Oude jaarstoespraak van de Burgemeester
De Burgemeester, Mr. W. H. Enklaar,
heeft in de laatste raadsvergadering van
het jaar, op woensdag j.l., de volgende
rede uitgesproken:
Mijne heren leden van de raad,
Nog enige dagen scheiden ons van het
jaar 1961. Het einde van deze raadsver
gadering betekent tevens het. einde van
's raads werkzaamheid in dit jaar.
Voordat wij uiteengaan, wil ik met u
nog even de polsslag van ons gemeente
lijk leven voelen en met u luisteren naar
de hartslag van de gemeente, die wij te
besturen hebben.
De situering van Holten aan een
knooppunt van wegen, waardoor men
goede verbindingen heeft naar west en
oost, naar zuid en noord, stempelen haar
reeds tot een streekcentrum, zij het van
'bescheiden allure.
De grote verkeersweg E 8 en de even
belangrijke spoorweg AmsterdamEn
schede dragen al evenzeer bij tot de ont
wikkeling, welke Holten de laatste jaren
doormaakte en tot het gunstige klimaat
van Holten als woonoord, recreatiecen
trum en plaats voor industrievestiging.
Door deze zeer gunstige geographische
ligging is Holten als het ware voorbe
stemd om mensen tot zich te trekken en
om een middelpunt te worden van aller
lei activiteiten.
In deze functie, welke Holten wil en
moet vervullen, past, dat 'het het cen
trum wordt voor instellingen van onder
wijs, voor verzorgende bedrijven en dat
het voorts werkgelegenheid biedt voor
het haar omringende gebied.
Het benutten van deze uitermate gun
stige voorwaarden, welke Holten heeft
medegekregen, bepalen met name de op
dracht, welke het gemeentebestuur zich
'bij zijn beleid heeft gesteld.
Het mag dan zijn, dat de gemeente
Holten een in verhouding tot andere ge
meenten, redelijke uitkering uit het ge
meentefonds ontvangt. Dit neemt niet
weg, dat deze uitkering toch niet toerei
kend is, om het verzorgingspeil der ge
meente op die hoogte te brengen, die wel
wenselijk is.
Niet mag immers vergeten worden, dat
onze gemeente krachtens haar ligging en
structuur gans andere taken heeft te ver
vullen, dan die waarvoor andere platte
landsgemeenten van gelijke of grotere
omvang zich gesteld zien.
Is op grond van haar centrale ligging
Holten de aangewezen plaats om instel
lingen van onderwijs te concentreren, an
derzijds betekent een dergelijke concen
tratie een stimulans om Holten als woon
plaats te verkiezen.
Ik acht het daarom in het welbegre
pen belang van gemeente en omliggend
gebied dat deze concentratie van onder
wijsinrichtingen verder voortgang vindt
en dat er grote aandacht aan wordt be
steed, dat deze onderwijsinstellingen zo
goed mogelijk zijn en dat haar ontwik
keling met de meeste kracht wordt be
vorderd.
De centrumfunctie van Holten voor in
richtingen van onderwijs zal zich naar
mijn verwachting in de toekomst nog
verder kunnen uitbreiden.
De invloed hiervan zal verder bepalend
zijn voor de bloei van onze gemeente.
De nieuwe wet op de financiële ver
houding tussen Rijk en gemeenten heeft
het nog steeds niet tot het staatsblad we
ten te brengen.
Het is te hopen, dat deze in andere en
voor de gemeenten gunstiger vorm, vol
doende ruimte zal laten voor een onge
stoorde en evenwichtige ontplooiing van
de gemeentelijke activiteiten, zoals wij
die geboden achten.
Holten wil een centrum worden niet
alleen voor onderwijs, het wil ook gaar
ne als woonplaats velen tot zich trekken.
Hiertoe zal het nodig zijn om bouwter
reinen beschikbaar te hebben, een ge
bied voor vdllabouw te ontsluiten en
voort te gaan om van Holten een goed
leefbare en aantrekkelijke gemeente te
maken.
Het stichten van een aardgasbedrijf,
waartoe wij in deze vergadering beslo
ten, is daarvan een onderdeel.
