Oude jaarstoespraak van de Burgemeester De Burgemeester, Mr. W. H. Enklaar, heeft in de laatste raadsvergadering van het jaar, op woensdag j.l., de volgende rede uitgesproken: Mijne heren leden van de raad, Nog enige dagen scheiden ons van het jaar 1961. Het einde van deze raadsver gadering betekent tevens het. einde van 's raads werkzaamheid in dit jaar. Voordat wij uiteengaan, wil ik met u nog even de polsslag van ons gemeente lijk leven voelen en met u luisteren naar de hartslag van de gemeente, die wij te besturen hebben. De situering van Holten aan een knooppunt van wegen, waardoor men goede verbindingen heeft naar west en oost, naar zuid en noord, stempelen haar reeds tot een streekcentrum, zij het van 'bescheiden allure. De grote verkeersweg E 8 en de even belangrijke spoorweg AmsterdamEn schede dragen al evenzeer bij tot de ont wikkeling, welke Holten de laatste jaren doormaakte en tot het gunstige klimaat van Holten als woonoord, recreatiecen trum en plaats voor industrievestiging. Door deze zeer gunstige geographische ligging is Holten als het ware voorbe stemd om mensen tot zich te trekken en om een middelpunt te worden van aller lei activiteiten. In deze functie, welke Holten wil en moet vervullen, past, dat 'het het cen trum wordt voor instellingen van onder wijs, voor verzorgende bedrijven en dat het voorts werkgelegenheid biedt voor het haar omringende gebied. Het benutten van deze uitermate gun stige voorwaarden, welke Holten heeft medegekregen, bepalen met name de op dracht, welke het gemeentebestuur zich 'bij zijn beleid heeft gesteld. Het mag dan zijn, dat de gemeente Holten een in verhouding tot andere ge meenten, redelijke uitkering uit het ge meentefonds ontvangt. Dit neemt niet weg, dat deze uitkering toch niet toerei kend is, om het verzorgingspeil der ge meente op die hoogte te brengen, die wel wenselijk is. Niet mag immers vergeten worden, dat onze gemeente krachtens haar ligging en structuur gans andere taken heeft te ver vullen, dan die waarvoor andere platte landsgemeenten van gelijke of grotere omvang zich gesteld zien. Is op grond van haar centrale ligging Holten de aangewezen plaats om instel lingen van onderwijs te concentreren, an derzijds betekent een dergelijke concen tratie een stimulans om Holten als woon plaats te verkiezen. Ik acht het daarom in het welbegre pen belang van gemeente en omliggend gebied dat deze concentratie van onder wijsinrichtingen verder voortgang vindt en dat er grote aandacht aan wordt be steed, dat deze onderwijsinstellingen zo goed mogelijk zijn en dat haar ontwik keling met de meeste kracht wordt be vorderd. De centrumfunctie van Holten voor in richtingen van onderwijs zal zich naar mijn verwachting in de toekomst nog verder kunnen uitbreiden. De invloed hiervan zal verder bepalend zijn voor de bloei van onze gemeente. De nieuwe wet op de financiële ver houding tussen Rijk en gemeenten heeft het nog steeds niet tot het staatsblad we ten te brengen. Het is te hopen, dat deze in andere en voor de gemeenten gunstiger vorm, vol doende ruimte zal laten voor een onge stoorde en evenwichtige ontplooiing van de gemeentelijke activiteiten, zoals wij die geboden achten. Holten wil een centrum worden niet alleen voor onderwijs, het wil ook gaar ne als woonplaats velen tot zich trekken. Hiertoe zal het nodig zijn om bouwter reinen beschikbaar te hebben, een ge bied voor vdllabouw te ontsluiten en voort te gaan om van Holten een goed leefbare