-i „Randstad Holland VERGOEDING fc ■mwmf Tijd van korter werken komt nader Krans van steden vormt: tt bij het lenigen van de woningnood i "-•If I'M steden verwijderd moet houden en an derzijds met het oog op gelegenheid tot recreatie en het behouden c.q. schep pen van natuurschoon. Tenslotte is het duidelijk, dat die miljoenen mensen niet zonder behoorlijke gelegenheid tot ont spanning kunnen leven. twee vertrekken minder bevatten dan de te verlaten woning en tevens moet zij tenminste 20 M2 minder oppervlakte bezitten. Voor wat betreft alkoven, tussenka- mers en zolderkamers zal eventueel een afwijkende beoordeling mogelijk zijn in bepaalde gevallen. Ook bij verhuizing naar een andere wil echter niet over „satellietsteden" spreken, omdat die nieuwe steden een eigen leven moeten leiden en een eigen functie zullen gaan vervullen. Zij zijn derhalve geen satellieten van reeds be staande steden. Deze nieuwe steden zullen onherroepe lijk ontstaan moeten, evenals de grote sleden, welke nog uitbreidingsmoge lijkheden hebben, die zullen gaan ge bruiken. De groeiende bevolking moet nu eenmaal worden ondergebracht en wel zo dicht mogelijk bij haar werk terrein. Men verwacht enkele nieuwe steden aan de rand van de Randstad. Dus aan de binnenkant van die ring van steden met uilzicht op het agrarisch middengedeelte. Of wel ten Noorden van het Noordzeekanaal Noord-Holland in. Of in de nieuwe Zuiderzeepolders of in de Delta. Dat zijn als het ware uit- wijksteden en aan de buitenzijde. In deze richting adviseert het rapport. GROENE BUFFERSTROKEN. Belangrijk is, dat het rapport het gro te middengedeelte beslist als platteland, als agrarisch middengebied, wil hand haven. Enerzijds met het oog op de agra rische produktie, welke men toch ook al weer niet ver van de consumerende steden verwijderd moet houden en an derzijds met het oog op gelegenheid tot recreatie en het behouden c.q. schep pen van natuurschoon. Tenslotte is het duidelijk, dat die miljoenen mensen niet zonder behoorlijke gelegenheid tot ont spanning kunnen leven. Naast dit grote gebied zullen ook het Westland en het opkomende glasdistrict ten oosten van Delft, de Bollenstreek en de tuinbouwgebieden van Aalsmeer en Boskoop voor agrarische doelein den gereserveerd dienen te blijven, ter wijl tenslotte door de samenstellers van het rapport voorgesteld wordt z.g. groe ne bufferstroken tussen de steden te handhaven, teneinde te voorkomen, dai de steden aan elkaar gaan groeien. Zo is reeds in Noord-Holland ter sprake geko men de opheffing van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en toevoeging van het „groene" gedeelte aan de agrarische gemeente Haarlem mermeer. Hoewel dus de toekomst van de Rand stad Holland geenszins wil zeggen, dat geheel Noord- en Zuid-Holland één grote huizenzee zal worden, zal toch nog een 30.0G0 a 40.000 ha cultuurgrond voor niet-agrarische doeleinden moeten wor den afgestaan. Daaraan is blijkbaar niet te ontkomen. Hoe de gedupeerden scha deloos zijn te stellen, is een punt, dat nader moet worden geregeld. Wilt U verhuizen naar een kleinere woning of uw huis geschikt maken voor twee ge zinnen? Nog steeds weet men niet algemeen hoe te handelen als men een grotere woning wil ruilen voor een kleinere, teneinde in aanmerking te komen voor de premie. Wij zullen dit onderwerp in het kort hier nog eens behandelen. In de eerste plaats dit: om in aan merking te komen voor de vergoeding, dient men te beseffen, dat deze alleen dan wordt uitgekeerd, als vaststaat dat bij de aanvrager de bedoeling voorzit, mede te werken aan het beschikbaar stellen van meer woonruimte. Hieruit volgt, dat de te