Uit Holtens Historie I BRIEVEN UIT ISRAEL BABYDERM de zfoo'tgescMj&pen Een dode en twee gewonden bij Verkeersongelukken te wmi Mededelingen van de Rijkslandbouw- V oorlictaingsdienst HOLTEN IN DE FRANSE TIJD Holten timmerde aan de grote weg. Daar op de splitsing van de Keizersstraat, zoals men tijdens Karei de Grote de zand weg noemde, die van Deventer naar Twente liep en zich nabij Holten in twee delen vertakte. Daardoor zijn vele genera ties Holenaren in de gelegenheid geweest en hebben de twijfelachtige eer genoten, de soldaten van vele natiën door het dorp te zien trekken. Reeds in de middeleeuwen moet een Turk hebben gevangen gezeten op den Waardenburg. Zo omstreeks het jaar duizend trokken grote scharen kruis vaarders door het dorp, komende vanuit het westen, om zich te Munster bij an dere troepen te voegen. Bisschoppelijke legers passeerden nadien heel vaak Holten om zich naar het huis te Goor in Twente te begeven. Legers van Duitse vorsten van diverse pluimage hielden er hun door tocht. Het waren niet de legerscharen zo als wij ze in 1940'45 hebben gezien. De Duitsers waren geordende troepen met eigen vervoermateriaal, tenminste in de eerste jaren. Maar vóór zeven- a achthon derd jaar en later in ergere mate, stonden de Holtenaren verbijsterd te kijken over de honderden boerenwagens, die een leger moesten vervoeren. Wanneer b.v. Prins Maurits of Frederik Hendrik door Holten trokken, dan zag de troep er aldus uit: De soldaten ten dele te paard, grotendeels te voet, liepen vooraan. Dan volgde vaak een wagentrein van honderden wagens, waarop tenten en beddegoed, kleren, mu nitie, baktroggen, ketels en potten om in te koken. Vele vrachten meel, peulvruch ten, stro en tenslotte een aantal wagens met soldatenvrouwen en kinderen, want vóór de Franse overheersing was soldaat zijn een vak. Net als nu de smid, de tim merman en de metselaar. Dergelijke am bachtslieden had men ook in het leger nodig. Geweermakers voerde men mee, bruggenbouwers en bakkers, ledenzetters en heelmeesters, kleermakers en schoen makers. En o wee, wanneer deze zwerm zich in de buurt van Holten neerliet. Dit gebeurde echter niet zo vaak. Liever trok men verder op, naar Goor b.v., dat in de loop der tijden achttien maal werd be legerd en verbrand. Holten was klein en behalve de naaste omgeving overigens te dun bevolkt, dan dat men er met succes het nodige kon vinden. De kwartierma kers van de legers wisten het wel. Rijs- sen en Goor waren de plaatsen met de vleespotten van Egypte. Maar wij willen nu iets vertellen uit de Franse overheersing. Uit de jaren 1794 1813. In deze negentien jaren is er in ons land meer veranderd, dan in duizend jaar voordien. Napoleon en zijn ambtena ren regeerden bij decreet. Generaal de Gaulle weet nu nog wel hoe dat moet. Na poleon moest kanonnenvoer hebben, daar om kwam het edict van Nantes. Ook hier in Nederland, waar vóór 1794 iedereen vrij was. Wilde men soldaat worden, goed, men deed het vrijwillig, een plicht was 't niet. Napoleon voerde de nationale militie in. Iedere jonge man werd opgeroepen om met Napoleon mee te trekken, om ergens doodgeschoten te worden, door honger of de verdrinkingsdood te sterven. Haal de oude archieven van de steden, die door brand niet verwoest werden en zij spreken voor zichzelf. Nu was Holten de plaats waar zeer velen ondei'doken. Er waren speciale troepen, die deserteurs moesten vangen. Men had hier en daar opvangcen tra, zo ook in Goor. En ook te Almelo. Vanuit deze beide steden