ZILVER OP ORANJE
eerste bloesems
pagina 3
Zaterdag 28 april 1962
HOLTENS NIEUWSBLAD
lIlllDUIIlDIIJDMillllllllllllllllIllllllllllllllllllllllllJllllllllllllllJllljlliijiiiiiiijiiiijiiiiijjiiiijiijiiiiijjiiiiiiijjjijiiiiijiijiijiiiiiiiiiKjiijiijiKiiiiiijiijiijiiijiiiiiiiiinjiijnijiijiijiijiiijiuijiiijijjiiijijiijiiujijjjjjiii
PROVINCIE GAAT DEFILEREN VOOR
KONINGIN, PRINS EN PRINSESSEN
Als eerste in de rij van provinciale hoofdsteden
zullen koningin Juliana en prins Bernhard, ter
gelegenheid van hun zilveren huwelijksfeest,
Zwolle bezoeken. Dit gebeurt op zaterdag
ochtend 5 mei. De vier prinsessen zullen hun
ouders vergezellen. Om kwart over tien arriveert
het vorstelijke gezelschap jjer trein. Om kwart
over één zullen zij weer vertrekken naar Arn
hem. 's Avonds zal een bezoek aan Utrecht wor
den gebracht.
Na ontvangst op het perron, het spelen van het
Wilhelmus door de Johan Willem Frisokapel en
het inspecteren van een erewacht van de fuse-
liers Prinses Irene, zal per auto een rijtoer van
g drie kilometer door de Stationswijk en Assen-
1 dorp worden gemaakt. Men begeeft zich dan
1 naar het aan de Stationsweg gelegen hotel Wien-
inmniiiiniiiiiiDiimiiiiiiifliiiiiimii
(foto J. Hamelberg)
tjes. Van het bordes af zullen de bezoekers een
défilé gade slaan van praalwagens en groepen,
die de hele provincie en de Noordoostpolder pre
senteren. Industrie en veeteelt, recreatie en folk
lore zullen op gevarieerde wijze worden uitge
beeld.
Het gezelschap steekt daarna de Stationsweg
over, naar de Buitensocieteit, voor een bijeen
komst van honderd jongeren uit de provincie; uit
elke gemeente twee. Voor hen zal het Twents
Jeugdorkest een kort concert geven. Er volgt
hierna een tweede, iets langere rijtoer, door
Wezenlanden, Wipstrik, Diezerpoort en binnen
stad, naar het provinciehuis in de Diezerstraat.
Daar zullen de fractievoorzitters van de Provin
ciale Staten worden voorgesteld. Er wordt ver
volgens een koud buffet geserveerd. Per auto be
geven koningin, prins en prinsessen zich tegen
één uur weer naar het station.
OVERPEINZING EX VAN
TIIOMASVAER EN PIETERNEL
ter gelegenheid van het 25-jarig
Huwelijk van ons Koningspaar.
P. Ja, Thomasvaer, er is zowaar,
Thans Zilver op Oranje.
We zijn toch wel een nuchter volk,
Vaak wars van alle franje.
Maar dit wordt feestelijk herdacht.
Th. Nu, daarvoor is wel reden.
We toeven in gedachte weer
Eens even in 't verleden.
Ik denk aan die septemberdag.
Verloving werd bekend.
Er kwam, hoewel het crisis was,
Haast aan de vreugd geen end.
P. DenK aan die januaridag.
Toen 't Vorstelijk Paar ging trouwen.
Ons Holland vierde vrolijk feest.
Plet volk was niet te houwen.
Oranje voert de boventoon.
Ons volk was weer eens één.
Hoog laaide dan de vreugde op,
Waar ook dit Paar verscheen.
Th. De huwelijkreis naar Polen was
Een rusttijd tot en met.
Al werd door menig journalist,
Terdege opgelet.
Weer later was er de „Piet Hein",
Waar veel mee werd gevaren.
Het was echt een geschenk van ons,
Hoewel we arm toen waren.
P. Een jaartje later nieuwe vreugd.
Een Prinsenkind geboren
De vlaggen wapperden al gauw,
Je zag ze op de toren.
Dat was in jaren niet geschied:
d' Oranjeboom bot uit.
Pietgeen ook voor de toekomst wel
Heel veel in zich besluit.
Th. En toch was 'l politieke zwerk,
Zo onheilspellend donker.
De onweerswolken pakten saam.
Er was geen stargeflonker.
't Was bij Irene erger nog:
Haar naam beduidde: Vrede.
P. Maar of hiernaar zo werd gehaakt
Door Duitsland, da's een tweede.
Op die beruchte tiende mei,
Toen dreigde er gevaar.
Ons landje moest verlaten dus.
De boot lag die dag klaar.
En wij, we wisten al te goed:
Oranje kent 't gevaar.
Het was toen heus geen laffe vlucht.
Hier heerste de barbaar.
Th. En hij gedoogt Oranje niet.
Wat werd ons volk geknecht.
De vrijheid raakte in de knel.
Ze kon hier niet terecht.
In Ottawa, was nog een plaats,
Daar kon Oranje leven.
En nu kon een geliefde Prins,
Z'n beste krachten geven,
Aan de bevrijding van ons volk.
P. Me dunkt dat is gedaan.
Want nog zou de Oranjezon
Voorgoed niet ondergaan.
Er werd een derde Prinsenkind,
In Canada geboren.