en aantrekkelijke gemeente te maken. Het stichten van een aardgasbedrijf, waartoe wij in deze vergadering beslo ten, is daarvan een onderdeel. Het verder ontwikkelen van voorwaar den, waardoor Holten voor de zomergast aantrekkingskracht behoudt, zal niet al leen door de vakantieganger worden ge waardeerd, doch betekent tevens een sti mulans voor een gezonde ontwikkeling van de plaatselijke middenstand. Op deze wijze grijpt het ene in het andere en zal men door hét afstemmen van zijn beleid op al deze facetten in onze samenleving, aller belangen dienen. Zo zal een toeneming van het aantal inwoners en het hoe langer hoe meer voorkomende verschijnsel, dat het zeer kleine boerenbedrijf, waarop met hard werken en grote zorgen slechts een so ber bestaan wordt verkregen, verdwijnt, het gemeentebestuur voor de plicht stel len, werkgelegenheid in plaatselijke in dustrieën te bevorderen. Ik geloof, dat niemand zal begeren om van Holten een specifieke industrieplaats te maken. Wij zouden hiermede het ka rakter van Holten geweld aandoen en juist datgene te niet doen, waaraan onze gemeente zijn aantrekkelijkheid en char me ontleent. Ik meen echter, dat het een wijs be leid is de industriële ontwikkeling aan te passen aan het beschikbare arbeidspo tentieel en niet meer industrieën aan te trekken, als in redelijkheid kunnen wor den bemand. Hiermede wordt niet alleen de bevol king doch evenzeer de fabrikant gediend. Het bestaan toch van hen, die thans als werkforens buiten de plaats hun brood moeten verdienen, wordt rustiger, zij verkeren langer in het eigen gezin, zij kunnen werken met mensen, zoals zij zelf zijn, met dezelfde belangen en inte ressen, met dezelfde maatstaven van goed en kwaad, met dezelfde gebonden heid aan streek en plaats, met dezelfde gebruiken en gewoonten, wanneer zij in eigen plaats hun passend werk kunnen vinden. Ik zie ons beleid in deze dan ook al dus, dat geen industriebevordering plaatsvindt om der wille van de indu strie, doch slechts om der wille van het scheppen van werkgelegenheid voor on ze eigen mensen en hen die in de peri pheric wonen. Ik meen er goed aan te hébben gedaan hiermede nog eens onder woorden te hebben gebracht langs welke lijnen het gemeentelijk beleid zich naar mijn wijze van zien, in het algemeen zal hebben te bewegen. Mij thans bepalende tot de verschillen de onderdelen, waaruit de gemeentehuis houding is samengesteld, wil ik gaarne op verschillende punten nog nader in gaan. WONINGBOUW-HUIS VESTING Terugziende op de jaren, die sedert de bevrijding zijn verlopen, mogen wij over het sedertdien tot stand gekomen aantal woningen niet ontevreden zijn. De zorgen, die de woonruimtecommis sie met de verdeling der woonruimte had, mogen dan misschien verlicht zijn, een feit is het echter, dat nog steeds niet kan worden voldaan aan vele gerechtvaar digde verzoeken om huisvesting. Het aan tal woningzoekenden, dat het vorige jaar 94 bedroeg, bedraagt thans 107, waarvan 30 van buiten de gemeente. De woon ruimtecommissie blijft gelukkig de zor gen voor een rechtvaardige verdeling van woonruimte dragen en is daarbij het ge meentebestuur tot grote steun. Ik wil haar hiervoor op deze avond gaarne mijn dank brengen. Ik kan mij voorstellen, dat men wel eens wrevelig is te moeten bemerken, dat er bepaalde gezinnen van buiten de ge meente bij de toewijzing van woningen een zekere prioriteit genieten. Het gemeentebestuur volgt dit beleid doelbewust, omdat het anders bepaalde