-i
„Randstad Holland
VERGOEDING
fc ■mwmf
Tijd van korter werken
komt nader
Krans van steden vormt:
tt
bij het lenigen van de
woningnood
i
"-•If I'M
steden verwijderd moet houden en an
derzijds met het oog op gelegenheid
tot recreatie en het behouden c.q. schep
pen van natuurschoon. Tenslotte is het
duidelijk, dat die miljoenen mensen niet
zonder behoorlijke gelegenheid tot ont
spanning kunnen leven.
twee vertrekken minder bevatten dan
de te verlaten woning en tevens moet
zij tenminste 20 M2 minder oppervlakte
bezitten.
Voor wat betreft alkoven, tussenka-
mers en zolderkamers zal eventueel een
afwijkende beoordeling mogelijk zijn in
bepaalde gevallen.
Ook bij verhuizing naar een andere
wil echter niet over „satellietsteden"
spreken, omdat die nieuwe steden een
eigen leven moeten leiden en een eigen
functie zullen gaan vervullen. Zij zijn
derhalve geen satellieten van reeds be
staande steden.
Deze nieuwe steden zullen onherroepe
lijk ontstaan moeten, evenals de grote
sleden, welke nog uitbreidingsmoge
lijkheden hebben, die zullen gaan ge
bruiken. De groeiende bevolking moet
nu eenmaal worden ondergebracht en
wel zo dicht mogelijk bij haar werk
terrein. Men verwacht enkele nieuwe
steden aan de rand van de Randstad.
Dus aan de binnenkant van die ring
van steden met uilzicht op het agrarisch
middengedeelte. Of wel ten Noorden
van het Noordzeekanaal Noord-Holland
in. Of in de nieuwe Zuiderzeepolders of
in de Delta. Dat zijn als het ware uit-
wijksteden en aan de buitenzijde. In
deze richting adviseert het rapport.
GROENE BUFFERSTROKEN.
Belangrijk is, dat het rapport het gro
te middengedeelte beslist als platteland,
als agrarisch middengebied, wil hand
haven. Enerzijds met het oog op de agra
rische produktie, welke men toch ook
al weer niet ver van de consumerende
steden verwijderd moet houden en an
derzijds met het oog op gelegenheid
tot recreatie en het behouden c.q. schep
pen van natuurschoon. Tenslotte is het
duidelijk, dat die miljoenen mensen niet
zonder behoorlijke gelegenheid tot ont
spanning kunnen leven.
Naast dit grote gebied zullen ook het
Westland en het opkomende glasdistrict
ten oosten van Delft, de Bollenstreek
en de tuinbouwgebieden van Aalsmeer
en Boskoop voor agrarische doelein
den gereserveerd dienen te blijven, ter
wijl tenslotte door de samenstellers van
het rapport voorgesteld wordt z.g. groe
ne bufferstroken tussen de steden te
handhaven, teneinde te voorkomen, dai
de steden aan elkaar gaan groeien. Zo is
reeds in Noord-Holland ter sprake geko
men de opheffing van de gemeente
Haarlemmerliede en Spaarnwoude en
toevoeging van het „groene" gedeelte
aan de agrarische gemeente Haarlem
mermeer.
Hoewel dus de toekomst van de Rand
stad Holland geenszins wil zeggen, dat
geheel Noord- en Zuid-Holland één grote
huizenzee zal worden, zal toch nog een
30.0G0 a 40.000 ha cultuurgrond voor
niet-agrarische doeleinden moeten wor
den afgestaan. Daaraan is blijkbaar niet
te ontkomen. Hoe de gedupeerden scha
deloos zijn te stellen, is een punt, dat
nader moet worden geregeld.
Wilt U verhuizen naar een
kleinere woning of uw huis
geschikt maken voor twee ge
zinnen?
Nog steeds weet men niet algemeen
hoe te handelen als men een grotere
woning wil ruilen voor een kleinere,
teneinde in aanmerking te komen voor
de premie. Wij zullen dit onderwerp in
het kort hier nog eens behandelen.
In de eerste plaats dit: om in aan
merking te komen voor de vergoeding,
dient men te beseffen, dat deze alleen
dan wordt uitgekeerd, als vaststaat dat
bij de aanvrager de bedoeling voorzit,
mede te werken aan het beschikbaar
stellen van meer woonruimte. Hieruit
volgt, dat de te betrekken woning klei
ner moet zijn dan die welke men ver
laat. De nieuwe woning moet minstens
twee vertrekken minder bevatten dan
de te verlaten woning en tevens moet
zij tenminste 20 M2 minder oppervlakte
bezitten.
