Industriespreiding over het gehele land Napoleon begon over fantastisch tunnelplan Sneller bouwen - beter wonen Oproep Mij. voor Nijverheid en Handel Weslen wordf ie vol Groie daden gevraagd Vaste kanaaloeververbinding werd van angstbeeld tot wensdroom Èr moeten grote daclen worden verricht als ons land in de komende jaren aan de snel groeiende bevolking bestaansmogelijk heid wil bieden. Binnen 5 jaar zal er vol gens officiële raming nog voor 140.000 ar beidskrachten méér werk moeten zijn- Het parool is „alle hens aan dek". De Ned. Mij. voor Nijverheid en Han del oordeelt dat het hoog tijd is om de toekomst uit te stippelen. In haar jaar vergadering die door vier ministers, door kamerleden, burgemeesters, planologen, hoogleraren, befaamde ingenieurs en eco nomen werd bijgewoond, zijn de volgen de eisen voor de nationale welvaart in discussie gebracht: RIJNMONDEN •fc De basis-industrieën, nauw verbon den aan het Noordzee- en oceaanverkeer, moeten in de invalspoorten rondom de Rijnmonden blijven. 4( Deze volgepropte randstad West-Ne derland, van Rotterdam tot Amsterdam, moet echter worden ontlast door vesti ging van velerlei industrieën in andere provinciën. De overheid moet haar financiële bij stand voor die vestigingen verbeteren en verder moeten grote, snelle verkeersver bindingen de barrière verbreken, die de randstad van de andere landsdelen scheidt. Door enorme krachts-inspanningeii VOORLICHTINGSBUREAU VAN DEN VOEDINGSRAAD GROENTEVARIATIE IN DE ZOMER. Met de zomer gaan we de tijd van de zomèrgroenten tegemoet. In juni was de keuze daarvan nog niet zo groot. Maar groot genoeg om te zorgen voor variatie. Afwisseling in groenten is belangrijk Want iedere soort bevat andere voedings stoffen, die nodig zijn voor onze ge zondheid. Ook onze smaak vraagt om „verandering van spijs". We kunnen dat bereiken door ver schillende manieren van klaarmaken. Een groente, gesmoord in boter of marga rine, heeft een andere smaak dan dezelf de groente' gekookt. Een combinatie van twee soorten is dikwijls mogelijk; ook rauwe groenten zijn tot velerlei combina ties samen te voegen. Tenslotte krijgen veel groentegerechten door een ander sausje een ander aanzien en een nieuwe smaak. Hier volgen enkele voorbeelden: Andijvie kan, behalve met een meik of kaassaus, ook in de vorm van hele struikjes „au jus" gegeven worden. 'Rauw biedt deze groente mogelijkheden tot veel combinaties: met rauw geraspte zomer- bietjes, worteltjes, tomaat, rauwe bloem kool, komkommer, paprika, e.d. Bloemkool kunnen we gekookt op dienen (met gebruinde boter, kaas-, ker rie- of tomatensaus), maar ook, al of niet ongekookt, in verschillende slaatjes gebruiken. Komkommers kunnen rauw, maar ook gesmoord of gestoofd gegeven wor den, gepresenteerd met kerrie-, kaas-, tomaten- of peterseliesaus. Zomerbietjes zijn, gekookt of rauw geraspt, een fleurige smakelijke noot in vele slaatjes. Door verschillende slasausjes te ge bruiken krijgt sla steeds weer een andere smaak. Hoewel de meeste koolsoorten tot de wintergroenten behoren, is spitskool een goede afwisseling in de zomerse groenten. Tuinbonen worden het meest gewaar deerd wanneer ze nog jong zijn (ze zijn dan ook het duurst!). We kunnen ze geven met of zonder melksaus, voor de liefhebbers met bonekruid, en ook ge smoord met dobbelsteentjes mager rook- spek of ham. Tenslotte nog een recept voor 4 per sonen Gesmoorde spitskool met tomaten. 