voor hun zeer zwaar wegende gemeente belangen in de weg zou staan. Het onder wijs en daarmede het belang van onze kinderen wordt er ten zeerste mede ge diend, dat aan onze scholen de beste on derwijzers worden benoemd. Deze zijn "slechts te verkrijgen, wan neer een woning in uitzicht wordt ge steld. Het zelfde geldt t.a.v. de gemeente administratie en is tevens van toepas sing op de industriële bedrijven, die wij zo gaarne willen aantrekken. Het is duidelijk dat men niet alleen kersen kan eten, dooh dat men deze ook moet plukken. Ik wil hiermede maar zeggen, dat men er ook bij de aantrekking van bedrijven niet mede is schone beloften te doen, doch dat men deze ook waar moet maken en waar moet blijven maken. Men schijnt helaas ten departemente van volkshuisvesting en bouwnijverheid nog steeds de steen der wijzen niet te hebben gevonden. Het woningbouwbeleid gaat nog steeds met horten en stoten en telkens komt men weer voor onverwachte onaangena me verrassingen te staan. Ik vrees, dat men in 1961 de liberalisa tie van dit bouwbeleid weer voor een deel zal zien verdwijnen. Van enigerlei vorm van decentralisatie, waarbij de ge meenten een eigen verantwoordelijkheid te dragen hebben, is vooralsnog in on voldoende mate sprake. Met vreugde mag ik constateren, dat de particuliere woningbouw in het afge lopen jaar behoorlijk op gang is geko men. Het uitbreidingsplan de Gaarden, waarvoor eind 1957 de eerste schop in de grond werd gestoken en dat voorzag in de bouw van 123 woningen, is uitver kocht. Het komende jaar zal de laatste wo ning daarin, naar verwacht mag worden, onder de kap staan. Ik wil in dit verband met bijzondere voldoening het complex van 15 huur woningen noemen, dat onze plaatselijke architect, de heer van de Bovenkamp bij ons heeft ingediend. Het is te betreuren, dat de ontwikke ling van een dergelijk complex, dat voor de ingezetenen van zo uitzonderlijk be lang is, zo moeilijk van de grond kan komen. De bouw van huurwoningen is voor de gemeente van veel groter belang, dan die van koopwoningen. Het is daarom, dat het gemeentebe stuur de ontwikkeling van dit huurwo ningenplan met grote vreugde heeft be groet. Te groter is daarom onze teleur stelling dat wij bij de realisering daar van zo vele obstakels op onze weg von den. In het afgelopen jaar kwamen gereed: 13 woningwetwoningen 18 z.g. koopwoningen 3 woningen van het Groene Kruis 15 particuliere woningen. In aanbouw of in voorbereiding zijn 28 woningen (w.o. 15 woningen van de architect van de Bovenkamp). Voorts zijn 14 woningwetwoningen in aanbouw, waarvan 3 bejaardenwoningen. Het Groene Kruisgebouw is in gebruik genomen. De boerenleenbank is in aan bouw. De postkantoorplannen zijn nage noeg gereed om gerealiseerd te worden, terwijl het stationsgebouw van de Neder landse spoorwegen verbouwd is tot een der spoorwegen waardig gebouw. Planologisch hebben wij de bestem mingen in onze uitbreidingsplannen in hoofdzaak en in onderdelen aagepast aan de bestaande toekomstverwachtingen. Voorts is onze stedebouwkundige doen de met het maken van een z.g. kernplan voor de kom van Holten en is opdracht verleend een plan voor een villa-terrein te ontwerpen. De grondaankopen in het plan Kolweg vorderen zeer bevredigend. MIDDENSTAND De middenstand heeft ook in het af gelopen jaar begrepen, dat wanneer het getij verloopt, de bakens dienen te wor den verzet. De winkelpanden van H. Haan, fa. ten Velde, G. H. Broekhuis, A. Mulder, G. H. Koopman, gebr. Steu