Wat is en doet het Landbouwschap Veemarkt Rijssen ACCORDEONUITVOERING D.S.V. Een zaal vol jonge mensen heeft za terdagavond veel plezier beleefd aan de uitvoering, welke de Bathmense Accordeonvereniging DSV in ,Amicitia' gaf met medewerking van de toneel vereniging „De Veldhoekers" uit Harf- sen. Voor de pauze werd onder leiding van de dirigent, de heer J. Brekvoort uit Deventer, het muzikale gedeelte uitgevoerd, dat voor het grootste deel bestond uit een aantal zeer gevarieer de marsen. Het uit 17 personen bestaande accor deon-orkest deed het keurig. Wij noe men in dit verband de uitvoering van de AMC-mars, de ouverture „Lente glorie" en de „Mary-wals". Verder werden gespeeld: „Jeimenesse", ,Son- ja", de Lou Lou Polka, een Boerendans en de Victoria-mars. Met de op pit tige wijze uitgevoerde mars „Alte Ka meraden" werd het eerste deel van de avond besloten. Na de pauze brachten „De Veldhoe kers" voor het voetlicht de klucht in twee bedrijven „Hoogspanning", een zeer komisch stuk, dat telkens dave rende lachsalvo's in de zaal deed op- klateren. Eefie Zoutenberg had voor de ver jaardag van zijn vrouw Annemieke een armband gekocht met 9 stenen, maar aangezien zij nog niet direct jarig was, had hij deze aan zijn vriend Kobes Bibber, in bewaring gegeven, opdat zij het geschenk niet vinden zou. Diens vrouw een bijdehante tante had de armband echter wel ontdekt. In de krant las men nu, dat de Havik inge broken had in een juwelierswinkel en o.m. een armband met 9 safieren had ingepikt. Dit bericht vormde de aan leiding tot de allerdolste verwikkelin gen, waarin ook nog betrokken werden het daghitje „Diekie" en haar galant „Boef", wiens naam mede de nodige stof voor deze verwikkelingen gaf. Deze klucht werd door de Harfsense spelers op een vlotte wijze opgevoerd en het publiek heeft er, getuige het da verend applaus, zeer van genoten. Met een kleine verloting en een druk bezocht bal werd de avond besloten. VERENIGING VOOR UITZENDING VAN KINDEREN DEED WEER GOED WERK De afdeling Holten van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings oorden en Gezondheidskolonies hield in Hotel Holterman haar jaarvergade ring, welke niet druk bezocht was. De voorzitter, de heer H. J. A. Kolde- weij, gaf een overzicht van de geschie denis van het Centraal Genootschap en de plaatselijke afdeling en wees er op, dat in de laatste 50 jaar de gemid delde levensduur van de mens met ca. 20 jaar is toegenomen. Dit is voor een belangrijk deel te danken aan de voor uitgang van de medische wetenschap en de verbetering der sociale toestan den. In de bevordering vande alge mene gezondheidstoestand in ons land hebben tal van verenigingen, o.a. het Groene Kruis, het Roode Kruis en het Centraal genootschap een belangrijk aandeel gehad. De tuberculose, welke reeds' sterk teruggedrongen was, is in de oorlog weer toegenomen, maar ver toont thans gelukkig weer een flinke daling, aldus spreker. Het Centraal Genootschap werd in 1901 gesticht vooral met het doel om de kinderen, in de steden levende in krot woningen, te doen genieten van de na tuur en hun gezondheidstoestand te be vorderen. Zijn werk heeft met dat van andere organisaties op dit gebied een grote vlucht genomen. In 1926 werd een plaatselijke afde ling opgericht, maar toen deze door de oorlogsomstandigheden moest worden ontbonden, heeft de plaatselijke Groene Kruisvereniging het werk overgenomen en zo kwam na de bevrijding een alge mene samenwerking tussen