betrekken woning klei ner moet zijn dan die welke men ver laat. De nieuwe woning moet minstens twee vertrekken minder bevatten dan de te verlaten woning en tevens moet zij tenminste 20 M2 minder oppervlakte bezitten. Voor wat betreft alkoven, tussenka- mers en zolderkamers zal eventueel een afwijkende beoordeling mogelijk zijn in bepaalde gevallen. Ook bij verhuizing naar een andere gemeente zal een tegemoetkoming in de kosten kunnen worden verleend. De minister van maatschappelijk werk heeft bepaalde normen vastgesteld en hiermede rekening houdende zal bij verhuizing door de gemeente ten hoog ste kunnen worden uitgekeerd: Voor de verhuizing: de transportkos ten van de inboedel, een en ander ge baseerd op de plaatselijke prijzen voor inboedeltransport, zoals deze zijn vast gesteld voor het gemeentepersoneel (per kubieke meter berekend). Voor de inrichtingskosten: eenmaal een bedrag van ten hoogste tweederde gedeelte van de jaarlijkse huurwaarde van de in gebruik genomen kleinere woning (of het woninggedeelte) een en ander overeenkomstig de wet op de personele belasting. Voor de opslag meubilair: een bedrag van ten hoogste 100. Officiële publicaties VASTSTELLING BIJZONDERE VOORGEVELROOILIJN Het hoofd van het Gemeentebestuur van Holten brengt ter openbare kennis, dat Gedeputeerde Staten van de provin cie Overijssel bij hxrn besluit van 4 aug. 1958, 4e afd. no. 3934, hebben goedge keurd het besluit van de raad dezer ge meente dd. 24 april 1958, no. 1186, tot vaststelling van een bijzondere voorge- velrooilijnverordening voor een gedeelte van de Oranjestraat, de Kol weg en Kerk straat. Belanghebbenden kunnen binnen 30 da gen, te rekenen van de dagtekening de zer kennisgeving bij de Kroon voorzie ning vragen. Holten, 15 augustus 1958. Het hoofd van het Gemeentebe stuur voornoemd, W. H. ENKLAAR. KOSTELOZE INENTING EN HERINENTING Burgemeester en wethouders van Hol ten brengen ter openbare kennis, dat op Onstuimige groei der steden vraagt om voorzieningen. Velen zullen zich ongetwijfeld al eens afgevraagd hebben wat zij nu eigenlijk precies te verstaan hebben onder het begrip „Randstad Holland". Uit erva ring weten we, dat velen zich een wer kelijke stad voorstellen, bestaande wel iswaar uit aaneengegroeide steden, doch toch één aaneengesloten oppervlakte van bebouwing vertonend. Zij denken daarbij dan aan één langgerekte strook steenbouw vanaf Rotterdam in het zui den via Schiedam, Delft, Den Haag, Lei den en de dorpen van de bollenstreek, via Haarlem naar Amsterdam. Het Gooi valt meestal buiten deze voorstelling. Ergens vagelijk „in het achterhoofd" denkt men aan op die wijze gegroeide steden als Londen en New York, Parijs en Berlijn. En toch zijn die gedachtengang en die „Randstad Holland" is weliswaar sa mengesteld uit al de genoemde steden, maar óók uit.... allerlei steden oostelijk daarvan! De Randstad is derhalve niet te vereenzelvigen met het aloude begrip voorstelling van zaken niet juist. „stad". Het dekt dat begrip namelijk niet. Het is veeleer een krans van ste den. De naam of begrip is van wijlen de geniale Plesman, die zo maar eens in een gesprek of vergadering deze beide woorden liet vallen om er mee aan te duiden, dat dichtbebouwde stuk van het westen van ons land, dat ons zoveel kopzorgen nu reeds bezorgt en in de toekomst nóg veel meer hoofd brekens zal geven. Sindsdien is „Randstad Holland" een gangbaar begrip geworden. Men kan er mee werken, alleenmen denkt, dat de toehoorder wéét waarover het gaat en dat is, zoals wij boven reeds vaststel den, lang niet altijd het geval. Reden, waarom wij er iets dieper op in willen gaan hoping in het Westen is