Voor wat betreft alkoven, tussenka-
mers en zolderkamers zal eventueel een
afwijkende beoordeling mogelijk zijn in
bepaalde gevallen.
Ook bij verhuizing naar een andere
gemeente zal een tegemoetkoming in
de kosten kunnen worden verleend.
De minister van maatschappelijk
werk heeft bepaalde normen vastgesteld
en hiermede rekening houdende zal bij
verhuizing door de gemeente ten hoog
ste kunnen worden uitgekeerd:
Voor de verhuizing: de transportkos
ten van de inboedel, een en ander ge
baseerd op de plaatselijke prijzen voor
inboedeltransport, zoals deze zijn vast
gesteld voor het gemeentepersoneel (per
kubieke meter berekend).
Voor de inrichtingskosten: eenmaal
een bedrag van ten hoogste tweederde
gedeelte van de jaarlijkse huurwaarde
van de in gebruik genomen kleinere
woning (of het woninggedeelte) een en
ander overeenkomstig de wet op de
personele belasting.
Voor de opslag meubilair: een bedrag
van ten hoogste 100.
Officiële publicaties
VASTSTELLING BIJZONDERE
VOORGEVELROOILIJN
Het hoofd van het Gemeentebestuur
van Holten brengt ter openbare kennis,
dat Gedeputeerde Staten van de provin
cie Overijssel bij hxrn besluit van 4 aug.
1958, 4e afd. no. 3934, hebben goedge
keurd het besluit van de raad dezer ge
meente dd. 24 april 1958, no. 1186, tot
vaststelling van een bijzondere voorge-
velrooilijnverordening voor een gedeelte
van de Oranjestraat, de Kol weg en Kerk
straat.
Belanghebbenden kunnen binnen 30 da
gen, te rekenen van de dagtekening de
zer kennisgeving bij de Kroon voorzie
ning vragen.
Holten, 15 augustus 1958.
Het hoofd van het Gemeentebe
stuur voornoemd,
W. H. ENKLAAR.
KOSTELOZE INENTING EN
HERINENTING
Burgemeester en wethouders van Hol
ten brengen ter openbare kennis, dat op
Onstuimige groei der steden
vraagt om voorzieningen.
Velen zullen zich ongetwijfeld al eens
afgevraagd hebben wat zij nu eigenlijk
precies te verstaan hebben onder het
begrip „Randstad Holland". Uit erva
ring weten we, dat velen zich een wer
kelijke stad voorstellen, bestaande wel
iswaar uit aaneengegroeide steden, doch
toch één aaneengesloten oppervlakte
van bebouwing vertonend. Zij denken
daarbij dan aan één langgerekte strook
steenbouw vanaf Rotterdam in het zui
den via Schiedam, Delft, Den Haag, Lei
den en de dorpen van de bollenstreek,
via Haarlem naar Amsterdam. Het Gooi
valt meestal buiten deze voorstelling.
Ergens vagelijk „in het achterhoofd"
denkt men aan op die wijze gegroeide
steden als Londen en New York, Parijs
en Berlijn.
En toch zijn die gedachtengang en die
„Randstad Holland" is weliswaar sa
mengesteld uit al de genoemde steden,
maar óók uit.... allerlei steden oostelijk
daarvan! De Randstad is derhalve niet
te vereenzelvigen met het aloude begrip
voorstelling van zaken niet juist.
„stad". Het dekt dat begrip namelijk
niet. Het is veeleer een krans van ste
den.
De naam of begrip is van wijlen
de geniale Plesman, die zo maar
eens in een gesprek of vergadering
deze beide woorden liet vallen om er
mee aan te duiden, dat dichtbebouwde
stuk van het westen van ons land, dat
ons zoveel kopzorgen nu reeds bezorgt
en in de toekomst nóg veel meer hoofd
brekens zal geven.