1V4 kg spitskool, 4 grote of 4 kleine tomaten, pl.m. 50 g 'boter of margari ne, zout, peper, desgewenst 4 eetle pels geraspte oude kaas. De kool van de buitenste bladeren ont doen en fijn snijden. De boter of marga rine heet maken, de gesnipperde kool, zout en peper toevoegen. De kool met een een paar maal omscheppen en dan in pl.m. 20 minuten zachtjes gaar laten smoren met het deksel op de pan. Intuseif de tomaten wassen, overgie ten met kokend water en van het velletje ontdoen. Grote tomaten halveren. Tien minuten vóór de kool gaar is de tomaten er op leggen en mee laten smoren. De 'kbol opdoen, garneren met de to maten en desgewenst het geheel met de geraspte kaas bestrooien. zal het bedrijfsleven de export moeten opvoeren, zodat Nederland de inter-Eu- ropese samenwerking tot een economisch succes kan maken. EXPORT Waarschuwend zei ir. Th. P. Tromp: „Laten we niet blind zijn voor de bedrei ging van de buitenlandse concurrentie, gevormd door het grote industriële po tentieel van West-Duitsland, de export- drang van 90 miljoen Japanners met hun fenomenale werkkracht, intelligentie en zich snel ontwikkelende industrie om Frankrijk, Engeland en de Ver. Staten nog maar buiten beschouwing te laten. Als we de kracht willen opbrengen om de bevolkings-aanwas op te vangen door vergroting van export en voorziening in de stijgende binnenlandse behoefte zullen wij rationeel moeten produceren en alle mogelijke voordeel dienen te behalen uit de Europese samenwerking". „Nederland zal hard moeten werken en veel initiatief tonen", liet de minister van Economische Zaken, prof. dr. J. Zijl stra, hier direct op volgen. Hij noemde de spreiding van activiteiten over het ge hele land, een grote nationale taak, die gericht is op een harmonische ontplooi ing van Nederland, een taak, die naar zijn stellige overtuiging tot een goed einde gebracht zal worden. De minister voorzag geen onoverkoom bare belangen-tegenstelling tussen de randstad en „overig Nederland'', en con cludeerde: Het belang van dit overig Ne derland ligt bij een verdergaande ont plooiing van het westen en het omge keerde is evenzeer het geval". HAVENS Dat Nederland voor zijn economische welvaart gevoelig gelegen is in West-Eu ropa, onderstreepte prof. ir. Jac. P. Thijs- se, die met vreugde vaststelde, dat ons land internationaal bezien in hoge mate deel uitmaakt van het havengebied, dat zich uitstrekt van Le Havre tot en met Hamburg. Dit uitgestrekte gebied kan in belang rijkheid vergeleken worden met de oost kust van de Ver. Staten van Boston tot Washington. Amsterdam en Rotterdam hebben de beste kansen, doordat zij toegang geven tot het stroomgebied van de Rijn met alle daarop gebaseerde industriële activiteit in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. PARTNERS Vurige pleidooien voor het vrij alge meen aanvaarde principe van stimulering der industrie-uitbreiding naar de andere provinciën, kwam van de zijde van Vlis- singen en Delfzijl, die door enkele spre kers als mogelijke grote partners voor de havensteden Amsterdam en Rotterdam werden aangeduid. Hun werd tegengeworpen, dat het met veel meer kosten gepaard zou gaan om de havens voor diepstekende schepen bereik baar te maken. Niettemin verdienen Delf zijl en de Scheldehaven alle steun. RUIMTE Hoewel sommige sprekers vreesden, dat beperking van verdere vestigingen in de randstad aldaar tot eenzijdige werk voorziening zou kunnen leiden, overheer ste de indruk tijdens dit congres, dat de ruimtelijke ordening van toekomstig Ne derland gericht moet zijn op het „mee spelen" van de andere landsdelen. Slechts dan zal er werk zijn voor ieder en ruimte voor een zo volledige ontplooi ing als de