofficieren worden o.a. twee admiraals genoemd, die uit Vriezenveen afkomstig zijn, n.lj. Cornelis Cruys (door anderen wel eens betwist, als zou deze geen echte Vriezenvener zijn geweest), die op 14 juni 1657 het levenslicht aanschouwde en Wicher Berkhof, die in 1794 op het Oosteinde werd geboren. In de jaren 1712-1716 werd door de toen in St. Petersburg aanwezige Vriezenveners een hervormde gemeente ge sticht. In 1830 werd met de bouw van een nieuw ruim kerkgebouw begonnen, dat verrees aan de bekende boulevard Newski Prospekt, en dat op 14 januari 1834 in gebruik werd genomen. Uit de vergeelde debiteurenlijst van de Vriezen- veense koopman Jan Hoek blijkt, dat Keizerin Elisabeth voor ettelijke duizen den roebels bij' Jan in het krijt stond. Andere stukken verhalen over de jacht partij van de Tsarina van Rusland met de Vriezenvener Jan Gerrits. Over deze historie gaan we U in dit artikel meer vertellen. Begrijpelijk is de vraag, die we bij het zien van al die vergeelde documenten in de Vriezenveense oudheidkamer en het horen vertellen over deze rijke geschie denis door de conservator J. Hosmar, di rect stelden: hoe deze handelscontacten eigenlijk tot stand zijn gekomen. Voordat deze vraag wordt beantwoord, moeten we U vertellen, dat het trekken dc Vrie zen veders altijd in het bloed heeft geze ten. In het begin van de 14e eeuw wa ren ze gekomen, de eerste bewoners van Almelervene, zo Vriezenveen toen nog heette, Hollanders en Friezen, en waren neergestreken in een schier onherberg zaam oord. Het waren onafzienbare moe rassen waar men een bestaan in moest vinden; men moest van „onland land ma ken" en dat was geen gemakkelijke op gave voor deze eerste ■kolonisten. Waren het de watervloeden geweest, die hen uit Friesland hadden verdreven, ook hier speelde het water hen parten, en zo heeft men omstreeks het midden der 15e eeuw de eerste nederzetting aan de „Olden Wech" moeten opbreken en trok men meer in noordwaartse richting, waar het v/at hoger was, maar ook daar achter volgde hen het noodlot, maar nu was het niet het water maar het vuur, dat ook la ter Vriezenveen zo dikwijls heeft getrof fen, dat hen nog noordelijker deed spoe den. Dit was in 1666, toen de Munsterse troepen, onder aanvoering van Bernhard van Galen, de tweede nederzetting aan de Buterweg grotendeels plat brandden. Men vertrok toen naar de tegenwoordige dorpsstraat, waar men zich blijvend ves tigde, d.w.z. voor het meer rustige volk je, maar velen werden gedreven door het onstuimige bloed, dat door hun aderen stroomde, en trokken er op uit. Bij an deren was het het probleem, van het da gelijks brood, dat hen deed zwerven, want de drassige landerijen boden aan de zich steeds uitbreidende nederzetting geen voldoende bestaan op. Als er des winters op het land niets meer gedaan kon worden, trok men met de mars door het land om kramerijen, linnen, olie etc. aan de man te brengen, en in het vroege voorjaar ging de groene zak met tuinza den op de rug en trok men stad en land af om hiervoor afnemers te vinden. Zo werd de handels- en ondernemingsgeest bij dit volk geboren. Hoewel het zaad gretig aftrek vond, heeft toch het linnen in deze handel de belangrijkste rol ge speeld; er was trouwens ook meer mee te verdienen. Deze stoffen werden meest al betrokken van Almelose fabriqueurs- Sommigen namen het in commissie mee, waarbij 50 pet. van de winst voor hen was; anderen werkten echter voor eigen rekening. Dikwijls werd een compagnie schap gevormd, waar behalve de reizigers ook anderen vaak een aandeel in had den. De ondernemingsgeest liet deze Vriezenveense kooplieden niet alleen in eigen land, maar dreef hen zelfs ver over de landsgrenzen. Een bijzondere voorlief de hadden zij voor Oost-Friesland, Ol denburg en de Duitse kust der Oostzee. Geleidelijk ging men nog verder van huis en bezocht men ook andere landen als Duitsland. Bij hun zwerftochten kwa men ze in de centra van de oude Hanze- handel; Bergen in Noorwegen, Kopen hagen evenals Koerland zag men dik wijls op hun reisprogramma staan. An dere ondernemende