r
•nflitttrr-
fc.
mÊÊ i m l
Aangrijpende verhalen
over oorlog en verzet
h
VAN HET BINNENHOF
Panamakanaal
en schandaal.
HOLTENSE
[ttelandsvrouwen NOG VOL
GOEDE MOED
in Holtense plattelandsvrouwen kwa-
bani donderdagavond in hotel Holter-
in afdelingsvergadering bijeen on-
ddaleiding van hun presidente, mevr.
h V Nagelhout-Klijzing, die na een
openingswoord en de behandeling
staal enkele ingekomen stukken enkele
banbstellen van het bestuur-aan de or-
p stelde.
werd definitief besloten tot het
>kktn van een excursie door Twente
deer leiding van de bekende architect
5draJans'die de deelneemsters de mooi_
i plekjes en bezienswaardigheden" zal
n van ons nijvere achterland.
r hérder werd besloten op de komende
ikglerie met een stand uit te komen
eigengemaakte hand- en naaiwerk
waarvan de opbrengst ten goede
giikomen aan het bouwfonds van het
£n#ne Kruis. De leden werden aan-
^oord thans reeds te beginnen met
vervaardiging van hun inzendingen,
p uitnodiging van de contactman
Dlaatselijke BB, de heer C. G. Bal,
fd besloten op donderdag 31 augus-
lea.s. een excursie te maken naar de
3 knciale commandopost van de BB
zal medewerking verleend wor-
aan de collecte voor 't bouwfonds
het Volkssanatorium te Hellen^
i-n, welke geregeld zal worden in
jkkefïnwerkmg met de overige meisjes-
ban^rouwenverenigingen, terwijl nog
h/oten werd op de dag van de stem-
TeeJë v00r de Tweede Kamer bij de
DortP3Ureaux te collecteren ten behoeve
het bouwfonds van de plaatselijke
ilpeijisvereniging.
por mevr. D. Wegstapel-ten Velde
■oepjd verslag uitgebracht van de on-
Koi»s gehouden jubileum-vergadering
de prov. afdeling van de bond, die
r tal van leden bezocht werd en de
hdente gaf een overzicht van de j.l.
jnsdag gehouden bondsvergadering
a |recht. Beide rapporteurs werd dank
eder- -
n dl
lacht voor hun duidelijk overzicht,
'et is een goede gewoonte gewor-
r' om de leden, welke min of meer
jdurig ziek zijn 'n bezoek te bren-
1 hen dan een bloemetje of ander
n geschenk te offreren. Teneinde
^voorkomen, dat deze kleine uitga-
1 -11?, het normale budget van de vereni-
Zlct| verstoren, werd besloten hiervoor
fotje te vormen, waarin deze avond
r de leden reeds een bedrag gestort
e aanwezigen kregen tenslotte een
n ongelijk beeld van de viering van het
Ditiarig jubileum van de bond, welke
-^ig jaar oktober plaats vond, door
duif vertoning van een aardige film-
nsta-jok, beschikbaar gesteld door de
in l'Vinciale afdeling. Men kon in vo-
eldehucht op het witte doek het grote
:n 15|t
van deze dag meemaken.
tmk;|et de verzekering, dat men elkaar
enjiitstapjes en bij andere samenkom-
i nog wel geregeld zal ontmoeten,
baarjt presidente deze laatste offi-
r dee vergadering in dit seizoen.
1-
J.D.G.
men-|
pt.;
imansterdag j.l. hield de JDG haar bij-
t** J»nst *n ca^ *er ^ors^- *n ver~
gg4d met uitstedigheid van voorzitter
janFransen verving J. Slotman diens
ctie. Deze avond muntte helaas niet
1 ge-jdoor een overweldigende belang-
vi-!ing'
adat de heer J. Slotman de leden
jken fvittigd had van een reeks medede-
olop!611' verkreeg de heer H. Bouwhuis
jwoord. Deze hield een korte inlei-
ioeni» °ver: „Hoe denkt U over het ge-
1 ik van waarheidsserum ten behoeve
venseen rechtspraak?" Waarheidsserum,
uthels de inleider, is een product van
ver. chemische industrie, dat bij inspui-
nko-' °P dat gedeelte van de hersen-
»rs inwerkt, waar de wil zetelt. We
ben hier dus een partiële narcose,
deze uitschakeling van de wil kan
door een gesprekvoering met de
ent op de hoogte komen van alles
in zijn diepste leeft.
