iat Het a.s+ Engels koninklijk bezoek aan Nederland Londen City houdt vast aan oude gebruiken en historische priviléges Hoe de postzegel geboren werd Lord Mayor is een machtig man België heeft 230.000 werklozen Veemarkt Rijssen De Britse minister van buitenlandse zaken, Selwyn Lloyd, zal koningin Eli zabeth en prins Philip vergezellen bij het staatsiebezoek, dat het Britse ko ninklijke paar in maart aan Nederland zal brengen, aldus een mededeling van Buckingham Palace. De 70-jarige generaal Sir Henry Cre- rar, die tijdens de bevrijding het bevel voerde over de Canadese troepen in Nederland, behoort als adjudant van de koningin tot het gevolg. (Tijdens de bevrijding van Nederland heeft generaal Crerar in een klein vliegtuigje, dat destijds landde in een weide aan de Koersendijk, een bezoek aan Nijverdal gebracht, waar hij een bizondere parade van de hier geleger de troepen afnam.) Verder maken van dit gevolg deel uit de grootmeesteres der hertogin van Devonshire, Sir Michael Adeane (secre taris van de koningin), kapitein-luite nant ter zee Colville (pers-secretaris van de koningin) en luitenant-kolonel Chinnery (stalmeester van de hertog van Edinburg). KONINGIN ELIZABETH PRINS PHILIP Toen in het jaar 63 na Christus de Romeinse geschiedschrijver Tacitus als „buitenlands correspondent" de plaats bezocht, die nu Londen is, beschreef hij haar als „bekend om haar handelsactiviteit en de opslag van allerlei koopwaar". Als hij vandaag de dag terug zou keren naar dezelfde plaats, zou hij aan zijn woorden van bijna tweeduizend jaar geleden niets hoeven te wijzigen. De vier kante mijl grond, die City van Londen heet, is nog altijd een van de rijkste plekjes ter wereld. De City is méér dan het hart van Londen. Het is een volkomen zelfstandige plaats met een eigen karakter en eigen voor rechten en ofschoon de wallen, die haar eens omringden, tot op de grondvesten zijn afge broken, is de City iets „aparts" gebleven en zij is daar trots op. De Towerbewaarder rammelt met sleutels. De City is de eeuwen door een zelfstandig „staatje" gebleven en er is geen monarch geweest, die dat heeft kunnen veranderen. Natuurlijk: het is wel eens geprobeerd, door Willem de Veroveraar bijvoorbeeld. Willem wilde van die zelfstandigheid niets weten en nam zich voor, zonder meer de toen nog ommuurde „City" binnen te gaan. Maar de bewoners van de City hielden de poorten voor de monarch gesloten en maakten Wil lem duidelijk, dat zij niet voornemens waren, hem als vorst te erkennen, wanneer hij niet op zijn beurt de rechten van de City erken de. En Willem de Veroveraar gaf toe. Hij marchandeerde met de vertegenwoordigers van Londen-City alsof zij vertegenwoordi gers van een vreemde mogendheid waren en hij erkende de uitzonderlijke positie van de historische plek. LORD MAYOR. De zelfstandigheid van London City leeft vandaag de dag voort op vele manieren. De Lord Mayor van Londen heeft een vrijwel absolute macht en hij is aan niemand ver antwoording schuldig, behalve aan de konin gin, die overigens zonder zijn toestemming niet het gebied van de City zou mogen be treden, als de voorrechten precies en nauw keurig werden nageleefd. Maar vandaag de dag is er geen enkele man meer in de City, die zijn vorstin de toe gang zou willen ontzeggen en dus komt de Lord Mayor elke keer, als de koningin een officieel bezoek aan de City brengt, op het koninklijk rijtuig toe en biedt zijn vorstin als teken van erkenning en hoogachting een zwaard aan, waarna de vorstin haar tocht ,mag' vervolgen. Zo is de Mayor een mach tig man: hij is het staatshoofd van de City, des City's admiraal en generaal en slechts hij mag als puntje bij paaltje komt beslissen, wie er in de City mag worden toegelaten en wie niet. TRADITIES. Nergens leeft de Britse traditie zo als juist in de City. Tientallen oude gebruiken, waar van er ettelijke het reeds duizend jaar heb ben volgehouden, worden er angstvallig on