Het verder ontwikkelen van voorwaar
den, waardoor Holten voor de zomergast
aantrekkingskracht behoudt, zal niet al
leen door de vakantieganger worden ge
waardeerd, doch betekent tevens een sti
mulans voor een gezonde ontwikkeling
van de plaatselijke middenstand.
Op deze wijze grijpt het ene in het
andere en zal men door hét afstemmen
van zijn beleid op al deze facetten in
onze samenleving, aller belangen dienen.
Zo zal een toeneming van het aantal
inwoners en het hoe langer hoe meer
voorkomende verschijnsel, dat het zeer
kleine boerenbedrijf, waarop met hard
werken en grote zorgen slechts een so
ber bestaan wordt verkregen, verdwijnt,
het gemeentebestuur voor de plicht stel
len, werkgelegenheid in plaatselijke in
dustrieën te bevorderen.
Ik geloof, dat niemand zal begeren om
van Holten een specifieke industrieplaats
te maken. Wij zouden hiermede het ka
rakter van Holten geweld aandoen en
juist datgene te niet doen, waaraan onze
gemeente zijn aantrekkelijkheid en char
me ontleent.
Ik meen echter, dat het een wijs be
leid is de industriële ontwikkeling aan
te passen aan het beschikbare arbeidspo
tentieel en niet meer industrieën aan te
trekken, als in redelijkheid kunnen wor
den bemand.
Hiermede wordt niet alleen de bevol
king doch evenzeer de fabrikant gediend.
Het bestaan toch van hen, die thans als
werkforens buiten de plaats hun brood
moeten verdienen, wordt rustiger, zij
verkeren langer in het eigen gezin, zij
kunnen werken met mensen, zoals zij
zelf zijn, met dezelfde belangen en inte
ressen, met dezelfde maatstaven van
goed en kwaad, met dezelfde gebonden
heid aan streek en plaats, met dezelfde
gebruiken en gewoonten, wanneer zij in
eigen plaats hun passend werk kunnen
vinden.
Ik zie ons beleid in deze dan ook al
dus, dat geen industriebevordering
plaatsvindt om der wille van de indu
strie, doch slechts om der wille van het
scheppen van werkgelegenheid voor on
ze eigen mensen en hen die in de peri
pheric wonen.
Ik meen er goed aan te hébben gedaan
hiermede nog eens onder woorden te
hebben gebracht langs welke lijnen het
gemeentelijk beleid zich naar mijn wijze
van zien, in het algemeen zal hebben te
bewegen.
Mij thans bepalende tot de verschillen
de onderdelen, waaruit de gemeentehuis
houding is samengesteld, wil ik gaarne
op verschillende punten nog nader in
gaan.
WONINGBOUW-HUIS VESTING
Terugziende op de jaren, die sedert de
bevrijding zijn verlopen, mogen wij over
het sedertdien tot stand gekomen aantal
woningen niet ontevreden zijn.
De zorgen, die de woonruimtecommis
sie met de verdeling der woonruimte had,
mogen dan misschien verlicht zijn, een
feit is het echter, dat nog steeds niet kan
worden voldaan aan vele gerechtvaar
digde verzoeken om huisvesting. Het aan
tal woningzoekenden, dat het vorige jaar
94 bedroeg, bedraagt thans 107, waarvan
30 van buiten de gemeente. De woon
ruimtecommissie blijft gelukkig de zor
gen voor een rechtvaardige verdeling van
woonruimte dragen en is daarbij het ge
meentebestuur tot grote steun. Ik wil
haar hiervoor op deze avond gaarne mijn
dank brengen.
Ik kan mij voorstellen, dat men wel
eens wrevelig is te moeten bemerken, dat
er bepaalde gezinnen van buiten de ge
meente bij de toewijzing van woningen
een zekere prioriteit genieten.
Het gemeentebestuur volgt dit beleid
doelbewust, omdat het anders bepaalde
voor hun zeer zwaar wegende gemeente
belangen in de weg zou staan. Het onder
wijs en daarmede het belang van onze
kinderen wordt er ten zeerste mede ge
diend, dat aan onze scholen de beste on
derwijzers worden benoemd.
