K.L.M. De auto in Benelux Canada verliest jaarlijks 95.000 ha. bos door brand de zesde in rangorde VAN HET BINNENHOF Giro 777 voor Marcinelle Continentale lijnen het hart van het K.L.M.-bedrijf. Op Schiphol hebben 85 vliegtuigen hun thuis haven. het wereldluchtverkeer staat de |M. op de zesde plaats. Voorop viie- een paar Amerikaanse maatschap- Dan volgen Engeland en Frankrijk .ummer zes is dan de K.L.M. Dat is reden om trots op te zijn, dat ons maar heel kleine land zoveel vlieg- jen de lucht in brengt en dat die [tellen zoveel kilometers per jaar en. Want als men de lengte van de li netten na gaat meten komt Neder- t| zelfs al op de tweede plaats. Dan t de Air France (Frankrijk) aan de en is de K.L.M. een beste tweede. Al K:L.M. lijnen van honderden, dui den kilometers lang hebben verbin den met „Schiphol", de „thuishaven" een vloot van 85 vliegtuigen, die de naam K.L.M. en de bijnaam „De Igende Hollander" in letterlijke en iurlijke zin hoog houden. Zo groot is Devoejbedrijf, dat daar in de Haarlemmer- ïelk \Ir is opgebouwd en dat al zo oud is Helde vliegerij oud (of jong) is. ker rj een luchtnet kent zijn hoofdslag- Voor de K.L.M. zijn het de ver- ;en met de continenten. Met de ■landse maatschappij kan men naar werelddelen vliegen. De K.L.M. •rt haar passagiers naar Canada en ir de Verenigde Staten, naar Cura- en Mexico, naar Zuid-Amerika en d-Afrika, naar Djakarta (over die 1 oude lijn naar Batavia) en naar itralië, terwijl Azië ook nog verle- woordigd wordt door de verbinding Japan. Zelfs het vreemde wereld- Rusland is niet ontoegankelijk. Al schillende jaren vliegt de K.L.M. Praag, waar een Russisch vliegtuig geh ar staat voor de vlucht naar Moskou, naten 0ok via Warschau is die verbinding ksr mogelijk geworden. f)eze eigen lijnen naar de continenten i voor de K.L.M. de hoofdslagaders, alle andere lijnen zijn er vooral voor aan- en afvoer. Dat zijn de aders. In luchtvaart is het namelijk 'n gulden el, dat de winst komt van de langste die met de snelste vliegtuigen rden bediend. Op dergelijke lijnen rdt het vervoer dus geconcentreerd, nneer er van Schiphol een toestel jr Johannesburg vertrekt, zijn er al der uit allerlei Europese hoofdsteden jgtuigen binnengekomen, die moge- te passagiers voor het toestel naar Z.- :ika hebben aangebracht. ;r, bc it \v ïaten Destn >en in Doter e toi en w verdt venk hier irine uten •laats 2 pet urmj ze wi Iers -ype oor e li Tijdwinst DE factor. !o bekijkt de K.L.M. het. En eigenlijk lijkt een passagier 't niet zo heel veel v iers. De grote factor bij het vliegen is Winst. Een zakenman, die zich in New rk moet presenteren, kiest de vlieg- chine. Die brengt hem snel naar zijn ,CSu] sdoel en hij komt er maar weinig ver- fukeld aan. Maar het kan best gebeu- dat diezelfde zakenman na gedane een zijn grootste haast is kwijtgeraakt, de ervaring van de scheepvaartmaat- urinfappijen leert, dat zo iemand voor de ugreis wel eens de. boot kiest. Die ingt hem ook naar Nederland, maar t minder snel. Maar aan boord is vol- gelegenheid, de aantekeningen en or- gévi 's van het Amerikaanse bezoek uit te :ondi r'cen- De reiziger komt dus kant en id. I >ar en volkomen uitgerust van zijn be- Jen |k aan New York in Nederland aan. de Spie tijdwinst wordt gegarandeerd op t gaij grote luchtlijnen. Op de Europese phtlijnen spreekt die factor al veel menpder. Neem nu Parijs. Binnen 8 uur iet upngt de trein u van Amsterdam naar 5 dasjhjs. De K.L.M. doet er maar anderhalf is eff over, maar daar komt bij, dat u in :okv©sterdam naar en in Parijs van het op legveld de bus moet nemen. En vooral n htirijs bezorgt u een verrasend lange rit. aardoor wordt de tijdwinst dus al weer ir vopiner. En juist op die afstanden speelt ;e cdt geld nog een rol. Want vliegen mag lgens de slagzin goedkoper zijn dan