Sindsdien is „Randstad Holland" een
gangbaar begrip geworden. Men kan er
mee werken, alleenmen denkt, dat
de toehoorder wéét waarover het gaat
en dat is, zoals wij boven reeds vaststel
den, lang niet altijd het geval. Reden,
waarom wij er iets dieper op in willen
gaan
hoping in het Westen is niet een zaak,
welke ailessi Noord- en Zuid-Holland
aangaat, doch ons gehele volk. Het is een
nationaal vraagstuk van de eerste oi'de
en dat heeft de regering dan ook wel de
gelijk ingezien door de Rijksdienst voor
het Nationale Plan op te dragen de kwes
tie van wat men noemt de ruim
telijke ordening van het westen te bestu
deren.
NATIONAAL VRAAGSTUK.
De kwestie van de bevolkingsopeen-
Voorts is dit jaar een Raad voor de
Ruimtelijke Ordening in het leven geroe
pen, welke een commissie is uit de mi
nisterraad. Dus wat men tegenwoordig
gelieft te noemen een „commissie op
hoog niveau". Dit jaar is ook versche
nen een rapport over de ontwikkeling
van het Westen des lands, opgesteld
door een Werkcommissie van de Rijks
dienst voor het Nationale Plan en het is
dit rapport, dat richtlijnen geeft in wel
ke richting men zich de verdere ontwik
keling van het dichtbevolkte westen in
de komende jaren denkt.
De plannen gaan niet verder dan 1980
omdat men de verdere ontwikkeling on
mogelijk kan voorzien.
Ons land is het dichtstbevolkte van
West-Europa met 329 inwoners op elke
km2, zulks in tegenstelling tot België
met 288, Engeland met 208 en Wcst-
Duitslaml met 200 per km2.
Maar van die ruim 10 miljoen inwo
ners woont ongeveer de helft in het
westen en wel op nog niet het één vier
de gedeelte van onze bodem!
Men verwacht nu, dat bij het tem
po, waarin de bevolking zich nog steeds
uitbreidt onze bevolking in 1980 pl.m.
13,5 miljoen zal bedragen, waarvan ei
rond 6,8 miljoen in het Westen zullen
wonen en 5,5 miljoen in de Randstad.
Bedenkt hierbij wel, dat de bevolking
dus met 1,5 miljoen toeneemt in het
Westen, doch de ter beschikking staande
oppervlakte hetzelfde blijft.
zaterdag 16 augustus a.s. des voormiddags
van 11 tot 12 uur in gebouw „Eehoboth"
te Holten en des namiddags precies 3
uur in een lokaal van de openbare lage
re school te Dijkerhoek gelegenheid be
staat tot kosteloze inenting en herinen
ting tegen pokken.
Belanghebbenden wordt er op gewezen,
dat ingevolge artikel 1 der inentingswet
1939, een kind vóór het bereiken van de
leeftijd van een jaar tegen pokken moet
worden ingeënt. Indien inenting niet
heeft plaats gehad moet een onderteken
de verklaring worden overgelegd, waar
uit blijkt,- waarom deze inenting achter
wege is gebleven.
Voorts wordt belanghebbenden ver
zocht het trouwboekje of het geboorte
bewijs mede te brengen, alsmede inen-
tingskaart. welke bij de geboorteaangif
te werd uitgereikt. De aandacht wordt
er op gevestigd dat uitsluitend kinderen
beneden de leeftijd van twee jaar zullen
worden ingeënt.
Holten, 8 augustus 1958.
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
W. H. ENKLAAR, burgemeester.
W. BEIJERS, wnd. secretaris.
De Delta-gebieden en de Zuiderzee
polders staan n.l. hier buiten voorlo
pig-
De „Randstad Holland" zou men
kunnen zeggen is een rand van steden
om een agrarisch middengedeelte ge
legen.
Die steden zijn: Rotterdam, Schiedam,
Delft, Den Haag, Leiden, Hahrlem, Am
sterdam, Hilversum, Amersfoort, Ede,
Zeist, Utrecht en Dordrecht met alle tus
senliggende kleine plaatsen; het agra
rische middengedeelte wordt voonra-
melijk gevormd door 't weide- en bouw
land van Zuid-Holland en het Westen
van de provincie Utrecht.
In elk geval behoort er de „IJmond"
(IJmuiden, Velzen, Beverwijk) en de
Zaanstreek ook nog bij, evenals de plaat
sen Maassluis en Vlaardingen.
DRIE GROTE KERNEN.