Deze zijn "slechts te verkrijgen, wan
neer een woning in uitzicht wordt ge
steld. Het zelfde geldt t.a.v. de gemeente
administratie en is tevens van toepas
sing op de industriële bedrijven, die wij
zo gaarne willen aantrekken.
Het is duidelijk dat men niet alleen
kersen kan eten, dooh dat men deze ook
moet plukken.
Ik wil hiermede maar zeggen, dat men
er ook bij de aantrekking van bedrijven
niet mede is schone beloften te doen,
doch dat men deze ook waar moet maken
en waar moet blijven maken.
Men schijnt helaas ten departemente
van volkshuisvesting en bouwnijverheid
nog steeds de steen der wijzen niet te
hebben gevonden.
Het woningbouwbeleid gaat nog steeds
met horten en stoten en telkens komt
men weer voor onverwachte onaangena
me verrassingen te staan.
Ik vrees, dat men in 1961 de liberalisa
tie van dit bouwbeleid weer voor een
deel zal zien verdwijnen. Van enigerlei
vorm van decentralisatie, waarbij de ge
meenten een eigen verantwoordelijkheid
te dragen hebben, is vooralsnog in on
voldoende mate sprake.
Met vreugde mag ik constateren, dat
de particuliere woningbouw in het afge
lopen jaar behoorlijk op gang is geko
men.
Het uitbreidingsplan de Gaarden,
waarvoor eind 1957 de eerste schop in
de grond werd gestoken en dat voorzag
in de bouw van 123 woningen, is uitver
kocht.
Het komende jaar zal de laatste wo
ning daarin, naar verwacht mag worden,
onder de kap staan.
Ik wil in dit verband met bijzondere
voldoening het complex van 15 huur
woningen noemen, dat onze plaatselijke
architect, de heer van de Bovenkamp bij
ons heeft ingediend.
Het is te betreuren, dat de ontwikke
ling van een dergelijk complex, dat voor
de ingezetenen van zo uitzonderlijk be
lang is, zo moeilijk van de grond kan
komen.
De bouw van huurwoningen is voor de
gemeente van veel groter belang, dan die
van koopwoningen.
Het is daarom, dat het gemeentebe
stuur de ontwikkeling van dit huurwo
ningenplan met grote vreugde heeft be
groet. Te groter is daarom onze teleur
stelling dat wij bij de realisering daar
van zo vele obstakels op onze weg von
den.
In het afgelopen jaar kwamen gereed:
13 woningwetwoningen
18 z.g. koopwoningen
3 woningen van het Groene Kruis
15 particuliere woningen.
In aanbouw of in voorbereiding zijn
28 woningen (w.o. 15 woningen van de
architect van de Bovenkamp).
Voorts zijn 14 woningwetwoningen in
aanbouw, waarvan 3 bejaardenwoningen.
Het Groene Kruisgebouw is in gebruik
genomen. De boerenleenbank is in aan
bouw. De postkantoorplannen zijn nage
noeg gereed om gerealiseerd te worden,
terwijl het stationsgebouw van de Neder
landse spoorwegen verbouwd is tot een
der spoorwegen waardig gebouw.
Planologisch hebben wij de bestem
mingen in onze uitbreidingsplannen in
hoofdzaak en in onderdelen aagepast aan
de bestaande toekomstverwachtingen.
Voorts is onze stedebouwkundige doen
de met het maken van een z.g. kernplan
voor de kom van Holten en is opdracht
verleend een plan voor een villa-terrein
te ontwerpen. De grondaankopen in het
plan Kolweg vorderen zeer bevredigend.
MIDDENSTAND
De middenstand heeft ook in het af
gelopen jaar begrepen, dat wanneer het
getij verloopt, de bakens dienen te wor
den verzet. De winkelpanden van H.
Haan, fa. ten Velde, G. H. Broekhuis,
A. Mulder, G. H. Koopman, gebr. Steu
nenberg, gebr. Veldhuis, H. J. Aaftink,
Zoetbrood en Steunenberg, Klein Velder-
man en Maats wei-den vernieuwd en of
gemoderniseerd. De zuivelfabriek opende
een nieuwe winkel voor zuivelprodukten.