e allen denken en er zit veel waars 1 EN die uitspraak maar de spoorwegen ien het nog voor minder geld. schaHet is dus heus niet zo, dat het storm Bii>pt op de toestellen naar Brussel en bouüxemburg, Parijs en Düsseldorf. En de justiL.M. weet heel goed, dat een lijn pas rovaidabel wordt, wanneer ze langer dan Dantj) kilometer is. Natuurlijk is er op deze pla«el een uitzondering. En dat is de lijn m |ar Londen, die altijd uitstekend be- )orztte vliegtuigen heeft. En onbegrijpelijk fcelijïdat niet: tussen Nederland en Enge- voiid ligt de zee en men verliest nu een- telijflal veel tijd, wanneer men de boot I wepet nemen. De oversteek van Hoek van m bolland duurt minstens zes uur en dan /oert u nog bijna twee uur in de trein, die mrnjnaar het hart van Londen brengt. In st Ifn geval gaat de tijd een woordje mee- Liareken: de K.L.M. overbrugt de afstand tuiin Schiphol naar London Airport in 95 jeheinuten. Geen binnenlandse lijnen. erSNee, het Europese vliegen is er vooral )or hen, die ergens op een Europees Zegveld de grote sprong naar een an- II contigent willen wagen. En voor hen, le cfc eens kennis willen maken met de spi|egerij. iWant daarvoor krijgt een Nederlan- |r in zijn eigen land toch werkelijk fèn kans moer. In de zomer kan hij j»g een rondvlucht maken per K.L.M.- liegtuig boven Amsterdam, maar men gunt hem op Schiphol zijn vliegdoop alleen maar, wanneer de dienst het toe laat. Tochtjes naar Leeuwarden, Gro ningen, Twente en Maastricht schieten er niet meer op over. Wie de redeneringen van de K.L.M. hierboven gevolgd heeft, kan dat wel billijken. Ons land is te klein voor een luchtvaartnet. De K.L.M. heeft het na de oorlog nog geprobeerd, maar het is mislukt. Ook toen de vliegprijs 't laat ste jaar maar heel even boven de prijs van de spoorwegen lag, werd er met nagenoeg lege toestellen gevlogen. De lijntjes zijn toen opgedoekt en zullen verder wel in het vergeetboek geraken. Voor Nederlandse verhoudingen deugt het vliegtuig nu eenmaal niet meer. De N.S. zijn bijna even snel, als men de tochtjes van en naar de vliegvelden er bij telt. En dat moet men nu eenmaal altijd doen. Uw eerste vlucht wacht dus op een buitenlandse reis (afgezien dan van een Schiphol-rondvlucht of van een win ters tochtje naar Ameland of Schier monnikoog) en die vliegreis is eigenlijk pas aantrekkelijk, als u de vacantie op een flinke afstand van ons land gaat doorbrengen. Vliegen naar de Rivièra, naar Rome of naar Spanje bespaart een lange trein- of busreis en bezorgt u een paar extra vrije dagen. En dan is de bewering weer precies rond: op die reizen speelt de factor van de tijdwinst een rol. Hoe wel een vliegtocht naar Parijs ter kennismaking is ook niet om te verzui men. Over het algemeen vliegt een Neder lander graag. Dat is de ervaring van de K.L.M., die onder al haar passagiers toch altijd nog veertig procent vaderlan ders telt. De belangstelling voor onze luchtvaart komt tot uiting in het bezoek aan Schiphol, meer dan een miljoen kijkers per jaar en dat is net zoveel als het vrijheidsbeeld bij New York. Waterbombardementen uit de lucht tegen euvel der bosbranden. Op grootse wijze is vuurbestrijding ge organiseerd; vliegtuig speelt grote rol. Een bosbrand baart in Canada geen opzien. Er breken er gemiddeld vijftien per dag uit. Niets is een alledaagser ge beurtenis dan een bosbrand ergens in Canada. Nu is Canada groot en het heeft veel bos. Om precies te zijn: een kleine vier miljoen vierkante kilometer. Al dat bos is echter niet van waarde voor handel en industrie, maar een goede twee mil joen vierkante kilometer wel en ander half miljoen is voor exploitatie toegan kelijk. Dat wil zeggen: een stuk dat 45 keer zo groot is als Nederland. Een hele lap dus, maar er wordt behoorlijk in gekapt. Vermaningen uit de lucht. Direct