Vergeleken met liet buitenland, waar
men te maken heeft met „miljoenenste
den", staan wij er hier nog gunstig voor.
Duidelijk zijn in de rand van steden on
zer Randstad herkenbaar 3 grote ker
nen, welke elk voor zich een eigen func
tie -hebben: Amsterdam als hoofdstad
en koopmansstad, Den Haag als rege
ringscentrum en woonstad, Rotterdam
als grootste zeehaven. Bij elkaar geven
zij ruim 2 miljoen mensen onderdak.
Tussen of naast deze drie grote kernen
liggen de vele kleinere steden. Voorlo
pig alle nog éénheden, al hebben er
reeds samensmeltingen plaats gevon
den. Maar het is niet als in het buiten
land: één belangrijke kern, welke als
maar uitgroeit, doch een gedecentrali
seerde opstelling. Het is een gedecentra
liseerde opstelling, welke een oplossing
voor de komende jaren vrij zeker moge
lijk maakt.
Het is een niet-omstreden waarheid,
dat de bevolking de werkgelegenheid
steeds wil volgen. In. deze stelling zit
één der sleutels tot oplossing van het
vraagstuk der overbevolking van het
Westen. Na de oorlog is men al voort
durend in die richting werkzaam ge
weest door de industrieën te verlokken
zich te verspreiden over heel het land en
wel naar streken met een dichte bevol
king of met z.g. structurele werkloos
heid (Emmen, Drachten Etten e.d.). Hoe
wel niet alle industrieën evengoed el
ders in het land gevestigd kunnen zijn
als in het Westen (denk aan de hoog
ovens, welke voor ertsaanvoer vlak aan
een haven dienen te staan), zal het toch
mogelijk zijn te trachten het vestigen el
ders in plaats van liet Westen te bevor
deren. Dit is dan één der vele vraag
stukken, welke 0111 een oplossing vra
gen.
Een tweede is dat der cultuurgronden.
Wat moet er gebeuren met onze moes
tuin „Het Westland", die op liet ogen
blik al bij stukjes en beetjes wordt in
geperkt? Wat met Boskoop, ons liees-
terkweekcentrum? Wat met Aalsmeer
en wat met de Bollenstreek? Want
dat ziet iedereen klaar en duidelijk
wanneer het uitbreiden der steden zo
doorgaat, zal het gen halt maken voor
kostbare cultuurgronden. Hier strijden
n.l. belangen. De belangen van mensen,
die willen wonen en ook recht op een
woning hebben en anderzijds mensen,
die een eerlijk stuk brood verdienen met
een nuttige arbeid, welke uit nationaal
standpunt bezien onontbeerlijk is voor
onze gehele volkshuishouding.
Deze beide voorbeelden zullen duide
lijk maken, dat het hier niet een pro
bleem betreft, wat alleen liet Westen
aangaat, doch waarmee het gehele volk
te maken heeft.
SATELLIETSTEDEN.
Zo heeft men de laatste tijd vooral
in de landbouwpers kunnen lezen
over z.g. satellietsteden. Zulke steden
ontstaan, wanneer een stad geen uitbrei
dingsmogelijkheid meer heeft. (Den
Haag is daar in 1961 al aan toe). De
mensen moeten dan elders worden on
dergebracht en men gaat over tot het
bouwen van „nieuwe steden". Het rap
port, waarvan in de aanvang sprake was
RODE DRAAD.
Dat men er met het bepalen waar al
of niet gebouwd mag worden, niet is,
zal wel duidelijk zijn.'Zo zullen tiendui
zenden mensen elke morgen en elke
avond naar en van hun werk moeten
worden vervoerd, zodat het zeker is,
dat de bestaande vervoerscapaciteit vol
strekt onvoldoende is tegen die tijd.
Niet alleen naar hun werk zullen zij
vervoerd moeten worden, doch ook naai
de ontspanningsgebieden. Voorts zal
men prijsopdrijving der gronden trach
ten te voorkomen en anderzijds ook tij
dig de nodige financiële bronnen moe
ten aanboren voor de te treffen voorzie
ningen. Tal van geestelijke, culturele
Het streven naar een verkorting van
de wettelijk toegestane maximale ar
beidsduur mag zich de laatste jaren in
ternationaal en mede als gevolg daarvan
ook in ons land in een bijzondere be
langstelling verheugen. Sedert de
Arbeidswet van 1919
geldt in ons land voor fabrieken, werk
plaatsen en kantoren dat daar maximaal
48 uur per week gewerkt mag worden.