nenberg, gebr. Veldhuis, H. J. Aaftink, Zoetbrood en Steunenberg, Klein Velder- man en Maats wei-den vernieuwd en of gemoderniseerd. De zuivelfabriek opende een nieuwe winkel voor zuivelprodukten. De gebr. Wansink pasten hun werk methode aan aan de eisen des tijds dooi de bouw van een imposante silo, die, of schoon deze gebouwen vaak door hun vorm een stortend element vormen in het dorpsbeeld, zich hiervan door zijn fraaie afwerking, zeer gunstig onderscheidt. De weduwe Nijland, schaarde zich, door de bouw van een spoellokaal, in de rijen van hen, die onze voedselvoorzie ning verzorgen. INDUSTRIE De ter plaatse gevestigde industrieën bleven zich gunstig ontwikkelen. Ter Horst en Co, vierde zijn 125-jarig be staan. In de feestviering mocht ook onze gemeente delen. Groene Kruis, Rode Kruis en Muziekvereniging ondervonden, dat dit bedrijf, dat de jaren door voor de gemeente Rijssen zo zeer ten zegen is geweest, ook Holten niet wil vergeten. De heer Klein Velderman heeft aan zijn bedrijf van sneeuwbestrijdingsmate- rieel een belangrijke uitbreiding gege ven. Het verheugt mij, dat dit eerste bedrijf op ons industrieterrein zo'n grote vlucht neemt. De vleeswarenfabriek Encko, waarvan onze plaatsgenoot J. Kalfsterman één dei- promotors is, vestigde zich op het indu strieterrein. Deze vestiging van een met ons slachthuis verwante industrie, is door ons bijzonder gaarne gezien. De laatste tijd blijkt steeds meer be langstelling te bestaan voor vestiging van bedrijven in onze gemeente. Een voorzichtig en wijs beleid in de zen is in het belang van fabrikant en ge- m'eente. VERHARDING VAN WEGEN De Braamweg, Gagelweg en Langstraat mochten wij deze zomer in gebruik ne men. Hiermede kwam weer een deel klaar van de cirkel van harde wegen, die rond Holten tot stand komt. De Pasmansweg en de Weversweg, welke dit najaar gereed kwamen, bete kenen een welkome ontsluiting van het gebied in het noorden van onze gemeen te. Het gedeelte van de Oude Diepen- veenseweg, dat werd verhard is tot stand gebracht in het kader van ontsluiting van een villa-terrein nabij de Raalter- weg. De Kerkhofsweg kwam gereed, terwijl credieten werden verkregen voor de be strating van de Kerkstraat en de Spar- renweg. De opsomming van hetgeen in dit op zicht tot stand kwam, geeft mijns in ziens geen voedsel aan de nog wel eens gehoorde klacht, dat aan de boerenbe- langen te weinig aandacht wordt gege ven. ONDERWIJS Ik acht mij ontslagen van dé plicht thans nog veel beschouwingen te wijden aan de toekomst van het onderwijs in Holten, omdat ik daarover reeds uitvoe rig sprak. Mij bepalende tot de feiten, kan ik er slechts mijn voldoening over uitspreken, dat het onderwijzend personeel van alle scholen ter plaatse met toewijding en bekwaamheid zich van de op hen rus tende taak heeft gekweten. Het is een voorrecht onze kinderen aan onderwijzers, onderwijzeressen en leid sters met zulk een gerust hart te mogen toevertrouwen. Nog onlangs werden wij bepaald bij de opening van een nieuwe openbare kleu terschool. Deze school is al weer te klein. Ernstig dient echter te worden overwo gen om aan deze school geen verdere uit breiding te geven, doch om veeleer te onderzoeken of niet beter in het plan Kolweg een tweede kleuterschool dient te worden gesticht. Vooralsnog hopen wij in de gelegenheid te zijn een derde leid ster met haar kleuters onder te brengen in de openbare lagere dorpsschool. De bouwplannen voor een nieuwe ulo school verkeren