De gebr. Wansink pasten hun werk
methode aan aan de eisen des tijds dooi
de bouw van een imposante silo, die, of
schoon deze gebouwen vaak door hun
vorm een stortend element vormen in het
dorpsbeeld, zich hiervan door zijn fraaie
afwerking, zeer gunstig onderscheidt.
De weduwe Nijland, schaarde zich,
door de bouw van een spoellokaal, in de
rijen van hen, die onze voedselvoorzie
ning verzorgen.
INDUSTRIE
De ter plaatse gevestigde industrieën
bleven zich gunstig ontwikkelen. Ter
Horst en Co, vierde zijn 125-jarig be
staan. In de feestviering mocht ook onze
gemeente delen. Groene Kruis, Rode
Kruis en Muziekvereniging ondervonden,
dat dit bedrijf, dat de jaren door voor de
gemeente Rijssen zo zeer ten zegen is
geweest, ook Holten niet wil vergeten.
De heer Klein Velderman heeft aan
zijn bedrijf van sneeuwbestrijdingsmate-
rieel een belangrijke uitbreiding gege
ven.
Het verheugt mij, dat dit eerste bedrijf
op ons industrieterrein zo'n grote vlucht
neemt.
De vleeswarenfabriek Encko, waarvan
onze plaatsgenoot J. Kalfsterman één dei-
promotors is, vestigde zich op het indu
strieterrein. Deze vestiging van een met
ons slachthuis verwante industrie, is door
ons bijzonder gaarne gezien.
De laatste tijd blijkt steeds meer be
langstelling te bestaan voor vestiging van
bedrijven in onze gemeente.
Een voorzichtig en wijs beleid in de
zen is in het belang van fabrikant en ge-
m'eente.
VERHARDING VAN WEGEN
De Braamweg, Gagelweg en Langstraat
mochten wij deze zomer in gebruik ne
men. Hiermede kwam weer een deel
klaar van de cirkel van harde wegen,
die rond Holten tot stand komt.
De Pasmansweg en de Weversweg,
welke dit najaar gereed kwamen, bete
kenen een welkome ontsluiting van het
gebied in het noorden van onze gemeen
te. Het gedeelte van de Oude Diepen-
veenseweg, dat werd verhard is tot stand
gebracht in het kader van ontsluiting
van een villa-terrein nabij de Raalter-
weg.
De Kerkhofsweg kwam gereed, terwijl
credieten werden verkregen voor de be
strating van de Kerkstraat en de Spar-
renweg.
De opsomming van hetgeen in dit op
zicht tot stand kwam, geeft mijns in
ziens geen voedsel aan de nog wel eens
gehoorde klacht, dat aan de boerenbe-
langen te weinig aandacht wordt gege
ven.
ONDERWIJS
Ik acht mij ontslagen van dé plicht
thans nog veel beschouwingen te wijden
aan de toekomst van het onderwijs in
Holten, omdat ik daarover reeds uitvoe
rig sprak.
Mij bepalende tot de feiten, kan ik er
slechts mijn voldoening over uitspreken,
dat het onderwijzend personeel van alle
scholen ter plaatse met toewijding en
bekwaamheid zich van de op hen rus
tende taak heeft gekweten.
Het is een voorrecht onze kinderen aan
onderwijzers, onderwijzeressen en leid
sters met zulk een gerust hart te mogen
toevertrouwen.
Nog onlangs werden wij bepaald bij de
opening van een nieuwe openbare kleu
terschool. Deze school is al weer te klein.
Ernstig dient echter te worden overwo
gen om aan deze school geen verdere uit
breiding te geven, doch om veeleer te
onderzoeken of niet beter in het plan
Kolweg een tweede kleuterschool dient
te worden gesticht. Vooralsnog hopen wij
in de gelegenheid te zijn een derde leid
ster met haar kleuters onder te brengen
in de openbare lagere dorpsschool.
De bouwplannen voor een nieuwe ulo
school verkeren inmiddels in een derge
lijk stadium, dat vertrouwd mag worden,
dat in het voorjaar 19.61 met de bouw
kan worden begonnen.
