Wat is en doet het
Landbouwschap
Veemarkt Rijssen
ACCORDEONUITVOERING D.S.V.
Een zaal vol jonge mensen heeft za
terdagavond veel plezier beleefd aan
de uitvoering, welke de Bathmense
Accordeonvereniging DSV in ,Amicitia'
gaf met medewerking van de toneel
vereniging „De Veldhoekers" uit Harf-
sen.
Voor de pauze werd onder leiding
van de dirigent, de heer J. Brekvoort
uit Deventer, het muzikale gedeelte
uitgevoerd, dat voor het grootste deel
bestond uit een aantal zeer gevarieer
de marsen.
Het uit 17 personen bestaande accor
deon-orkest deed het keurig. Wij noe
men in dit verband de uitvoering van
de AMC-mars, de ouverture „Lente
glorie" en de „Mary-wals". Verder
werden gespeeld: „Jeimenesse", ,Son-
ja", de Lou Lou Polka, een Boerendans
en de Victoria-mars. Met de op pit
tige wijze uitgevoerde mars „Alte Ka
meraden" werd het eerste deel van de
avond besloten.
Na de pauze brachten „De Veldhoe
kers" voor het voetlicht de klucht in
twee bedrijven „Hoogspanning", een
zeer komisch stuk, dat telkens dave
rende lachsalvo's in de zaal deed op-
klateren.
Eefie Zoutenberg had voor de ver
jaardag van zijn vrouw Annemieke een
armband gekocht met 9 stenen, maar
aangezien zij nog niet direct jarig was,
had hij deze aan zijn vriend Kobes
Bibber, in bewaring gegeven, opdat zij
het geschenk niet vinden zou. Diens
vrouw een bijdehante tante had de
armband echter wel ontdekt. In de
krant las men nu, dat de Havik inge
broken had in een juwelierswinkel en
o.m. een armband met 9 safieren had
ingepikt. Dit bericht vormde de aan
leiding tot de allerdolste verwikkelin
gen, waarin ook nog betrokken werden
het daghitje „Diekie" en haar galant
„Boef", wiens naam mede de nodige
stof voor deze verwikkelingen gaf.
Deze klucht werd door de Harfsense
spelers op een vlotte wijze opgevoerd
en het publiek heeft er, getuige het da
verend applaus, zeer van genoten.
Met een kleine verloting en een druk
bezocht bal werd de avond besloten.
VERENIGING VOOR UITZENDING
VAN KINDEREN DEED WEER
GOED WERK
De afdeling Holten van het Centraal
Genootschap voor Kinderherstellings
oorden en Gezondheidskolonies hield
in Hotel Holterman haar jaarvergade
ring, welke niet druk bezocht was.
De voorzitter, de heer H. J. A. Kolde-
weij, gaf een overzicht van de geschie
denis van het Centraal Genootschap
en de plaatselijke afdeling en wees er
op, dat in de laatste 50 jaar de gemid
delde levensduur van de mens met ca.
20 jaar is toegenomen. Dit is voor een
belangrijk deel te danken aan de voor
uitgang van de medische wetenschap
en de verbetering der sociale toestan
den. In de bevordering vande alge
mene gezondheidstoestand in ons land
hebben tal van verenigingen, o.a. het
Groene Kruis, het Roode Kruis en het
Centraal genootschap een belangrijk
aandeel gehad. De tuberculose, welke
reeds' sterk teruggedrongen was, is in
de oorlog weer toegenomen, maar ver
toont thans gelukkig weer een flinke
daling, aldus spreker.
Het Centraal Genootschap werd in
1901 gesticht vooral met het doel om de
kinderen, in de steden levende in krot
woningen, te doen genieten van de na
tuur en hun gezondheidstoestand te be
vorderen. Zijn werk heeft met dat van
andere organisaties op dit gebied een
grote vlucht genomen.
In 1926 werd een plaatselijke afde
ling opgericht, maar toen deze door de
oorlogsomstandigheden moest worden
ontbonden, heeft de plaatselijke Groene
Kruisvereniging het werk overgenomen
en zo kwam na de bevrijding een alge
mene samenwerking tussen de verschil
lende bevolkingsgroepen in één vereni
ging tot stand.
