If Uit Holtcns Historie Zware eisen, maar onbegrensde mogelijkheden Voor flinke zelfstandige jonge boeren een unieke kans ICS IJY* «1 m De maatschappij van thans jaarfeest C.J.V. „Imma- nuël", Dijkerhoek Huid genezing De avonturen van Pepito BABYDERM de -üo&tgesch/te^&z bahywërxofgïng VROLIJK KERSTFEEST is de wens van de Schöneberger zanger tjes voor de gehele wereld. Op de grens van Oost en West, bij de Brandenbur ger poort in Berlijn, kondigen zij het Kerstfeest aan. De heer I. J. Sloos, president-directeur van de Leidsche Onderwijsinstellingen te Leiden heeft dezer dagen voor de radio gesproken over het zeer interessante on derwerp „Het onderwijs aan volwasse nen". Hij zette uiteen hoe sterk de maat schappelijke ontwikkeling van de afgelo pen 50 jaar het onderwijs aan „volwasse nen" dat zijn zij die hun eigenlijke schooltijd achter de rug hebben heeft gestimuleerd. Dit onderwijs is in onze da gen tot een levensvoorwaarde geworden. De volwassen mens kan niet meer blij ven staan bij het onderwijs dat hij in zijn jeugd heeft genoten. De eisen, aan onze generatie gesteld, zijn zodanig verzwaard en vernieuwd dat wij ons voortdurend moeten her-oriënteren. In Amerika heeft het volwassenen-on derwijs een enorme vlucht genomen. 45 miljoen mensen nemen er jaarlijks aan cursussen voor volwassenen deel. Ook Engeland kent een zeer sterk ont wikkeld volwassenen-onderwijs. In samen werking met de industrie en de vakver enigingen worden daar omvangrijke cur sussen georganiseerd, waaraan zelfs een groot aantal professoren een volle dag taak heeft. Rusland steekt Amerika ook op het ge bied van het volwassenen-onderwijs naar de kroon. Heeft Amerika 45 miljoen deel nemers, Rusland telt thans ruim 35 mil joen volwassen studerenden, en dit aan tal zal nog geregeld toenemen. De heer Sloos vertelde dat het onder wijs aan volwassenen hoewel nog niet zo intensief als in bovengenoemde lan den ook in Nederland een sterke groei doormaakt. De kwaliteit van het Neder landse volwassenen-onderwijs blijkt de vergelijking met het buitenland glansrijk te kunnen doorstaan. Nederland biedt, evenals de grote we reldmachten, veel gelegenheid tot het vol gen van mondeling volwassenen-onder- wijs, doch evenals in Amerika, Engeland en elders, voert het schriftelijk onderwijs hier de boventoon. Naar schatting zijn er jaarlijks in Nederland 200.000 schrifte lijk studerenden, of wel een aantal dat gelijk is aan alle Mulo-leerlingen teza men. Het zou ons te ver voeren hier een op somming te geven van alle studiemoge lijkheden door middel van schriftelijke leergangen. Laten wij volstaan met op te merken, dat het programma loopt van de eenvoudigste cursussen tot de opleidin gen voor Nederlandse academische gra den en dat het onderwijs wordt gevolgd zowel door de eenvoudigste burgers als door hen die hoge maatschappelijke functies bekleden. De Leidsche Onderwijsinstellingen te Leiden zijn een onderwijsorganisatie van bijzondere klasse. Zij bestaan bijna 40 jaar en hebben in die tijd honderdduizenden leerlingen afgeleverd, die door het geno ten onderwijs tot uitstekende posities in de maatschappij zijn opgeklommen. Zij onderscheiden zich in de wereld van het schriftelijk onderwijs doordat zij geen winst beogen: alle middelen komen aan Eind vorige week hield de CJV Dijker- hoek haar jaarfeest. De avond werd ge opend door de voorzitter van de CJV, de heer J. Krikkink, die in het bijzonder welkom heette de donateurs, de afgevaar digden van de zusterorganisaties, bestuur „Bethanië" e.a. waar hij een bijbel gedeelte behandelde over het Lucas-evan- gelie. Hierna werd het jaarverslag gelezen opgemaakt door de oud-secretaris en oud penningmeester, de heren H. Manen- schijn en Joh. Nikkels. De tegenwoordi ge functionarissen zijn mej. Ali Kolkman en de heer E. J. Kers. De secretaris liet in zijn verslag de ve le activiteiten van de vereniging de revue passeren. Hij stond uitvoerig stil bij de beslissing die de vereniging heeft geno men door van de jongemannen vereni ging een gemengde groep te maken, waar men dan ook uitstekend in geslaagd is. Er blijkt nu een groep te zijn ontstaan die qua activiteit en belangstelling stuk ken vooruit is gegaan. Verder werd