de verschil lende bevolkingsgroepen in één vereni ging tot stand. De heer Koldeweij wees er op, dat de verpleegprijs, die vroeger f3,30 be droeg, nu geschat wordt op f5,20 per kind per dag. De helft van dit geld komt by een van het rijk, de provincie en de gemeente. Het ziekenfonds gaf aanvan kelijk aan de vereniging f 1,— per kind per verpleegdag. Het betaalt deze bij drage thans aan de ouders, die daar mede bij het bepalen van hun bijdrage echter rekening kunnen houden. In het afgelopen jaar werden door de afdeling 6 kinderen gedurende zes we ken uitgezonden; 1 naar „Het Ruige Veld" bij Assen en 5 naar Egmond aan Zee. Zfj waren gemiddeld 5 pond aan gekomen en de ouders hebben medege deeld, dat zij over hun gezondheidstoe stand zeer tevreden waren. Financiën baren minder zorg. Door de penningmeesteresse, mej. W. Bal, werd hierna het jaarverslag uitge bracht, waaruit bleek, dat de financiën der vereniging er thans beter voor staan dan enige jaren geleden, dank zij ook de bijdragen van de Herv. en Geref. Kerk. Er is thans 'n batig saldo, maar men moet er, zo merkte de voorzitter nog op, rekening mee houden, dat niet al leen de opname in de koloniehuizen, maar ook het brengen en halen, veel geld kost. Bij de bestuursverkiezing werd in de plaats van de heer H. Schuppert, die wegens drukke werkzaamheden be dankte, gekozen de heer J. H. Assink. Na de pauze werden door de heer H. van Zeben. een drietal films over het leven in de koloniehuizen vertoond, die wel een zeer duidelijk beeld gaven hoe het herstel van de gezondheid der kin deren wordt bevorderd en hoe goed en prettig zij het daar hebben. In zijn slotwoord bedankte de voor zitter de heer Van Zeben met een doos sigaren en mevr. A. Wansink-van de Brink voor het gebruik van het scherm. In een op 24 februari j.l. te Meppel gehouden bijeenkomst van de leden van het Drents Landbouw Genootschap heeft de heer H. D. Louwes te Zuid- horn, voorzitter van het Landbouw schap, een rede gehouden over 't hier boven vermelde onderwerp. Waar er, zoals in de onlangs alhier door de Landelijke Vereniging voor Bedrijfsvrijheid in de Landbouw geor ganiseerde vergadering gebleken is, ook in onze gemeente nog bij velen belang rijke misvattingen bestaan omtrent het Landbouwschap, laten wij diens rede hieronder in extenso volgen. Wij mogen hen adviseren deze rede voering met aandacht te lezen. Het eerste gedeelte volgt hieronder, terwijl wij het slot in ons volgend no. een plaatsje hopen te geven. „Gaarne wil ik mijn betoog aanvan gen met de volgende in de ogen van velen misschien gewaagde en bestreden stelling: het Landbouwschap is een door de Nederlandse agrarische bedrijfs- genoten gewilde organisatie, welke lo gisch voortvloeit uit hun organisatori sche ontwikkeling van meer dan een eeuw, hen invoegt in de huidige ont wikkeling van ons maatschappelijk be stel en welke hun belang dient en dat van ons volk als geheel. Ik wil deze stelling trachten waar te maken, mij daarbij hier in uw midden in het bij zonder bepalend tot onze boeren en tuinders- De georganiseerde boeren en tuin ders hebben in hun organisaties gebruik gemaakt van de mogelijkheid welke de wet op de Bedrijfsorganisatie hen bood om het Landbouwschap tot stand te brengen; de niet-georganiseerden kon den krachtens de structuur van deze wet in deze nu eenmaal niet geraad pleegd worden, maar als kiezers zijn zij toch mede-verantwoordelijk voor de BALDADIGHEDEN VERHINDEREN DE INSTUIF De