Al sedert 1933 werd in het kader van
de Internationale Arbeidsconferentie ge
streefd naar een verlaging van het maxi
mum tot 40 uur. Deze door de tweede
wereldoorlog onderbroken actie werd in
de laatste jaren weer voortgezet, waar
bij het accent op een werkweek van vijf
dagen werd gelegd.
Op verzoek van de staatssecretaris van
sociale zaken heeft de sociaal-economi
sche raad nu een advies over deze mate
rie uitgebracht. Enkele weken geleden
werd reeds een rapport van het C.N.V.,
dat over deze zelfde aangelegenheid han
delt, gepubliceerd. Tussen dit rapport en
het eerder genoemde advies bestaat over
eenkomst en verschil.
Het advies van de S.E.R.
is strikt technisch en bemoeit zich niet
met het beleid. Het spreekt zich in prin
cipe niet uit over de wenselijkheid van
een verkorte werkweek. Het zegt slechts
tegen de regering: als u een verkorting
van de arbeidstijd wilt invoeren, moet
u dat zo en zo doen. Het advies zegt, dat
verkorting van de arbeidstijd alleen mo
gelijk is bij een extra stijging van de ar-
beidsproduktiviteit, die dan niet in de
vorm van een loonsverhoging aan de
werknemers ten goede is gekomen.
Aangezien de stijging van de produk-
tiviteit van bedrijfstak tot bedrijfstak en
en zelfs van onderneming tot onderne
ming verschilt, wordt een algemene ver
plichte invoering van de arbeidstijd
verkorting door de S.E.R. afgewezen.
en maatschappelijke belangen komen in
het geding, terwijl het besturen van de
Randstad Holland zeer zeker eveneens
onder het oog gezien zal moeten worden.
Wat echter als een rode draad door
het gehele rapport loopt, is de nadruk,
welke de Commissie legt op de spoed,
welke betracht zal moeten worden. Er
is namelijk haast bij, want de steden
kunnen moeilijk met hun uitbreidingen
wachten tot de rijksdiensten klaar zijn
met hun voorbereidende arbeid. Ook
kunnen de woningzoekenden dat niet.
En toch is in deze leiding een zaak, wel
ke men niet kan missen. Randstad Hol
land kan bewoonbaar en bruikbaar zijn,
maar dan zal men volgens de vaste lij
nen te werk moeten gaan. Het lijkt ons,
dat de lijnen, welke in het rapport Wes
ten des Lands' zijn getrokken, logisch
zijn en dat men de vele dikwijls tegen
strijdige belangen langdurig tegen el
kaar heeft afgewogen.
De verkorting
moet étappe-gewijs worden ingevoerd in
die bedrijfstakken en ondernemingen,
waar een gestegen produktiviteit dit mo
gelijk maakt zonder dat prijsverhogin
gen of andere economische gevolgen voor
de nationale economie optreden. In dit
licht bezien zal het zeker 3 tot 5 jaar
duren alvorens de eerste étappe een
vermindering van de maximale werktijd
tot 45 uur in alle bedrijfstakken is
gerealiseerd.
Het C.N.V.-rapport volgt in de grote
lijnen de redenering van het advies, maar
het gaat verder, want het geeft wel
lijnen aan voor het beleid. Ook dit rap
port gaat er van uit, dat arbeidstijdver
korting met behoud van loon slechts
mogelijk is bij een extra stijging van de
produktiviteit. Als zo'n stijging zich voor
doet en dus om het magische woord te
gebruiken
een zekere „ruimte"
ontstaat voor de werknemers, kan deze
echter op verschillende manieren worden
benut. Er kan een loonsverhoging worden
den gegeven, de arbeidstijd kan verkort
worden met behoud van het oude loon
maar er kunnen ook andere maatregelen
worden getroffen, zoals b.v. een uitbrei
ding van de sociale verzekering.
Bij het uitstippelen van een beleidslijn
moet dus een keuze worden gemaakt,
moet een zekere prioriteit van de ene
mogelijkheid boven de andere worden
aangegeven. Het rapport maakt deze keu
ze en constateert dan onomwonden, dat
twee wensen verwezenlijkt moeten wor
den, alvorens met de verkorting van de
arbeidstijd een begin kan worden ge
maakt. Voorang moet worden verleend
aan de invoering van de weduwen- en
wezenvoorziening en aan de verhoging
van de uitkeringen bij invaliditeit.