De heer Koldeweij wees er op, dat
de verpleegprijs, die vroeger f3,30 be
droeg, nu geschat wordt op f5,20 per
kind per dag. De helft van dit geld komt
by een van het rijk, de provincie en de
gemeente. Het ziekenfonds gaf aanvan
kelijk aan de vereniging f 1,— per kind
per verpleegdag. Het betaalt deze bij
drage thans aan de ouders, die daar
mede bij het bepalen van hun bijdrage
echter rekening kunnen houden.
In het afgelopen jaar werden door de
afdeling 6 kinderen gedurende zes we
ken uitgezonden; 1 naar „Het Ruige
Veld" bij Assen en 5 naar Egmond aan
Zee. Zfj waren gemiddeld 5 pond aan
gekomen en de ouders hebben medege
deeld, dat zij over hun gezondheidstoe
stand zeer tevreden waren.
Financiën baren minder zorg.
Door de penningmeesteresse, mej. W.
Bal, werd hierna het jaarverslag uitge
bracht, waaruit bleek, dat de financiën
der vereniging er thans beter voor staan
dan enige jaren geleden, dank zij ook
de bijdragen van de Herv. en Geref.
Kerk.
Er is thans 'n batig saldo, maar men
moet er, zo merkte de voorzitter nog
op, rekening mee houden, dat niet al
leen de opname in de koloniehuizen,
maar ook het brengen en halen, veel
geld kost.
Bij de bestuursverkiezing werd in de
plaats van de heer H. Schuppert, die
wegens drukke werkzaamheden be
dankte, gekozen de heer J. H. Assink.
Na de pauze werden door de heer
H. van Zeben. een drietal films over het
leven in de koloniehuizen vertoond, die
wel een zeer duidelijk beeld gaven hoe
het herstel van de gezondheid der kin
deren wordt bevorderd en hoe goed en
prettig zij het daar hebben.
In zijn slotwoord bedankte de voor
zitter de heer Van Zeben met een doos
sigaren en mevr. A. Wansink-van de
Brink voor het gebruik van het scherm.
In een op 24 februari j.l. te Meppel
gehouden bijeenkomst van de leden
van het Drents Landbouw Genootschap
heeft de heer H. D. Louwes te Zuid-
horn, voorzitter van het Landbouw
schap, een rede gehouden over 't hier
boven vermelde onderwerp.
Waar er, zoals in de onlangs alhier
door de Landelijke Vereniging voor
Bedrijfsvrijheid in de Landbouw geor
ganiseerde vergadering gebleken is, ook
in onze gemeente nog bij velen belang
rijke misvattingen bestaan omtrent het
Landbouwschap, laten wij diens rede
hieronder in extenso volgen.
Wij mogen hen adviseren deze rede
voering met aandacht te lezen.
Het eerste gedeelte volgt hieronder,
terwijl wij het slot in ons volgend no.
een plaatsje hopen te geven.
„Gaarne wil ik mijn betoog aanvan
gen met de volgende in de ogen van
velen misschien gewaagde en bestreden
stelling: het Landbouwschap is een
door de Nederlandse agrarische bedrijfs-
genoten gewilde organisatie, welke lo
gisch voortvloeit uit hun organisatori
sche ontwikkeling van meer dan een
eeuw, hen invoegt in de huidige ont
wikkeling van ons maatschappelijk be
stel en welke hun belang dient en dat
van ons volk als geheel. Ik wil deze
stelling trachten waar te maken, mij
daarbij hier in uw midden in het bij
zonder bepalend tot onze boeren en
tuinders-
De georganiseerde boeren en tuin
ders hebben in hun organisaties gebruik
gemaakt van de mogelijkheid welke de
wet op de Bedrijfsorganisatie hen bood
om het Landbouwschap tot stand te
brengen; de niet-georganiseerden kon
den krachtens de structuur van deze
wet in deze nu eenmaal niet geraad
pleegd worden, maar als kiezers zijn zij
toch mede-verantwoordelijk voor de
BALDADIGHEDEN VERHINDEREN
DE INSTUIF
De Kerkvoogdij der Hervormde Ge
meente verzoekt ons mee te delen, dat
vanwege het baldadig optreden van
sommige jongelui bij de instuif op zon
dagavonden, het gebouw „Irene" zon
dag a.s. gesloten zal zijn.