Kerkvoogdij der Hervormde Ge meente verzoekt ons mee te delen, dat vanwege het baldadig optreden van sommige jongelui bij de instuif op zon dagavonden, het gebouw „Irene" zon dag a.s. gesloten zal zijn. Het is, zo zouden wij voorlopig wil len opmerken, toch wel diep treurig, dat er jongemensen zijn, die in een jeugdgebouw, waarin hen op verant woorde wijze verpozing wordt geboden, hun fatsoen niet kunnen houden. VOETBAL Afgelopen zondag kwamen de spe lers van Holten 1 en SOS 1 (Hellen- doorn) niet in het veld. De scheids rechter deelde hen in de kleedkamer mede, dat hij het, gezien de weersom standigheden en de toestand van het veld, beter vond om de wedstrijd af te gelasten. Een zeer verstandige beslis sing. De spelers van Holten 3 kunnen dit na twee keer drie kwartier voet ballen in een sneeuwstorm volledig be amen. Wierden 2 bezorgde de Holtena ren een aangename verrassing door Omhoog 1 de hele wedstrijd het scoren te beletten. Deze wedstrijd eindigde in een 0—0 gelijk spel. Dit was tevens de enige wedstrijd, die in de 2e klasse F werd gespeeld. Markelo Vooruit 2-Holten 2 1-7 Markelo hield voor de rust de achter hoede goed gesloten, doch kon niet voorkomen, dat na een kwartier de gasten de score openden. Aanvoerder- spil A. Jansen, die prima speelde, schoot toen vanaf pl.m. 20 meter hard in de hoek. 0—1. Nog voor de rust werd het 0—2 door de actieve middenvoor Ulf man1. Na de rust werd het spel van de Holtenaren beter beloond. Middenvoor Ulfman liet zien, dat hij uit alle stan den kan schieten en scoorde nog vier keer. Uit acht wedstrijden maakte de ze speler 23 goals, een prestatie, die de top-scorers uit de ere-divisie lang niet bereiken. J. Meerman was de maker van de andere goal. Markelo benutte een toegestane penalty. Doordat Sport- club Vroomshoop De Zweef 4 met een 6—4 nederlaag naar Nijverdal terug stuurde, is Holten 2 nu op gelijke hoog te met de Nijverdallers gekomen. Opstelling: doel: W. Biesters; achter: G. Scholen en M. Bosscher; midden: E. Vincent, A. Jansen en G. Vincent; voor: J. Meerman, T. Stegink, Ulfman, B. Paalman en H. v. d. Bos. Stand in 2e klasse F: 1. Omhoog 1 8 6 1 1 13 28- 9 2. Heracles 4 7 5 1 1 11 18-13 3. Holten 1 7 5 0 2 10 21-10 4. Rietvogels 2 7 5 0 2 10 21-13 De stand in de 4e klasse J 1. Holten 2 8 5 2 1 12 36-18 2. De Zweef 4 8 5 2 1 12 49-21 3. Haarlese Boys 2 6 4 1 1 9 41-15 Holten 3-Haarlese Boys 3 1—3. Holten 3 liet het er deze keer wel heel erg bij zitten. Ze verloor'van de club, die op de op één na laatste plaats staat. Gedurende de hele wedstrijd sneeuwde het. Na vijf minuten spelen werd keeper Scholen volkomen verrast door een hoge bal. Hij stond toen te ver van doel af om de reddende sprong te maken. De kleine rechtsbuiten van de gasten werd vaak niet afdoende gedekt en de ze kon voor de rust zijn midvoor van een pass bedienen, die zonder moeite in een doelpunt kon worden omgezet. 0—2. Na de rust tapte Holten uit een ander vaatje en door enkele omzettin gen kwam er meer actie in de voorhoe de en het werd al gauw 1-2 door J. ten Velde. Holten ging door en er kwamen nog enkele niet te missen kansen, die door heel slecht schieten jammer ge noeg niet in een doelpunt konden wor den omgezet. Holten kreeg door deze tegenslag een inzinking, die ze niet te boven kwam. De verhouding tussen de spelers werd ook niet beter, toen de scheidsrechter een buitenspel-doelpunt toekende. Er kwamen massa's vrije trappen en J. Spenkelink moest zelfs het veld