bevolkingsgroei vereist. De overheid heeft hierop evenals het be^ drijfsleven het oog gericht. De overheid o.m. blijkens haar bereid heid tot het verlenen van financiële fa ciliteiten, zoals de reeds bestaande pre mie-regeling voor nieuwe vestigingen. INVESTERINGEN Dat deze faciliteiten niet ver genoeg gaan, viel op te maken uit een toelichting van ir. Th. P. Tromp, die tegen het slot van de bijeenkomst zei: De industrie zal de taak krijgen werk te scheppen voor een grote toeneming van arbeidskrachten. Zij zal voor moder ne outillage dienen te zorgen en in alle opzichten „bij moeten blijven" om te kun nen exporteren. Maar daartoe moet de financiële moge lijkheid aanwezig zijn. Indien echter bij alle eisen in verband met de sociale voorzieningen de winsten worden afgeroomd door belastingen, blijft er weinig over voor zelffinancie ring. Verlichting van deze druk op het bedrijfsleven, teneinde de expansiemoge lijkheden te verruimen is gelukkig het onderwerp van overleg en wisselwerking tussen industrie en overheid". TIEN MILJOEN TON AARDE EN HONDERDEN MILJOENEN GULDENS Toen de Britten in 1941 de luchtslag om Engeland in hun voordeel hadden beslist, braken de raadgevers van de Britse pre mier zich de wantrouwige hoofden over de vraag, op welke manier de Duitsers 'n nieuwe troefkaart tegen Engeland uit zou den kunnen spelen. Immers, het was nog niet zover, dat hei Duitse leger verslaan- baar geworden was en de geallieerden vreesden nog steeds een soort Duitse in- visie op het geïsoleerde Albion. Op een van die vergaderingen van raadgevers met de Britse oorlogsleiders na de eerste gewonnen slag, viel plotseling het woord: tunnel en dat was voldoende, om de nek haren van iedereen, die iets met de lands verdediging van doen had, steil overeind te brengen. De Duitsers, zo dachten de Britten, konden wellicht over geheime werktuigen beschikken, waarmee zij een Kanaaltunnel konden bor^n, vanuit het kleine stukje proeftunnel, dat reeds tien tallen jaren aan de Franse kust bestond. Enkele kilometers voor de kust zouden zij dan die tunnel kunnen splitsen in ver schillende andere, om op die manier on verwacht op enkele plaatsen tegelijk En geland binnen te stappen, ongezien en on gemerkt. BEZORGDE BRITTEN BELUISTERDEN DE ZEE Nu hadden ook de Britten aan hun kant van het Kanaal een stukje proef tunnel liggen, en op een nacht trok een geheim konvooi naar die proeftunnel, uit gerust met de modernste luister-appara ten. Maandenlang bleef de proeftunnel be mand met militairen, die niets anders te doen hadden dan verdachte geluiden, die mogelijk uit de Kanaalbodem konden op stijgen, op te sporen en te signaleren. Ze zaten er voor niets, want geen enkele Duitser kreeg in de oorlog van de hoog ste legerleiding opdracht om de moge lijkheden van zo'n tunnel te onderzoe ken. Er waren ook geen geheime machi nes met onvermoeide graafcapaciteiten. Wel was er en dat hadden de wan trouwige Britten goed aangevoeld - in 't hoofdkwartier van Hitler over een tun nelplan gesproken, maar dat was als on uitvoerbaar terzijde gelegd. De luisterposten van de Britten in 1941 waren het symbool van het wantrouwen, dat de bewoners van Albion in de loop der historie tegen het graven van zo'n tunnel hebben gekoestei'd. Reeds toen er voor de allereerste keer sprake was van tunnelbouw - in de dagen van Napoleon - oordeelden zij er niet al te enthousiast over. De man, die toen het woord „tun nel" vallen liet, was Napoleon zelf. Bij het sluiten van de vrede van Amiens raakte hij in gesprek met de Britse verte genwoordiger en