We konden dit zo blijde nieuws
In 't diepst geheim toch horen.
Th. 't Gaf nieuwe hoop aan Nederland.
Wat waren we verblijd.
Maar ja, vijf jaren is toch wel,
Een o zo lange tijd.
En af en toe, dan klonk de stem,
Van de Oranjes door.
Zodoende ging niet alle hoop
Bij Holland nog teloor.
Plerademd werd er weder, als
Die verre stem ons zei:
De duitse Adelaar verliest.
Ons Nederland komt vrij.
P. Het Prinslijk Paar werd weer vereend
Op vaderlandse grond,
Waar men zo heel veel Zcig verwoest,
En niet meer wedervond.
Soestdijk was wederom bewoond.
Het Prinselijk gezin,
Nam na een o zo bange tijd.
Hier plaats
Theen nieuw begin
Ook voor 't bevrijde Vaderland.
Hoe zou het verder gaan?
Zou Wilhelmina, als vorstin,
Regeren hier voortaan?
Of komt haar Dochter op de troon?
Dat waren van die vragen.
P. In '48 was 't de tijd,
Dat 't plechtig overdragen
Voor 't oog van 't nederlandse volk,
Zeer plechtig werd gevierd.
Waar het Oranje elke borst
En elke gevel siert.
„Wie ben Ik. dat Ik dit mag doen"
Zo sprak de Koningin.
Th. Landsmoeder zou Zij voortaan zijn,
Landsmoeder van 't gezin,
Dat maar gedurig groter wordt.
P. En steeds meer eisen stelt.
Dat is voorwaar geen lichte taak.
Toch kan veel goeds gemeld.
We kwamen er weer bovenop.
We hadden nog wel zorgen,
Maar onze opbouw vordert goed.
Th. Ook kruis bleef niet verborgen.
Marijke was het zorgenkind,
Van 't Koninklijk gezin.
Al spant men ter verlichting dan
Ook alle krachten in.
P. We leefden allen hierin mee.
Dat werd zo aangevoeld.
De liefde voor 't Oranjehuis,
Is heus nog niet bekoeld.
Wat leefde ook Oranje mee,
In blijde en droeve dagen.
lllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllHIIÜIi
Th. Denk dan maar even aan de Ramp.
Waar we d' Oranjes zagen?
In Zierikzee, op Duiveland,
Op 't eiland van Flakkee,
In die gebieden, overspoeld
Door 't water van de zee.
P. Zo kunnen we nog verder gaan.
Er is veel werk verzet.
Waar de Oranjezon maar scheen,
Daar hoefde niet gelet
Op rang en stand op arm of rijk.
Dan was er geen verschil.
Het maakte soms 'n ieder zo
Verlegen en zo stil.
Th. De Prins was een ambassadeur,
Van 't allerbeste soort.
Hij spoedde zich maar telkens weer
Naar 't allerverste oord.
P. Die goodwill-reizen mag ik wel.
Ze brengen geld in 't laadje.
De industrie ziet hier en daar,
Weer wel eens een nieuw gaatje.
We moeten 't zoeken in d' export,
En heel veel fabriceren.
We mogen deze tijd van vreê,
Toch zeker wel waarderen.
Het rod-wit-blauw van onze vlag,
Is nog geen contrabande.
Th. Er heerst betrekkelijk nog rust
En welvaart in den lande.
En op het rustig stille Loo,
Daar toeft nu de Prinses.
Zij stond weleer een halve eeuw
Voor Nederland in de bres.
We gunnen Haar nog menig jaar,
Van welverdiende rust.
P- We zijn ons van één voorrecht toch
Zeer zeker wel bewust.
En dat is dat Oranje hier
In Holland mag regeren.
Het kan zo schielijk in een land,
Op 't onverwachts soms keren.
Th. En blikken we nog eens terug,
Hoe snelden dan de jaren.
We kunnen heden alles niet
Begrijpen en verklaren.
De stroomversnellingen van de tijd,
Heeft ons ook in haar ban.
P. Maar rond 't geliefd Oranjehuis,
Staan w' allen als één man.
d' Oranjezon moog menig jaar,
Ons volk dan ook bestralen.
En als we ons bij 't heuglijk feit,
Van deze dag bepalen,
Dan hebben w' op dit Zilveren Feest.
De allerbeste wensen.
Uit naam van heel ons Vaderland.
Van allerhande mensen.
God zegene dit Zilveren Paar.
Oranje sta aan 't hoofd.
Dat nooit de vrijheid aan ons volk,
Door vreemden worde ontroofd.
TIJMEN.
Ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van H.M. de
Koningin en Prins Bernhard heeft zich een landelijk comité ge
vormd voor het bijeenbrengen van een Nationaal Geschenk. Het is
de bedoeling een kapitaal bijeen te brengen om hiermede blijk te
geven van de verbondenheid van ons volk met het Huis van Oranje.
Het Zilveren Bruidspaar zal een bestemming aan dit kapitaal geven
ter bevordering van het jeugdwerk. De Koningin en Prins schenken
twee terreinen, één te Uddel en één bij Veere, teneinde hierop jeugd
centra te doen stichten met de bijeengebrachte gelden.
Is TA.
Verenigd op Nederlandse bodem: 3 augustus 1945.
''W^AVVAAAA/^AAAAAA^^/WWVW*WvVWWWV^A /WVWWS