verlaten. Zo kwam een einde aan een wedstrijd, die men beter spoe dig kan vergeten. Officiële publicaties VASTSTELLING BIJZONDERE VOORGEVELROOILIJN voor een gedeelte van de Oranjestraat, de Kolweg en de Kerkstraat. Het Hoofd van het Gemeentebestuur van Holten brengt ter openbare kennis, dat vanaf maandag 3 maart 1958 voor een ieder ter inzage liggen een ont- werp-verordening tot vaststelling van een bijzondere voorgevelrooilijn voor een gedeelte van de Oranjestraat, de Kolweg en de Kerkstraat, met bijbe horende tekening. Gedurende een termijn van dertig dagen vanaf deze datum kunnen be langhebbenden hiertegen bezwaren in dienen bij de gemeenteraad. Holten, 28 februari 1958- Het Hoofd van het Gemeente bestuur voornoemd, W. H. ENKLAAR. OPENBARE KENNISGEVING De burgemeester van Holten maakt bekend, dat op het gemeentehuis voor een ieder ter inzage ligt de beschik king van de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van 29 oktober 1955, no. L/PA 670 en diens beschikking van 24 november 1956, no. L/PA 3001, houdende wijziging van eerstgenoemde beschikking, alsmede de bij de beschikking L/PA 670 behoren de, op deze gemeente betrekking heb bende kaarten en lijsten, waarop zijn aangegeven de krachtens artikel 3, tweede lid, van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid aangewezen gebie den en/of terreinen. Op deze gebieden en/of terreinen is verboden de teelt van: 1. aardappelen en tomaten; 2. bloembollen en knollen, boomkwe kerijproducten, koolraapplanten, stekbieten en andere planten, die met ondergrondse delen worden ge rooid, een en ander voor zover zij kennelijk bestemd zijn om te wor den uitgeplant. In de aangewezen gebieden en ter reinen is sinds de vorige bekendma king van de beschikking L/PA 670 op 19 januari 1956 geen wijziging geko men. Holten, 26 februari 1958. De burgemeester voornoemd, W. H. ENKLAAR. Op de maandag j.l. te Rijssen gehou den veemarkt waren aangevoerd: 1087 stuks vee, runderen 213, varkens 874. Prijzen: 43 vette koeien, eerste kwali teit van f2,75 tot f3,05; tweede kwali teit van f2,35 tot f2,75; derde kwali teit van f2,10 tot f2,35 per kg slacht- gewicht; 92 melk- en kalfkoeien van f630,- tot f980,- per stuk; 19 pinken van f420,- tot f570,- per stuk; 17 gras kalveren van f235,- tot f350,- per stuk; 42 nuchtere kalveren van f 35,- tot f 48 per stuk; 25 drachtige zeugen van f225 tot f325,- per stuk; 18 loop varkens van f65,- tot f95,- per stuk; 831 biggen van f45,- tot f60,- per stuk. Overzicht handel: Vette koeien en stieren: Aanbod iets groter, de handel hierin had een rede lijk vlug verloop met iets hogere prij zen Gebruiksvee: Aanbod iets groter, de handel hierin had een zeer langzaam verloop met onveranderde prijzen. Nuchtere kalveren: de handel hierin had een redelijk vlug verloop met iets lagere prijzen. Varkens en biggen: Aanbod iets gro ter, de handel hierin had een zeer kalm verloop met onveranderde prijzen. Pinken en kalveren: de handel hier in had een redelijk vlug verloop met gelijkblijvende prijzen. Programma: Zondag: Holten 1-Luctor, 2.30 uur; Holten 2-Haarlese Boys, 12 uur; GFC 4-Holten 3, 11 uur. samenstelling van de Tweede en Eer- ste Kamer der Staten-Generaal, die deze j wetten hebben aangenomen. Het Land bouwschap heeft ook hen omvat, niet door de daden van de een of andere duistere macht, maar door die van de eigen gekozen volksvertegenwoordiging. De organisatie van de boeren om spant reeds meer dan een periode van