Vriezenveense han delaren togen naar Zwitserland, Spanje, Portugal, Italië en zelfs ging men naar West-Indië en de Canarische eilanden. En nu komen wij terug op de vraag, gesteld aan het begin van dit artikel, n.l. hoe het contact met het machtige Sint Petersburg is ontstaan. Het moet in die tijd zijn geweest, toen al deze handels connecties 'tot stand kwamen, omstreeks het begin van de 18e eeuw, dat een ver moeide Vriezenveense linnenkoopman een Lubeckse havenkroeg binnentrad. Het had hem deze keer niet bijzonder meegezeten en wat onverschillig liet hij zich op een stoel neerzakken. Andere da gen had hij goede winsten kunnen ma ken, maar vandaag was het helemaal misgegaan en waren de resultaten nihil. Juist had hij zijn avondeten besteld, of daar trad een Noorse kustvaartkapitein de kroeg binnen en ging naast de ont moedigde koopman zitten. Spoedig daar na hadden deze twee een geanimeerd ge sprek over de handel. Na zijn nood ge klaagd te hebben, wist de Noor de jonge man weer moed in te spreken en deed hem een voorstel, dat de Vriezenvener nog wel leek, hoewel hem de toekomst wel wat te mooi door de kapitein geschil derd leek. Deze had hem verteld, dat er in Rusland veel geld te verdienen was en dat de roebels je daar zomaar in de schoot geworpen werden. Het Noorse schip zou spoedig vertrekken en had als eindbestemming Sint Petersburg, de stad, die nog niet zo lang geleden door Czaar Peter de Grote was gesticht. Maar de Vriezenveense koopman had geen cent verdiend en wie zou deze overtocht voor hem betalen? Dit bleek geen bezwaar te zijn, want de gulle kapitein bood hem spontaan een gratis bootreis aan. Dit aan bod kon de koopman niet laten schieten en zo belandde de eerste Vriezenvener in Sint Petersburg, waar inderdaad veel goede zaken gedaan konden worden, die ■vele roebels winst opleverden. Door deze verre reis was de koopman veel langer van huis dan gewoonlijk het geval was, maar teruggekeerd in Vriezenveen ver teld? hij overal op het dorp zijn succes volle onderneming, die met veel goud stukken bekroond was geworden. Kort daarop werd in gezelschap van andere dorpsgenoten weer koers gezet naar Sint Petersburg en ook deze onderneming slaagde volkomen. De handelsweg naar Rusland en in het bijzonder naar Sint Pe tersburg was gevonden. Vele Vriezen veners drukten later de voetsporen van de eerste pionier. De tochten naar Sint Petersburg gingen gedeeltelijk, meestal per zeilschip tot Lubeck over zee, maar soms gingen de groene reisv/agens met kisten vol linnen over land. Met zo'n tocht was meestal drie a vier weken ge moeid, maar er waren zelfs kooplieden, die het bijna in de helft van deze tijd klaar speelden. Uit het vergeelde reis journaal van de veertienjarige Jakob Zacharias Urzinus Kruys blijkt, dat deze knaap met drie kooplieden, n.l. L. Brou wer, E. Engberts en H. Smelt, op een mooie zomermiddag, n.l. de 13e juli van het jaar 1826, startten met „eigene ka- les", zoals de schrijver het uitdrukt, voor een reis naar Rusland. De reisroute liep langs Minden, Berlijn, Koningsbergen, Memel en Riga. Ondanks de onbegaan bare wegen, die er in die tijd nog zovele waren, wist men deze tocht in 15 dagen te volbrengen. De reis werd slechts on derbroken om van paarden te verwisse len en om te eten; alleen te Memel werd een zeer korte nachtrust gehouden. Zo was het mogelijk dat het gezelschap op de 28ste juli om half vijf te Sint Peters burg arriveerde. We zijn met dit reisver haal al wat vooruitgelopen en keren te- een kijkje nemen in zijn geboortedorp, waar de familieboerderij in tact bleef, want men kon nooit weten hoe de zaken verliepen, want op deze welvaartstijd kon nog wel eens een andere volgen, zo dat een thuishaven dan zeer welkom zou zijn. O'ok deden oudere Vriezenveners hun zaken dikwijls over aan jongere krachten en keerden daarna dan zelf naar hun geboortedorp terug om daar hun laatste jaren in de hun zozeer ver trouwde omgeving door te 'brengen. Zo was er steeds een blijvend contact van de Peterburgse Vriezenveners met hun fa milieleden en vrienden in ,,'t Vjenne". Vele