niet een zaak, welke ailessi Noord- en Zuid-Holland aangaat, doch ons gehele volk. Het is een nationaal vraagstuk van de eerste oi'de en dat heeft de regering dan ook wel de gelijk ingezien door de Rijksdienst voor het Nationale Plan op te dragen de kwes tie van wat men noemt de ruim telijke ordening van het westen te bestu deren. NATIONAAL VRAAGSTUK. De kwestie van de bevolkingsopeen- Voorts is dit jaar een Raad voor de Ruimtelijke Ordening in het leven geroe pen, welke een commissie is uit de mi nisterraad. Dus wat men tegenwoordig gelieft te noemen een „commissie op hoog niveau". Dit jaar is ook versche nen een rapport over de ontwikkeling van het Westen des lands, opgesteld door een Werkcommissie van de Rijks dienst voor het Nationale Plan en het is dit rapport, dat richtlijnen geeft in wel ke richting men zich de verdere ontwik keling van het dichtbevolkte westen in de komende jaren denkt. De plannen gaan niet verder dan 1980 omdat men de verdere ontwikkeling on mogelijk kan voorzien. Ons land is het dichtstbevolkte van West-Europa met 329 inwoners op elke km2, zulks in tegenstelling tot België met 288, Engeland met 208 en Wcst- Duitslaml met 200 per km2. Maar van die ruim 10 miljoen inwo ners woont ongeveer de helft in het westen en wel op nog niet het één vier de gedeelte van onze bodem! Men verwacht nu, dat bij het tem po, waarin de bevolking zich nog steeds uitbreidt onze bevolking in 1980 pl.m. 13,5 miljoen zal bedragen, waarvan ei rond 6,8 miljoen in het Westen zullen wonen en 5,5 miljoen in de Randstad. Bedenkt hierbij wel, dat de bevolking dus met 1,5 miljoen toeneemt in het Westen, doch de ter beschikking staande oppervlakte hetzelfde blijft. zaterdag 16 augustus a.s. des voormiddags van 11 tot 12 uur in gebouw „Eehoboth" te Holten en des namiddags precies 3 uur in een lokaal van de openbare lage re school te Dijkerhoek gelegenheid be staat tot kosteloze inenting en herinen ting tegen pokken. Belanghebbenden wordt er op gewezen, dat ingevolge artikel 1 der inentingswet 1939, een kind vóór het bereiken van de leeftijd van een jaar tegen pokken moet worden ingeënt. Indien inenting niet heeft plaats gehad moet een onderteken de verklaring worden overgelegd, waar uit blijkt,- waarom deze inenting achter wege is gebleven. Voorts wordt belanghebbenden ver zocht het trouwboekje of het geboorte bewijs mede te brengen, alsmede inen- tingskaart. welke bij de geboorteaangif te werd uitgereikt. De aandacht wordt er op gevestigd dat uitsluitend kinderen beneden de leeftijd van twee jaar zullen worden ingeënt. Holten, 8 augustus 1958. Burgemeester en wethouders voornoemd, W. H. ENKLAAR, burgemeester. W. BEIJERS, wnd. secretaris. De Delta-gebieden en de Zuiderzee polders staan n.l. hier buiten voorlo pig- De „Randstad Holland" zou men kunnen zeggen is een rand van steden om een agrarisch middengedeelte ge legen. Die steden zijn: Rotterdam, Schiedam, Delft, Den Haag, Leiden, Hahrlem, Am sterdam, Hilversum, Amersfoort, Ede, Zeist, Utrecht en Dordrecht met alle tus senliggende kleine plaatsen; het agra rische middengedeelte wordt voonra- melijk gevormd door 't weide- en bouw land van Zuid-Holland en het Westen van de provincie Utrecht. In elk geval behoort er de „IJmond" (IJmuiden, Velzen, Beverwijk) en de Zaanstreek ook nog bij, evenals de plaat sen Maassluis en Vlaardingen. DRIE GROTE KERNEN. Vergeleken met liet buitenland, waar men te maken heeft met „miljoenenste den", staan wij er hier nog gunstig voor. Duidelijk zijn in de rand van steden on zer Randstad herkenbaar 3 grote ker nen, welke elk voor zich een eigen func tie -hebben: Amsterdam als hoofdstad