inmiddels in een derge lijk stadium, dat vertrouwd mag worden, dat in het voorjaar 19.61 met de bouw kan worden begonnen. Deze school, waaraan in het afgelo pen jaar de 10e en 11e onderwijzer werd verbonden zal in september een 12-mans- school worden. Wanneer de tendens zich zou voort zetten om de opleiding van de a.s. boe ren te leiden via de ulo-school naar de middelbare landbouwschool, dan geloof ik, dat de groei van deze school nog niet tot staan zal zijn gekomen. Ik weet niet of voor een goede ontwik keling tot boer deze weg wel het verkie- selijkst is en of een vooropleiding op de lagere landbouwschool toch niet de bes te is. Plaatselijk zal men deze richting naar mijn oordeel bepaald niet mogen kiezen, alleen omdat wij thans onze prachtige landbouwschool hebben moeten prijsge ven. Ik heb bij dit verlies van deze school op 31 oktober 1.1. reeds uitvoerig stil ge staan. Het is verstandig thans afstand te nemen van hetgeen er is geschied, ook al gaat deze opheffing in tegen de denk beelden, die ik met betrekking tot de concentratie van onderwijsinstellingen in Holten heb ontwikkeld. In Bathmen en Markelo zullen de leer krachten zeker ook goede boeren van onze jongens weten te maken. Ik heb vertrouwen, dat de stichting van een landbouwhuijShoudschool te Holten nabij is. Het gebouw der lagere landbouwschool zal dan met zijn nieuwe bestemming op andere wijze zijn opdracht: „gesticht tot verheffing van de boerenstand" getrouw kunnen blijven. Het besef hiervan, kan een pleister op de wonde betekenen. De inrichtingen van lager onderwijs in Holten functio neerden, zoals wij dat mochten verwach ten. De boventallige onderwijzeres te Dijkerhoek bleef behouden. CULTURELE AANGELEGENHEDEN De plaatselijke verenigingen, die zich bezig houden met muziek, zang en to neel, vertoonden een verheugende activi teit. Ik geloof, dat het misverstand, als zou het animeren van beroepstoneelvoorstel lingen in ons dorp door het gemeente bestuur, zijn grond vinden in een gemis aan waardering voor de prestaties van de plaatselijke amateurtoneelverenigingen, wel uit de weg is geruimd. Het tegendeel is waar. Het is voor ieder gemeentebestuur een reden tot vol doening, wanneer met name het vereni gingsleven in het culturele vlak getuigt van zoveel ambitie, toewijding en activi teit, als te Holten het geval is. iDe in 1960 met steun van de gemeente en jeugdgroepen gehouden toneelvoor stellingen waren met name bedoeld als ondersteuning van de plaatselijke cultu rele activiteiten en belangstelling. Dat er ook in kringen, waarvan men dat vroeger niet verwacht zou hebben, iets aan het veranderen is, blijkt wel uit het feit, dat de gereformeerde groep in onze gemeente zulk een belangrijk be drag bijteen bracht, teneinde van het jeugdgebouw een goed geoutilleerde to neelzaal te maken. Ook in de Nederlands hervormde kring blijkt men doordrongen van de noodzaak tot een andere aanpak van het jeugd werk. Het is begrijpelijk, dat men aan deze nieuwe wijze, waarop thans de jeugd wordt opgevangen, moet wennen. Ik wil gaarne mijn bewondering uit spreken voor de moed, waarmede de ker- keraad der Nederlands hervormde ge meente zich heeft opengesteld voor het geen de jeugd van hem verwachtte. Ik hoop van harte, dat de gevaren, die er ontegenzeggelijk in deze nieuwe vorm van jeugdwerk kunnen schuilen, niet re- eel zullen blijken te zijn, doch dat in te gendeel de jeugd in opbouwende zin zijn antwoord zal geven. Voorts zijn plannen in