A,
Eea flinke jongen
ij hollen naar bedrijven
met minimaal 30 koeien
Nieuwe stoffen voor 1960
Nederland is het oneens met
Afrikaanse rassenpolitiek
Recordjaar voor
Nederlandse economie
Dr. Ir. A. Vondeling:
De beste boer is hij, die de beste bedrijfsresultaten boekt
Gronchi 5 februari
naar Moskou
ÜÉËitf
No. 2. Jaargang 12 ("Tweede Blad).
ZATERDAG 16 JANUARI 1960
HOLTENS NIEUWSBLAD
VOOR DE JEUGD
„Hé, psst, johJan Vermeeren uit
de vijfde kias gaf de jongen, die voor
hem in de bank zat, een por in de rug,
„hé, Henk Henk van der Hoeven
keek schichtig achterom. De meester,
voorin de klas, zat over een stapel schrif
ten gebogen, maar het leek wel of hij je
toch in de gaten hield, en als hij merkte,
dat je niet met je sommen bezig was,
nou, dan zwaaide er wat. „Wat is er?"
tfljuisterde hij. „Ga, je vanmiddag mee
schaatsen?", vroeg Jan zachtjes. „Schaat
senzei Henk, „ik kan niet schaat
senHet gezicht van Jan was één
groot vraagteken. Dat een jongen niét
kon schaatsen was voor hem ondenkbaar.
„Volkert en Kees gaan ook en Piet en
nedrong hij nog aan, maar de
meester keek op van zijn schriften en
tikte met zijn vingers op de lessenaar.
„Doorwerken, jongensja, jullie daar
achteraan.En de jongens bogen zich
weer over hun sommen en probeerden
uit te rekenen, hoeveel centimeters een
meter en hoeveel decaliters een liter was.
Henk vam der Hoeven was nog maar
pas op de school in het dorp. Enige maan
den geleden waren zijn ouders uit Am
sterdam gekomen en hoewel de jongens
wel aardig tegen hem waren, lieten ze
hem, na de eerste kennismaking, een
beetje links liggen. Dat kwam doordat
hij niet erg goed kon meedoen. Bij het
voetballen was hij gauw moe; hij ging
alleen maar zwemmen als het erg warm
weer was en hij kon niet eens in de hoog
ste boom kimmen. Bovendien was hij
vaak ziek en dan zagen de jongens hem
een hele tijd weer niet, en ze misten
hem eigenlijk ook niet zo. Aan zo'n knaap
had je toch niets. Ook nu weer bleek,
dat het een jongen van niks was.
„Zeg, jongens", riep Jan Vermeeren,
toen ze in een groepje bij eikaar stonden
tijdens het speelkwartier. „Hebben jul
lie het gehoord? Henk van der Hoeven
kan niet eens schaatsen". „Kan hij niet
schaatsen?" vroegen de anderen onge
lovig en ze keken allemaal verwonderd
naar Henk. „Nou zeg", zei Piet Verheul,
„wie kan er nu niet schaatsen!" „Ik heb
het nooit geleerd", zei Henk, terwijl hij
een hoogrode kieur kreeg. „Er was geen
ijs in de buurt bij ons in Amsterdam,
enneik was vaak ziek 's winters
hakkelde hij verder. „Dan kan je het
toch leren," zei Volkert Beetsma, die als
een goed schaatser bekend stond. „Ik heb
geen schaatsen," bekende Henk. „Dan
moet je ze kopen", zei Piet. „Nou maar
wij gaan vanmiddag fijn rijden", zei Jan
Vermeeren, „waar gaan we, jongens"?
„Op de vijver in het park", stelde Piet
voor. „Hè, nee," zei Kees, „er zijn daar
zoveel mensen, je kan er niet eens lekker
krijgertje spelen en 't ijs zit er vol scheu
ren". „Laten we dan op de gracht van
het kaseel gaan, dat is keihard ijs en
er is nog niemand op geweest", zei Vol
kert. „.Maar is dat wel sterk genoeg"?
vroeg Piet. „Ik weet niet of ik daar wel
mag rijden van m'n vader en moeder",
zei Jan, „ze vinden het vast niet goed".