Het C.N.V.
zou geneigd zijn ook de hulp aan de on-
De aanvragen om toekenning van de
vergoeding voor verhuiskosten dienen
te worden gericht aan de gemeentelijke
woningdiensten. Een gemiddeld bedrag,
vastgesteld op 175.per geval, zal
als aandeel in de verhuizingskosten
door de gemeente kunnen worden aan
genomen. Dit bedrag is als volgt te
specificeren: verhuizing 50.inrich
tingskosten 100.en opslag 25.—
Verbouwingskosten.
Er zijn gelukkig nog mensen die hun
huis, dat niet geschikt is voor bewo
ning door twee gezinnen, hiervoor ge
schikt willen laten maken, doch de ver
bouwingskosten niet kunnen opbrengen.
Om tot deze verbouwing te komen,
kan in de meeste gevallen door de ge
meente een tegemoetkoming in de ver
bouwingskosten worden gegeven. Ook
de overheid wil gaarne een deel van de
kosten voor haar rekening nemen. Ook
hier weer: alleen als het gaat om wer
kelijk meer woongelegenheid te schep
pen. Dus niet, als er b.v. een nieuw
behang moet komen!
We willen onze lezers adviseren, voor
dat met de verbouwing een aanvang
wordt gemaakt, het gemeentebestuur te
raadplegen. Men voorkomt daardoor te
leurstellingen.
Mag men verhuren aan wie men wil?
Indien met steun van de overheid een
deel van de woning geschikt is gemaakt
voor „tweede woning", mag men dan
zelf beslissen wie men in dat verbouw
de gedeelte wil laten wonen?
Deze vraag kan niet onbeperkt met
„ja" worden beantwoord. Wel is het zo,
dat het huisvestingsbureau in dit geval
meer dan gewoonlijk het geval is, met
deze voorkeur rekening zal houden. He
lemaal vrij om naar willekeur over die
woonruimte te beschikken is men niet,
tenminste niet zolang de Woonruimte-
wet 1947 nog van kracht is.
Ook hier dus het advies: pleeg over
leg met het huisvestingsbureau voordat
u gaat verbouwen; u komt dan niet
voor verrassingen te staan.
ABDULLAH AL SALEM
de heerser van de oliestaat Koeweit.
derontwikkelde gebieden en de verbete
ring van het onderwijs voorang te ver
lenen boven de arbeidstijdverkorting,
ware het niet dat deze verlangens van
een geheel ander karakter zijn. Hierbij
wordt immers geen direct beroep gedaan
op de loonsom, maar op het overheids
budget.
Ook op het congres van het Internatio
naal Chr. Vakverbond hebben de verte
genwoordigers van het C.N.V. gesteld,
dat de vakbeweging op internationaal ni
veau niet zonder meer de verkorting van
de arbeidstijd als wens nummer één in
haar vaandel kan schrijven. In elk land
kunnen er immers veel dringender wen
sen zijn, die voorrang behoeven.
Het C.N.V. neemt deze houding niet
aan, omdat zijn leden geen interesse zou
den hebben voor arbeidstijdverkorting.
Een enquête heeft .geleerd, dat tal van
C.N.V.-ers vooral onder hen, die van
een vijfdagen-werkweek
zouden kunnen profiteren aan meer
vrije tijd zelfs de voorkeur geven boven
een loonsverhoging. Het Verbond is ech
ter zeer terecht van mening, dat vóór de
werknemers gaan genieten van meer
vrije tijd, eerst gezorgd moet worden dat
weduwen, wezen en invaliden materieel
beter verzorgd worden dan nu het geval
is. Nu er goede sociale voorzieningen
zijn in geval van werkloosheid, ouder-
bleven groepen" met bekwame spoed een
dom, ziektekosten en ziekteveriet, onge
vallen, moet ook voor deze „aehterge-
verantwoorde regeling worden getroffen.
Dat is een christelijk en een nationaal
standpunt, dat door alle leden van de bij
het C.N.V. aangesloten organisaties on
derschreven moet worden.
A
Wie met te grote snelheid rijdt,
Die kan niet stoppen meer op tijd!