of indirect leveren de bossen 'n vijfde deel van het nationaal inkomen; ze zorgen voor een derde van de totale export en 362.000 man hebben er werk door. Per jaar wordt namelijk niet min der dan 95 miljoen kubieke meter ge veld. Hoe groot het reservoir aan bos ook mag zijn, 95 miljoen kubieke meter is een flinke hoeveelheid, vooral wan neer men bedenkt, dat 't allemaal moet groeien. Geen wonder, dat men zich in Canada steeds meer gaat toeleggen op deskundig bosbeheer, waarbij één van de zorgen het voorkomen van verspil ling is. En bosbranden zijn verspilling. Veer tien miljoen kubieke meter hout gaan er jaarlijks door verloren. Een schadepost van bijna zes miljoen dollar elk jaar. Dat verlies wordt niet lijdelijk geïncasseerd. Er wordt tegen gevochten. Zelden zal de hitte van de strijd feller zijn dan in de Canadese bossen. Neem Ontario, aan bos heeft het departement van bosbouw een gebied van 44 miljoen ha. onder beheer. Ge middeld woeden daar per jaar 1300 bos branden, waarbij 95.000 ha. verloren gaan, die de provincie op 1.3 miljoen dollar komen te staan. En dat terwijl Ontario over één van de omvangrijkste bosbrandweren ter wereld beschikt. De provincie is verdeeld in 19 dis tricten en in de zomermaanden hebben honderden een dagtaak in 't voorkomen en bestrijden van bosbranden. Van 350 uitkijktorens af bespieden evenveel wachters de horizon en zodra zij ver dachte rook signaleren, stellen zij het beveiligingsapparaat in werking: bijna 800 zenders en 5000 km. aan eigen tele foonlijnen zorgen voor een directe ver binding. Van 28 bases uit werken 45 kleine vliegtuigen en voor transport over land en water zijn treinen en mo torvoertuigen, boten en kano's beschik baar. Gevaar van overspringen. Het vliegtuig is een onmisbaar wapen geworden voor de bosbrandweerlieden. In vele gevallen, wanneer branden ont staan in afgelegen streken en die zijn er nog genoeg in Canada is 't vlieg tuig de enige mogelijkheid om bij de vuurhaard te komen. Een methode, die de laatste jaren in Ontario is ontwik keld en die veel succes heeft, vooral bij kleine branden is het bombarderen met water. Men gebruikt daar waterdichte papie ren of plastic zakken voor, die elk met 20 liter water worden gevuld. Een vliegtuig kan twaalf van die zakken tegelijk meenemen en met een minimum aan ervaring kan een piloot die zakken met water doorgaans met zes tege lijk boven een vuurhaard afwerpen. Op die manier slaagt men erin de vlammen in bedwang te houden, totdat de brandweerploegen het werk kunnen overnemen. Een van de onhebbelijke gewoonten van een bosbrand is de nei ging van het vuur om over te springen en dat kan gevaarlijk zijn na lange pe rioden van droogte en grote hitte, die tijdens een Canadese zomer kunnen voorkomen. Wanneer een brand een maal een zekere omvang heeft en hij woedt in droog naaldhout, dan kunnen er temperaturen van 2700 gr. Fahren heit voorkomen. Of er dan wind staat of niet, de hitte veroorzaakt sterk op waartse luchtstromingen, die brandende stukjes hout en takken over grote af standen kunnen meevoeren. Soms wel acht tot tien kilometer ver. Zo sprong een brand een paar jaar geleden een stuk water van vijf kilometer breedte over. Het bestrijden van dergelijke bran den is natuurlijk erg moeilijk, vooral in gebieden waar nog geen wegen zijn. In dergelijke gevallen vooral moeten de vliegtuigen hulp bieden; zij vliegen dan af en aan naar het dichtstbijzijnde meer met brandweerlieden, boten, pompen, slangen, levensmiddelen en alles wat er in de vuurlinie nodig is. Intussen tracht men met waterbombardementen 't vuur zoveel mogelijk in te dammen, totdat de grote aanval kan beginnen. Stem van boven. Zijn er wel wegen, dan kunnen de operaties wat gemakkelijker verlopen. Dan werkt men met bulldozers, ploe gen, draagbare