en koopmansstad, Den Haag als rege ringscentrum en woonstad, Rotterdam als grootste zeehaven. Bij elkaar geven zij ruim 2 miljoen mensen onderdak. Tussen of naast deze drie grote kernen liggen de vele kleinere steden. Voorlo pig alle nog éénheden, al hebben er reeds samensmeltingen plaats gevon den. Maar het is niet als in het buiten land: één belangrijke kern, welke als maar uitgroeit, doch een gedecentrali seerde opstelling. Het is een gedecentra liseerde opstelling, welke een oplossing voor de komende jaren vrij zeker moge lijk maakt. Het is een niet-omstreden waarheid, dat de bevolking de werkgelegenheid steeds wil volgen. In. deze stelling zit één der sleutels tot oplossing van het vraagstuk der overbevolking van het Westen. Na de oorlog is men al voort durend in die richting werkzaam ge weest door de industrieën te verlokken zich te verspreiden over heel het land en wel naar streken met een dichte bevol king of met z.g. structurele werkloos heid (Emmen, Drachten Etten e.d.). Hoe wel niet alle industrieën evengoed el ders in het land gevestigd kunnen zijn als in het Westen (denk aan de hoog ovens, welke voor ertsaanvoer vlak aan een haven dienen te staan), zal het toch mogelijk zijn te trachten het vestigen el ders in plaats van liet Westen te bevor deren. Dit is dan één der vele vraag stukken, welke 0111 een oplossing vra gen. Een tweede is dat der cultuurgronden. Wat moet er gebeuren met onze moes tuin „Het Westland", die op liet ogen blik al bij stukjes en beetjes wordt in geperkt? Wat met Boskoop, ons liees- terkweekcentrum? Wat met Aalsmeer en wat met de Bollenstreek? Want dat ziet iedereen klaar en duidelijk wanneer het uitbreiden der steden zo doorgaat, zal het gen halt maken voor kostbare cultuurgronden. Hier strijden n.l. belangen. De belangen van mensen, die willen wonen en ook recht op een woning hebben en anderzijds mensen, die een eerlijk stuk brood verdienen met een nuttige arbeid, welke uit nationaal standpunt bezien onontbeerlijk is voor onze gehele volkshuishouding. Deze beide voorbeelden zullen duide lijk maken, dat het hier niet een pro bleem betreft, wat alleen liet Westen aangaat, doch waarmee het gehele volk te maken heeft. SATELLIETSTEDEN. Zo heeft men de laatste tijd vooral in de landbouwpers kunnen lezen over z.g. satellietsteden. Zulke steden ontstaan, wanneer een stad geen uitbrei dingsmogelijkheid meer heeft. (Den Haag is daar in 1961 al aan toe). De mensen moeten dan elders worden on dergebracht en men gaat over tot het bouwen van „nieuwe steden". Het rap port, waarvan in de aanvang sprake was RODE DRAAD. Dat men er met het bepalen waar al of niet gebouwd mag worden, niet is, zal wel duidelijk zijn.'Zo zullen tiendui zenden mensen elke morgen en elke avond naar en van hun werk moeten worden vervoerd, zodat het zeker is, dat de bestaande vervoerscapaciteit vol strekt onvoldoende is tegen die tijd. Niet alleen naar hun werk zullen zij vervoerd moeten worden, doch ook naai de ontspanningsgebieden. Voorts zal men prijsopdrijving der gronden trach ten te voorkomen en anderzijds ook tij dig de nodige financiële bronnen moe ten aanboren voor de te treffen voorzie ningen. Tal van geestelijke, culturele Het streven naar een verkorting van de wettelijk toegestane maximale ar beidsduur mag zich de laatste jaren in ternationaal en mede als gevolg daarvan ook in ons land in een bijzondere be langstelling verheugen. Sedert de Arbeidswet van 1919 geldt in ons land voor fabrieken, werk plaatsen en kantoren dat daar maximaal 48 uur per week gewerkt mag worden. Al sedert 1933 werd in het kader van de Internationale Arbeidsconferentie ge streefd