begon over de tunnel bouw. „Dat is iets, wat onze landen in eendrachtige samenwerking kunnen ver wezenlijken". zei de kleine Corsicaan. Ambassadeur Fox knikte bedachtzaam en beloofde, dat hij contact met zijn rege ring zou opnemen over deze aangelegen heid. De rapporten, die hij naar zijn va derland stuurde, hadden echter niet de toon, die de Britse regeerders kon over tuigen en enkele jaren nadien waren de Britten er gloeiend gelukkig om, dat zij niet waren ingegaan op het voorstel van Napoleon, want toen brak de krijg uit en de Fransen zouden doodrustig naar Enge land gewandeld zijn, als de tunnel, die door de Franse ingenieur Mathieu inmid dels getekend was, een feit zou zijn ge worden. Nu moest Napoleon zijn troepen thuis houden en zich bepei'ken tot een - overigens zeer pijnlijke - blokkade van Engeland. Commissie Het tunnelplan werd in de kast gelegd en kwam er pas uit in de dagen van Vic toria en Napoleon Hl. Het was overigens ixiet het oude plan uit Napoleoxxs dagen, maar een gloednieuwe versie, getekend door de Fransman Gamond. Al te veel succes had de brave man er niet mee, want Victoria voelde er niets voor en Na poleon IH kon er liet nut ook slechts ma tig van inziens. Om elkaar toch een ge noegen te doen, werd door beide landen een gezamelijke commissie gevormd, die de affaire moest bestuderen en „in over- WONINGBOUW IN DE FABRIEK AMBACHT WORDT INDUSTRIE Voorheen was de „bouwplaats", 't ter rein waarop werd gebouwd, tevens de werkplaats waar de meeste onderdelen van de woning werden vervaardigd. Dit ambachtelijke werk is steeds meer ovenvonnen door de industrie en 'n groot deel van de bouwactiviteit heeft tegen woordig plaats achter de fabriekspoorten. Wanneer in het hartje van New York een wolkenkrabber wordt gebouwd, heeft men op het vrij kleine terrein geen ruimte voor opslag of vervaardiging van onder delen. Het bouwen is hoofdzakelijk het monteren van tevoren pasklaar gelever de onderdelen en de levering heeft plaats volgens een op de seconde uitgekiend tijdschema. We gaan hier te lande ook steeds meer die kant op. Werd voorheen bijvoorbeeld de betonspecie op het werk zelf vervaar digd, waarvoor men dus een betonmolen, een cementloods enz. nodig had. nu ziet men de vrachtwagens met roterende trommels - rijdende betonmolens - zelf als „op het spoorboekje" op het werk ar riveren om de mortel kant en klaar te storten in het werk. Stalen ramen, kozijnen, deuren, com plete keukens, sanitaire installaties, ze zijn alle tevoren in de fabriek pasklaar gemaakt en worden op het werk geleverd in plaats van klaargemaakt. De industrie heeft ook hier grotendeels het ambacht verdrongen. En zonder de bijdrage van de toeleveringsindustrie zou het moder ne bouwen niet mogelijk zijn. Te veel afwijkingen Op deze manier wordt het bouwtempo versneld en worden de kosten gedrukt, maar nog niet genoeg. Het wringt nog immer tussen ambacht en industrie. Ter wijl de industrie kans ziet zodanig mate riaal te leveren, dat de architect ervan kan uitgaan bij het maken van zijn ont werp, is er nog immer te veel individu alisme, moeten er steeds weer afwijkende typen vervaardigd worden die het tem po vertragen en de kostprijs opschroeven. De vrees voor teveel uniformiteit in de bouw speelt daarbij natuurlijk een grote rolhet is alleen de vraag of het ge vaar hiervoor schuilt in het door de in dustrie vervaardigde standaard-materiaal, dat slechts ten dele de vormgeving be paalt. Een ander opmerkelijk knelpunt vormt het gebrek aannauwkeurigheid. Zo kan het gebeuren dat men voor een