ileider belichtte de praktische waar-
van de toepassing van dit waar-
tsserum in zeer moeilijk of geheel
op te lossen rechtsgeschillen, be-
iking hebbende op zeer ernstige
WMRijven als b.v. moord.
pen p inleider waren het zeer velen
5, zoals later uit de discussie bleek,
wa_ 'een ten onrechte veroordeelde zeer
wa-l leed berokkend wordt door een
ali- ire strafoplegging, terwijl een even-
^5" ten onrechte vrijgesproken persoon
45Q ïr niet ongevaarlijk geacht moet
van den voor de samenleving.
tere jt dien hoofde bleken er nogal voor
tik; jders te zijn van het gebruik van dit
375 jm hoogste noodzaak.
in geheel bevredigend verloop had
4,75 iwel de discussie niet, daar velen
.den, dat deze materie nog andere
tten heeft als beroving van zijn
wil, positie van de arts en be
an- iwbaarheid van 't middel, die min-
sterk naar voren kwamen, alhoe-
ein, j enkelen meenden, dat deze toch
on- zeker van enorm belang zijn.
a sluiting der discussie nam de in
de de*s gearriveerde voorzitter, de
*en Transen, het woord om de heer
Bouwhuis te bedanken voor zijn in-
ing en de leiding van de discussie,
te- de heer J. Slotman voor de wijze
rop hij zich als pl.v. voorzitter van
in- [taak gekweten had.
op,
te-
VEILIG VERKEER,
te- t U de rijweg oversteken?
1. i eerst naar links en rechts gekekenl
A#j
VLAGGETJESDAG IN IJMUIDEN. Zaterdag werd Vlaggetjesdag in ver
schillende vissersplaatsen langs de kust gevierd. In IJmuiden vond een
sportoptoclit plaats langs de Katwijkse en IJmuider vissersvloot. Hier een
overzicht van de optocht bij de visafslag te IJmuiden.
Getuigenissen van gevangenen en
van een vijftienjarige.
Er wordt gezegd, dat het lezend pu
bliek moe is van lectuur en literatuur
over de oorlog. Is het waar? Staan we
er werkelijk al zo ver af, dat we niet
meer gevoelig zouden zijn voor ware ge
tuigenissen van mensen, die in die oor
log iets hebben doorstaan en daarvan
moeten vertellen? Het is niet te geloven.
Want in hun beste vorm zijn dergelijke
boeken geen verslagen van één periode,
maar van dè mens in een zeer concrete
situatie, temidden van dood, terreur en
verderf.
Twee bekroningen.
Zo hebben we tenminste die twee boe
ken gelezen, die kort na elkaar uitkwa
men en ondanks enorme verschillen één
ding gemeen hebben: de houding van de
mens ten opzichte van een beestachtig
geweld.
Het Nederlandse boek van die twee
is bekroond met de literatuurprijs van
de provincie Gelderland. Het is 'n korte
roman, een lange novelle: „De man die
achterbleef". Het verhaal is geschreven
door een journalist, Louis Frequin. Het
is een verhaal zonder franje en van heel
gewone taal. Misschien is 't alleen maar
een verslag, maar dan zeer menselijk en
overtuigend.
De man die achterbleef werkte in het
verzet, werd gearresteerd, kwam in
Vught, werd .ter dood veroordeeld en
wachtte met vele anderen op de voltrek
king van het vonnis. Voor alle anderen
kwam dat moment der voltrekking. Voor
hem op wonderlijke wijze niet; Maar de
dagen, die deze man in de „frigidaire
van de dood" door-brengt, wreken zich
later. Tien jaar later droomt hij, dat een
SD-man hem rekenschap vraagt. Hij
heeft zoveel beloofd aan God in zijn cel.
Wat is er, nu hij tien jaar vrij is, van
terecht gekomen.
Die droom wordt een obsessie. De tien
jaar vrijheid is geen veiligheid meer,
maar een bedreiging. En hij kan zich al
leen maar bevrijden door verslag uit te
brengen van die periode. Het wordt niet
alleen een verslag, maar een verant
woording, die aangrijpend is in haar eer
lijkheid. Want het verhaal is volkomen
oprecht tegenover de mede-gevange
nen en tegenover God.
Diepste waarheid.
Tegen het einde is er een sterke cli
max. Het ogenblik voor het sterven is
maar heel kort. Van cel tot cel gaan de
gebeden, de gesprekken, verhaal van
Saulus die een Paulus werd, want één
van de jongens kan niet sterven. Hij
zegt: „Jullie gaan zingend de dood in.