pompen en waar water "liet meteen uit meren of rivieren kan worden opgepompt, met tankwagens. Voor het transport van brandblusmate- riaal heeft men een z.g. „pack tractor" gebouwd, die uit elkaar kan worden ge haald, in een vliegtuig kan worden ge laden en binnen enkele minuten weer in elkaar kan worden gezet. Het trac- tortje is klein van stuk, maar het kan 350 kilo uitrusting met gemak een steile helling optrekken. Het vuur is een verraderlijke vijand en snel optreden is een eerste vereiste, wil men de rampzalige branden die vroe ger dorpen bedreigden'en in sommi ge gevallen ook inderdaad verslonden voorkomen. Men heeft eens nagegaan, wat de oor zaken zijn van de bosbranden in Cana da. Men is toen tot de conclusie gekomen dat onachtzaamheid van de mens in 36 pet. van de gevallen de schuldige was. Vandaar de grote campagnes om de mens „op te voeden". Vliegtuigen van de brandweer in Ontario zijn ook toe gerust met versterkersinstallaties, waar door de piloot de „natuurliefhebbers" op de grond op hun plichten kan wijzen. Die „stem uit de lucht" heeft hier ver maardheid gekregen en het is meer dan eens voorgekomen dat een kampeerder of jager „van-boven-af" te horen kreeg: „Wil je wel eens eerst dat vuur uit maken voordat je weg gaat!" NA-OORLOGS CRISISRECORD WORDT GEBROKEN. BEZITSVORMING HOUDT P.V.D.A. EN K.V.P. VERDEELD. Zo is dan ook de informateur Lieftinck gestuit op de tegenstellingen tussen de p.v.d.a. en de k.v.p. De oud-minister van financiën, teruggeroepen van vakantie in Zuid-Frankrijk, is er echter in elk geval in geslaagd vier tegenstellingen tussen de beide grote partijen te overbruggen. Voor Nieuw-Guinea werd een oplossing gevonden, waarbij de bestaande rechtsorde zal worden gehand haafd. Wat de subsidiëring van 't Hoger Onderwijs betreft is de commissie 's Ja cob gevraagd om spoed te betrachten en met haar studie rekening te houden met de gelijkwaardigheid van het bijzonder en openbaar Hoger Onderwijs. Over de zending en missie is de volgende overeen stemming tussen de p.v.d.a. en de k.v.p. bereikter zal meer decentralisatie plaats hebben, waardoor aan zending en missie groter armslag wordt gegeven. De fi nanciële paragraaf spreekt over het ge vaar dat de overheidsuitgaven gelijke tred gaan houden met het stijgen van het nationale inkomen. Al deze punten hebben sinds de for matie Drees een belangrijke rol gespeeld. Het zijn de k.v.p.-eisen, waarop de eer ste formatiepoging is gestruikeld. En deze punten zijn ook weer terug te vin den in de formatiepoging van de heer Romme. Zij hebben dus tot nu toe de formatie wel bepaald. Maar onoplosbaar is het verschil tus sen de k.v.p. en de p.v.d.a. over de bezitsvorming- gebleken De k.v.p.-voorzitter neemt dit punt hoog op, omdat hij de stimulering van de bezitsvorming als een belangrijk christelijk sociaal vraagstuk beschouwt. De tegenstelling tot de p.v.d.a. zit eigen lijk hier in, dat de socialisten de bezits vorming ook willen bevorderen, maar dan ondernemingsgewijze en uitsluitend ten behoeve van de werknemers. De rooms-katholieken daarentegen willen niet alleen fiscale faciliteiten in de inko menssfeer maar ook in de vermogens sfeer. Alle besparingen ook uit ver mogen zullen dus fiscaal vergemakke lijkt moeten worden. En bovendien stelt de heer Romme zich op het standpunt dat niet alleen de werknemers van deze belastingfaciliteiten moeten profiteren, maar ook de werkgevers. Om een voor beeld te noemen: er wordt een wet ge maakt waarin wordt bepaald aan welke voorwaarden een onderneming moet vol doen als zij tot winstdeling overgaat. Nu willen de socialisten van die winstdeling alleen de werknemers laten profiteren, maar de rooms-katholieken zeggen, dat het dan de werkgevers mogelijk gemaakt moet worden (door het geven van fis' cale faciliteiten) om