Het is, zo zouden wij voorlopig wil
len opmerken, toch wel diep treurig,
dat er jongemensen zijn, die in een
jeugdgebouw, waarin hen op verant
woorde wijze verpozing wordt geboden,
hun fatsoen niet kunnen houden.
VOETBAL
Afgelopen zondag kwamen de spe
lers van Holten 1 en SOS 1 (Hellen-
doorn) niet in het veld. De scheids
rechter deelde hen in de kleedkamer
mede, dat hij het, gezien de weersom
standigheden en de toestand van het
veld, beter vond om de wedstrijd af te
gelasten. Een zeer verstandige beslis
sing. De spelers van Holten 3 kunnen
dit na twee keer drie kwartier voet
ballen in een sneeuwstorm volledig be
amen. Wierden 2 bezorgde de Holtena
ren een aangename verrassing door
Omhoog 1 de hele wedstrijd het scoren
te beletten. Deze wedstrijd eindigde in
een 0—0 gelijk spel. Dit was tevens de
enige wedstrijd, die in de 2e klasse F
werd gespeeld.
Markelo Vooruit 2-Holten 2 1-7
Markelo hield voor de rust de achter
hoede goed gesloten, doch kon niet
voorkomen, dat na een kwartier de
gasten de score openden. Aanvoerder-
spil A. Jansen, die prima speelde, schoot
toen vanaf pl.m. 20 meter hard in de
hoek. 0—1. Nog voor de rust werd het
0—2 door de actieve middenvoor Ulf
man1. Na de rust werd het spel van de
Holtenaren beter beloond. Middenvoor
Ulfman liet zien, dat hij uit alle stan
den kan schieten en scoorde nog vier
keer. Uit acht wedstrijden maakte de
ze speler 23 goals, een prestatie, die de
top-scorers uit de ere-divisie lang niet
bereiken. J. Meerman was de maker
van de andere goal. Markelo benutte
een toegestane penalty. Doordat Sport-
club Vroomshoop De Zweef 4 met een
6—4 nederlaag naar Nijverdal terug
stuurde, is Holten 2 nu op gelijke hoog
te met de Nijverdallers gekomen.
Opstelling: doel: W. Biesters; achter:
G. Scholen en M. Bosscher; midden: E.
Vincent, A. Jansen en G. Vincent; voor:
J. Meerman, T. Stegink, Ulfman, B.
Paalman en H. v. d. Bos.
Stand in 2e klasse F:
1. Omhoog 1 8 6 1 1 13 28- 9
2. Heracles 4 7 5 1 1 11 18-13
3. Holten 1 7 5 0 2 10 21-10
4. Rietvogels 2 7 5 0 2 10 21-13
De stand in de 4e klasse J
1. Holten 2 8 5 2 1 12 36-18
2. De Zweef 4 8 5 2 1 12 49-21
3. Haarlese Boys 2 6 4 1 1 9 41-15
Holten 3-Haarlese Boys 3 1—3.
Holten 3 liet het er deze keer wel
heel erg bij zitten. Ze verloor'van de
club, die op de op één na laatste plaats
staat. Gedurende de hele wedstrijd
sneeuwde het.
Na vijf minuten spelen werd keeper
Scholen volkomen verrast door een
hoge bal. Hij stond toen te ver van doel
af om de reddende sprong te maken.
De kleine rechtsbuiten van de gasten
werd vaak niet afdoende gedekt en de
ze kon voor de rust zijn midvoor van
een pass bedienen, die zonder moeite
in een doelpunt kon worden omgezet.