„Och joh", zei Volkert, „het is heus wel
sterk genoeg daar en je kan er tenminste
een flinke baan maken". „Je hoeft toch
De regering van Zuid-Afrika heeft for
meel bij Nederland geprotesteerd tegen
een verklaring van minister Luns over
rassenscheiding in Zuid-Afrika.
MINISTER LUNS
Dit protest is gericht tegen een verkla
ring van de Nederlandse regering, die op
tien november 1959 door het Nederlandse
ministerie van Buitenlandse Zaken werd
uitgegeven, waarin werd gezegd, dat de
apartheidspolitiek van Zuid-Afrika „niet
te verenigen is met de zin voor gerech
tigheid in het koninkrijk der Neder
landen".
(De verklaring werd uitgegeven in ver
band met de Nederlandse onthouding van
stemmen over een VN-resolutie over de
apartheidspolitiek. Gezegd werd dat Ne
derland zich van stemmen onthield omdat
het twijfelt of de V.N. bevoegd zijn zich
bezig te houden met de' binnenlandse po
litiek van Zuid-Afrika.)
niet thuis te vertellen waar je naar toe
gaat", zei Kees van Laar. Jan weifelde;
in zijn hart was hij er niet gerust op,
maar hij wilde zich flink houden. „Nou,
vooruit dan maar", zei hij. „Laten we
dan afspreken jongens", zei Volkert, „dat
we vanmiddag naar de slotgracht gaan;
ik zal het wel eerst proberen". „Dat is
goed," riepen de anderen. Toen ging de
schoolbel.
Met krachtige halen rijdt Volkert over
het staalharde, zwarte ijs. De anderen, op
de kant, kijken vol bewondering naar
hem. „Het gaat fijn jongens," roept hij,
„komen jullie maar gerust hoor, 't is
sterk genoeg", en hij stampt met zijn ene
schaats op de spiegelgladde vlakte. Hier
door gerustgesteld gaan de jongens op de
berm zitten en binden vlug de schaatsen
onder en spoedig glijden ze ook over de
bevroren gracht. Statig rijzen de muren
van het kasteel omhoog. Nog nooit zijn
de jongens zo dicht bij het slot geweest
en vol bewondering kijken ze op tegen
de hoge torens met de -besneeuwde da
ken. Ze zijn de enigen en ze moeten nog
even wennen aan de geheimzinnige stilte
rondom hen
„Zullen we eens een rondje maken",
vraagt Volkert, „maar pas op, als je on
der de brug komt, want daar is het ijs
erg dun". Ze rijden om het hardst en
zwaaiend met de armen vliegen ze ach
ter elkaar door de bochten. Onder de
brug is het gevaarlijk, je kunt er alleen
maar langs de kant onderdoor, want in
het midden is een groot gat. Ze organi
seren wedstrijden, spelen krijgertje en
proberen te „kunstrijden". Ze zijn zo vol
van hun spel, dat ze alles rondom ver
geten. Ze merken ook niet, dat op de
kant een jongen staat: Henk van der
Hoeven. Hij is toch maar gegaan; eerst
wilde hij niet, er is voor hem toch niets
aan, hij kan toch niet meedoen, maar
zijn moeder had gezegd, dat hij juist
moest gaan: ,,'t Is wel leuk om naar het
schaatsen te kijken en het zijn toch je
vrienden".
Jan Vermeeren is de eerste, die hem
plotseling in de gaten heeft. „Ha, Henk",
roept hij uitdagend, ,,'t gaat prachtig
hier". En om te laten zien hoe goed hij
het wel kan, gooit hij er nog een schepje
bovenop. Met grote snelheid vliegt hij
over het ijs, lachend kijkt hij achterom
en steekt triomfantelijk zijn arm om
hoog. En zo nadert hij, in volle vaart
de brug. Pas wanneer hij het roepen van
de andere jongens hoor5», begrijpt hij
hetHij probeert nog te remmen, ijs-
schilfers spatten onder zijn scherpkras-
sende schaatsen vandaan, maar het is té
laat. Krakend bezwijkt de dunner wor-
dende ijslaag en hij voelt zich wegzak
ken in het koude water. Verschrikt rij
den de jongens naar hem toe, maar nie
mand waagt het te dicht bij hem te ko
men. Ze roepen en schreeuwen door el
kaar terwijl Jan wanhopig tracht zich
aan het afbrokkelende ijs vast te hou-
„New York Times" verwacht
De snel verbeterde Europese economie
neemt een overheersende plaats in in het
jaarlijkse overzicht over de economische
toestand in de wereld, dat dinsdag door
de „New York Times" werd gepubliceerd.