derhouden, zowel bij grote plechtigheden, zoals de jaarlijkse rijtoer van de Lord Mayor vóór het uitspreken van de „jaarrede" (de koets, waarin hij de tocht maakt is twee eeuwen oud) als wel bij kleine feestelijk- heidjes, die zelfs nog lang niet iedere Lon- denaar kent. Zelfs de straten in de City dra gen het stempel van de traditie. Zij herinneren aan de ambachten, die er vroeger werden uitgeoefend (Lombardstreet wekt gedachten op aan „de lommerd" en dan is men er niet ver naast). Er is een Broodstraat, waar vroeger voornamelijk bak kers woonden, er is een Melkstraat, die vroeger plaats bood aan handelaars in zui- velprodukten en er is zelfs een Honingpot laan, waar eeuwen geleden de imkers van Londens omstreken bijeen kwamen, om er hun produkten t® verhandelen. „KELNERS". In de oudste Loj^ïense ondernemingen leeft de traditie ook nog voort. De enorme, onlangs geheel vernieuwde zaal, waar de grote verzekeringsmaatschappijen Lloyds haar voornaamste zaken doet, heet nog altijd gewoon „kluner" en de bediende van Lloyds worden „kelners" genoemd, termen die date ren uit de tijd, dat Lloyds nog een gewoon koffiehuis was met een aparte kamer, waar verzekeringsmannen bijeen pleegden te ko men voor het maken van afspraken. In de Tower van Londen gaat iedere avond de hoofdbewaarder in zijn schilderachtige uniform, vergezeld van enkele soldaten, de hoofdpoort op slot doen met een eeuwen oude sleutel. Dat op slot doen heeft niets meer te betekenen: de moderne beveiliging maakt dat oude slot volkomen overbodig. Maar de traditie wil, dat het gebeurt en daarom trekt de hoofdbewaarder elke avond opnieuw naar de hoofdpoort 5000 INWONERS. Het aantal Inwoners van de City is de laatste honderd jaar sterk teruggelopen. In 1850 waren het er nog 100.000, thans zijn het er niet meer dan 5000, hoofdzakelijk por tiers, bewaarders en ander toezichthoudend personeel. De terugloop van de bevolking is zeer wel verklaarbaar: in de afgelopen eeuw heeft het handelsleven op zoveel kantoor- en winkelruimten in de City beslag gelegd, dat er voor woningen niet veel plaats is overgebleven en van lieverlede zijn de City mensen verhuis naar andere wijken van Groot-Londen. In de City werken niet minder dan 400.000 mensen, die elke morgen met bussen en trei nen worden aangevoerd. De City is alleen rustig op zondagmorgen: dan kan het ge beuren, dat de wandelaar door de City al leen maar enkele surveillerende politieman nen ziet en een menigte zwerfkatten, waar Londen zo rijk aan is. Maar 's maandags neemt het gewone leven weer bezit van dit historisch stukje grond, dat sedert de dagen van Tacitus zijn belangrijkheid in de wereld volkomen heeft weten te handhaven. Het aantal werklozen in België met zijn 8,3 miljoen inwoners is bijna twee maal zo groot als in Nederland (11,2 miljoen inwoners). Het aantal permanente werklozen in ons zuidelijk buurland is met 109.000 al bijna even groot als het totale aantal werklozen in Nederland. Bij die 100.000 als pei'manent werkloos ingeschreve nen komen thans echter nog 121.512 „tijdelijk" werklozen. Het totale aantal werklozen in België op 4 januari 230.632, was 120.000 groter dan in het voorjaar van 1957. Vooral in de bouwvakken, de metaal-, de textiel, en de voedingsbedrijven nam de werkgelegenheid sterk af. A Op de maandag 13 januari j.l. gehou den veemarkt waren aangevoerd: 1114 stuks vee, runderen 166, varkens 948. Pry zen: 38 vette koeien, eerste kwali teit van f2,70 tot f2,95; tweede kwali teit van f2,30 tot f2,70; derde kwali teit van f2,— tot f2,30 per kg slacht- gewicht; 67 melk- en kalf koeien van f640,- tot f995,- per stuk; 21 pinken v. f435,- tot f550,- per stuk; 15 graskal veren van f225,- tot f335,- per stuk; 25 nuchtere kalveren van f 45,- tot f 65,- p. stuk; 20 drachtige zeugen van' f225,- tot f290,- per stuk; 25 loop varkens v. f50,- tot f85,- per stuk; 903 biggen van f 35,- tot f 58,- per stuk. Overzicht handel: Vette koeien en stieren: Aanbod iets groter. De handel had in de beste soor ten een redelijk vlug verloop met on veranderde prijzen. Gebruiksvee: Aanbod iets groter. De handel had een redelijk vlug verloop met gelijkblijvende prijzen. Nuchtere kalveren: Aanbod iels gro ter, handel kalm, prijzen gelijk. Varkens en biggen: Aanbod iets gro ter. De handel in de biggen had een re delijk vlug verloop met iets hogere prijzen. De handel in de drachtige zeu gen had een kalm verloop met onver anderde prijzen. Pinken en kalveren: Aanbod niet groot. De handel had een kalm ver loop met iets hogere prijzen. VOLLEYBAL Uitslagen van de maandag 13 januari gespeelde wedstrijden: OKK 1-OKK 2 (d) 1—1 OKK 2-Sportlust 2 2—0 Rivo-OKK 2 (d) 0—2 Hellendoorn-OKK 1 0—2 Sportlust 2-De Zweef 2 0—2 OKK 1-Rivo (d) 2—0 OKK 3-De Zweef 2 (d) 0—2 OKK 2-Hellendoorn 2—0 De Zweef 2-OKK 1 0—2 Wie met te grote snelheid rijdt Die kan niet stoppen meer op tjjdl De stand luidt: Heren: Sportlust 1 OKK 1 Nijverdal 1 Politie Visnet 1 VBOW 1 Ter Horst De Zweef 1 Rivo OKK 2 VBOW 2 Visnet 2 Holten De Zweef 2 Sportlust 2 Nijverdal 2 Hellendoorn Dames: 0 0 14 3 0 13 0 11 2 11 3 10 0 8 1 8 1 7 2 7 3 7 3 6 2 4 OKK 1 6 4 2 0 10 De Zweef 1 5 4 1 0 9 Rivo 6 4 0 2 8 VBOW 1 5 3 1 1 7 VBOW 2 6 2 2 2 6 OKK 2 6 2 2 2 6 Sportlust 1 5 2 1 2 5 Holten 6 2 1 3 5 Hellendoorn 4 2 0 2 4 Sportlust 2 5 1 0 4 2 De Zweef 2 5 1 0 4 2 OKK 3 5 0 0 5 0 Programma voor maandag 20 jan.: Visnet 2-Nijverdal 1 VBOW 1-Ter Horst Helle ado orn-VB OW 1 (d) OKK 3-De Zweef 1 (d) Nijverdal 1-VBOW 1 Ter Horst-Nijverdal 2 De Zweef 2-Hellendoorn (d) De Zweef 1-VBOW 1 (d) Nijverdal 2-Visnet 2 BILJARTSPORT Voor de competitie van de biljart bond „Ons Genoegen" te Nijverdal en omstreken werden in de week van 6 tot 11 januari onderstaande wedstrijden gespeeld: Eerste klasse: 't Groentje 1-OBK 1 482-329 in 116 b. Vios 1-PIBC 1 447-458 in 146 b. Oudelaar 1-De Waag 1 428-456 in 229 b. Kalfsterman 1-KOT 1 433-430 in 164 b. Spekhorst 1-NBC 1 uitgesteld. Tweede klasse: 'n Hook 1-Vios 2 236-270 in 105 b. HBC 2-HBC 3 280-251 in 139 b. NBC 2-KOTT 2 240-240 in 144 b. De Waag 2-Kalfsterman 2 257-264 in 161 b. OBK 2-OBK 3 290-243 in 160 b. Het programma voor de week van 20 tot 25 januari luidt: Eerste klasse: KOT 1-De Waag 1 Oudelaar 1-HBC 1 Kalfsterman 1-Spekhorst 1 't Groentje 1-Vios 1 OBK 1-NBC 1 Tweede klasse: KOT 2-Kalfsterman 2 De Waag 2-Vios 2 NBC 2-OBK 2 HBC 2-'n Hook 1 HBC 3-OBK 3 Het is zo moeilijk een goed idee ingang te doen vinden. Wanneer wij tegenwoordig een brief verzenden, vinden wij het de gewoon ste zaak van de wereld, wanneer wij op het couvert een postzegel plakken. Het is vanzelfsprekend, want het is het loon voor de post, die onze brief by de geadresseerde bezorgt. In wezen zijn deze kleine gegomde en getande stukjes papier niets meer of minder dan muntbiljetten, want zij vertegenwoordigen een zekere gelds waarde. Dit feit op zich is indertijd een argument geweest waarmee de tegen standers van de postzegel probeerden de invoering ervan tegen te houden. Ook het uniforme tarief, hetgeen wij tegenwoordig heel normaal vinden, na melijk dat een brief van Maastricht naar Groningen evenveel kost als een brief aan iemand gericht in uw eigen woonplaats, was een obstakel voor de invoering, want men wilde niet gelo ven, dat het publiek dit zou accepteren. VROEGER. Aanvankelijk waren de posterijen 'n wankel begrip, want wie een brief wil de verzenden, moest zijn epistel met een of andere reiziger of schipper mee geven, die officieus als postbode dienst deed. Totdat in de 16e eeuw Thurn und Taxis, een Italiaanse adelijke familie in dienst van de Oostenrijkse keizer, een heel aardig postsysteem over het belangrijkste deel van Europa organi seerde. Inmiddels waren in ons land reeds door particulieren aangewend om tot een postdienst te komen en hier en daar had dit reeds tot succes geleid. Thurn und Taxis waren echter mee dogenloze