Het lijkt wel of jullie naar een feest
gaanen ikik moet kreperen
als een hond".
En er is het antwoord: „Als wij ster
ven, gaan we ook naar een feest, Karei.
Teun heeft het straks zo mooi en zo juist
gezegd: onze dood is het feest van de
Vervulling. Wij, protestanten en katho
lieken, geloven in de eeuwigheid". Die
zelfde Karei kan later zeggen, dat hij zo
gelukkig is „Ik ben er! Ik ben er!'
En dat is dan een bekering, waarover
geen woord te veel is geschreven en
waarin men gelooft.
Men kan „De man die achterbleef" niet
afdoen met de bewering, dat het „maar"
een verzetsverhaal is. Het tast dieper,
want het gaat verder dan tot een reeks
cellen in Vught. Het reikt tot aan de
grootste waarheid en het is waarachtig
menselijk. Het is een bijzonder mooie
novelle, die door uitgeverij Van Loghum
Slaterus te Arnhem zeer verzorgd werd
uigegeven.
De dood in Boedapest.
En toevallig kreeg ook 't tweede boek
een prijs. In Frankrijk, omdat het een
in het Frans geschreven boek is van een
Hongaarse schrijfster, Christine Arnóthy.
Het is eveneens een verslag, in dit geval
van het leven en sterven van burgers in
Boedapest, dat door de Duitsers wordt
verdedigd en door de Ruenens wordt
aangevallen. „Le grand prix véi'ité" is
uitgeloofd voor het boek, dat 't meest
waarheidgetrouw was. Men twijfelt er
niet aan of de gebeurtenissen in dit boek
hebben van a tot z zo plaats gevonden.
Ze worden zonder enige opsmuk weer
gegeven. Maar wat moest de schrijfster
anders: dit alles is te erg om het nog op
te sieren. Men kan hoogstens weglaten,
niet toevoegen.
„Ik ben vijftien jaar en wil niet ster
ven" heet het kleine boekje. En in die
titel hoort men reeds de kreet van een
meisje, dat krampachtig aan het leven
vasthoudt. Veel waarden zijn er in haar
leven niet meer. Een groep burgers hokt
in een kelder. Er is weinig eten en ais de
zich opofferende soldaat Pista op een van
zijn speurtochten naar voedsel op een
landmijn trapt, is er bijna niets meer.
Wel zijn er de aanhoudende beschietin
gen, de angsten, het sterven, het egoïsme,
de gi-uwel van een verwoeste stad, de
bevrijding, die een golf van nieuwe el
lende brengt. Er zijn tientallen ver
schrikkelijke voorvallen, die met maar
heel weinig woorden worden weerge
geven, maar samen een ontstellend dra
ma vormen.
Het „bevrijde" Hongarije is niet veilig.
Het gezin moet vluchten. Maar de man,
die hen over de grens helpt, is een pro
fiteur en de kelner in het vrije Wenen,
dat dan toch bereikt wordt, is het ook.
Het is allemaal wanhopig en het boek
eindigt met de klacht: Wat zou 't heerlijk
zijn, geboren te worden, echt geboren
te worden.
Maar in de kelder zijn er ook de woor
den van de oude priester, het altaar, de
biecht. „Ik wil niet sterven, Eerwaar
de. Ik ben nog maar vijftien jaar en ik
ben ontzettend bang voor de dood, ik wil
nog leven." En de priester zegt: „De
dood, die wij zo zeer vrezen, is slechts
een bevrijding. Het is 't ogenblik, waar
op de ziel de gevangenis van het licha
melijk omhulsel ontvlucht, om dan de
eeuwigheid in te gaan. En God heeft
ons zó lief, mijn kind."
En dat is dan de troost in deze zee
van ellende, waarover Christine Arnó
thy een document schreef, dat veel meer
is dan een verhaal alleen. En waarvan
de feiten zo dicht achter ons liggen en
moeilijk anders en eender herhaald zul
len worden. Het boek verscheen bij Ad.
Donker te Rotterdam.
Critiek en waardering voor mi
nister Cals Teveel makelaar, te
weinig regent.
Ook de Eerste Kamer heeft de begro
tingsrace volbracht. Minister Cals had
de eer de laatste begroting in de Senaat
te mogen verdedigen. Voor de laatste
maal dus werd een balans opgemaakt
over de afgelopen vierjarige parlemen
taire periode, die de bewindsman nog niet
zo lang geleden moest ondergaan.