stan- daard-kast-type de planken op maat ge zaagd leverten dat ze nochtans te breed blijken en bij gezaagd moeten wor den, omdat men het met de maten niet te nauw genomen heeft. Zelfs de duim stokken zijn niet overal gelijk, waardoor men millemeter-verschillen krijgt, die bij grotere oppervlakken centimeter-ver- schillen kunnen wordenmet alle ge volgen van dien. Ir. J. van Ettinger, directeur van Rot terdams Bouwcentrum, zei het onlangs ronduit: Bij aannemer, uitvoerder en arbeider dient het maatbewustzijn te worden ver sterkt, zodat de toegeleverde, geprefabri ceerde materialen en elementen niet al leen op papier passen, maar ook in wer kelijkheid, en het werk op de bouwplaats kan opklimmen tot industriële montage. Bouwen in de fabriek Een ander „bottleneck" in het proces van sneller bouwen vormen de zeer uit eenlopende voorschriften van allerlei in stanties en de op iedere plaats weer an dere eisen der bouwverordening. Die staan het ontwerpen en fabriceren van standaard-typen in de weg. De toeleverende industrie heeft het ambacht van het bouwen steeds meer vervangen. Het huis wordt reeds groten deels gebouwd in de fabriek, complete wanden, zelfs van leidingen voorzien, kunnen ineens worden aangevoerd. Er is een Nederlands bedrijf dat het hele sy steem van „natte leidingen" tevoren in eigen werkplaats gereed maakt, demon teert en naar de bouwplaats voert, waar de aanleg dan alleen nog maar een kwes tie is van opnieuw monteren. In dit hele proces, deze omschakeling van ambacht naar industrie, speelt ook het probleem der werkkrachten een rol. De animo voor het ambacht schijnt bij de jongeren steeds meer terug te lopen. Het klassieke type dat de bouwvakarbei der, de timmerman, de metselaar, die hun vakmanschap bewijzen op de bouwplaats, sterft uit. Him plaats wordt ingenomen door de monteurs, die in de fabriek deze elementen gereed maken. Het is niet alles goud wat hier blinkt. Het individu wordt steeds meer massa mens. Het in vele opzichten nog indivi duele werk „op de steiger" wordt ver vangen door het gerationaliseerde, regel matige werk in de industrie. Deze ont wikkeling ligt in het verlengde van die, welke overal in waar te nemenop offering van de individualiteit ter ver krijging van zekerheid, hoewel deze laat ste ook nog niet onwrikbaar vaststaat! Anderzijds kan alleen op deze wijze worden voldaan aan de steeds toenemen de woningbehoefte, kan men op deze wij ze sneller en ook beter bouwen. Daartoe is het echter nodig dat alle betrokkenen, architect, overheid, industrieel, aannemer, uitvoerder en last but not least ook de man op het werk, hetzij bouwvakarbei der om monteur, samenwerken om te be reiken, dat deze omwenteling van am bacht naar industrie ook inderdaad snel ler en beter bouwen mogelijk maakt. WIE ADVERTEERT VERKOOPT WIE NIET ADVERTEERT WORDT VERGETEN! weging nemen". Dat was een ideale ma mier om de plannen in de doofpot te stop- pten. Waren de eerste twee tunnelplannen voortdurend uit een Franse koker, het derde plan, dat tien jaar na het om hals bx-engen van het tweede opgeld deed was een Engelse versie en misschien kwam het wel daardoor, dat deze keer de Britten meer animo toonden. Nu was het echter de oorlog tussen de Pruissen en de Fransen, die de zaak kwam vertra- en pas in 1872 werd op hoog niveau over leg gepleegd. Proef stukjes Uit dat overleg groeide trouwens iets zeer nuttigs: er werd een Kanaaltunnel- compagne opgezet en een t weel anden commissie begon met het opstellen van een reglement voor het verkeer, dat zich eens door de toekomstige tunnel een