0—2. Na de rust tapte Holten uit een
ander vaatje en door enkele omzettin
gen kwam er meer actie in de voorhoe
de en het werd al gauw 1-2 door J. ten
Velde. Holten ging door en er kwamen
nog enkele niet te missen kansen, die
door heel slecht schieten jammer ge
noeg niet in een doelpunt konden wor
den omgezet. Holten kreeg door deze
tegenslag een inzinking, die ze niet te
boven kwam. De verhouding tussen de
spelers werd ook niet beter, toen de
scheidsrechter een buitenspel-doelpunt
toekende. Er kwamen massa's vrije
trappen en J. Spenkelink moest zelfs
het veld verlaten. Zo kwam een einde
aan een wedstrijd, die men beter spoe
dig kan vergeten.
Officiële publicaties
VASTSTELLING BIJZONDERE
VOORGEVELROOILIJN
voor een gedeelte van de Oranjestraat,
de Kolweg en de Kerkstraat.
Het Hoofd van het Gemeentebestuur
van Holten brengt ter openbare kennis,
dat vanaf maandag 3 maart 1958 voor
een ieder ter inzage liggen een ont-
werp-verordening tot vaststelling van
een bijzondere voorgevelrooilijn voor
een gedeelte van de Oranjestraat, de
Kolweg en de Kerkstraat, met bijbe
horende tekening.
Gedurende een termijn van dertig
dagen vanaf deze datum kunnen be
langhebbenden hiertegen bezwaren in
dienen bij de gemeenteraad.
Holten, 28 februari 1958-
Het Hoofd van het Gemeente
bestuur voornoemd,
W. H. ENKLAAR.
OPENBARE KENNISGEVING
De burgemeester van Holten maakt
bekend, dat op het gemeentehuis voor
een ieder ter inzage ligt de beschik
king van de Minister van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening van 29
oktober 1955, no. L/PA 670 en diens
beschikking van 24 november 1956, no.
L/PA 3001, houdende wijziging van
eerstgenoemde beschikking, alsmede de
bij de beschikking L/PA 670 behoren
de, op deze gemeente betrekking heb
bende kaarten en lijsten, waarop zijn
aangegeven de krachtens artikel 3,
tweede lid, van het Besluit bestrijding
aardappelmoeheid aangewezen gebie
den en/of terreinen.
Op deze gebieden en/of terreinen is
verboden de teelt van:
1. aardappelen en tomaten;
2. bloembollen en knollen, boomkwe
kerijproducten, koolraapplanten,
stekbieten en andere planten, die
met ondergrondse delen worden ge
rooid, een en ander voor zover zij
kennelijk bestemd zijn om te wor
den uitgeplant.
In de aangewezen gebieden en ter
reinen is sinds de vorige bekendma
king van de beschikking L/PA 670 op
19 januari 1956 geen wijziging geko
men.
Holten, 26 februari 1958.
De burgemeester voornoemd,
W. H. ENKLAAR.
Op de maandag j.l. te Rijssen gehou
den veemarkt waren aangevoerd: 1087
stuks vee, runderen 213, varkens 874.
Prijzen: 43 vette koeien, eerste kwali
teit van f2,75 tot f3,05; tweede kwali
teit van f2,35 tot f2,75; derde kwali
teit van f2,10 tot f2,35 per kg slacht-
gewicht; 92 melk- en kalfkoeien van
f630,- tot f980,- per stuk; 19 pinken
van f420,- tot f570,- per stuk; 17 gras
kalveren van f235,- tot f350,- per stuk;
42 nuchtere kalveren van f 35,- tot f 48
per stuk; 25 drachtige zeugen van f225
tot f325,- per stuk; 18 loop varkens van
f65,- tot f95,- per stuk; 831 biggen van
f45,- tot f60,- per stuk.
Overzicht handel:
Vette koeien en stieren: Aanbod iets
groter, de handel hierin had een rede
lijk vlug verloop met iets hogere prij
zen
Gebruiksvee: Aanbod iets groter, de
handel hierin had een zeer langzaam
verloop met onveranderde prijzen.
Nuchtere kalveren: de handel hierin
had een redelijk vlug verloop met iets
lagere prijzen.
Varkens en biggen: Aanbod iets gro
ter, de handel hierin had een zeer kalm
verloop met onveranderde prijzen.
Pinken en kalveren: de handel hier
in had een redelijk vlug verloop met
gelijkblijvende prijzen.