„Europa gaat in snel tempo vooruit, ter
wijl de „Zes" en de „Zeven" strijden voor
een tijdvak van vrijhandel", zo luidt de
kop in het supplement, waarin het over
zicht voorkomt.
In het overzicht worden conclusies ver
meld van correspondenten van de „New
York Times" in de verschillende landen.
Over Nederland wordt het volgende ge
zegd: „De algemene opinie is, dat de eco
nomie van Nederland dit jaar tot record
hoogten zal stijgen. De voortgezette ex
pansie zal naar verwacht wordt groten
deels het gevolg zijn van het steeds meer
geliberaliseerde goederen- en kapitaalver
keer in Europa en de wereld."
den. „HelpHelproept hij, „ik
verdrinkJongens, help nu toch..!"
Maar de jongens durven niet. Alleen Vol
kert probeert hem te naderen, een ge
kraak doet hem echter terugdeinzen.
Maar een ander, zonder schaatsen, schrikt
niet terug voor het gevaar. Het is Henk.
Hij zag het gebeuren en is onmiddellijk
naar beneden gerend. Hij glijdt uit, valt,
maar staat direct weer op. Langzaam
loopt hij verder, trekt dan snel zijn jas
uit en kruipt voorzichtig naar de wild
spartelende jongen. Hij gooit Jan zijn
jas toe en roept „Hier grijp je vast
Jan kan nog net een mouw pakken. Henk
trekt en trekt, maar het helpt niets. En
dan is het Volkert die erbij komt, hij
gaat naar Henk en grijpt hem om zijn
middel. „Jongens!" roept hij naar de an
deren, „komen jullie ook eens trekken"!
En zo, met vereende krachten, wordt de
druipende Jan op het droge gebracht.
Wat onwennig staan de jongens, met
hun mutsen in de hand, in de slaapkamer.
Op het bed ligt Henk. De kou en de in
spanning hebben teveel van zijn zwakke
gezondheid gevergd. Hij kreeg koorts en
de dokter kwam wel een paar keren per
dag, maar het gaat nu wat heter.
Het ijs is allang weer verdwenen en
een vriendelijk lentezonnetje verwarmt
de kamer.
„Hoe gaat het ermee?" vraagt Volkert.
„Oh, best", zegt Henk. „Volgende week
■mag ik alweer een paar uurtjes m'n bed
uit". Ze zwijgen weer, en dan zegt Jan:
„Ben je boos op me Henk"? „Boos, wel
nee," zegt Henk verbaasd. „Omdat ik zo
naar tegen je deedomdat je niet kon
schaatsen....," zegt Jan weer. Hij krijgt
het warm, want het valt niet mee dit te
zeggen waar de anderen bij zijn. „Maar
ik vind je een prachtkerel," laat hij er
eerlijk op volgen en hij grijpt de hand
van Henk. En zo wordt er vriendschap
gesloten tussen vier flinke, sterke jon
gens en een zwakke-, die toch de flinkste
bleek te zijn. (Nadruk verboden)
Vrijwel alle 86 afdelingen van de CAF
(de Coöp. Vereniging tot aankoop en be
werking van landbouwbenodigdheden
voor Friesland) waren dezer dagen verte
genwoordigd op de vergadering van de
ledenraad te Leeuwarden. De grote zaal
van de Harmonie was dan ook vrijwel ge
heel bezet. Na afhandeling van de huis
houdelijke zaken hield Dr. Ir. A. Vonde
ling te Leeuwarden een interessante rede
over het onderwerp: „De Friese landbouw
over 25 jaar".
Mijn bedoeling is, aldus Dr. Vondeling,
enkele ontwikkelingslijnen te schetsen,
aan welke ontwikkeling we niet zullen
ontkomen als we op de feiten letten. Ons
handelen moet op de toekomst gericht zijn
want het verleden komt niet terug, b.v.
de crisis van de dertiger jaren, omdat on
ze kennis is toegenomen. De wetenschap
weet nu hoe zo iets moet worden voorko
men en bestreden.