Deze school, waaraan in het afgelo
pen jaar de 10e en 11e onderwijzer werd
verbonden zal in september een 12-mans-
school worden.
Wanneer de tendens zich zou voort
zetten om de opleiding van de a.s. boe
ren te leiden via de ulo-school naar de
middelbare landbouwschool, dan geloof
ik, dat de groei van deze school nog niet
tot staan zal zijn gekomen.
Ik weet niet of voor een goede ontwik
keling tot boer deze weg wel het verkie-
selijkst is en of een vooropleiding op de
lagere landbouwschool toch niet de bes
te is.
Plaatselijk zal men deze richting naar
mijn oordeel bepaald niet mogen kiezen,
alleen omdat wij thans onze prachtige
landbouwschool hebben moeten prijsge
ven.
Ik heb bij dit verlies van deze school
op 31 oktober 1.1. reeds uitvoerig stil ge
staan. Het is verstandig thans afstand te
nemen van hetgeen er is geschied, ook
al gaat deze opheffing in tegen de denk
beelden, die ik met betrekking tot de
concentratie van onderwijsinstellingen in
Holten heb ontwikkeld.
In Bathmen en Markelo zullen de leer
krachten zeker ook goede boeren van
onze jongens weten te maken.
Ik heb vertrouwen, dat de stichting van
een landbouwhuijShoudschool te Holten
nabij is.
Het gebouw der lagere landbouwschool
zal dan met zijn nieuwe bestemming op
andere wijze zijn opdracht: „gesticht tot
verheffing van de boerenstand" getrouw
kunnen blijven.
Het besef hiervan, kan een pleister op
de wonde betekenen. De inrichtingen
van lager onderwijs in Holten functio
neerden, zoals wij dat mochten verwach
ten. De boventallige onderwijzeres te
Dijkerhoek bleef behouden.
CULTURELE AANGELEGENHEDEN
De plaatselijke verenigingen, die zich
bezig houden met muziek, zang en to
neel, vertoonden een verheugende activi
teit.
Ik geloof, dat het misverstand, als zou
het animeren van beroepstoneelvoorstel
lingen in ons dorp door het gemeente
bestuur, zijn grond vinden in een gemis
aan waardering voor de prestaties van de
plaatselijke amateurtoneelverenigingen,
wel uit de weg is geruimd.
Het tegendeel is waar. Het is voor
ieder gemeentebestuur een reden tot vol
doening, wanneer met name het vereni
gingsleven in het culturele vlak getuigt
van zoveel ambitie, toewijding en activi
teit, als te Holten het geval is.
iDe in 1960 met steun van de gemeente
en jeugdgroepen gehouden toneelvoor
stellingen waren met name bedoeld als
ondersteuning van de plaatselijke cultu
rele activiteiten en belangstelling.
Dat er ook in kringen, waarvan men
dat vroeger niet verwacht zou hebben,
iets aan het veranderen is, blijkt wel uit
het feit, dat de gereformeerde groep in
onze gemeente zulk een belangrijk be
drag bijteen bracht, teneinde van het
jeugdgebouw een goed geoutilleerde to
neelzaal te maken.
Ook in de Nederlands hervormde kring
blijkt men doordrongen van de noodzaak
tot een andere aanpak van het jeugd
werk.
Het is begrijpelijk, dat men aan deze
nieuwe wijze, waarop thans de jeugd
wordt opgevangen, moet wennen.
Ik wil gaarne mijn bewondering uit
spreken voor de moed, waarmede de ker-
keraad der Nederlands hervormde ge
meente zich heeft opengesteld voor het
geen de jeugd van hem verwachtte.
Ik hoop van harte, dat de gevaren, die
er ontegenzeggelijk in deze nieuwe vorm
van jeugdwerk kunnen schuilen, niet re-
eel zullen blijken te zijn, doch dat in te
gendeel de jeugd in opbouwende zin zijn
antwoord zal geven.