Programma:
Zondag:
Holten 1-Luctor, 2.30 uur;
Holten 2-Haarlese Boys, 12 uur;
GFC 4-Holten 3, 11 uur.
samenstelling van de Tweede en Eer-
ste Kamer der Staten-Generaal, die deze j
wetten hebben aangenomen. Het Land
bouwschap heeft ook hen omvat, niet
door de daden van de een of andere
duistere macht, maar door die van de
eigen gekozen volksvertegenwoordiging.
De organisatie van de boeren om
spant reeds meer dan een periode van
een eeuw, die der landarbeiders van
meer dan een halve eeuw en tussen
beide georganiseerde groepen is geheel
langs vrijwillige weg op bepaalde ter
reinen een samenwerking ontstaan,
verstevigd gedurende de bezettingstijd,
welke na deze oorlogstijd het aanzien
gaf eerst aan de Stichting voor de
Landbouw, vervolgens aan het Land
bouwschap. Hier is van een geleidelijke
en systematische groei sprake.
Overheidsbemoeiing.
Sedert bijna dertig jaar kennen wij
in Nederland een zeer directe bemoei
ing van de overheid met het landbouw
beleid en deze overheid grijpt op tal
van plaatsen in in het doen en laten
van ons bedrijfsleven op economisch
en sociaal terrein, niet in het minst ook
op het terrein van im- en export. Ook
andere bevolkingsgroepen en bedrijfs
takken organiseren zich zeer intensief;
in deze ontwikkeling moet de land
bouw mee weten te doen op straffe van
een vergaande verwaarlozing van zijn
eigen belangen. Ongeorganiseerd of
ouderwets georganiseerd zich te willen
handhaven temidden van de moderne
bewerktuiging van overheid en samen
leving zou hetzelfde zijn als het op
trekken van ons. landbouwleger gewa
pend met pijl en boog tegen tanks. Het
Landbouwschap biedt de mogelijkheid
tot een ontmoeting op basis van gelijk
waardigheid met de overheid en de
overige bevolkingsgroepen.
Onze agrarische bedrijfsgenoten kun
nen m.i. met reden fier zijn op hun
schepping: het Landbouwschap- Alge
meen is de overtuiging, dat deze tijd
vraagt om publiekrechtelijke bedrijfs
organisatie en de wet biedt daartoe de
mogelijkheden. Maar er is geen andere
talrijke bevolkingsgroep, die deze eis
des tijds zo goed verstaan en de gebo
den kans zo welbewust gegrepen heeft
als onze agrarische bevolking: haar
Landbouwschap is een levend orgaan,
toegerust met een bekwame en toege
wijde staf van medewerkers, steunende
op een hechte organisatie-traditie in
eigen kring en op een stevig gegrond
vest gezag.
Natuurlijk moeten wij goed beseffen,
dat het Landbouwschap is een instru
ment van studie en samenwerking en
aan een instrument geeft men zijn aan
dacht, niet zijn hart. Laat dat hart, de
gehechtheid van onze boeren, tuinders
en arbeiders dan blijven uitgaan naar
hun standsorganisaties en hun blijven
de onmisbaarheid als het besef maar
levendig is dat ook het Landbouwschap
onmisbaar is op zijn met tact en wijs
heid afgebakend werkterrein, waar het
de armslag der onafhankelijkheid is toe
gekend en die ook behoeft en verwe
zenlijkt ziet. En ook met een instru
ment kan een mens niet zinvol werken
als hij niet het besef heeft er een goed
doel mee te helpen verwerkelijken. Dat
besef hebben wij, want wij dienen het
stoffelijk belang onzer agrarische be
drijfsgenoten en wij zijn dag aan dag
een zichtbaar teken van samenwerking
tussen werkgevers en werknemers en
van de erkenning van elkander in de
gezamenlijke dienst aan bedrijf, stand
en volk.