AL VEEL VERANDERD
In de afgelopen 25 jaar is er veel veran
derd. Verkeer, elektriciteit, waterleiding,
telefoon hadden ook invloed op de werk
wijze in de landbouw. Van de laatste ja
ren zijn: grasdrogen, KI, hooi ventilator,
hybriden bij de kippenhouderij, melk
machine, t.b.c.- en mond- en klauwzeer-
bestrijding, eiwitbepaling enz. Veel is er
reeds veranderd en zelfs ging het in een
versneld tempo. Dit is begrijpelijk. De
wetenschap neemt sterk toe, evenals het
aantal instituten. We beginnen pas goed.
Er is geen enkele reden voor de gedachte,
dat we uitgestudeerd zijn. Er is meer re
den om een nog snellere ontwikkeling te
verwachten.
De produktiviteit wat één man kan
produceren is geweldig vooruitgegaan:
gemiddeld 5a 6 pet. per jaar. Als men die
lijn doortrekt, dan presteert één man over
25 jaar 2 a 3 maal zoveel als thans en. dan
waarschijnlijk met minder eigen kracht
door de gebruikmaking van nieuwe ma
chines.
Spreker verwachtte, dat de welvaart
van ons volk over 25 jaar tweemaal zo
groot zal zijn als nu. De verschillen tussen
industrie en landbouw zullen steeds klei
ner worden en de landbouw zal meer in
dustrieel gaan denken. Verder zal de
drang naar gelijkstelling sterker worden
naar mate men minder geïsoleerd leeft.
En er zullen eisen gesteld worden om de
zelfde arbeidsomstandigheden, duur, belo
ning enz. te krijgen als in de industrie.
Als de welvaart toeneemt, veranderen
de consumptiegewoonten. Het publiek zal
meer eieren, fruit e.d. gaan consumeren
en minder aardappelen en brood. Het ge
volg voor de producent zal zijn: datgene
produceren wat de consument wenst.
Daarom moet er een studie gemaakt wor
den van de gewoonteveranderingen.
SPECIALISATIE
Dr. Vondeling verwachtte ook een
streven naar steeds minder handwerk te
moeten verrichten met als onvermijdelijk
gevolg een vlucht in de mechanisatie. Ver
der zal er een tendens naar specialisering
zijn. Het gemengde bedrijf zal meer en
meer verdwijnen, tenzij men met minder
beloning genoegen neemt. Een boer met
ook een paar honderd kippen kan immers
niet op tegen een gespecialiseerde kippen-
De reeks van modeshows, die alom in
den lande het hele jaar door worden ge
houden, is ook nu weer geopend met een,
presentatie van de nieuwste stoffen en
dessins van de Nederlandse katoenindu
strie. Bij deze zogenaamde katoenshow,
waarvan de „première" dezer dagen in
Amsterdam heeft plaats gehad, gaat het
niet op de eerste plaats om het aangeven
van een modelijn, maar om het tonen van
de verschillende prestaties der nationale
industrie op gebied van weefsels, dessins
en finishes. Vandaar dat aan de Amster
damse mode-ontwerper Dick Holthaus 48
stoffen van uiteenlopend karakter wer
den voorgelegd met het verzoek daaruit
een vijftigtal modellen samen, te stellen,
om aan te tonen welk een veelheid van
mogelijkheden de moderne katoenen stof
fen bieden. Zo kwam een collectie van
middag-, wandel-, cocktail- en avondtoilet
ten tot stand, alsmede een groot divertis
sement van vakantie- en, sportieve kle
ding, alle vervaardigd uit puur Neder
landse stoffen, afkomstig van 18 fabrikan
ten.
WEEFSELS
De katoenwevers hebben voor de nieu
we seizoenen aardige vondsten bedacht.
Geheel nieuw zijn wel de weefsels met
„clips". Het zijn een soort kwastjes, die
verticaal of horizontaal los in de stof ge
weven zijn. Ze geven een grappig en
speels effect, dat in velerlei modellen tot
zijn recht kan komen.