voorbereiding om in het komende jaar een gebouw te stichten, waaidn de plattelandsbibliotheek annex leeszaal, als openbare leeszaal kan worden ondergebracht. De grote belang stelling, welke ter plaatse voor deze bi bliotheek bestaat is verrassend en nood zaakt tot het treffen van maatregelen, waardoor de ontwikkeling hiervan voort gang kan hebben. Dokter Nagelhout ging ook in het af gelopen jaar onversaagd voort met het realiseren van zijn ideeën, de kunst na der tot het publiek te brengen. Wij mochten hiervan ook in Holten profiteren. Dat uw raad in de begroting 1961 een crediet zal willen voteren voor de lang verwachte muziektent acht ik nauwelijks aan twijfel onderhevig. VREEMDELINGENVERKEER Het vreemdelingenverkeer is een jaar lijks voortdurend stijgende bron van in komsten voor onze ingezetenen. Niet alleen zij, die als houders van re- creatiebedrijven rechtstreeks hun inkom sten aan het vreemdelingenverkeer ont lenen, maar bijkans iedere neringdoende of ambachtsman vaart hier direct of in direct wel bij. Het beleid van ons gemeentebestuur is dan oo'k zeer bepaald gericht op de bloei hiervan. Ik moge U in dit verband noemen de aanleg van het nieuwe zwembad, waarin ik deze zomer tezamen met U een duik hoop te nemen. Voorts betekent het nieuwe V.V.V.- informatiekantoor een verhoogde service aan de zomergast en een middel om het V.V.V.-apparaat beter te doen functio neren. Met spanning wordt nog gewacht op het resultaat van de-actie tot het bijeen brengen van gelden voor de inrichting van dit kantoortje, welke reeds geruime tijd geleden door en onder belangheb benden bij het vreemdelingenverkeer is gehouden. Met de plannen voor de verharding van een toerweg over de Holterberg heeft Uw raad reeds ingestemd. Zodra de vereiste goedkeuringen zijn verkregen zal het werk worden aange vat. De wijze, waarop het provinciaal be stuur wil participeren in de hoge kos ten van dit belangrijke werk stemt tot grote erkentelijkheid. De steun, welke wij mochten ontvangen bij het ontwerpen van het plan van de Provinciale Planologische Dienst, de Pro vinciale Waterstaat, alsmede van het Staatsbosbeheer en dan met name van ir R. Koster, h'ebben wij daarbij dankbaar aanvaard. Nieuwe bungalowbedrijven werden in het afgelopen jaar in gebruik genomen, ik noem U het Twen'haarsveld en de Haspel. De reeds bestaande bedrijven breidden zich uit, zo werden 15 nieuwe zomerhuisjes gelbouwd. Het dorpshotel Holterman verbeterde zijn accomodatie door een fraaie verbouwing, belangrijk, terwijl hotel „In den Swarten Ruyter" zijn oude exploitatievorm weder ging volgen. Ten aanzien van de omvang van het vreemdelingenverkeer noem ik u enige vergelijkende cijfers. Aantal vakantiegangers: 1959: 8570 1960: 14070 Aantal dagjesmensen bewoog zich om de 125.000. Aantal overnachtingen: 1959: 52907 1960: 101744 De logiesaccomodatie is thans: 8 hotels met 241 bedden pensions mtet 122 bedden bungalowbedrijven: 646 bedden part. zomerverblijven: 74 bedden gemeubileerde kamers: 124 bedden Zoals U ziet is het V.V.V.