er nog een spel gedaan met medewerking van de zaal en werd er nog een liedje gezongen door enkele meisjes, begeleid door J. Wilmerink op accordeon. Het hoogtepunt van de avond was het toneelstuk, getiteld „Stuurloos". Dit mooie stuk viel bij het publiek ge weldig in de smaak. Het werd dan ook goed ten tonele gebracht. Tussen het 2e en 3e bedrijf was er pau ze, waarin koffie met koek werd aange boden en waarin een verloting werd ge houden. Aan het slot van het jaarfeest dankte de tweede voorzitter de heer H. Riet berg allen die medegewerkt hadden dit jaarfeest te doen slagen, in het bijzonder de spelers en de oud-voorzitter G. Ulf- man, die de regie van het toneelstuk zo bijzonder goed had verzorgd. Tot slot werd nog gezongen van Gez. 228: Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan Uw eer, waarna met dankgebed ge sloten werd. Hiermede kan Dijkerhoek terugzien op een goed geslaagd jaarfeest. het onderwijs ten goede. Een reeks voor aanstaande Nederlanders heeft zitting ge nomen in de Raden van Advies en Raden van Toezicht. Een 500-tal leraren leiden persoonlijk de cursussen. Het is ons bekend dat de prospectussen van deze onderwijsinstelling, die voor be langstellenden zonder enige verplichting ter beschikking staan, hoogst waardevol le bronnen van studievoorlichting zijn, en alles wat op dit gebied bestaat, verre overtreffen. (Voor wie daaromtrent nader wil wor den ingelicht is ter redaktie I-Iolter- berg 13 een overzicht van alle studie mogelijkheden aanwezig). De tegenwoordige maatschappij biedt ieder die werken wil, uitstekende kansen; de weg van de studie leidt ongetwijfeld het snelst naar het gestelde doel. Huidzuiverheid - Huidgezondheid Puistjes verdrogen door Purol-poeder NEGEN MAANDEN NAAR CANADA. Het leven geeft voor ieder nieuwe kan sen en andere mogelijkheden. Twintig jaar geleden heeft niemand durven dro men van de mogelijkheid dat er nog eens een tijd zou komen, waarin de verste af standen zouden verdwijnen. Wie durfde toen denken aan jonge boeren, die „even" negen maanden naar Canada gaan om daarna toegerust met een nieuw stuk le venservaring naar huis terug te keren? Vandaag kan dit. Het is mogelijk voor ieder, die zich daarvoor wil inspannen. Er is een unieke kans om niet alleen Canada, een land met ruimte en toekomst, te le ren kennen, maar tevens om zichzelf een groot stuk levenservaring eigen te maken. ERVARING VAN TWEE JAAR. Er is nu met dit plan een ervaring van twee jaar. Zowel voor ons hier in Neder land als voor hen, die de regeling in Ca nada helpen uitvoeren. Zowel in 1957 als in 1958 zijn er een flinke groep jonge boeren naar Canada gegaan. Zij hebben daar negen maanden of langer op een of meer bedrijven gewerkt en in deze pe riode voldoende verdiend om alle onkos ten te kunnen betalen en eveneens een aardig zakgeld te sparen, dat gebruikt kan worden om iets meer van land en volk te leren kennen. INHOUD VAN HET PLAN. Doel van dit plan is, waaraan zowel de Nederlandse als Canadese regering verle nen, om jonge boeren uit Nederland in nauw contact te brengen met land en volk, maar vooral ook met het platte landsleven in Canada. Op deze wijze komt er in ons land een betere kijk op de om standigheden en mogelijkheden in Cana da. Zij die terug komen, kunnen er zelf over vertellen en dat is beter dan brieven of verhalen in de krant. Zij, die aan dit plan deelnemen, gaan als bezoekers naar Canada met een ver- gunnig om er te werken. Een speciale vergunning dus. In de negen maanden (kan verlengd worden tot 18 maanden) is men verplicht op een boerderij te werken en nadien terug te keren naar Nederland. Men verdient een behoorlijk loon, dat ruim voldoende is om alle onkosten van reizen enz. terug te verdienen. VOOR WIE? Dit plan is voor twee groepen van jon geren, n.l.: a voor hen, die wel eens iets meer van de Canadese landbouw, de taal en de cultuur willen weten en die daarna in Nederland wensen te blijven, b voor hen, die er over denken om in de toekomst te gaan emigreren. Zij kun nen door deelname zonder enige risico eerst zelf gaan kijken en hun mening vormen. VOORWAARDEN VAN DEELNAME. Zij, die wensen deel te nemen, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: a Het boerenwerk goed verstaan en be reid en in staat om in Canada op een bedrijf te werken, b Voldoende persoonlijkheid om zelf standig op eigen benen te staan en in een Canadees gezin te worden opgeno men. c Kennis van de Engelse taal; hoe meer kennis van de taal hoe beter het gaat. d Bij voorkeur ongehuwd en in de leef tijd van pl.m. 19 tot pl.m. 30 jaar. Voor militaire dienst kan uitstel worden verkregen. PLAATSING IN CANADA. De bedrijven waarop de jongen ge plaatst worden zijn vooraf uitgezocht door vertegenwoordigers van de verschillen de kerkelijke organen in Canada. