combineren Scholen voor detailhandel Nederlander Steve" Aaldijk maakte op Canadezen grote indruk AFWEZIG Hallo Hier Harry 1 Harry Gaian l MELKONTVANGER Waterschap „Salland" wegens vakantie GESLOTEN RADIO SCH0NEVELD I^aak van VADERDAG een feest Fa. E. W0NNINK H0LTENS NIEUWSBLAD Eindelijk serieuze opleiding voor de middenstanders „Nederlandse courant voor Canada" vertelt er over Dinsdag: L 500 gram VARKENSWORST 1.70 500 gram BRAADWORST 1.50 Woensdag: 500 gram VARKENSROLLADE 2.20 Donderdag: 500 gram GEHAKT 1.60 L SLAVINKEN, 3 stuks 98 f GEHAKTE BIEFSTUK, a stuks 1.65 T Voor de boterham: 150 gram SNIJWORST 68 150 gram BOTERHAMWORST 44 150 gram GEKOOKTE WORST83 L 3 pakjes MARGARINE 1.00 Telef. 372 T WAT HARRY SNIJDT IS KWALITEIT! NEEM DE KRANT TE BAAT, ADVERTEER MET REGELMAAT! GEVRAAGD: voor het ontvangststation te Holten. Bij voorkeur bekend met bediening van een centrifuge en koelmachine. Zondags vrij. Voorlopig geen woning ter be schikking. Aanbiedingen aan OMEFA RIJSSEN. VERGADERING van het Verenigd College op woensdag 24 juni 1959 om 19.30 uur in het Waterschapshuis. OLST, 15 juni 1959. In de week van 29 juni t.m. 4 juli a.s. zijn winkel en reparatie-inrichting VOOR VAKMANSCHAP EN GOEDE SERVICE! met een MOOI en NUTTIG GESCHENK van TE KOOP 100 JONGE HENNEN W x R, 13 weken. M. PAALMAN, Espelo 5. TE KOOP 6 BIGGEN bij J. RIETBERG, Beuseberg 89. TE KOOP 5 BESTE BIGGEN en 1 DRACHTIG VARKEN H. RIETBERG Holterbroek 73. TE KOOP 1 PERCEEL GRAS Te bevragen bij: J. W. Klein Horsman, Deventerweg 35, Holten. TE KOOP Goed onderhouden MEISJESFIETS en een prima GIERPOMP G. W. GOORMAN, Larenseweg 6, Holten. H. F. Steunenberg TANDARTS WEGENS VACANTIE van 20 juni tot 11 juli. Spoedgevallen naar E. A. WITKOP, tandarts te Rijssen. TE KOOP MOOIE JONGE HENNEN 7 weken. Wed. D. J. Lubbersen, Neerdorp 98. komt op voor z'n eigen nieuwsblad Wie in de goede lijn meedenkt kiest de goede krant voor goede aanbiedingen van goede zaken De kopende huisvrouw verwacht goede aanbiedingen van goede zaken op de advertentie pagina's van Telkenjare in de maanden juni en juli worden ouders en belangstellenden ge confronteerd met de doolhof van oplei dingsmogelijkheden, die in de loop der tijden voor onze jeugd is aangelegd. Door die doolhof wandelende moet de komen de generatie de uitgang zien te vinden naar de maatschappij: Vindt onze jeugd die uitgang op de goede plaats en op tijd, dan zal zij er zeker in slagen de komen de wereld voor zich te winnen. Faalt zij echter, dan wordt de maatschappelijke levensgang meer dan eens een weergave van twaalf ambachten, dertien ongeluk ken. Voor bijna elk beroep vinden wij te genwoordig een passende opleiding. Het aantal inkomensbronnen, waarvoor geen oefening of voorbereiding gevraagd wordt, krimpt dagelijks in en dat is geen wonder, wanneer men zich rekenschap geeft van de voortschrijdende specialisa tie in de maatschappij. Tot voor enkele jaren viel het erg moei lijk om een passende vorming te vinden voor hen, die de kleinhandel als eindsta tion wilden kiezen. Helaas heeft de win kelstand te lang gediend als een soort re- servegroep in onze maatschappij, waar al diegenen een toevlucht moesten zoe ken, die op ander terrein niet meer kon den slagen. Hoe dikwijls hebben wij de uitroep gehoord, dat een kind alleen maar geschikt was „voor de handel", waarmede dan bedoeld werd, dat zo'n jongen of meisje maar in een winkelbedrijf moest worden opgenomen. In de leemte, die in de opleiding voor winkelier en