de winsten te gaan verdelen. Dat is een belangrijke tegenstelling. Het hangt natuurlijk van de politieke in stelling af met welke van de twee grote partijen men het eens wil zijn. Maar er blijft een andere vraag over: Is dit punt wel zo belangrijk, dat daarvoor de brede basis, in een parlementair Kabinet, op de hel ling moet worden gezet? Nederland komt de komende jaren voor grote problemen te staan. Er zal bijna f 750 miljoen moe ten worden gevonden om het begrotings tekort te dekken. Onze betalingsbalans baart zorgen. Een stevige betalingsba lanspositie is dus nodig. Over de wo ningbouw hoeft niet eens te worden ge sproken. Aan deze vraagstukken zal het komend Kabinet de handen vol hebben. Juist van de financieel-economische situatie, die waarlijk niet zo rooskleu rig is als de hoogconjunctuur doet ver moeden, zal het afhangen, welke sociale maatregelen in de toekomst kunnen wor den genomen. Het is ongetwijfeld de ver dienste van de heer Lieftinck dat hij zich bereid heeft verklaard een uitvoerige fi nancieel-economische beschouwing in zijn program op te nemen. Met deze beschou wing zullen vele niet-socialistische Ka merleden het wellicht niet eens zijn. De oud-minister van financiën heeft nu een maal een bijzondere reputatie. Het is echter van het grootste belang, dat wij precies gaan weten, waar ons land aan toe is. Als de kwaal is vastgesteld dan komt de geneeswijze. Over de vraag hoe ons land financiëel genezen moet worden, kunnen de meningen van de experts natuurlijk nog wel verschil len, maar de kwaal is dan in ieder geval toch duidelijk. Zo zijn de tegenstellingen tussen de k.v.p. en de p.v.d.a. tot op vandaag be slissend geweest voor deze slepende ka binetscrisis Het duurt allemaal zo lang, dat de Nederlandse kiezer langzamer hand niet meer weet waar hij aan toe is. En inderdaad, de strijd wordt teveel uit gevochten op ondergeschikte punten. Dat kan de kiezer moeilijk boeien. Het is nu wel zeker, dat het na-oorlogse crisis record (65 dagen) dinsdag a.s. gebroken zal worden. Dat is een prestatie waar over men moeilijk enthousiast kan zijn. De poging Lieftinck is overigens een waardevolle bijdrage in deze crisis ge weest. Het was de laatste poging om'te proberen de twee grote partijen op eigen kracht tot elkaar te laten komen. Dat wli niet zeggen, dat zijn mislukken zou inhouden, dat de p.v.d.a. en de k.v.p. persé niet meer met elkaar zullen sa menwerken, in wat voor soort Kabinet ook, maar buitenstaanders zullen daar voor waarschijnlijk de weg moeten ef fenen. VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER' Deze lijn geeft aan, hoe het snelver keer de bocht naar links moet nemen Dit z.g. voorsorteren bevordert een vlot verkeer en voorkomt opstoppingen. Een achteropkomer moet in dit geval rechts passeren. Het is voor de automobilist, die hier linksaf gaat, natuurlijk wel zaak zijn voornemen tijdig kenbaar te maken. De achteropkomer moet er zeker van zijn, dat hij inderdaad aan de rechter kant veilig kan passeren. Benelux Nieuws schrijft: De verovering van Benelux door de auto valt, als wij de absolute cijfers be zien, in 't voordeel van België uit. Met zijn aantal, in 1954 van ca. 418.000 per sonenauto's gaat België ver aan de kop terwijl het ook met zijn bedrijfsauto's niet door Nederland wordt benaderd. Uit de grafiek „De auto in Benelux" valt te zien, dat de mate van de stijging van het Belgische autopark aldaar snel ler is verlopen dan in Nederland of Lu xemburg. Volgens de Europese maat staf, dat een auto nog steeds luxe is, zou België het welvarendste land zijn, ware het niet, dat wij voor een juist begrip de absolute cijfers altijd in ver houding moeten zien. Immers, het ab solute aantal personenauto's zegt be trekkelijk weinig, als wy ze niet zien tegen de achtergrond