concurrenten en het duurde niet lang of zij hadden het gehele post systeem in de Nederlanden in handen. Na 1648, toen de Nederlanden onaf hankelijk werden, verzwakte het mo nopolie van Thurn und Taxis met als gevolg, dat er een grote versplintering optrad, zeer ten nadele van het brief verkeer. Pas in de Franse tijd werden de pos terijen staatsmonopolie en kwam er een goede organisatie tot stand. Het voordeel voor de staat was echter niet, dat de geadresseerden tijdig hun brie ven ontvingen, maar dat er censuur kon worden uitgeoefend. Het „zwarte Kabinet" was lang een beruchte afde ling op het Parijse hoofdpostkantoor. DE POSTZEGEL Het is Engeland geweest, waar de postzegel werd ingevoerd. Men kent de uitvinding er van toe aan de Schotse boekhandelaar James Chalmers. Hij ontwierp in 1834 ontwerpen voor een gegomde zegel, maar voordat het zover was, dat de regering over zijn idee ging nadenken, waren er ook anderlen op het idee gekomen en toen er tenslotte een prijsvraag werd uitgeschreven, werd het ontwerp van de uitvinder niet bekroond, doch wel dat van een zij ner rivalen Rowland Hill, posterijen buitengewoon veel gedaan. Hij is het geweest, die voor de postze gel op de bres heeft gestaan en deze heeft verdedigd tegen de aanvallen van tegenstanders. Zo vreesden velen dat dit waardepapier spoedig nagemaakt zou worden tot schade van de poste rijen. Maar in de praktijk bleek deze vrees ongegrond, omdat het risico aan namaak verbonden, niet opwoog tegen de geringe geldelijke voordelen. Daar naast vreesde men, dat het uniforme tarief er bij het publiek niet zou in gaan. Ook hier had Rowland Hill ge lijk, toen hij meende, dat men dit zou accepteren en begrip zou hebben voor deze vereenvoudiging. Tenslotte kreeg Rowland Hill zijn zin en kwam de postzegel in de praktijk. Het werd een succes. AFGEDANKT........ Mc.ar Hill had men toen niet meer nodig en hij kreeg ontslag. In behoef tige omstandigheden leefde hij verder. Het was aan het publiek te danken, dat grote waardering had voor zijn werk en geld inzamelde voor hem, dat de regering begreep een flater te slaan door deze man aan de dijk te zetten. Hij werd alsnog in een hoge positie ge plaatst, welke hij tot zijn dood bekleed de. Na het succes van de postzegel in Engeland volgde invoering er van in de Verenigde Staten (1842), Spanje, Oos tenrijk, Hannover, Pruisen, Saksen en Sleeswijs Holstein (1850), Denemarken, Canada, Würtenberg en Baden (1851), waarna in 1852 Nederland volgde. Hier na volgden vele andere landen en ten slotte was de postzegel in 1883 over de gehele wereld verbreid. Het ziet er naar uit, dat dit gegom de stukje papier voorlopig niet bang behoeft te zijn van het toneel te moe ten verdwijnen, aangezien het nog steeds in alle opzichten voldoet. .VOORLICHTINGSBUREAU VAN DEN VOEDINGSRAAD ZOEK HET EENS IN DE BONEN. De winter is de tijd bij uitstek om va ker dan anders erwten en bonen op ta fel te brengen: stevige kost, die niet alleen smakelijk maar ook zeer gezond is. Naast zetmeel en eiwitten leveren peulvruchten veel mineralen (o.a. ijzer- zouten) en vitamine B. We kunnen er de zo gewenste variatie op het thema aard appelen, vlees en groente mee aanbren gen: desgewenst kunnen zij het vlees en de aardappelen of één van beide vervan gen. Zet u peulvruchten in de week voor de maaltijd van de volgende dag, neem dan eens wat meer dan meteen nodig is en verwerk de rest tot een lekker hapje aan de broodmaaltijd. Recepten voor 4 personen. Witte bonenschelpje. Een kopje gekookte witte bonen, 2V2 dl. bonenwater, 25 gr. (2y2 eet lepel) boter of margarine, 35 gr. (4 eetlepels) bloem, zout, iets tomaten puree, pl.m. 5 eetlepels geraspte kaas, paneermeel, peterselie, aroma, peper. De boter of margarine smelten. De bloem toevoegen en onder roeren lang zamerhand het 'bonenwater er bij gieten. De saus op smaak afmaken met tomaten puree, geraspte kaas, zout, peper en aro ma. De bonen