daarmee verwante functies bestond, moet voor een deel de oorzaak worden gezocht van het gebrek aan op volgers, waarmee men in vele branches van de kleinhandel te kampen heeft. Ook de talrijke mislukkingen in de midden stand kunnen aan onvoldoende inzicht en vorming worden geweten. Deze gevolgtrekking werd ook gemaakt door de commissie middenstandsoplei ding ingesteld krachtens de middenstands- nota 1954. Deze commissie kwam met het nuttige advies om ook voor de detaillisten een speciale vakopleiding te scheppen op de scholen voor de detailhandel, die in een vierjarige dagopleiding de winkelstand van morgen op een hoger niveau moet brengen. VAN SELF-MADE MAN Dit voor enkele jaren genomen initia tief moet zeer worden toegejuicht. Tot op dat ogenblik immers bestond er voor winkeliers weinig anders dan het „self- made"-recept, waaraan geen andere scho ling verbonden was dan het behalen van het diploma algemene handelskennis en een daarbij behorend vakdiploma in de branche van hun keuze. Vanzelfsprekend zijn die z.g. midden standsdiploma's er ook nu gebleven. Deze minimale vorming is echter uit de nood der tijden in 1937 krachtens de vestigings wet geboren. Nadat men hier thans ruim 20 jaar ervaring mee heeft opgedaan, is men in vele kringen tot de conclusie ge komen, dat zij niet meer aan de eisen van onze tijd voldoet. Dit is niet zo'n wonder, wanneer we be denken, dat men de thans geldende ves tigingseisen reeds in 1937 zag als een mi nimum. Voegen wij er nog aan toe, dat de opleiding voor het middenstandsexamen in een aantal gevallen is verworden tot een klaarstomen voor het examen met een hoeveelheid parate kennis, die noch theo retisch noch praktisch is gefundeerd, dan zal ieder de spraakverwarring verstaan, die zich thans rondom het probleem van de vestiging der middenstanders heeft ontwikkeld. tot serieus student Wij gaan nu kennismaken met een vier jarige dagopleiding. Het voorlopige leer plan daarvoor omvat allereerst het onder wijs voor een flinke dosis algemene vor ming. Wij vinden vakken terug als aard rijkskunde en economische geschiedenis, die ook elders in het leerplan zijn opgeno men. Voorts wordt er maatschappijleer gege ven en esthetica, vakken, die onmisbaar zijn voor mensen, die zich in allerlei krin gen moeten bewegen en als middenstan ders toch gesierd willen gaan met de on derscheiding der algemene ontwikkeling. In de esthetica vinden wij iets terug van de kunstgeschiedenis. Zelfs de muziek eist een bescheiden plaats op. Is de kennis daarvan nu nodig voor een handelaar? Zij is onontbeerlijk wanneer men om zich heen ziende beseft welke plaats de muziek inneemt in het culturele leven. Vele kunstuitingen vor men de basis voor de moderne reklame- leer, waaraan op deze nieuwe scholen veel aandacht wordt besteed. Hoeveel winkeliers voelen zich enigszins geschoold in het reklamewezen? In vele kleine, ja zelfs middelgrote plaatsen kunnen wij ze tellen op de vingers van één hand. ECONOMISCH BEGRIP Aan de economische vorming van de winkeliers der toekomst wordt de meeste tijd besteed. We vinden de vakken terug van het middenstandsexamen, maar de bezoekers van de dagscholen zullen er heel wat meer van moeten weten en voor al begrijpen dan hun voorgangers met een nevenopleiding in de avonduren. De bedrijfseenheden van het winkel bedrijf worden steeds groter, het in- en verkooprisico is toegenomen met het ver mogen, dat in een modern bedrijf, ook de eenmanszaak, moet worden geïnvesteerd. Komen de