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de deelnemers en hun vakbekwaamheid. Men kan dan ook vra gen om plaatsing op een bepaald type be drijf en ook voor een bepaalde provincie in Canada. Het is de wens van dc Canadese rege ring, dat er een goede spreiding over heel het land is. Er wordt in ieder geval heel veel werk verzet om alles goed te laten verlopen. VERZORGING IN NEDERLAND. De administratieve verzorging in Ne derland is in handen van de drie centrale Landbouw-jongerenorganisaties, die zo nauwgezet mogelijk aandacht aan deze belangrijke zaak wijden. KERK EN MARKE. Sinds vele eeuwen (de tijd van de grote verandering ligt nog maar anderhalve eeuw achter ons) werd Holten bestuurd door kerk en marke. Van overheidswege was er de schout als gerechtsdienaar. Het baantje van Schout was heel anders als dat van onze huidige burgemeesters. Men moet de vroegere schouten zien als hand havers van de veiligheid, als deurwaar ders en tevens als notaris, als dat zo te pas kwam. In sterfgevallen, als een ster vende er behoefte aan had, nog vóór zijn dood enkele zaken te regelen, dan kwam de schout met zijn keurnoten (twee getui gen), om de laatste wilsbeschikking te eerbiedigen. Wanbetalers werden na her haalde vruchteloze aanmaningen gepand. D.w.z.: de schout kwam aan het huis van de wanbetaler en nam de pot waarin men het eten kookte, de karn of de water-ketel mee. En hield deze zolang vast tot de schuld betaald was. Deze panding kwam vroeger zeer veelvuldig voor. Was na een bepaalde tijd de schuld niet afgelost, dan ging de schout tot openbare verkoop van de in beslag genomen goederen over. Vooral in tijden van duurte en gebrek, be zettingen enzovoort, kwamen pandingen veelvuldig voor. Vooral in belastingzaken gaven de ontvangers geen krimp. Zij had den voor idem zoveel de belasting ge pacht en het geld moest er komen. In klei ne vergrijpen trad de schout ook als rech ter op. Maar dit kwam niet veel voor. Mis schien in het dorp Holten zelf. In de buurt schappen was het zo, dat men ruzies en onenigheden onder elkaar afdeed, door elkaar de kop kort en klein te slaan, zoals een vroeger Holtenaar het eens kern achtig uitdrukte. Werden dergelijke vecht partijen ruchtbaar, werd het om zo te zeg gen, straat- en molenmare, d.w.z. werd het publiek, dan werden partijen gedagvaard voor de drost van Salland. Maar zo heel vaak gebeurde dit niet. Want meestal wa ren er in de marke of in de buurtschap pen elk voor zich, wel een paar invloed rijke boeren, die de zaak in der minne schikten. Als hoofd van de politie had de schout niet veel te doen. De marke stelde de politie aan en de schout keek er op toe of de politie wel haar plicht deed. Daar nu de markepolitie door de boeren werd aangesteld, keek deze in hoofdzaak toe, of geen vreemden in de marke kwamen om zich daar heimelijk neer te zetten of ge bruik maakten van de Holtense marke- grond. Heel lang waren Bathmen en Hol ten onder één schout, en dat gaf nog wel eens aanleiding tot moeilijkheden. Dit was alzo het werk van de schout. Vanaf de eerste dag dat het kerkgebouw van Holten werd ingewijd tot ongeveer 1811 toe berustte het werk van de burger lijke stand eerst bij de pastoors en later bij de predikanten. Er waren drie regis ters: een doopboek, een trouwboek en een doodboek. Daarnaast werd na de reforma tie op vele plaatsen nog een kerkenboek aangehouden, een boek, waarin men de voornaamste gebeurtenissen van het jaar beschreef. Het is ons niet bekend of de Holter predikanten zo'n boek bijhielden, en zo ja, of het nog in wezen is. Ook ge beurde het wel, dat de vrouw van de pre dikant (de