Voorts zijn plannen in voorbereiding
om in het komende jaar een gebouw te
stichten, waaidn de plattelandsbibliotheek
annex leeszaal, als openbare leeszaal kan
worden ondergebracht. De grote belang
stelling, welke ter plaatse voor deze bi
bliotheek bestaat is verrassend en nood
zaakt tot het treffen van maatregelen,
waardoor de ontwikkeling hiervan voort
gang kan hebben.
Dokter Nagelhout ging ook in het af
gelopen jaar onversaagd voort met het
realiseren van zijn ideeën, de kunst na
der tot het publiek te brengen.
Wij mochten hiervan ook in Holten
profiteren. Dat uw raad in de begroting
1961 een crediet zal willen voteren voor
de lang verwachte muziektent acht ik
nauwelijks aan twijfel onderhevig.
VREEMDELINGENVERKEER
Het vreemdelingenverkeer is een jaar
lijks voortdurend stijgende bron van in
komsten voor onze ingezetenen.
Niet alleen zij, die als houders van re-
creatiebedrijven rechtstreeks hun inkom
sten aan het vreemdelingenverkeer ont
lenen, maar bijkans iedere neringdoende
of ambachtsman vaart hier direct of in
direct wel bij.
Het beleid van ons gemeentebestuur is
dan oo'k zeer bepaald gericht op de bloei
hiervan.
Ik moge U in dit verband noemen de
aanleg van het nieuwe zwembad, waarin
ik deze zomer tezamen met U een duik
hoop te nemen.
Voorts betekent het nieuwe V.V.V.-
informatiekantoor een verhoogde service
aan de zomergast en een middel om het
V.V.V.-apparaat beter te doen functio
neren.
Met spanning wordt nog gewacht op
het resultaat van de-actie tot het bijeen
brengen van gelden voor de inrichting
van dit kantoortje, welke reeds geruime
tijd geleden door en onder belangheb
benden bij het vreemdelingenverkeer is
gehouden.
Met de plannen voor de verharding
van een toerweg over de Holterberg
heeft Uw raad reeds ingestemd.
Zodra de vereiste goedkeuringen zijn
verkregen zal het werk worden aange
vat.
De wijze, waarop het provinciaal be
stuur wil participeren in de hoge kos
ten van dit belangrijke werk stemt tot
grote erkentelijkheid.
De steun, welke wij mochten ontvangen
bij het ontwerpen van het plan van de
Provinciale Planologische Dienst, de Pro
vinciale Waterstaat, alsmede van het
Staatsbosbeheer en dan met name van ir
R. Koster, h'ebben wij daarbij dankbaar
aanvaard.
Nieuwe bungalowbedrijven werden in
het afgelopen jaar in gebruik genomen,
ik noem U het Twen'haarsveld en de
Haspel. De reeds bestaande bedrijven
breidden zich uit, zo werden 15 nieuwe
zomerhuisjes gelbouwd. Het dorpshotel
Holterman verbeterde zijn accomodatie
door een fraaie verbouwing, belangrijk,
terwijl hotel „In den Swarten Ruyter"
zijn oude exploitatievorm weder ging
volgen.
Ten aanzien van de omvang van het
vreemdelingenverkeer noem ik u enige
vergelijkende cijfers.
Aantal vakantiegangers: 1959: 8570
1960: 14070
Aantal dagjesmensen bewoog zich om
de 125.000.
Aantal overnachtingen: 1959: 52907
1960: 101744
De logiesaccomodatie is thans:
8 hotels met 241 bedden
pensions mtet 122 bedden
bungalowbedrijven: 646 bedden
part. zomerverblijven: 74 bedden
gemeubileerde kamers: 124 bedden
Zoals U ziet is het V.V.V.-wezen in vol
le ontwikkeling, alom wordt Holten ge
zocht als vakantie-oord.
Ofschoon het verzadigingspunt t.a.v.
het stichten van recreatiebedrijven nog
niet is bereikt, zou het mijns inziens toch
een verkeerd beleid zijn, wanneer zonder
meer en critie'kloos maar medewerking
zou worden verleend, aan een ieder, die
te Holten recreatie-inrichtingen zou' wil
len stichten.