winkeliers in de toekomst niet met meer economische kennis gewapend in hun bedrijf, dan zullen zij de steeds zwaarder wordende concurrentie beslist niet kunnen volhouden. En nog steeds be hoort de distribuerende handel tot de on misbare schakels in het economische le ven. Ook aan de verkoopleer en demonstra tietechnieken wordt op de scholen voor winkeliers een theoretische basis gege ven. Lang is de mening verkondigd, dat men voor de verkoop enkel aanleg en feeling nodig zou hebben. Dit is ten dele juist. Een zekere aanleg is echter nodig voor elk beroep en voor ieder vak, maar die aanleg moet worden ontwikkeld. Nie mand zal een chirurg op zijn patiënten loslaten, zonder dat deze zich voor dit beroep langdurig en ernstig heeft voor bereid. In een ander vlak de lijn door trekkend, zal men ook de verkoper der toekomst niet zonder theoretisch funda ment op zijn klanten mogen afsturen. Wij zijn van mening, dat ook vele toekomstige vertegenwoordigers op dit nieuwe school type een uitstekende basis-opleiding kun nen vinden. PRAKTISCHE SCHOLING Bij het onderwijs voor detaillisten wil men vooral het contact met de praktijk bewaren. Die praktijk eist kennis van de etalagekunst, van reklameschrift en re- klameieer. Die praktijk eist ook techni sche vaardigheid in het gebruik van veie gereedschappen en materialen, zodat eveneens aan handenarbeid de nodige aandacht wordt besteed. Zelfs is er naar gestreefd het zakenle ven naar de school te brengen, want vele ervaren zakenmensen houden voordrach ten op deze instituten. Daar brengen zij hun ervaringen uit het leven mee en zien zij de leerlingen al een dag in het winkel bedrijf werken om hun theorie achter de toonbank toe te passen. De directies der scholen houden de bedrijven, die daaraan hun medewerking verlenen, onder con trole. Bij alles is ernaar gestreefd het on derwijs en het bedrijfsleven zo dicht mo gelijk bij elkaar te brengen. De regering heeft de scholen voorlopig ingedeeld bij het uitgebreid lager nijver heidsonderwijs. Mogelijk kennen wij spoedig speciaal middenstandsonderwijs. Duizenden guldens worden door de over heid besteed aan dit nieuwe schooltype, dat men reeds in alle delen van het land aantreft. Wij noemen Groningen, Zwolle, Apeldoorn, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Nijmegen, Middelburg, Den Bosch, Breda, Eindhoven en Maastricht, terwijl in enkele andere steden de oprichting er van ver gevorderd is. De komst van deze opleiding betekent een nieuwe bijdrage voor de preventieve zorg, die aan onze middenstand wordt be steed. (Nadruk verboden) Drs. Mierlo. In de Nederlandse Courant voor Cana da vinden we onder het opschrift: „De ge schiedenis herleeft. Eerst Hudson, nu Aal- dijk", onder het motto „Give us the tools and we will do the job", een leuk, onop gesmukt verhaal van de indruk, die het in Canada heeft gemaakt, dat het schip van „Steve" Aaldijk en zijn mannen ,de „Wil lem George Frederik" het eerste was, dat de nieuwe pas gereedgekomen St. Law- rense Seaway bevoer. Men weet, dat deze nieuwe Canadese waterweg, die het grote merengebied met de daar liggende indus triesteden rechtstreeks met de oceaan verbindt en waarop de Canadezen met recht trots zijn, op 26 juni a.s. door presi dent Eisenhower en Koningin Elizabeth van Engeland officieel zal worden ge opend door een tocht van vijf uur aan boord van het koninklijk jacht „Brittan- nia". De Ned. Courant voor Canada dan schrijft: Bij kapitein T. („Steve") Aaldijk is er in