naar een verlaging van het maxi mum tot 40 uur. Deze door de tweede wereldoorlog onderbroken actie werd in de laatste jaren weer voortgezet, waar bij het accent op een werkweek van vijf dagen werd gelegd. Op verzoek van de staatssecretaris van sociale zaken heeft de sociaal-economi sche raad nu een advies over deze mate rie uitgebracht. Enkele weken geleden werd reeds een rapport van het C.N.V., dat over deze zelfde aangelegenheid han delt, gepubliceerd. Tussen dit rapport en het eerder genoemde advies bestaat over eenkomst en verschil. Het advies van de S.E.R. is strikt technisch en bemoeit zich niet met het beleid. Het spreekt zich in prin cipe niet uit over de wenselijkheid van een verkorte werkweek. Het zegt slechts tegen de regering: als u een verkorting van de arbeidstijd wilt invoeren, moet u dat zo en zo doen. Het advies zegt, dat verkorting van de arbeidstijd alleen mo gelijk is bij een extra stijging van de ar- beidsproduktiviteit, die dan niet in de vorm van een loonsverhoging aan de werknemers ten goede is gekomen. Aangezien de stijging van de produk- tiviteit van bedrijfstak tot bedrijfstak en en zelfs van onderneming tot onderne ming verschilt, wordt een algemene ver plichte invoering van de arbeidstijd verkorting door de S.E.R. afgewezen. en maatschappelijke belangen komen in het geding, terwijl het besturen van de Randstad Holland zeer zeker eveneens onder het oog gezien zal moeten worden. Wat echter als een rode draad door het gehele rapport loopt, is de nadruk, welke de Commissie legt op de spoed, welke betracht zal moeten worden. Er is namelijk haast bij, want de steden kunnen moeilijk met hun uitbreidingen wachten tot de rijksdiensten klaar zijn met hun voorbereidende arbeid. Ook kunnen de woningzoekenden dat niet. En toch is in deze leiding een zaak, wel ke men niet kan missen. Randstad Hol land kan bewoonbaar en bruikbaar zijn, maar dan zal men volgens de vaste lij nen te werk moeten gaan. Het lijkt ons, dat de lijnen, welke in het rapport Wes ten des Lands' zijn getrokken, logisch zijn en dat men de vele dikwijls tegen strijdige belangen langdurig tegen el kaar heeft afgewogen. De verkorting moet étappe-gewijs worden ingevoerd in die bedrijfstakken en ondernemingen, waar een gestegen produktiviteit dit mo gelijk maakt zonder dat prijsverhogin gen of andere economische gevolgen voor de nationale economie optreden. In dit licht bezien zal het zeker 3 tot 5 jaar duren alvorens de eerste étappe een vermindering van de maximale werktijd tot 45 uur in alle bedrijfstakken is gerealiseerd. Het C.N.V.-rapport volgt in de grote lijnen de redenering van het advies, maar het gaat verder, want het geeft wel lijnen aan voor het beleid. Ook dit rap port gaat er van uit, dat arbeidstijdver korting met behoud van loon slechts mogelijk is bij een extra stijging van de produktiviteit. Als zo'n stijging zich voor doet en dus om het magische woord te gebruiken een zekere „ruimte" ontstaat voor de werknemers, kan deze echter op verschillende manieren worden benut. Er kan een loonsverhoging worden den gegeven, de arbeidstijd kan verkort worden met behoud van het oude loon maar er kunnen ook andere maatregelen worden getroffen, zoals b.v. een uitbrei ding van de sociale verzekering. Bij het uitstippelen van een beleidslijn moet dus een keuze worden gemaakt, moet een zekere prioriteit van de ene mogelijkheid boven de andere worden aangegeven. Het rapport maakt deze keu ze en constateert dan onomwonden, dat twee wensen verwezenlijkt moeten wor den, alvorens met de verkorting van de arbeidstijd een begin kan worden ge maakt. Voorang moet worden verleend aan de invoering van de weduwen- en wezenvoorziening en aan de verhoging van de uitkeringen bij invaliditeit. Het C.N.V. zou geneigd zijn ook de hulp aan de on- De aanvragen om toekenning van de vergoeding voor verhuiskosten dienen te worden gericht aan de gemeentelijke woningdiensten. Een gemiddeld bedrag, vastgesteld op 175.per geval, zal als aandeel in de verhuizingskosten door de gemeente kunnen worden aan genomen. Dit bedrag is als volgt te specificeren: verhuizing 50.inrich tingskosten 100.en opslag 25.