Over het algemeen kan worden gezegd,
dat de weefsels meer linnen- en bouclé-
effecten gekregen hebben. Men krijgt de
indruk, dat de zogenaamde structuurweef
sels wat van hun grote populariteit begin
nen in te boeten, hetgeen echter niet wil
zeggen, dat ze niet meer worden gemaakt.
Er blijkt voorts een voorkeur te groeien
voor grovere weefsels met dikke oplig-
gende draden. Ze zien er uit als onregel
matig gevormde strepen en streepjes op
een ondergrond van piquéweefsel. Deze
stoffen zijn voor allerlei modellen bruik
baar, maar komen waarschijnlijk wel het
aardigst uit bij blouses, tailleurs en regen
mantels.
DESSINS
Bij de dessins vallen als nieuw op de
omlijnde figuren. Het is een modern op
gevatte herinnering aan de „Jugendstil"
uit het einde van de vorige en het begin
van deze eeuw. De strakke tekening van
de motieven geven het geheel een stijlvol
cachet en vergroten de levendigheid van
de dessinering opmerkelijk.
Nieuw leven is ook de oude streepmo-
tieven ingeblazen. De streepdessins zijn
teruggekeerd in nieuwe, contrastrijke
kleuren en zullen, daarom wel furore ma
ken als materiaal voor bijvoorbeeld sport
jasjes. Tenslotte blijkt ook de groep
jacquard stoffen voor aantrekkelijk nieuws
te hebben gezorgd door zich naast de be
kende uitvoeringen in uni-kleuren of inge
weven motieven, toe te leggen op het door
middel van filmdruk aanbrengen, van des
sins op deze altijd zo stemmige stoffen.
Deze namiddagjapon, door de mode-ontwerper Dick
Holthaus vervaardigd uit een film bedrukt satin bou-
clé-weefsel, heeft een dessin dat herinneringen op
roept aan de oude „Jugendstil". Goed te zien is, dat
iedere bloemfiguur zeer nauwkeurig en scherp is om
lijnd. Misschien herkent u in de elegante verschijning
Corinne Rotschaeffer, die enige tijd geleden in het
nieuws kwam door haar uitverkiezing tot
„miss World".
houderij. Bij specialisatie zal de opbrengst
per man groter worden.
Hoe moet nu onze stelling tegenover dit
alles zijn? Zich protesterend verzetten of
meewerken? Volgens spreker uiteraard
het laatste. Veel geld zal er besteed moe
ten worden aan wetenschappelijk onder
zoek. Want daar komen de verbeteringen
vandaan. En de opgedane kennis moet zo
snel mogelijk in praktijk worden ge
bracht: op proefbedrijven experimente
ren.
Per man zal men meer koeien houden.
Volgens Dr. Vondeling hollen we naar be
drijven met minimaal 30 stuks. Dit brengt
voor de werkwijze op de bedrijven conse
quenties mee: werk afstoten. Maar dat ge
beurt al: grasdrogen, greppels maken,
loonmaaien. En die ontwikkeling gaat
door.
Spreker achtte het helemaal geen
schande voor noodzakelijke investeringen
vreemd geld aan te trekken.
DE BESTE BOER
Sprekende over de economie van het be
drijf, zei Dr. Vondeling, dat we te veel
naar topprestaties kijken. Maar dat is de
beste boer, die de beste bedrijfsresultaten
boekt! Naast alle andere concentraties op
economisch gebied, moeten ook de boeren
met elkaar een macht vormen.
Spreker eindigde zijn interessante rede
als volgt: We moeten een gezonde eer
zucht hebben om in de toekomst de groot
ste produktie per man te krijgen. Als we
daar naar streven gaan we een goede toe
komst tegemoet, vooral als we onze krach
ten bundelen.
President Gronchi
Het Quirinaal heeft bekend gemaakt,
dat president Gronchi van Italië 5 febru
ari naar Moskou zal reizen.
De duur van het bezoek van de Italiaan
se president aan de Sowjet-Unie zal later
vastgesteld worden, wanneer 't antwoord
bekend is van de eerste minister van Ma
rokko, die in de eerste helft van februari
een officieel bezoek aan Italië brengt.
Gronchi had de reis wegens ziekte moe
ten uitstellen.