brieven die bewaard zijn gebleven, getuigen hier ook mede van. Het hoogtepunt van deze handel werd ongeveer bereikt in het midden der 19e eeuw- De Vriezenveense winkels en wa renhuizen hadden een zeer krachtige fi nanciële positie bereikt en hun contacten waren werkelijk internationaal. De win kels werden in „maatschap", d.i. com pagnonschap, geëxploiteerd. Naast het linnen en andere manufacturen, die de voornaamste handelsartikelen bleven, konden de Russen ook bij hen terecht voor tabak, stokvis, jenever, Delfts blauw, Deventer koek en zelfs voélden Iwan en zijn vrouw zich behaaglijk na het gebruik van de zo geroemde Haar lemmerolie, die in die dagen niet te ver vangen was en die hun door de Vriezen veense handelslieden werd aangeboden. Ondanks hun Petersburgse welvaart ble ven de kooplieden eenvoudig en leefden zuinig, zoals zij dat op het platteland ge woon waren geweest. Zakenlieden van formaat konden zij zich noemen en on danks het contact met de Russen bleven zij Hollanders on vooral „Vjennelui". Zo kon het gebeuren, dat .men tijdens een wandelifig lang één van de boulevards in Sint Petersburg /naast het onverstaan baar Russisch het sappige Vriezenveense dialect kon horen spreken. Zo bleef deze Vriezenveense kolonie als een brokje Ne derland in 'het midden van de stad, die de naam droeg van haar stichter Czaar Peter I. De meesten hunner hebben zich dan ook niet met de Russen verbroederd. Zelden schijnt een Russische schone zo veel aantrekkingskracht op de Vriezen veense jongeling te hebben uitgeoefend, dat hij hart en hand aan haar voeten lei. Dat de Vriezenveense kooplui in hoog aandien stonden bij de Russen, blijkt wel uit het feit, dat enkelen hunner zelfs hun linnen en andere kostbare stoffen lever den aan het Keizerlijke hof. In een debi teurenlijst van de in 1735 te Vriezenveen geboren Jan Hoek staat tussen de namen van vele Russische grootvorsten en gene raals ook telkens kortweg „keizerin" ver meld. Op één bladzijde komt haar naam tweemaal achter elkaar voor met daar achter resp. de bedragen van 2672 en 3515 roebel', zodat deze hofleverancier van Hare Keizerlijke Majesteit toen een bedrag van 6187 roebels had te vorderen, waarvoor hij Keizerin Elisabeth batist en andere kostbare stoffen heeft geleverd. Maar ook werden andere relaties met het Keizerlijke hof dan alleen maar zakelij ke, onderhouden, hetwelk ons uit proces stukken uit het jaar 1751 is .gebleken. Na dat de Vriezenveense kooplieden. Jan Gerrits en Gerrit ten Cate hadden beslo ten een „maatschap" aan te gaan, waar bij zij de afspraak 'hadden gemaakt, dat alle uit de handel voortvloeiende voorde len fifty-fifty zouden worden verdeeld, namen zij het besluit ook eens hun geluk te beproeven in het verre Rusland. In de zomer van het jaar 1751 was men weer na een vermoeiende tocht te St. Peters burg aangekomen. Na enige dagen rust begon weer het drukke zaken doen, en werden eerst enige bekende relaties be zocht. Verder stond een bezoek aan het Keizerlijke Paleis op het programma. De fijnste kanten, de duurste linnens en kousen, waren voor deze gelegenheid be waard. Op de ontvangdag stapten beide Vriezenveners, volgens voorschrift ge kleed in zwarte broek met witte kousen, het paleis binnen. Zij deden .goede zaken, doch er was meer. Jan Gerrits werd door de kamerheer uitgenodigd voor een jachtpartij, waar aan ook de keizerin zou deelnemen. De uitnodiging werd natuurlijk aangenomen en zo ging Gerrits met de Czarina van Rusland op jacht. De jachtpartij zal uit stekend verlopen zijn, want enige dagen later werd aan liet adres van Gerrits een ..Blauw Kleet" en een „Kamisool" be zorgd. Jan Gerrits was aangenaam ver rast; wat zouden ze op 't Vjenne wel zeg gen van zo'n vorstelijk geschenk. Gerrit ten Cate daarentegen was over de gang van zaken allerminst tevreden. Eerst dc uitnodiging, waarbij hij werd genegeerd, en nu het geschenk. Hij had echter recht op de helft. Dat „Blauw Kleet" b.v. zou hem beter passen dan zijn compagnon. Er kwamen hoge woorden, zodat het met het compagnonschap hopeloos mis liep. Op