— Verbouwingskosten. Er zijn gelukkig nog mensen die hun huis, dat niet geschikt is voor bewo ning door twee gezinnen, hiervoor ge schikt willen laten maken, doch de ver bouwingskosten niet kunnen opbrengen. Om tot deze verbouwing te komen, kan in de meeste gevallen door de ge meente een tegemoetkoming in de ver bouwingskosten worden gegeven. Ook de overheid wil gaarne een deel van de kosten voor haar rekening nemen. Ook hier weer: alleen als het gaat om wer kelijk meer woongelegenheid te schep pen. Dus niet, als er b.v. een nieuw behang moet komen! We willen onze lezers adviseren, voor dat met de verbouwing een aanvang wordt gemaakt, het gemeentebestuur te raadplegen. Men voorkomt daardoor te leurstellingen. Mag men verhuren aan wie men wil? Indien met steun van de overheid een deel van de woning geschikt is gemaakt voor „tweede woning", mag men dan zelf beslissen wie men in dat verbouw de gedeelte wil laten wonen? Deze vraag kan niet onbeperkt met „ja" worden beantwoord. Wel is het zo, dat het huisvestingsbureau in dit geval meer dan gewoonlijk het geval is, met deze voorkeur rekening zal houden. He lemaal vrij om naar willekeur over die woonruimte te beschikken is men niet, tenminste niet zolang de Woonruimte- wet 1947 nog van kracht is. Ook hier dus het advies: pleeg over leg met het huisvestingsbureau voordat u gaat verbouwen; u komt dan niet voor verrassingen te staan. ABDULLAH AL SALEM de heerser van de oliestaat Koeweit. derontwikkelde gebieden en de verbete ring van het onderwijs voorang te ver lenen boven de arbeidstijdverkorting, ware het niet dat deze verlangens van een geheel ander karakter zijn. Hierbij wordt immers geen direct beroep gedaan op de loonsom, maar op het overheids budget. Ook op het congres van het Internatio naal Chr. Vakverbond hebben de verte genwoordigers van het C.N.V. gesteld, dat de vakbeweging op internationaal ni veau niet zonder meer de verkorting van de arbeidstijd als wens nummer één in haar vaandel kan schrijven. In elk land kunnen er immers veel dringender wen sen zijn, die voorrang behoeven. Het C.N.V. neemt deze houding niet aan, omdat zijn leden geen interesse zou den hebben voor arbeidstijdverkorting. Een enquête heeft .geleerd, dat tal van C.N.V.-ers vooral onder hen, die van een vijfdagen-werkweek zouden kunnen profiteren aan meer vrije tijd zelfs de voorkeur geven boven een loonsverhoging. Het Verbond is ech ter zeer terecht van mening, dat vóór de werknemers gaan genieten van meer vrije tijd, eerst gezorgd moet worden dat weduwen, wezen en invaliden materieel beter verzorgd worden dan nu het geval is. Nu er goede sociale voorzieningen zijn in geval van werkloosheid, ouder- bleven groepen" met bekwame spoed een dom, ziektekosten en ziekteveriet, onge vallen, moet ook voor deze „aehterge- verantwoorde regeling worden getroffen. Dat is een christelijk en een nationaal standpunt, dat door alle leden van de bij het C.N.V. aangesloten organisaties on derschreven moet worden. A Wie met te grote snelheid rijdt, Die kan niet stoppen meer op tijd!

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1958 | | pagina 3