Wij zullen er oog voor moeten hebben,
dat er in Holten nog gebieden blijven,
waar men zich kan recreëren, waar nog
de rust, de stilte en de eenzaamheid
heerst en de mens zich zelf kan vinden.
GEMEENTELIJK ELEKTRICITEITS
BEDRIJF
De administrateur-bedrijfsleider, de
heer Westerik, heeft zijn oude vitaliteit
en werkkracht nog niet hervonden. In het
afgelopen jaar werkte hij nog niet geheel
op volle kracht, er is echter reden om aan
te nemen, dat hij weldra de leiding van
het bedrijf geheel weer in handen zal ne
men.
Het bedrijf ontwikkelde zich voorspoe
dig en wij zijn dankbaar, dat de heer H.
H. Vogt op zo uitnemende wijze de heer
Westerik verving en bijstond.
Het aardgasbedrijf zal met het g.e.b.
worden samengevoegd tot één gemeente
lijk energiebedrijf. De reorganisatie van
de gemeente-administratie hield hiermede
nauw verband. Thans is de administratie
van alle gemeentelijke bedrijven' onder
gebracht ter gemeentesecretarie, alwaar
een nieuwe ambtenaar met de daaraan
verbonden werkzaamheden is belast.
KEURINGS-, WAAG-
EN SLACHTHUISBEDRIJF
De verdere ontwikkeling van dit be
drijf hangt af van de grotere expansie
mogelijkheden, welke met het tot stand
komen van een nieuw slachthuis gescha
pen worden.
De bouwplannen van dit nieuwe slacht
huis komen mijns inziens veel te traag tot
ontwikkeling.
Het aantal slachtingen in 1960 heeft de
verwachtingen overtroffen. De cijfers
voor 1960 zijn 11014 slachtingen (1959-
9411).
E 8
De plannen van de Rijkswaterstaat tot
het bouwen vari een autosnelweg zijn door
ons zuiver plaatselijk gezien met voldoe
ning begroet, omdat hiermede een ontlas
ting wordt verkregen van het jaarlijks
toenemende verkeer, dat zich door ons
dorp moet persen.
Wij hebben ons kunnen verenigen met
het tracé, dat oorspronkelijk aan ons ter
beoordeling werd voorgelegd.
Belangen in andere delen van het ge
bied, waardoor deze weg was geprojec
teerd, heeft geleid tot een ander tracé,
waartegen bij ons zeer ernstige en onover
komelijke bezwaren zijn gerezen.
Deze bezwaren zijn van economische,
agrarische en landschappelijke aard.
Het nieuwe tracé doet grote schade aan
de recreatieterreinen, die wij op de Bor-
keld hebben ontsloten.
Aan de bestaande terreinen wordt o.i.
niet alleen grote schade berokkend, doch
bovendien worden deze door het Ontwor
pen weglichaam volkomen, afgegrendeld.
Juist om uit landschappeiijkoogpunt bij
zonder fraaie gebieden te sparen is er
door ons naar gestreefd het z.g. zomer
huisjesterrein op de Borkeld te concen
treren.
Wanneer de plannen van de Rijkswa
terstaat doorgang zouden vinden, zouden
wij vestiging van zomerhuisjesterreinen
daar moeten overwegen, waar zij deze uit
stedebouwkundige overwegingen niet zou
den wensen.
Voorts betekent het nieuwe tracé een
voor de boerenbedrijven onaanvaardbare
doorsnijding. Het oude tracé was juist zo
getrokken, dat de boerenbelangen ter
plaatse zo min mogelijk schade werd be
rokkend. v
U kunt er u van verzekerd houden, dat
burgemeester en wethouders diligent zul
len zijn en blijven, om voor onze gemeen
te een redelijke oplossing te verkrijgen.
Ik ben mij er van bewust, dat met het
bepalen van het tracé van de E 8 niet al
leen rekening kan worden gehouden met de
belangen van Holten en dat ook van ons
in alle redelijkheid offers mogen worden
verlangd.
Het gaat echter mijns inziens niet aan
om zoals thans geschied is, alleen Holten
voor de consequenties van de tracé-ver
legging te stellen.
(Vervolg op pagina hiernaast)