Onze boerenstand klaagt wel over
over veronachtzaming en miskenning in
ons volksgeheel; laat hij dan zijn eigen
scheppingen niet kleineren. En als zul
ke prestaties en scheppingen, waarop
hij fier kan zijn en op grond waarvan
hij een sterke positie in ons volksge
heel mag en kan opeisen, noem ik zijn
bedrijfsvoering met zijn openheid voor
onderwijs en voorlichting, zijn coöpera
ties en zijn organisaties met ons Land
bouwschap. Laten wijzelf niet kleine
ren wat anderen ons benijden!
Thans kom ik tot de vraag:
wat doet het Landbouwschap?
In het algemeen zou ik op deze vraag
willen antwoorden: het behartigt de
belangen van de agrarische bedrijfsge
noten, het adviseert de overheid en an
dere instanties omtrent landbouwbelan
gen en waar het nodig is maakt het
verordeningen die de agrarische be
drijfsgenoten in hun eigen belang kun
nen binden.
De eerste taak is uit de aard der zaak
de belangrijkste en zij moet worden vol
bracht als voortzetting, aanvulling en
eigen arbeid van en naast die van de
boeren- en landarbeidersorganisaties, 't
Gaat hier niet alleen om wat wij in en
gere zin noemen landbouwbeleid, maar
ook om de behartiging van de landbouw
belangen in samenwerking met die van
andere bedrijfsgroepen, met name han
del en industrie op het gebied van onze
im. en export en onze handelsovereen
komsten, om er voor te staan dat bij de
planologische indeling en herindeling van
ons land de belangen van Land- en Tuin
bouw en die van de boeren en tuinders
zo goed mogelijk worden gehandhaafd.
Daarnaast is het Landbouwschap actief
op het gebied van het toegepast natuur
wetenschappelijk onderzoek, waar ook
grote belangen te behartigen vallen, op
het terrein van de mechanisatie en niet
te vergeten op het gebied van de sociale
en fiscale aangelegenheden. Voor deze
en andere werkzaamheden met name
ook die op het gebied van de landbouw
politiek in meer engere zin, waarover ik
straks nog zal spreken moet en kan
worden beschikt over een beperkt amb
telijk apparaat, dat met grote deskundig
heid en toewijding werkt. Men hoort hier
en daar wel eens het verwijt, dat het
Landbouwschap verambtelijkt zou zyn,
maar ik kan als mijn stellige overtuiging
uitspreken, dat dat niet het geval is.
Wie zich een ogenblik indenkt over welke
grote apparaten b.v. de regering op haar
departementen beschikt, of wie denkt
aan de „braintrusts", de staven van we
tenschappelijk gevormde medewerkers,
die vakverenigingen en de georganiseer
de handel en industrie hebben opgebouwd,
moet wel tot de conclusie komen dat
ook de landbouw niet zonder een appa
raat van deskundigen kan. Ook de
standsorganisaties beschikken daar ten
dele over, maar toch is het apparaat
van het Landbouwschap onmisbaar om
de nodige studies te verrichten en over
de nodige veelzijdige kennis te beschik
ken. Waar het op aan komt is dat er
een beperkt, slagvaardig, bekwaam en
toegewijd apparaat bestaat, dat met
vreugde kan werken en in de opbouw
daarvan is het Landbouwschap ten volle
Landbouwpolitiek.
Ik kom nu tot het terrein van de land
bouwpolitiek in engere zin, het land-
bouwprijsbeleid en hetgeen daarmede
samenhangt. Met name op hetgeen dat
op dit gebied wordt bereikt, wordt dik
wijls veel kritiek uitgeoefend. Ik moet
mij op dit gebied beperken, maar wil er
alleen op wijzen, dat de Nederlandse
Land- en Tuinbouw een buitengewoon
gecompliceerd geheel vormt, waarin al
lerlei tegenstellingen aangetroffen wor
den; van deze wil ik U enkele noemen.
Ons volk als geheel kan uit de op
brengst van zijn eigen bodem niet volle
dig gevoed worden, maar de welvaart
van onze boeren- en tuindersbevolking
hangt voor een groot deel af van de ex
port. Daarnaast worden de grotere en
in het algemeen tegen lagere kostprijs
werkende bedrijven gevonden op de be
tere gronden en de kleine bedrijven op
de armere gronden van ons vaderland.