een eeuw, die der landarbeiders van meer dan een halve eeuw en tussen beide georganiseerde groepen is geheel langs vrijwillige weg op bepaalde ter reinen een samenwerking ontstaan, verstevigd gedurende de bezettingstijd, welke na deze oorlogstijd het aanzien gaf eerst aan de Stichting voor de Landbouw, vervolgens aan het Land bouwschap. Hier is van een geleidelijke en systematische groei sprake. Overheidsbemoeiing. Sedert bijna dertig jaar kennen wij in Nederland een zeer directe bemoei ing van de overheid met het landbouw beleid en deze overheid grijpt op tal van plaatsen in in het doen en laten van ons bedrijfsleven op economisch en sociaal terrein, niet in het minst ook op het terrein van im- en export. Ook andere bevolkingsgroepen en bedrijfs takken organiseren zich zeer intensief; in deze ontwikkeling moet de land bouw mee weten te doen op straffe van een vergaande verwaarlozing van zijn eigen belangen. Ongeorganiseerd of ouderwets georganiseerd zich te willen handhaven temidden van de moderne bewerktuiging van overheid en samen leving zou hetzelfde zijn als het op trekken van ons. landbouwleger gewa pend met pijl en boog tegen tanks. Het Landbouwschap biedt de mogelijkheid tot een ontmoeting op basis van gelijk waardigheid met de overheid en de overige bevolkingsgroepen. Onze agrarische bedrijfsgenoten kun nen m.i. met reden fier zijn op hun schepping: het Landbouwschap- Alge meen is de overtuiging, dat deze tijd vraagt om publiekrechtelijke bedrijfs organisatie en de wet biedt daartoe de mogelijkheden. Maar er is geen andere talrijke bevolkingsgroep, die deze eis des tijds zo goed verstaan en de gebo den kans zo welbewust gegrepen heeft als onze agrarische bevolking: haar Landbouwschap is een levend orgaan, toegerust met een bekwame en toege wijde staf van medewerkers, steunende op een hechte organisatie-traditie in eigen kring en op een stevig gegrond vest gezag. Natuurlijk moeten wij goed beseffen, dat het Landbouwschap is een instru ment van studie en samenwerking en aan een instrument geeft men zijn aan dacht, niet zijn hart. Laat dat hart, de gehechtheid van onze boeren, tuinders en arbeiders dan blijven uitgaan naar hun standsorganisaties en hun blijven de onmisbaarheid als het besef maar levendig is dat ook het Landbouwschap onmisbaar is op zijn met tact en wijs heid afgebakend werkterrein, waar het de armslag der onafhankelijkheid is toe gekend en die ook behoeft en verwe zenlijkt ziet. En ook met een instru ment kan een mens niet zinvol werken als hij niet het besef heeft er een goed doel mee te helpen verwerkelijken. Dat besef hebben wij, want wij dienen het stoffelijk belang onzer agrarische be drijfsgenoten en wij zijn dag aan dag een zichtbaar teken van samenwerking tussen werkgevers en werknemers en van de erkenning van elkander in de gezamenlijke dienst aan bedrijf, stand en volk. Onze boerenstand klaagt wel over over veronachtzaming en miskenning in ons volksgeheel; laat hij dan zijn eigen scheppingen niet kleineren. En als zul ke prestaties en scheppingen, waarop hij fier kan zijn en op grond waarvan hij een sterke positie in ons volksge heel mag en kan opeisen, noem ik zijn bedrijfsvoering met zijn openheid voor onderwijs en voorlichting, zijn coöpera ties en zijn organisaties met ons Land bouwschap. Laten wijzelf niet kleine ren wat anderen ons benijden! Thans kom ik tot de vraag: wat doet het Landbouwschap? In het algemeen zou ik op deze vraag willen