tegenstelling met Hudson geen twijfel mogelijk zowel wat zijn uiterlijk als zijn spirit betreft, dat we met een ech te Nederlander te maken hebben, een zoon van het stoere oude ras, dat er op uittrok om de naam van hun land overal ter wereld met ontzag te doen uitspre ken. Toen we over de kade van Toronto Harbour op pier 11 toeliepen, was er iets in ons dat tintelde van trots om een oude historie, die hier haar herleving had ge vonden. Daar lag de Willem George Fre derik, keurig gepavoiseerd en zo schoon, dat de Canadese verslaggevers dachten, dat ze een nieuw schip betraden. We za gen verschillende Hollandse namen op kisten in de loods, Douwe Egberts, een grote emigrantenkist met L. de Groot er op, verzonden uit Rijswijk; ht lossen was in volle gang. Want die overwinning van kapitein Aaldijk met zijn wakkere mannen en zijn stoere schip viel zo en passant in de „line of du ty" en de ontvangst door de Harbour Commission en op het gemeentehuis, plus de vele reporters en fotografen en felici terende belangstellenden aan boord, dat allemaal moest gebeuren onder de bedrij ven door. „Een schip is om te varen", zei de schipper, „niet om stil te blijven lig gen en te feesten". Maar intussen: het was er toch een poosje heel erg gezellig daar aan boord, met die Hollandse sigarenrook en de lucht van „Wat mag het zijn?" Wij hadden er de hele nacht onrustig van geslapen, 's Avonds bij het laatste TV-nieuws was ge zegd, dat twee Hollandse schepen nek aan nek lagen. De „Manchester Faith", waarover in Engeland zoveel te doen was geweest en waarop velen hier gewed hadden (de staf van de Toronto Star zat daar aan boord met een aantal reporters van Engelse kranten) had niet de eerste mogen zijn, maar lag, even goed natuur lijk zwaar in de vlaggetjes, naast de „on ze". De Toronto Telegram had gezegd: „We bet on the man, not on the ship" en ge lijk kregen ze! „We zouden jullie ook nooit vergeven hebben als je het niet ge haald had!" zeiden ze. „Denk eens aan al die Nederlandse immigranten hier, die als het ware met jullie meegevaren hebben!" En dan die tegenslag met die ene schroef, door het ijs beschadigd. Maar toch het er op wagen, nee heb je misschien, maar „ja" kun je krijgen, als je maar niet opgeeft. Zou die Engelsman wel willen, hè? Niks hoor, doorzetten! Je zit in het „schuitje" en je moet varen! Die fantastische St. Lawrence Seaway, de grote nieuwe levensader voor Canada, daar moest toch zo'n oud zeevolk als de Nederlanders mee historie komen maken! De mannen waren allemaal uit de veren gebleven, de kapitein stond 36 uren op de brug. Niets aan het toeval overlaten, zélf heb je de verantwoording, loods of geen loods. Hij wist de weg in het donker, ken de de Thousand Islands, stoomde door, terwijl de anderen voor anker moesten gaan. Niet op je laten zitten, die gebogen propeller, laat ze in de kranten zetten wat ze willen, we zullen ze hier eens een staaltje van „good old Dutch seamanship" laten zien dat ze lang zal heugen! En zo geschiedde het. Niet „the biggest ship", niet „the costliest ship", niet „the fastest ship", maar „The Best Ship". Want wat thans gepresteerd wordt betekende zowel een hulde aan de Nederlandse scheeps bouwers als aan hun zeemanskunst. En er was een teamgeest, die men bij Nederlanders te land meestal pas aan treft wanneer ze door bijzondere tegenslag getroffen worden. Hier zwaaide alles, de deckhands waren al even trots als de mannen met de strepen op de mouw. Daar was de eerste machinist Mathieu