Tenslotte is een groot deel van onze boe
renbevolking, hoewel het geen landar
beiders in dienst heeft en geen lonen uit
betaalt, in zijn bestaan afhankelijk van
het arbeidsloon, dat in de kostprijs van
hun produkten is ingerekend.
Ik zou nog meer tegenstellingen kun
nen aanhalen om U het gecompliceerde
karakter van onze landbouw duidelijk te
maken, maar ik wil het hierbij laten. Ik
geloof niet te veel te zeggen wanner ik
beweer dat het geheel van onze land
bouw op een kromme sloot gelijkt en dat
het Landbouwschap er niet in kan sla
gen langs deze kromme sloot een rechte
wendakkervoor van zijn landbouwpolitiek
te ploegen. Evengoed als dit op de wer
kelijke akker onmogelijk is, is dit ook on
mogelijk op de akker van ons landbouw
beleid. Het zijn deze omstandigheden, die
bewerken dat onze landbouwpolitiek zo
verwarrend is en dat wij als met een
koortsdroom worstelen om er boven uit
te komen, er een bepaalde visie over te
doen ontstaan en daarin toch nimmer
slagen. Maar al is het ons dan ook niet
gegeven, en naar mijn stellige overtui
ging niemand gegeven, een Nederlands
landbouwbeleid te ontwerpen dat rechtlij
nig is, duidelijk en zonder complicaties,
toch is er in de loop der jaren heel wat
bereikt. Gestaag doorarbeidend en in
intensief contact en overleg met de Over
heid en soms in strijd met haar heb
ben eerst de boerenorganisaties in de
dertiger jaren en na de oorlog de Stich
ting voor de Landbouw en het Land
bouwschap een landbouwpolitiek weten
op te bouwen, waarbij onder zeer moei
lijke omstandigheden onze landbouw in
stand is gebleven en waarbij ook rede
lijke levensomstandigheden voor onze
landarbeiders zijn geschapen. Ook nu
nog is het Landbouwschap steeds bezig
ons landbouwbeleid zich te doen aanpas
sen aan de veranderde omstandigheden
en de voornaamste beginselen ervan zo
duidelijk mogelijk samen, te vatten. Ik
wijs u in dit verband op alles wat zich
heeft afgespeeld om de z.g. „ruk aan de
bel" in de herfst van 1956 en in begin
1957 en een zekere verankering, die het
landbouwbeleid daardoor in de rege-
ringspolitiek heeft verkregen.
Uit de jongste tijd noem ik U ook de
eensgezindheid welke in onze kringen is
bereikt teneinde te trachten de werk-
classificatie voor de landarbeiders erdoor
te krijgen. Ook dit is een zeer moeilijk
probleem dat in stage arbeid in eigen
kring tot een oplossing is gebracht. Het
is mijn stellige overtuiging dat aan deze
werkclassificatie door boeren en land
arbeiders beiden doorslaggevende argu
menten zullen kunnen worden ontleend
om duidelijk te maken welke grote mate
van geschooldheid nodig is om landar
beid goed te volbrengen. Het zal een der
machtigste middelen zijn het prestige van
onze landbouwbevolking in het volksge
heel omhoog te brengen en naar mijn
stellige mening ook een absolute eis om
over een kloeke, zelfbewuste landarbei
dersstand te blijven beschikken.
In dit verband wil ik er ook nog eens
uitdrukkelijk op wijzen, dat de samen
werking op volledige voet van gelijkheid
van boeren en tuinders en de arbeiders
in het Landbouwschap geheel is aan
vaard en tot een groot succes is gewor
den. Zeker ook daar zijn moeilijkheden
aan verbonden, maar zonder deze samen
werking zou de positie van onze gehele
landbouwbevolking in ons volksgeheel
een heel wat andere en mindere zijn dan
zij nu is.
(Slot volgt)
- Onze kleine gevederde vrienden heb
ben nu toch ook met recht een „harde
dobber". Laten we ze allen een handje
helpen, zorgen we er voor, dat er vol
doende broodkruimels op veilige en
toegankelijke plaatsen zijn. Zij zullen
ons straks dubbel vergoeden door hun
gezang en vrolijk gekwetter.