weg zou banen. Vooral de spoorwegen in beide landen liepen heet voor het plan. Ze bx-achten een aanzienlijk bedrag bijeen voor het boren van stukjes proeftunnel: een stukje aan de Britse en een stukje aan de Franse kant. Het geld, dat de spoorwegen voor deze activiteiten nog te kort kwamen, werd edelmoedig bij gepast door Rothschild, de miljonair. Er werd begonnen met boren aan bei de zijden en toen de proef tunneltjes an derhalve kilometer lang waren, vond men het voldoende. Er werden metingen ver richt en de grootste optimisten zagen de tunnel in hun verbeelding al verwerke lijkt, toen de Britten plotseling de ac tiviteit begonnen af te remmen. Over wegend dat een tunnel toch niet alles was, brachten zij een nieuwe commissie op de been, die alles nog eens precies moest nagaan. Deze commissie werkte evenwel snel en kwam tot de bevinding, dat een tunnel weliswaar bezwaren had, maar dat de voordelen groter waren dan de nadelen. In 1886 kwam de tunnel of ficieel ter sprake in het Lagerhuis, waar men aanvankelijk de onderneming en thousiast steunde. Maar de vader van Sir Wiston Chur chill maakte er een wrang gi*apje over en een der volgende sprekers plaatste de opmerking „dat Engeland, zolang het de oceaan tot vriend had, niet opzettelijk de macht van de zee moest ondermij nen". De man, die dit zei, was Lord Bal four en zijn woorden, samen met die van Churchil, deden de stemming omslaan: het tunnelplan zou niet worden verwe zenlijkt. Eiffelplan In de eerste wereldoorlog kwam inge nieur Eiffel, de man, die ook de monster achtige Eiffeltoren bouwde, met 'n nieuw Kanaalplan en de voorstanders van zo'n plan hadden argumenten genoeg, om de Britten ervan te overtuigen, dat liun be zwaren op strategische gebied echt niet meer konden gelden. „Als er vroeger een Kanaaltunnel was gegraven, dan zou de wereldoorlog waar schijnlijk niet zijn uitgebroken", was de mening van de Franse generaal Foch, „immers dan zouden de Duitsers vrees gekoesterd hebben voor de snel door de tunnel komende Britten. Was de oorlog ondanks dat dan toch begonnen, dan zou de snellere toevoer van troepen en ma teriaal van overzee de krijg met minstens twee jaar hebben bekort". Het zou evenwel nog tot diep in de dertiger jaren duren, eer de Britten be gonnen in te zien, dat er veel waars schuilde in de woorden van de Franse ge neraal. Duur karwei Had men de tunnel in de voorloorlogse jaren gegraven, dan zou men voor een slordige 250 miljoen gulden klaar zijn ge weest. Nu liggen de kosten zeven maal zo hoog en dan komt er later nog het een en ander bij, want de tunnel van zeven maal 250 miljoen gulden voorziet slechts in de behoeften van 't treinverkeer, voor auto's en ander rollend materiaal is in deze tunnel geen plaats. Alles wat cr bui ten de treintunnel aan ruimte overschiet, is een dunbijtunneltje, waarin de appara tuur voor luchtverversing e.d. moet wor den aangebracht. Gaan de plannen eens door, dan wordt de tunnel 57 kilometer lang en dan zal er niet minder dan tien miljoen ton grond moeten worden uitgegraven, om de baan door de stevige kalklagen onder het zes tig meter diepe Kanaal vrij te maken. Als alles gereed is - en de Britse rege ring wil er wel een slordige duit inste ken - zal de reis, ,over het Kanaal" per trein niet langer dan drie kwartier duren en zal Engeland niet langer meer afge sloten liggen in zijn „splendid isolation". Maar zover is het, ondanks alle geld, plannen, goede woorden en beste voor nemens, nog lang niet.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1958 | | pagina 3