Het departement van Onderwijs. Kun
sten en Wetenschappen is een van de
moeilijke departementen. Het is zeer uit
gebreid en voor één minister bijna on
mogelijk te beheren. Een tijd lang heeft
het er naar uitgezien dat
minister Cals
de parlementaire reis niet zou halen. Dat
is achteraf nog wel meegevallen, maar
verstomd is de critiek niet. Zij kwam
deze week hoofdzakelijk van de zijde der
A.R. en V.V.D.-fracties. Zo klaagde de
heer Algra (A.R.) er over, dat de be
windsman te weinig doortastend is ge
weest. Hij lijkt meer op een makelaar
dan op een regent, zo zeide hij. De mi
nister wil te graag lijmen en krammen.
En het liefst zulk een beleid voeren dat
iedereen tevreden is. Maar het is nu een
maal onmogelijk iedereen tevreden te
stellen. Zo'n beleid heeft tot resultaat,
dat eigenlijk iedereen ontevreden is, om
dat er gewerkt moet worden met onbe
hagelijke compromissen. De minister
moet meevechten, aldus de A.R.-senator.
Hij moet niet bang zijn om daarbij te
vallen.
De heer Wendelaar (Lib.) was het
daar voor een groot deel mee eens. Stel
lig was hij
niet onder de indruk
van de prestaties van minister Cals. Veel
zaken zijn niet afgedaan. Nu geeft de
bewindsman graag de Kamer de schuld
van de trage gang van zaken, omdat zij
zou treuzelen met het indienen van het
Voorlopige Verslag. Deze critiek wees de
liberale woordvoerder echter van de hand
met de opmerking, dat de minister er
niet in slaagt een aannemelijke oplos
sing voor acute vraagstukken aan de
hand te doen. Hoe kan de Tweede Ka
mer dan opschieten? De beide sprekers
hadden vele punten van critiek. Zij klaag
den over het feit dat het omroepbestel
nog niet geregeld is, dat een behoorlijke
huisvesting van de Wereldomroep nog op
zich laat wachten, dat er nog geen be
slissing genomen is over de zesjarige
HBS, dat er nog wettelijke maatregelen
zijn genomen over het voortgezet onder
wijs. Zij klaagden ook over de salaris
regeling, over het ULO, dat in het slop
dreigt te geraken, dat er nog wetsontwer.
pen zijn over de televisie en dat de lees
bibliotheken nog wachten op een wette
lijke regeling.
Dat was dus éen
lange lijst met klachten.
Voor minister Cals ongetwijfeld geen
prettige gewaarwording, al is hij langza
merhand op het gebied van critiek wel
het een en ander gewend. Maar geluk
kig voor hem vond hij ook nog mede
standers. Natuurlijk in de eerste plaats
bij zijn partijgenoten, de K.V.P.-fractie,
die de bewindsman enige weken voor de
verkiezingen niet in de kou kon laten
staan. Een vorig keer had de heer Derk-
sen (Kath.) zijn partijgenoot-minister
nogal flink aangepakt. Dat was nu heel
wat minder, al liet de heer Derksen wel
merken, dat het schrijven van nota's over
de onderwijsvernieuwing niet veel te be
tekenen heeft. Er moeten wetten komen.
Belangrijker was het echter voor mi
nister Cals dat hem de steun toeviel van
de P.v.d.A.. en C.H.U.-fracties. Zo wil
de Prof. Schermerhorn (Arb.) de be
windsman de lof niet onthouden dat er
een vaste lijn in zijn beleid is te ontdek
ken. Maar verder hield de socialistische
woordvoerder aan minister Cals de spie
gel voor. Er werd verteld aan welke ei
genschappen de nieuwe minister zou
moeten voldoen. Het is catastrofaal, zo
zeide de heer Schermerhom, als er weer
een minister komt, die gaat studeren.
De afgelopen vier jaar is voldoende ge
studeerd. Nu moet er een minister ko
men,
die weet wat hij wiL
Die bereid is te staan of te sneven. Die
bereid is te werken of te sneven. Er
zal de komende parlementaire periode
gehandeld moeten worden. Prof. Scher
merhorn uitte dus ongeveer dezelfde
klacht als de heren Algra en Wende-
laar. Echter met dit grote verschil, dat
hij niet zeide, dat minister Cals de be
reidheid om te werken of te sneven niet
bezit. Alleen de spiegel werd voorge
houden. En de minister moet nu zelf
maar uitmaken of hij aan de gestelde
socialistische voorwaarden kan voldoen.