er enkele minuten in ver warmen. De massa overdoen in schelpen of in kleine vuurvaste schoteltjes. Des gewenst de bovenkant bestrooien met een mengsel van paneermeel en geraspte kaas en hier en daar een stukje boter of margarine leggen. In een matig warme oven een bruin korstje op de schelpen laten komen. Jachtschotel met bruine bonen. Een kopje gekookte bruine bonen, iy2 dl. bonennat, 1 bouillonblokje, 1 ui, een laurierblad, kerrie, y2 kg. gekookte aardappelen, boter of mar garine, pl.m. i/i liter melk, nootmus kaat, paneermeel. De ui schoonmaken,, wassen, snijden en samen met de kerrie in boter of mar garine goudgeei bakken. De bonen, het bonenwater, het bouillonblokje en het laurierblad toevoegen. De massa pl.m. 10 minuten stoven. Van de aardappelen met de melk (zout en nootmuskaat) puree maken. De puree en de bonenmassa laag om laag in een vuurvaste schotel leggen. De bovenste laag uit aardappelpuree la ten bestaan. Desgewenst op de puree een dun laagje paneermeel strooien en hier en daar een klontje boter of margarine leggen. Het schoteltje in de oven een bruin korstje geven. Groene erwten met ham. Een kopje gekookte erwten, 1 ui, boter of margarine, zout, peper, pe- i Nu het autovex'keer genoodzaakt is met een snelheid van ten hoogste 50 km/uur door de bebouwde kommen te rijden, nu valt het des te meer op dat er zoveel bromfietsers zijn die niet de minste moeite schijnen te hebben, het autoverkeer bij te houden Of het op zichzelf al dan niet gewenst is met een bromfiets met een snelheid van 50 km. per uur of soms zelfs nog meer te rij den, daar willen we het ditmaal niet over hebben. Wel stellen we vast, dat een zeer groot deel van de bromfietsers zich absoluut niet bewust is van het ge vaar dat dergelijke snelheden in druk verkeer met zich meebrengen. De bromfiets vormt meestal het eer ste gemotoriseerde vervoermiddel voor zijn eigenaar en het is een bekend ver schijnsel dat het gemotoriseerd zijn aanvankelijk een soort gevoel van su perioriteit geeft, dat het verantwoorde lijkheidsgevoel verdringt. Niemand ont komt aan deze innerlijke gedaante verwisseling, hoewel die bij de een veel meer op de voorgrond treedt dan bij de ander- Het gaat allemaal zo eenvoudig. Men behoeft slechts aan de handgreep te draaien om harder te gaan en moet er vaart worden geminderd, welnu, dan wordt dezelfde hangreep teruggedraaid en eventueel wat bij-geremd en de bromfiets gehoorzaamt gewillig. Maardat zich ook omstandighe den kunnen voordoen, waarbij er meer wordt verlangd dan „gas" afsluiten, wordt gauw vergeten. Vele bromfiets-berijders realiseren zich niet, dat er tussen het moment dat ze een obstakel waarnemen en het ogen blik waarop ze hun tweewieler geheel tot stilstand hebben gebracht, vele me ters afstand liggen, m.a.w. dat men de snelheid altijd dient aan te passen aan de bereikbare rem-afstand. Verloren seconde(n). Want wat gebeurt er in het geval, waarin plotseling moet worden geremd? Men rijdt ongestoord met een bepaal de snelheid, totdat zich op enkele me ters voor de bromfiets een obstakel voordoet, b-v. een onverwacht overste kende voetganger of iets dergelijks. Eerst moet de berijder dus de plotseling gewijzigde omstandigheden in zich op nemen, waarvoor enige tijd nodig is. Weliswaar niet veel, doch wanneer men bedenkt dat intussen met onvermin derde snelheid wordt doorgereden, zal 't duidelijk zijn, dat een seconde hier al een gevaarlijk lange tijd is. Daarom: bromfietsers, matigt U! terselie, 1 dikke plak gekookte ham. De ui schoonmaken, snipperen en frui ten in de boter of margarine. De ham in dobbelsteentjes snijden en bij de ui voe gen. Een weinig erwtennat voorzichtig erbij gieten en het mengsel aan de kook brengen. De erwten er door mengen en alles samen warm laten worden. De pe terselie fijn snijden en voorzichtig op het laatst door de erwten mengen.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1958 | | pagina 2