trokken man nen er op uit, om de in wanhoop gevluch te jongens op te sporen. Wij weten de Voorbereid op de zomer in een charmant jurkje. De Nederlandse stoffenindukrie biedt daartoe tegen woordig een massa mogelijkheden, in katoen, wol en half-syntetische textiel. Bedrukt of geweven in fraaie kleuren. (Foto „Modenieuws") ware reden niet, maar zeer velen werden tussen Markelo en Holten gegrepen, soms drie a viermaal in zes weken tijds dezelf de personen. Want de gevangenissen in Goor en Almelo waren bepaald niet wa terdicht. De veldwachter van Goor moest zelf achter de ontvluchten aan. BEREND UIT HOLTEN ONTSPRONG DE DANS Bij de hele lijst werd te Delden gegrepen een zekere Berend uit Holten. Hij werd te Goor in de kast gedaan, om op trans- port te worden gesteld, waai'schijnlijk voor de veldtocht naar Rusland. Maar Berend had veel moed. Of het de moed der wanhoop was weten wij niet. De Holtenaar heeft in de Gooi'se gevange nis niet gegeten, daarvoor was hij te vlug uitgebroken. Maar men zat hem op de hielen. In Markelo werd hij al weer ge pikt. En nu naar Almelo overgebracht. Daar was hij nog sneller uit de kast dan in Goor. En vermoedelijk was hij uitge- slapener geworden, want Berend bleef spoorloos en is te Holten niet aangeko men op het adres waar men hem zocht. En men heeft hem niet kunnen krijgen. Velen die het betalen konden, kochten voor hun zoon een ramplacant. Maar wat baatte het? Vader was zijn geld kwijt, en zoonlief moest toch opkomen toen de nood aan de man kwam. Goor had destijds een oud en gammel gemeentehuis, dat in de vijftiger jaren van de vorige eeuw van ouderdom in elkaar is gevallen en in de kelders er van werden de deserteui's op gesloten. De stadsdienaar stond voor de deur van het raadhuis en de jongens poet sten de plaat. Men kon de veldwachter op de voet volgen. Soms kwam hij met twee of drie ongelukkigen tei'ug. Was de Goor- se gevangenis niet veel bijzonders, erger was het in Almelo, waar men soms in de kast ging schuilen voor de regen. Te Die- penheim had men ook een stadsgevange nis, waar men in en uit kon lopen. Dit wat het leger betrof. Napoleon had nog veel meer noten op zijn zang, om van een vlotte bediening verzekerd te zijn. Zo dateert de reorgani satie van het postwezen uit zijn tijd. Grote plannen tot verharden der wegen, plannen die na zijn nederlaag werkelijkheid wex-- den. Maar hij heeft het niet meegemaakt dat zijn troepen zich snel over de bestrate wegen konden verplaatsen. Hij voerde een heid in de munt in en eenheid in de maat. Hij stelde in iedere gemeente (de gemeen ten zijn ook stichtingen uit de Franse tijd) een maire aan (onze huidige burge meesters). Toen de Fransen uit ons land gejaagd werden behield hetgeen hij in het leven had geroepen en nog in de maak was een blijvende plaats in onze samen leving. Een der minder prettige ervan was en is nog de nationale militie. Wij weten wel, landsverdediging is bittere noodzaak, maar een klein land als het onze heeft zijn grootste ti'iomfen gevierd met vrijwil ligers in de tachtigjarige oorlog. VAN COEVERDEN. In duur of goedkoop weefsel, het is een feit, dat er de laatste jaren steeds meer mensen naar de wintersport -zijn gegaan. Op dit plaatje een kostbare „cprès-ski" uit rusting, met rood vossenbont. Foto: Jack P. de Klerk. („H lodenieuws") Beth Hashita, februari 1960. Sjalom, De stad Elath is het meest zuidelijke punt van Israël, dat met vijandelijke gren zen rondom pas na de Sinaï-campagne van betekenis is geworden, daar er