Ook geen afbrekende kritiek van Prof.
Gerretson. Deze verklaarde namens de
CHU-fractie minister Cals geen ideale
bewindsman te vinden. Maar ja, zo zei
de hij, ideale ministers komen zelden
voor. Prof. Gerretson vond het 'n groot
voordeel, dat de minister open staat
voor kritiek. Op drie belangrijke pun
ten had de CHU-fractie echter wel kri
tiek op het beleid van de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen:
de reorganisatie van het voortgezet on
derwijs laat te lang op zich wachten,
de personeelsvoorziening laat te wen
sen over en er is nog steeds geen goe
de regeling voor de salariëring gevon
den.
Minister Cals is van deze kritiek waar
lijk niet ondersteboven gevallen. Hij is
een zeer handig en
scherpzinnig debater,
hoewel niet altyd zeker van zijn zaak.
Maar wat kon hem nu nog gebeuren?
Wie stuurt er drie weken voor de ver
kiezingen nog een minister in de poli
tieke woestijn? Geen mens, die daar
over denkt.
Op 30 juni a.s. worden de beide Ka
mers der Staten-Generaal ontbonden.
Tot zolang vergadert de Eerste Kamer
door. Op 13 juni zijn de ministers de
missionair, maar dat wil niet zeggen,
dat er niet verscheidene technische ont
werpen kunnen worden afgehandeld,
zoals de uitverkopenwet, dé wet op de
afbetalingen en zelfs de opheffing van
de handelingsonbekwaamheid der ge
huwde vrouw. De Eerste Kamer heeft
nog een grote achterstand. Eind juli
en begin augustus zal zy eveneens nog
vergaderen. Volgende week wordt ech
ter het belangrijkste wetsontwerp van
deze parlementaire periode behandeld:
de definitieve
ouderdomsvoorziening.
Het staat wel vast, dat de Eerste Ka
mer dit wetsontwerp zal aanvaarden.
Maar de kritiek op de aanpassingsmo
gelijkheden van de bestaande pensioe
nen is zo mogelijk nog groter dan in
de Tweede Kamer. De Senaat kan ech
ter een wetsontwerp niet wijzigen. Zij
kan slechts goedkeuren of verwerpen.
En in die situatie is het niet verwon
derlijk, dat zij overgaat tot de goedkeu
ring. Daardoor zal er weer een mach
tige vleugel aan het sociale huis van
Nederland zijn aangebouwd.
GEVAARLIJKE BOCHT IN WEG
LAREN (G.)—ALMEN.
In de weg van Laren (G.) naar Almen,
van belang voor het toeristisch- en
streekverkeer, ligt direct na de kruising
met de spoorbaan Zutphen-Hengelo, een
scherpe bocht. Deze wordt door het ver
keer uit de richting Laren te laat op
gemerkt, omdat de spoorbaan hoger ligt
dan de weg.
De A.N.W.B. heeft de gemeente Laren
dan ook verzocht om een bord „Gevaar
lijke bocht" ter waarschuwing van de
weggebruikers te plaatsen.
Rondom 't Panamakanaal heelt zich
al heel wat algespeeid. Allereerst op
poliuek terrein, ue Ver. Staten die
groot belang hadden bij deze reent-
streeicse verDindmg tussen twee ocea
nen, waren (zacnt gezegd; wel eniger
mate geïnteresseerd bij de verscnil-i
lende revoluties en staatsgrepen, die zich
hier afspeelden en die tot uiteindelijk
gevolg hadden, dat er een zenstancuge
republiek Panama ontstond, die 'n bre
de landstrook afstond aan Amerika!
Maar veel meer opzien dan deze po-
litiexe stunts, wekte 't Panama-scnan-
daai tegen het einde van de lye eeuw,
dat Frankrijks aanzien nog verder deed
dalen; tal van kleine en grote kapitaal
bezitters naar de ondergang voerde, en
de roem en eer, waarmee Ferdinand te
Lesseps zich overladen had, besmeurde.
De Magiër.