antwoorden: het behartigt de belangen van de agrarische bedrijfsge noten, het adviseert de overheid en an dere instanties omtrent landbouwbelan gen en waar het nodig is maakt het verordeningen die de agrarische be drijfsgenoten in hun eigen belang kun nen binden. De eerste taak is uit de aard der zaak de belangrijkste en zij moet worden vol bracht als voortzetting, aanvulling en eigen arbeid van en naast die van de boeren- en landarbeidersorganisaties, 't Gaat hier niet alleen om wat wij in en gere zin noemen landbouwbeleid, maar ook om de behartiging van de landbouw belangen in samenwerking met die van andere bedrijfsgroepen, met name han del en industrie op het gebied van onze im. en export en onze handelsovereen komsten, om er voor te staan dat bij de planologische indeling en herindeling van ons land de belangen van Land- en Tuin bouw en die van de boeren en tuinders zo goed mogelijk worden gehandhaafd. Daarnaast is het Landbouwschap actief op het gebied van het toegepast natuur wetenschappelijk onderzoek, waar ook grote belangen te behartigen vallen, op het terrein van de mechanisatie en niet te vergeten op het gebied van de sociale en fiscale aangelegenheden. Voor deze en andere werkzaamheden met name ook die op het gebied van de landbouw politiek in meer engere zin, waarover ik straks nog zal spreken moet en kan worden beschikt over een beperkt amb telijk apparaat, dat met grote deskundig heid en toewijding werkt. Men hoort hier en daar wel eens het verwijt, dat het Landbouwschap verambtelijkt zou zyn, maar ik kan als mijn stellige overtuiging uitspreken, dat dat niet het geval is. Wie zich een ogenblik indenkt over welke grote apparaten b.v. de regering op haar departementen beschikt, of wie denkt aan de „braintrusts", de staven van we tenschappelijk gevormde medewerkers, die vakverenigingen en de georganiseer de handel en industrie hebben opgebouwd, moet wel tot de conclusie komen dat ook de landbouw niet zonder een appa raat van deskundigen kan. Ook de standsorganisaties beschikken daar ten dele over, maar toch is het apparaat van het Landbouwschap onmisbaar om de nodige studies te verrichten en over de nodige veelzijdige kennis te beschik ken. Waar het op aan komt is dat er een beperkt, slagvaardig, bekwaam en toegewijd apparaat bestaat, dat met vreugde kan werken en in de opbouw daarvan is het Landbouwschap ten volle Landbouwpolitiek. Ik kom nu tot het terrein van de land bouwpolitiek in engere zin, het land- bouwprijsbeleid en hetgeen daarmede samenhangt. Met name op hetgeen dat op dit gebied wordt bereikt, wordt dik wijls veel kritiek uitgeoefend. Ik moet mij op dit gebied beperken, maar wil er alleen op wijzen, dat de Nederlandse Land- en Tuinbouw een buitengewoon gecompliceerd geheel vormt, waarin al lerlei tegenstellingen aangetroffen wor den; van deze wil ik U enkele noemen. Ons volk als geheel kan uit de op brengst van zijn eigen bodem niet volle dig gevoed worden, maar de welvaart van onze boeren- en tuindersbevolking hangt voor een groot deel af van de ex port. Daarnaast worden de grotere en in het algemeen tegen lagere kostprijs werkende bedrijven gevonden op de be tere gronden en de kleine bedrijven op de armere gronden van ons vaderland. Tenslotte is een groot deel van onze boe renbevolking, hoewel het geen landar beiders in dienst heeft en geen lonen uit betaalt, in zijn bestaan afhankelijk van het arbeidsloon, dat in de kostprijs van hun produkten is