van het bevol kingscijfer. Als wij dit niet doen, zul len in de statistiek altijd de grootste landen bovenaan komen te staan, het geen uiteraard onjuist is. Zien wij nu de diverse autoparken in verhouding tot het inwonertal in Bene lux, dan is zonder enige twijfel Luxem burg 't meest welvarende land te noe men, daar wij hier ruim 60 personen auto's per duizend inwoners vinden. België bezit er ruim 47, terwijl Neder land op nog geen 24 personenauto's per duizend inwoners komt. Voor het overbevolkte Nederland is overigens dit betrekkelijk geringe aantal reeds meer dan voldoende om zich zorgen over de toekomst te maken. Reeds thans zijn verschillende wegen in Nederland „overbevolkt" te noemen voor het verkeer. Hierbij komt nog, dat Nederland een uitzonderingspositie in neemt ten opzichte van het „karakter" van zijn verkeer. Naast de auto's moe ten er op de Nederlandse wegen ook nog ca. 5 miljoen fietsers en meer dan een half miljoen bromfietsen 'n plaats vinden. Deze laatste trouwens zijn nog slechts een begin van de te verwachten stroom. Indien, met deze feiten tegen de achtergrond, Nederland dan ook nog eens een gelijk aantal auto's, in verhou ding, als Luxemburg zou krijgen, zou dit wel zeer grote problemen met zich brengen. Problemen die heel anders lig gen dan in België of Luxemburg, daar het „verkeerskarakter" van Nederland geheel verschillend is van de andere Benelux-partners. De auto heeft in Bel gië en Luxemburg dan ook 'n „vrijere" ontwikkeling dan in Nederland. Thans staan België en Luxemburg met hun aantal personenauto's, in verhouding, nog boven landen als Frankrijk, Duits land, .Italië en Engeland. In de import van personenauto's is er een levendige, zij het eenzijdige, han del tussen de BLEU en Nederland. Het schijnt nu eenmaal het Nederlandse lot te zijn, dat het wat de auto aangaat de minste van zijn Benelux-partners moet zijn. De ontwikkeling van de handel in personenauto's tussen de BLEU en Ne derland neemt een bijna fanatieke ont wikkeling aan, niet in de laatste plaats door de assemblage van bekende mer ken, in België zoals Renault, Simca, Opel enz. Reeds voor de oorlog ging de import van personenauto's uit België en Luxemburg ver uit boven de export van auto's uit Nederland naar zijn zui derburen. Om precies te zijn in 1939 kwamen er 5694 personenauto's over de Nederlandse grens, terwijl Nederland, zegge en schrijve, twee stuks naar da BLEU uitvoerde. Na de oorlog begon men in de BLEU pas goed op toeren te komen en lange rijen nieuwe auto's trokken over de Nederlandse grens. Aan deze rijen komt geen einde en nog dagelijks kan men op de grote wegen van België naar Nederland rijen auto's zien, die vanuit België naar Nederland worden gereden. Wie deze rijen wel eens heeft gezien, zal het niet verba zen te vernemen, dat het vorig jaar voor meer dan 87 miljoen gulden aan personenauto's uit de BLEU naar Ne derland werd verhandeld. Als wij nu weten, dat hiertegenover Nederland voor slechts ca. 2,6 miljoen gulden aan personenauto's naar de BLEU exporteerde, zien wij wel zeer duidelijk de „auto-arme" positie van Nederland in Benelux. Ook ten opzichte van de vrachtauto's, opleggers, traktoren is de situatie wei nig anders. Vorig jaar werden er van deze groep totaal 1668 stuks uit de BLEU naar Nederland uitgevoerd, ter wijl de Nederlandse export naar de BLEU van deze groep slechts 253 ex. bedroeg. Het Nederlandse Rode Kruis heeft onder nummer 777 een spe ciale girorekening geopend om het Nederlandse volk in de gelegenheid te stellen, blijk te geven van zijn medeleven met de nagelaten betrek, kingen van de slachtoffers van de mijnramp in Marcinelle. Het- Nederlandse Rode Kruis heeft daarop zelf een bedrag van f 1.000.gestort.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1956 | | pagina 3