pastoorse, werd ze in vroeger dagen genoemd) zulk een boek bijhield. Dit werd dan op echt vrouwelijke wijze gekruid met vele dagelijkse bezigheden. Keren we echter tot de doopboeken te rug. Een of twee dagen na de geboorte werd een pasgeboren kind gedoopt. Blijk baar gedachtig aan het bijbelwoord: Laat men de kinderkens dopen en verhinder ze niet! De beschrijving van de namen in de doopboeken, waar men soms maar met de pet naar gooide, waren bepaald niet wat men noemt secuur. Men ging blijkbaar uit van de veronderstelling: als het kind maar een naam heeft. Naamsverwarring was aan de orde van de dag. Vooral kwam dit veel voor bij pachtboeren, die nog al eens verhuisden van het ene erf naar het an dere. Want vaak kregen de kinderen de naam van het erf waarop men woonde. Er waren natuurlijk ook families, die met zorg een naam gekozen hadden en daar aan vasthielden. Een ander uiterste was dat van mensen, die hun kinderen niet lie ten dopen. Mensen die bij de geboorte hun kind maar een naam gaven al net zo het uitviel. Dat was voor de betrokkene over één kant gemakkelijk. Had hij, eenmaal volwassen zijnde, zich aan een of ander vergrepen, dan trok hij het land in, een uur of tien van zijn geboorteplaats van daan. Had men hem oorspronkelijk Jan genoemd, dan herdoopte hij zijn naam en noemde zich zelf Willem. En geen kip, die hem pikte. Na 1800 kwam de burgerlijke stand. Door de Franse bezetter ingevoerd voor het ge mak, om een goed overzicht te krijgen van de jongemannen, die voor kanonnenvoer moesten dienen. De ironie van de historie wil, dat men tot vandaag de dag in Frank rijk nog geen burgerlijke stand heeft. In de jaren 18071811 dan kwam deze zaak tot stand en Nederland telde na de invoering van de burgerlijke stand heel wat meer inwoners dan daarvoor. Dan, die burgerlijke stand is er de oorzaak van, dat vele tienduizenden jongemannen uit den lande met Napoleons veldtocht naar Rusland trokken en een ontijdig graf von den achter wat men nu noemt het ijzeren gordijn. Vele jongemannen trachtten zich door de vlucht te redden. Vele Twentse jongens trachtten te vluchten naar De venter. In het Goorse archief vinden wij aanwijzingen dat men te Holten de plaat nog wel kon poetsen. VAN COEVERDEN. AARTSBISSCHOP MAKARIOS eerste president van de republiek Cyprus. Complete Babyderm-Set met Doktersboek voor navulling der Set: Poeder-Zalf-Olie-Zeep 37. Pepito had nog nooit van een mijn gehoord en was dus verwonderd over het vreemde gedrag van kapitein Druppel. „Ga je mee een frisse neus halen?", had de kapitein gezegd, maar dan spring je toch niet in zee? En nooit met een volle maag in zee zwem men, had de kapitein óók gezegd en nu lag hij daar te spartelen in het water! „Vreemde manieren", dacht Pepito. Het was intussen een rare beweging daar aan bqord van de „Brul". Pepito zat hoog boven in de mast, Bloobeest stond verbouwereerd met de bal mijn in zijn handen en kapitein Druppel spartelde onder luid hulpgeroep in het koude water. „Wat moet ik doen", zuchtte Pepito, „het is eigenlijk erg moeilijk om avonturen te beleven". Hij klom naar beneden en gooide een touw buiten boord om de ka pitein op te halen, die vermoeid van het spartelen op zijn rug dreef. „Kapitein!", riep hij, is uw neus al fris genoeg?" „Begin jij ook al met plagerijtjes, kwaje aap!" jammerde de kapitein, „haal me onmiddellijk op en gauw wat!" Gehoorzaam hees Pepito hem aan dek en maakte toen vlug, dat hij wegkwam. Brrr, wat was kapitein Druppel boos! „Je bent een muiter!", schreeuwde hij op eerbiedige afstand tegen Bloo beest, „gooi weg die mijn, over boord met dat akelige springding!" Maar Bloobeest, met een gezicht als een vraagteken, trok demonstratief aan de anders zo gevaarlijke voelhorens, die als kauwgum uitrekten. „Ziet u maar, heer kapitein," zei hij, „het is een fijne gummibal!" „Wawawat!", prevelde kapitein Druppel verbaast, „een gummibal?" En nog druipend van zijn tewaterlating kwam hij uit zijn schuilplaats vandaan om de ongevaarlijke mijn van nabij te aanschouwen. Maar niemand vermoedde, dat de bal van Bloo beest de oorzaak zou worden van allerlei vreemde gebeurtenissen

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1959 | | pagina 2