nu sche pen in de haven kunnen binnenlopen, wat vroeger altijd verhinderd werd door het vijandige Akkeba. Er wordt beweerd dat Elath de stad van de toekomst voor Is raël kan worden, wanneer Israëlische schepen toegang hebben door het Suez-ka- naal en als de tijd gekomen is, dat de woestijn van Negev vruchtbaar kan wor den gemaakt. De stad heeft 6000 inwo ners, wat niet een getal is om over naar huis te schrijven, wat we tussen twee haakjes nu toch doen, maar als men reali seert hoe de pioniers hier van een dorre zandvlakte een aardig stadje te voorschijn hebben getoverd, dan dwingt dit toch wel even bewondering af. Op het ogenblik is het een plaats, waar vooral de toeristen in grote horden heen trekken, ondanks het feit, dat men zeven uur in de bus moet zitten om Elath te be reiken. Er is ook wel een vliegdienst naar toe, maar dit is alleen weggelegd voor de genen, die met forse beurs hier het land komen zien en niet op een gulden meer of minder kijken. Zoals u misschien reeds bij u zelf gedacht had, kwamen we bestoft en bezweet na een rit in de bus dwars door de woestijn in Elath aan, waar het zaak was een onderkomen voor de nacht te vinden, wat met veel woorden en nog meer geld tenslotte gelukte. Als een vreemdeling in Amsterdam is, gaat hij naar het paleis op de Dam en als hij in Holten is naar de berg kijken en zo is het in Elath ook, want als hij daar is gaat hij naar de mijnen van koning Salomo. Ook wij lieten ons niet onbetuigd en klom men vol goede moed weer in een bus, om de mijnen in ogenschouw te nemen. Het is de plaats, waar in de tijd van koning DE MODE OP SOKKEN Al is 't geen wereldschokkend bericht, het feit verdient toch aandacht, dal de heren sokken en sportkousen dit seizoen in de volgende kleuren verschijnen: grijsblauw, grijsbruin, grijsgroen en steengrijs. Grove dessins hebben afgedaan; er mogen slechts heel kleine werkjes in voorkomen. In plaats van die gemengde garens, zijn sokken van volsyntetische garens op de voorgrond ge komen, waaronder import van „perion", draion en orlon. („Modenieuws") Salomo koper werd gewonnen, maar nu zijn er slechts meters hoge, roodachtige rotsen. Men kan er nog stukjes gesmol ten koper vinden, die de slaven in vroeger tijden hebben uitgesmolten en dat is de hele bezienswaardigheid. Interessanter-, maar niet toegankelijk voor stervelingen, die het etiket „toerist" hebben, zijn de ge weldig grote installaties die tegenwoordig het koper winnen. In de haven maakten we een rondvaart in een bootje, dat een glazen bodem had, dat, door het feit dat het water in de Golf van Akkeba zeer helder is, de ge legenheid gaf om op de zeebodem te zien. Het is werkelijk een fantastische sensatie, om in het schemerige blauwe water vis sen te zien rondglijden of een grote wa terplant te zien rondwiegen. Daar zie je een eenzaam wrak dat landerig tegen het water leunt of een opengeslagen boek, dat over boord is gevallen en waarvan nu de bladzijden zenuwachtig in het water staan te trillen. Men doet hier ook veel aan onderwaterzwemmen, wat echter al leen in de zomer woi-dt gedaan. Elath is inderdaad een ideale plaats om z'n vakan tie door te brengen, als men van water houdt. Op het ogenblik dat ik dit schrijf, wa ren er juist gevechten aan de Syrische grenzen, maar in de steden merkt men daar niets van en men bespeurt geen spoor van enige onrust en toch heb ik op een gegeven moment gevoeld wat er in hen om moest gaan. Ik logeerde bij een kennis, toen ze op een avond thuis kwam, geheel van