Roem en eer waren ruimschoots het
deel geworden van Ferdinand de Les
seps, nadat zijn groots project, het
Suez-kanaal was voltooid. Hij was in
de adelstand verheven, het grootkruis
van het Legioen van Eer sierde zijn
borst, hij was zelfs gekozen in dekring
der „onsterfelijken" van de Franse Aca
demie En deze ongetwijfeld geniale
man zag thans de kans zijn leven te
bekronen met een nieuwe, nog groot
scheepser onderneming, het graven van
een inter-oceanisch kanaal, waarmede
staatslieden en ingenieurs zich reeds
sinds eeuwen bezig hielden.
Met zyn naam dekte hij de manipula
ties van de Franse Panamamaatschap
pij niet alleen, maar hij sloot de ogen
voor de mislukkingen, de misrekenin
gen, hij liet toe, dat corruptie en om
koperij op ongelooflijke schaal heers
ten, hij bleef tot het laatste de Franse
beleggers overhalen, hun vertrouwen te
stellen in de maatschappij, die reeds op
zo wankele basis was opgericht. En zijn
naam had een magische klank. De eer
ste inschrijving van 300 miljoen francs
werd tot het dubbele overtekend!
Landengte des doods.
Dreigde een catastrofe de Franse be
leggers, een reeks van rampen, waar
over de omgekochte kranten niets schre
ven, had plaats ginds in Panama, waar
de leiders van het werk een luxueus
leven leidden en goede sier maakten
van het geld der maatschappij, terwijl
scharen arbeiders omkwamen door gele
koorts, lepra en andere ziekten. Al
spoedig bleek, dat men de kosten te
laag geschat had. Er moest steed méér
geld bij, steeds méér mensen moesten
worden omgekocht, onder hen zelfs mi
nisters, kamerleden en andere leiden
de figuren. Een duistere financier, Cor
nelius Hertz, speelde hierbij de hoofd
rol, vooraanstaande lieden uit de Pa-
rijse bankwereld verleenden hand- en
spandiensten en streken ongelooflijke
commissies op.
Geld moest er zijn en steeds méér
geld. En De Lesseps, bezeten van zijn
plan, weigerend de werkelijkheid te
zien, trad steeds wéér voor het voet
licht in de glans van zijn vroegere glo
rie, bezwoer de mensen vertrouwen te
hebben. En telkens wéér kwam er meer
geld, waarvan een onevenredig groot
deel niet in het Panama-project werd
gestoken, maar in de zakken van een
klein legertje „tussenpersonen", omge
kochte politici en krantenmensen ver
dween.
De bom barst.
Maar eindelijk moest de bom toch
barsten. De Franse regering was in een
verbitterde politieke strijd gewikkeld
met de groep, die zich naar generaal
Boulanger de Boulangisten noemde. Hun
spreektrompet was de demagoog Paul
Déroulède. Het was diens schildknaap
Delahaye, die in de volgepakte Kamer
de regering de zwaarste verwijten naar
het hoofd slingerde. Ook Clemenceau,
de man, die later beroemd zou worden
in de Dreyfus-affaire en als „De Tij
ger" zijn land in de zwaarste crisis zou
leiden, werd beschuldigd en daagde zijn
aanklager uit tot een duel. De heresn
schoten in de lucht, maar daarmee was
de zaak niet af. Hoewel de regering al
les in het werk stelde om de zaak in
de doofpot te duwen, moest het tot 'n
gerechtelijk onderzoek komen. De vuile
was werd opgehangen en de aanblik
was ontstellend. Mensen met klinkende
namen bleken corrupt, de kranten had
den zich op weergaloze wijze laten stop
pen. Er waren kranten speciaal opge
richt om ze door de Panama-maat
schappij uit te laten kopen!
Einde van een onsterfelijke.
De meeste politici werden vrijgespro
ken. De Lesseps, die op hoge leeftijd
deze schande moest meemaken, werd
tot geldboete en gevangenisstraf ver
oordeeld. Hij, die tot Frankrijks „on
sterfelijken" behoorde, moest achter de
tralies. Maar reeds had zich een sluier
over zijn geest gelegd en hij was zich
van dit alles niet meer bewust. Zo bleef
hem het gevolg van de schande be
spaara
Later zagen de Amerikanen kans,
voor een appel en een ei de hele Pa
nama-zaak over te nemen. Het kostte
hun nog vele miljoenen vóór in 1913
het kanaal voor de scheepvaart kon
worden geopend en een apart epos
vormt de strijd tegen de ziekten, die de
arbeiders belaagden.
Uw RODE KRUIS biedt- HULP, overal
waar hulp nodig is.
Barmhartigheid bent geen grenzen.
GEEF DAAROM GUL.