ingerekend. Ik zou nog meer tegenstellingen kun nen aanhalen om U het gecompliceerde karakter van onze landbouw duidelijk te maken, maar ik wil het hierbij laten. Ik geloof niet te veel te zeggen wanner ik beweer dat het geheel van onze land bouw op een kromme sloot gelijkt en dat het Landbouwschap er niet in kan sla gen langs deze kromme sloot een rechte wendakkervoor van zijn landbouwpolitiek te ploegen. Evengoed als dit op de wer kelijke akker onmogelijk is, is dit ook on mogelijk op de akker van ons landbouw beleid. Het zijn deze omstandigheden, die bewerken dat onze landbouwpolitiek zo verwarrend is en dat wij als met een koortsdroom worstelen om er boven uit te komen, er een bepaalde visie over te doen ontstaan en daarin toch nimmer slagen. Maar al is het ons dan ook niet gegeven, en naar mijn stellige overtui ging niemand gegeven, een Nederlands landbouwbeleid te ontwerpen dat rechtlij nig is, duidelijk en zonder complicaties, toch is er in de loop der jaren heel wat bereikt. Gestaag doorarbeidend en in intensief contact en overleg met de Over heid en soms in strijd met haar heb ben eerst de boerenorganisaties in de dertiger jaren en na de oorlog de Stich ting voor de Landbouw en het Land bouwschap een landbouwpolitiek weten op te bouwen, waarbij onder zeer moei lijke omstandigheden onze landbouw in stand is gebleven en waarbij ook rede lijke levensomstandigheden voor onze landarbeiders zijn geschapen. Ook nu nog is het Landbouwschap steeds bezig ons landbouwbeleid zich te doen aanpas sen aan de veranderde omstandigheden en de voornaamste beginselen ervan zo duidelijk mogelijk samen, te vatten. Ik wijs u in dit verband op alles wat zich heeft afgespeeld om de z.g. „ruk aan de bel" in de herfst van 1956 en in begin 1957 en een zekere verankering, die het landbouwbeleid daardoor in de rege- ringspolitiek heeft verkregen. Uit de jongste tijd noem ik U ook de eensgezindheid welke in onze kringen is bereikt teneinde te trachten de werk- classificatie voor de landarbeiders erdoor te krijgen. Ook dit is een zeer moeilijk probleem dat in stage arbeid in eigen kring tot een oplossing is gebracht. Het is mijn stellige overtuiging dat aan deze werkclassificatie door boeren en land arbeiders beiden doorslaggevende argu menten zullen kunnen worden ontleend om duidelijk te maken welke grote mate van geschooldheid nodig is om landar beid goed te volbrengen. Het zal een der machtigste middelen zijn het prestige van onze landbouwbevolking in het volksge heel omhoog te brengen en naar mijn stellige mening ook een absolute eis om over een kloeke, zelfbewuste landarbei dersstand te blijven beschikken. In dit verband wil ik er ook nog eens uitdrukkelijk op wijzen, dat de samen werking op volledige voet van gelijkheid van boeren en tuinders en de arbeiders in het Landbouwschap geheel is aan vaard en tot een groot succes is gewor den. Zeker ook daar zijn moeilijkheden aan verbonden, maar zonder deze samen werking zou de positie van onze gehele landbouwbevolking in ons volksgeheel een heel wat andere en mindere zijn dan zij nu is. (Slot volgt) - Onze kleine gevederde vrienden heb ben nu toch ook met recht een „harde dobber". Laten we ze allen een handje helpen, zorgen we er voor, dat er vol doende broodkruimels op veilige en toegankelijke plaatsen zijn. Zij zullen ons straks dubbel vergoeden door hun gezang en vrolijk gekwetter.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1958 | | pagina 3