streek. De volgende morgen vertelde ze wat er gebeurd was, n.l. dat m Deze tijd van het jaar is bijzonder geschikt voor kleine, huiselijke feestjes. De vraag: „wat zal ik daar voor aantrekken" kan daarbij voor menige vrouw uitgroeien tot een obsessie. Toch kan men met een goedkoop lapje stof en wat handigheid zoveel zélf doen, om variatie aan te brengen in een japon die reeds enige malen achter een dienst heeft gedaan. Reken daar ook bij voor baat op, door wat meer stof te kopen dan u onmid dellijk nodig heeft, voor een jasje, vestje, lijfje^ cein tuur e.d. Op de foto toont het meisje een aardig model met mogelijkheden. Jack P, de Klerk. een goede vriend van haar gesneuveld was in de gevechten aan de grens. Israël, dat de vrede zo nodig heeft om het land op te bouwen, wordt keer op keer be dreigd en aangevallen door zijn machtige huurlieden, terwijl de i-est van de wereld onverschillig toekijkt. De inwoners van Israël kan men grof weg verdelen in drie groepen. De eerste groep zijn degenen, die van buiten Israël naar hier zijn gekomen. Letterlijk worden hier alle talen der wereld gesproken en steeds komen er nieuwe immigranten bij, die om verschillende redenen naar Israël komen en hier een tehuis vinden, hetzij in de gi-ote steden of op het platteland. Een probleem hier is, dat te veel mensen in de steden willen wonen en het platteland of de kibboets vaak beschouwen als een minder geschikte plaats om het verdere leven te slijten. Twee-derde van de gehele bevolking woont in de grote steden, ter wijl het overige gedeelte in de kibboetsen of in de dorpjes woont. De tweede groep vormen de mensen, die hier geboren zijn en die men hier „sa- bres" noemt. Sabre is eigenlijk de naam voor een cactus, maar men vex-gelijkt deze mensen met deze cactus, waarvan de vruchten stekelig en hard zijn, maar het binnenste is echter zacht en fijn van smaak. Het is zoiets als het Nedei-landse spreekwoord: ruwe bolster, blanke pit. De derde groep zijn de Arabieren, die dezelfde rechten en plichten hebben als de overige inwoners en waarvan sommigen zelfs in het leger zijn. Dit is de laatste brief uit Israël en ik hoop, dat u ze met plezier hebt gelezen. In 't algemeen heb ik geprobeerd u geen feiten te vertellen maar de wijze hoe ik Israël zag en ik hoop dat me dat eniger mate is gelukt. Hartelijke groeten uit Israël. BRAM. Een passerende automobilist waar schuwde woensdagavond omstreeks 9 uur de Rijkspolitie, dat op de Markeloseweg tussen het Woonwagenkamp en café „De Poppe" een auto tegen een boom gereden was en dat zich in het wrak van de wa gen een dode zou bevinden. Uit een onmiddellijk ingesteld onder zoek bleek, dat een personenauto met grote snelheid tegen een rechts van de weg staande boom was opgebotst en dat de bestuurder, de 45-jarige A. H. van het Reve, vertegenwoordiger te Enschede, op slag moest zijn gedood. De auto was bij na geheel vernield. Er waren geen getui gen, zodat de politie de oorzaak van de botsing niet kon vaststellen. De nog nieu we banden van de auto waren nog in tact. Het slachtoffer laat een vrouw met vijf kinderen achter. BOTSING. Op de Deventerweg had 's morgens om 7 uur ter hoogte van het timmerbedrijf van de fa. A. Vuggink een aanrijding plaats waarbij de Amsterdamse vlees- grossier, de heer Th. II. Bartels met zijn Volkswagenbestelauto met grote vaart op een dwars over de weg staande trekker met oplegger van het expeditiebedrijf van de heer A. Müller reed. De heer B. werd daarbij zodanig aan het hoofd