Crijnen uit Venlo, die het uiterste uit de machi nes had weten te halen, ondanks de han dicap in het aantal „knots" per uur, ver geleken met de andere kanshebbers. En daar was stuurman Onderwater, die zijn naam logenstrafte. Wat waren ze allemaal trots! De Zwitserse steward, die goed Hollands sprak, al net zo glunderend als de jonge man in het wit, die bij de „refreshments" stond. Bakker De Jong uit de Church Street kwam aan dek gestapt met een grote doos met roodrwit-blauw er om heen. Een reuze slagroomtaart: „Proficiat met de overwinning!" De bemanning moet toch wel iets gevoeld hebben van „thuis komen"Maar ze hebben dan ook met elkaar door deze prachtige prestatie een geweldige bijdrage geleverd tot het hoog houden van de moraal onder onze Nederlandse immigranten in Canada. Dit is weer een nieuwe band tussen onze beide landen, maar dat is het niet alleen. Hoe vaak hebben de meesten onzer er hier niet zelf zo voor gestaan: „Ja, nu er ook dat nog tussenkomt, kunnen we het maar beter opgevenMaar we heb ben nu voortaan nog een beter voorbeeld voor ogen dan de vele die we reeds had den, omdat het zo duidelijk de overwin ning heeft gebracht aan hem, die niet aan een nederlaag wilde geloven! En als Eij dat konden, met zulke zware „competition and many odds against them", dan kun nen wij het ook! Er zit ook nog een an dere symboliek in dit gebeuren .De Sea way is een grootse prestatie van ons nieu we vaderland. Wat kapitein Aaldijk met zijn schip en de zijnen deed, is een Neder landse contributie, voortgekomen uit gro te ervaring en meesterlijk vakmanschap, thans geschonken aan Canada. Ook hier kunnen wij, ieder voor onszelf een paral lel trekken. Toen de Willem George Frederik al lang weer naar Hamilton was doorge stoomd, ging op het openingsdiner van de United Appeal campagne het gesprek na tuurlijk ook over het onderwerp van de dag. „Ja maar", zei mijn tafelbuurman (overigens ook geen geboren Canadees), „stel je nu voor, dat de maatschappij door die kapotte schroef schade had geleden? Het is wel mooi van die kapitein, maar wat zal zijn maatschappij er van zeggen?" „Kom nou", konden wij niet nalaten te zeggen, „heeft de maatschappij van de „Manchester Faith" niet eens 30.000 schade gesanctioneerd om haar schip toch maar het eerst in de haven te laten zijn? Jullie willen alles berekenen in dollars en centen. Maar als nu voortaan deze Willem George Frederik over de Canadese water wegen vaart, weet ieder die haar tegen komt, dat dat het historische zeeschip was, dat het eerst de St. Lawrence opvoer! En dat blijft voor altijd! Druk dat eens in dollars uit?" De man van de Globe and Mail, zelf Engelsman van geboorte, begreep het maar al te goed. Op de „Manchester Faith" was het, de niet behaalde overwin ning (oftewel: nederlaag) ten spijt, nog tot laat in de nacht feest. Niemand was van daar echter op het idee gekomen om de mannen van de Willem George Frede rik te gaan feliciterenDe vorige keer, dat kapitein Aaldijk (toen nog over lange afstand) de race gewonnen had dit was de derde maal voor hem! had hij met de Duitse „Geheimrat Sartori" nek aan nek gelegen. De kapitein van dat schip was de eerste geweest om met uit gestrekte hand op de Nederlandse win naar toe te lopen toen zijn schip ook een maal gemeerd lag Wij zagen eens een gebed in een Engels "boek: „Help me to win, but if I may not win, o Lord, teach me at least to be a good loser.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1959 | | pagina 3