de terugtocht naar Vriezenveen werd er weinig gesproken. De reiswagen werd gestald in de schuur van Ten Cate. De eigendommen van Gerrits zou hij de vol gende dag wel halen. Maar Ten Cate was niet.bereid het vorstelijk geschenk aan zijn compagnon af te staan, ook niet na dat de schout van Vriezenveen zich in de kwestie had gemengd. Op 20 novem- bet 1751 kwam de zaak voor en werd „gerigte" gehouden. In cïe aanklacht wordt melding gemaakt van de jachtpar tij, en dat Jan Gerrits als „gedagtenisse" van de Keizerin een „Blauw Kleet benef fens een Kamisool met silveren passe menten bezet" heeft gekregen, en dat Gerrit ten Cate niet genegen was, deze goederen aan de rechtmatige eigenaar af te geven. Laatstgenoemde werd gedag vaard. doch verzocht veertien dagen uit stel. Hoe het verder is gegaan met het vorstelijk geschenk, vermelden de be scheiden niet. Waarschijnlijk is later de kwestie in der minne geregeld. We von den deze geschiedenis zo aardig, dat hier op iets uitvoeriger werd ingegaan. Later werd meerdere malen belang stelling van het Keizerlijke hof onder vonden. Aaltje Berkhoff, die omstreeks 1800 een naaischool oprichtte, viel ook deze hoge eer ten deel. De Czaar zelf bracht aan deze naaischool enige keren een bezoek. Over de contacten, die admi raal Wicher Berkhoff met de Czaar later heeft gehad, en over de ontmoetingen van Cornelis Cruys met Czaar Peter de Grote, hopen we in een afzonderlijk ar tikel te vertellen. Naast de ondernemingsgeest van de Vriezenveners moet direct ook de vast heid in het geloof als één der hoofdken merken worden genoemd. Dit geldt ook wel in het bijzonder avoor deze Vriezen- veens-Russische periode. Ook in Sint Pe tersburg was voor hen de zondag een rustdag. Het behoeft daarom dan ook geen verwondering te wekken, dat reeds in de jaren 1712-1716 in deze grote Rus sische stad door de Vriezenveense koop lieden een hervormde gemeente werd ge sticht. Het was dan ook een blijde dag voor deze jonge .gemeente, toen in de cember 1717 de eerste Nederlandse domi nee Herman Gerard Grube de kansel kon beklimmen. Daar deze gemeente nog niet over een eigen kerkgebouw kon beschik ken, preekte ds Grube elke zondag in de Lutherse Kerk. De echtgenote van admi raal Cornelis Cruys, Catharina Voogt, schonk in 1718 aan deze hervormde ge meente twee zilveren offerschalen. In 1725 kon men over een eigen kerk be schikken en al vertoonde dit gebouw vele gebreken, toch was de Vriezenveense ko lonie bijzonder ingenomen met dit bede huis. Er werd direct een koster be noemd en aan wie kon dit beter worden toevertrouwd dan aan de Vriezenvener Johan Godfried Kruys. In dit gebouw werden tot 1834 de diensten gehouden. De wens van de kolonisten om zelf nog eens te komen tot de bouw van een nieuw en ruim kerkgebouw, ging in 1830 in ver vulling, toen met de bouw van deze kerk kon worden begonnen. Deze verrees aan (ie boulevard Newski Prospekt en vorm de het middelpunt van grote huizen- en winkelblokken. Op 15 juli 1831 kon de eerste steen worden gelegd en op 14 ja nuari 1834 werd dit fraaie bedehuis, waarvan de koepel boven de huizenblok ken uitsteekt, in gebruik genomen. Ds E. A. J. Tam ling, de toenmalige Nederland se predikant van de Hervormde gemeen te te Sint Petersburg, mocht deze in wij- dmgsdienst leiden. Onder de vele autori teiten, die de dienst meemaakten, waren ook de Prins van Oranje en zijn oudste zonen,, de latere koningen Willem T en Willem H. Het huizen- en winkel blok, waarvan c.e kerk deel uitmaakte, was eigendom van de hervormde gemeente, waaruit ze grote inkomsten verwierf, waardoor ze dan ook zeer rijk was en veel aan liefda digheid kon doen. Tot het uitbreken van de revolutie in 1917 heeft zij o.a. gelden beschikbaar gesteld voor leerlingen van de school op het Oosteinde van Vriezen veen, welke bestemd konden worden voor extra voeding etc. De predikanten kregen in die tijd een salaris van 8000 roebel per jaar, een honorarium, waarin men in Holland niet over durfde dromen. Veertien predikanten hebben gedurende twee eeuwen van 1717 tot 1917 de hervormde