gewond, dat hij in vrij ern stige toestand naar het St. Jozef Zieken huis te Deventer moest worden ver voerd, terwijl de naast hem zittende heer G. van der Boon uit Haarlem later per ambulance-auto naar een ziekenhuis in zijn woonplaats moest worden overge bracht. De bestuurder van de trekker met op legger, de heer A. P. uit Holten, was op het moment van de aanrijding bezig zijn voertuig achterwaarts de Korte dijk op te rijden, teneinde vervolgens aan de ande re zijde langszij genoemd timmerbedrijf te komen om daar materialen op te la den. Wel had iemand op de weg plaats genomen om het aankomend verkeer te waarschuwen, maar dat was onvoldoen de, omdat dit niet met een (rode) lamp geschiedde. Doordat de met een snelheid van pl.m. 80 km per uur naderende be stelauto reeds op grote afstand de lichten gedimt had voor de trekker, die toen nog in de richting Deventer stond, merkte de bestuurder pas op het laatste moment, dat de weg versperd was. De heer B. Wegens ziekte van de heer W. Rietberg worden de werkzaamheden tijdelijk waar genomen door de heer J. W. Lubbersen, Doi'p 136A, Bathmen, tel. 06704-438. HOOIVENTILATIE Wat kunt U bereiken door ventilatie met onverwarmde lucht? Ie. Geen broei. Onder alle omstandigheden is de broei te keren en nadrogen in de schuur mogelijk. 2e. Minder werk. Met geventileerde hooibewaring kan het hooi één of twee dagen eerder ingeschuurd worden. Soms kan dit wel meer verschil uitmaken. Elke dag eerder in de schuur bete kent minder werk. 3e. Kleiner weerrisico. Elke dag dat het hooi korter op het veld ligt betekent een verkleining van het weerrisico. 4e. Jong gemaaid gras geeft prima kwa liteit hooi. Bij goed ventileren behoud dit hooi zijn uitstekende kwaliteit. 5e. Betere produktie. Het land is vlugger schoon, waardoor de zode minder heeft te lijden en eerder kan worden bemest. Het ligt in het voornemen om op het bedrijf van de heer D. J. Bronsvoort, Rijs- senseweg 10, waar deze methode wordt toegepast een praatavond te houden. Iedereen die belangstelling heeft om meer te weten omtrent de mogelijkheden van toepassing wordt verzocht zich even te willen opgeven vóór 20 februari a.s., bij de heer D. J. Bronsvoort, Rijssense- weg 10, of bij de heer J. W. Lubbersen, Dorp 136A, Bathmen, tel. 06704438. U ontvangt dan bericht welke datum deze praatavond zal worden gehouden. Door een deskundige vaïi de Land- bouwvoorlichtingsdienst zal een uiteen zetting gegeven worden omtrent de mo gelijkheden en kosten van deze methode. De heer Brons voort zal dan ook zijn ervaringen vertellen. heeft toen nog uit alle macht geremd een remspoor van 28 meter was er het gevolg van maar kon een botsing niet meer voorkomen. Dokter Rietdijk was spoedig ter plaatse en liet eerst de heer B. met de Hol tense ziekenauto naar Deventer brengen, ter wijl de heer v. d. B. bij de familie Vuk- kink werd binnengedragen. Deze had een lichte hersenschudding opgelopen en klaagde over pijn in de borst. Dokter Rietdijk achtte zijn opname in een zie kenhuis in Deventer niet noodzakelijk, zo dat hij naar zijn woonplaats kon worden vervoerd. De Holtense politie en de Rijksver- keerspolitie uit Almelo hebben de situa tie opgenomen en proces-verbaal opge maakt. De bestelauto was zodanig bescha digd, dat zij moest worden weggesleept. De voorzijde was geheel ingedrukt. De bestuurder moest achter het stuur wor den weggehaald. De trekker met opleg ger had weinig schade opgelopen.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1960 | | pagina 2