-wezen in vol le ontwikkeling, alom wordt Holten ge zocht als vakantie-oord. Ofschoon het verzadigingspunt t.a.v. het stichten van recreatiebedrijven nog niet is bereikt, zou het mijns inziens toch een verkeerd beleid zijn, wanneer zonder meer en critie'kloos maar medewerking zou worden verleend, aan een ieder, die te Holten recreatie-inrichtingen zou' wil len stichten. Wij zullen er oog voor moeten hebben, dat er in Holten nog gebieden blijven, waar men zich kan recreëren, waar nog de rust, de stilte en de eenzaamheid heerst en de mens zich zelf kan vinden. GEMEENTELIJK ELEKTRICITEITS BEDRIJF De administrateur-bedrijfsleider, de heer Westerik, heeft zijn oude vitaliteit en werkkracht nog niet hervonden. In het afgelopen jaar werkte hij nog niet geheel op volle kracht, er is echter reden om aan te nemen, dat hij weldra de leiding van het bedrijf geheel weer in handen zal ne men. Het bedrijf ontwikkelde zich voorspoe dig en wij zijn dankbaar, dat de heer H. H. Vogt op zo uitnemende wijze de heer Westerik verving en bijstond. Het aardgasbedrijf zal met het g.e.b. worden samengevoegd tot één gemeente lijk energiebedrijf. De reorganisatie van de gemeente-administratie hield hiermede nauw verband. Thans is de administratie van alle gemeentelijke bedrijven' onder gebracht ter gemeentesecretarie, alwaar een nieuwe ambtenaar met de daaraan verbonden werkzaamheden is belast. KEURINGS-, WAAG- EN SLACHTHUISBEDRIJF De verdere ontwikkeling van dit be drijf hangt af van de grotere expansie mogelijkheden, welke met het tot stand komen van een nieuw slachthuis gescha pen worden. De bouwplannen van dit nieuwe slacht huis komen mijns inziens veel te traag tot ontwikkeling. Het aantal slachtingen in 1960 heeft de verwachtingen overtroffen. De cijfers voor 1960 zijn 11014 slachtingen (1959- 9411). E 8 De plannen van de Rijkswaterstaat tot het bouwen vari een autosnelweg zijn door ons zuiver plaatselijk gezien met voldoe ning begroet, omdat hiermede een ontlas ting wordt verkregen van het jaarlijks toenemende verkeer, dat zich door ons dorp moet persen. Wij hebben ons kunnen verenigen met het tracé, dat oorspronkelijk aan ons ter beoordeling werd voorgelegd. Belangen in andere delen van het ge bied, waardoor deze weg was geprojec teerd, heeft geleid tot een ander tracé, waartegen bij ons zeer ernstige en onover komelijke bezwaren zijn gerezen. Deze bezwaren zijn van economische, agrarische en landschappelijke aard. Het nieuwe tracé doet grote schade aan de recreatieterreinen, die wij op de Bor- keld hebben ontsloten. Aan de bestaande terreinen wordt o.i. niet alleen grote schade berokkend, doch bovendien worden deze door het Ontwor pen weglichaam volkomen, afgegrendeld. Juist om uit landschappeiijkoogpunt bij zonder fraaie gebieden te sparen is er door ons naar gestreefd het z.g. zomer huisjesterrein op de Borkeld te concen treren. Wanneer de plannen van de Rijkswa terstaat doorgang zouden vinden, zouden wij vestiging van zomerhuisjesterreinen daar moeten overwegen, waar zij deze uit stedebouwkundige overwegingen niet zou den wensen. Voorts betekent het nieuwe tracé een voor de boerenbedrijven onaanvaardbare doorsnijding. Het oude tracé was juist zo getrokken, dat de boerenbelangen ter plaatse zo min mogelijk schade werd be rokkend. v U kunt er u van verzekerd houden, dat burgemeester en wethouders diligent zul len zijn en blijven, om voor onze gemeen te een redelijke oplossing te verkrijgen. Ik ben mij er van bewust, dat met het bepalen van het tracé van de E 8 niet al leen rekening kan worden gehouden met de belangen van Holten en dat ook van ons in alle redelijkheid offers mogen worden verlangd. Het gaat echter mijns inziens niet aan om zoals thans geschied is, alleen Holten voor de consequenties van de tracé-ver legging te stellen. (Vervolg op pagina hiernaast)

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1960 | | pagina 8