gemeente van St. Petersburg gediend. Dr H. P. Schim van der Loeff was de laatste Hollandse dominee. Deze heeft na de Russische revolutie van 1917 een tijdlang in de Russische hoofdstad gevangen gezeten. In mei 1920 werd hij op vrije voeten gesteld en kon verder ongehinderd het land veriaten. Uit het boekwerkje „Die Niederlandische Ge- me inde in St. Petersburg" blijkt, dat de Vriszenveners in de 19e eeuw een grote invloed hebben gehad op het kerkelijk leven aldaar. In 1922 werd de hervormde kerk genationaliseerd en in 1927 moest zij definitief worden gesloten wegens ge brek aan gemeenteleden en geldmidde len. Nog moet het kerkgebouw aan de Newski Prospekt er staan, maar ze doet thans dienst als schouwburg. Dat de ker- keleden van Petersburg met de kerk in Vriezenveen meeleefden, bleek wel op de inwijdingsdag van de verbouwde kerk op het Midden. Tijdens de inwijdings- dienst op 29 augustus 1801 kon ds J. H. van Laer mededelen, dat de hervormde gemeente van St. Petersburg ter gele genheid van deze gebeutenis een stel prachtige kaarskronen aan de kerk in Vriezenveen had geschonken, welke thans nog een sieraad van deze kerk vormen! Ook op andere wijze leefden de „Rus- lui", zoals de Vriezenveners, die naar Rusland gingen, werden genoemd, met de „Vjennelui" mee. Ruim een eeuw ge leden, toen de hoofdmeester van de oude middenschool in Vriezenveen zijn 40-ja- rig jubileum vierde, kwam één van zijn zoons ter bijwoning van dit feest speciaal •hiervoor uit Rusland over en bracht zijn vader een prachtig album mee, waarin zich de foto's van ongeveer 40 zijner leerlingen bevonden, die toen als koop-, lieden in Rusland waren geslaagd en zich aldaar bliijvend hadden gevestigd. In de loop der jaren zijn minstens enige honderden Vriezenveners in Rusland werkzaam geweest. En hoewel de gereT gelde tochten met de groene reiswagens aan het einde van de 19e eeuw en het be gin van deze eeuw tot een minimum wa ren gereduceerd, toch kwamen vooral in die tijd yele oudere Vriezenveners in 't Vjenne terug. Hebben zij een voorgevoel gehad van hetgeen komen zou? Velen belegden hun gelden in huizen en hypo theken, anderen bouwden prachtige villa's en sleten daar hun laatste jaren. In Vriezenveen kan men nog verschillen de van deze patriciërshuizen en villa's tussen de boerse woningen zien staan, maar hun aantal wordt steeds minder. Villa's o.a. van de bekende KruyshijamL lies werden in de laatste tientallen jaren afgebroken. Ook in Almelo vindt men nog verschillende herenhuizen, welke door de „Ruslui" in de tweede helft der 19e eeuw daar gebouwd zijn. In die tijd zei men, dat half Overijssel geld van Vriezenveen had. Er werd dikwijls ge fluisterd, dat bewoners van heel eenvou dige huizen er het warmst bijzaten. De genen, die 'hun gelden hadden belegd in Russische effecten, zagen in 1917 ineens een dikke rode streep door hun bezittin gen .gehaald. Ze waren in één slag waar deloos geworden. Verschillende van deze effecten sieren nu de wanden van de Vriezenveense oudheidkamer. Ook hier uit blijkt wel wat voor invloed deze han del op Rusland, die naast die van Vrie zenveners ook door Amsterdammers en Rotterdammers bedreven werd, heeft ge had, want men kan U in Vriezenveen obligaties tonen, die in drie talen zijn ge drukt, n.l. in het Russisch, Frans en Ne derlands. Kort voor het uitbreken der revolutie waren er nog tenminste 15 Vrie zenveense winkels en grossierderijen. Na 1917 werd van lieverlede alles genationa liseerd. De eenmaal zo ibloeiende kolonie werd eensklaos uit elkaar geslagen en wegevaagd en de commerciële buitenpost der Vriezenveners had daar ineens opge houden te bestaan. Het was een drama tisch sluitstuk van een periode van voor spoed en geluk. Voor enige weken geleden wist de secretaris van de Ver. „Oud-Vriezenveen" J. Hosmar, het document op te sporen, waarin de geschiedenis wordt be schreven van de jacht partij, die de Vriezenve ner Jan Gerrits met de Tzarïna van Rusland in 1751 maakte. ZO TROK VRIEZENVEEN NAAR RUSLAND

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1962 | | pagina 2