r •nflitttrr- fc. mÊÊ i m l Aangrijpende verhalen over oorlog en verzet h VAN HET BINNENHOF Panamakanaal en schandaal. HOLTENSE [ttelandsvrouwen NOG VOL GOEDE MOED in Holtense plattelandsvrouwen kwa- bani donderdagavond in hotel Holter- in afdelingsvergadering bijeen on- ddaleiding van hun presidente, mevr. h V Nagelhout-Klijzing, die na een openingswoord en de behandeling staal enkele ingekomen stukken enkele banbstellen van het bestuur-aan de or- p stelde. werd definitief besloten tot het >kktn van een excursie door Twente deer leiding van de bekende architect 5draJans'die de deelneemsters de mooi_ i plekjes en bezienswaardigheden" zal n van ons nijvere achterland. r hérder werd besloten op de komende ikglerie met een stand uit te komen eigengemaakte hand- en naaiwerk waarvan de opbrengst ten goede giikomen aan het bouwfonds van het £n#ne Kruis. De leden werden aan- ^oord thans reeds te beginnen met vervaardiging van hun inzendingen, p uitnodiging van de contactman Dlaatselijke BB, de heer C. G. Bal, fd besloten op donderdag 31 augus- lea.s. een excursie te maken naar de 3 knciale commandopost van de BB zal medewerking verleend wor- aan de collecte voor 't bouwfonds het Volkssanatorium te Hellen^ i-n, welke geregeld zal worden in jkkefïnwerkmg met de overige meisjes- ban^rouwenverenigingen, terwijl nog h/oten werd op de dag van de stem- TeeJë v00r de Tweede Kamer bij de DortP3Ureaux te collecteren ten behoeve het bouwfonds van de plaatselijke ilpeijisvereniging. por mevr. D. Wegstapel-ten Velde ■oepjd verslag uitgebracht van de on- Koi»s gehouden jubileum-vergadering de prov. afdeling van de bond, die r tal van leden bezocht werd en de hdente gaf een overzicht van de j.l. jnsdag gehouden bondsvergadering a |recht. Beide rapporteurs werd dank eder- - n dl lacht voor hun duidelijk overzicht, 'et is een goede gewoonte gewor- r' om de leden, welke min of meer jdurig ziek zijn 'n bezoek te bren- 1 hen dan een bloemetje of ander n geschenk te offreren. Teneinde ^voorkomen, dat deze kleine uitga- 1 -11?, het normale budget van de vereni- Zlct| verstoren, werd besloten hiervoor fotje te vormen, waarin deze avond r de leden reeds een bedrag gestort e aanwezigen kregen tenslotte een n ongelijk beeld van de viering van het Ditiarig jubileum van de bond, welke -^ig jaar oktober plaats vond, door duif vertoning van een aardige film- nsta-jok, beschikbaar gesteld door de in l'Vinciale afdeling. Men kon in vo- eldehucht op het witte doek het grote :n 15|t van deze dag meemaken. tmk;|et de verzekering, dat men elkaar enjiitstapjes en bij andere samenkom- i nog wel geregeld zal ontmoeten, baarjt presidente deze laatste offi- r dee vergadering in dit seizoen. 1- J.D.G. men-| pt.; imansterdag j.l. hield de JDG haar bij- t** J»nst *n ca^ *er ^ors^- *n ver~ gg4d met uitstedigheid van voorzitter janFransen verving J. Slotman diens ctie. Deze avond muntte helaas niet 1 ge-jdoor een overweldigende belang- vi-!ing' adat de heer J. Slotman de leden jken fvittigd had van een reeks medede- olop!611' verkreeg de heer H. Bouwhuis jwoord. Deze hield een korte inlei- ioeni» °ver: „Hoe denkt U over het ge- 1 ik van waarheidsserum ten behoeve venseen rechtspraak?" Waarheidsserum, uthels de inleider, is een product van ver. chemische industrie, dat bij inspui- nko-' °P dat gedeelte van de hersen- »rs inwerkt, waar de wil zetelt. We ben hier dus een partiële narcose, deze uitschakeling van de wil kan door een gesprekvoering met de ent op de hoogte komen van alles in zijn diepste leeft. ileider belichtte de praktische waar- van de toepassing van dit waar- tsserum in zeer moeilijk of geheel op te lossen rechtsgeschillen, be- iking hebbende op zeer ernstige WMRijven als b.v. moord. pen p inleider waren het zeer velen 5, zoals later uit de discussie bleek, wa_ 'een ten onrechte veroordeelde zeer wa-l leed berokkend wordt door een ali- ire strafoplegging, terwijl een even- ^5" ten onrechte vrijgesproken persoon 45Q ïr niet ongevaarlijk geacht moet van den voor de samenleving. tere jt dien hoofde bleken er nogal voor tik; jders te zijn van het gebruik van dit 375 jm hoogste noodzaak. in geheel bevredigend verloop had 4,75 iwel de discussie niet, daar velen .den, dat deze materie nog andere tten heeft als beroving van zijn wil, positie van de arts en be an- iwbaarheid van 't middel, die min- sterk naar voren kwamen, alhoe- ein, j enkelen meenden, dat deze toch on- zeker van enorm belang zijn. a sluiting der discussie nam de in de de*s gearriveerde voorzitter, de *en Transen, het woord om de heer Bouwhuis te bedanken voor zijn in- ing en de leiding van de discussie, te- de heer J. Slotman voor de wijze rop hij zich als pl.v. voorzitter van in- [taak gekweten had. op, te- VEILIG VERKEER, te- t U de rijweg oversteken? 1. i eerst naar links en rechts gekekenl A#j VLAGGETJESDAG IN IJMUIDEN. Zaterdag werd Vlaggetjesdag in ver schillende vissersplaatsen langs de kust gevierd. In IJmuiden vond een sportoptoclit plaats langs de Katwijkse en IJmuider vissersvloot. Hier een overzicht van de optocht bij de visafslag te IJmuiden. Getuigenissen van gevangenen en van een vijftienjarige. Er wordt gezegd, dat het lezend pu bliek moe is van lectuur en literatuur over de oorlog. Is het waar? Staan we er werkelijk al zo ver af, dat we niet meer gevoelig zouden zijn voor ware ge tuigenissen van mensen, die in die oor log iets hebben doorstaan en daarvan moeten vertellen? Het is niet te geloven. Want in hun beste vorm zijn dergelijke boeken geen verslagen van één periode, maar van dè mens in een zeer concrete situatie, temidden van dood, terreur en verderf. Twee bekroningen. Zo hebben we tenminste die twee boe ken gelezen, die kort na elkaar uitkwa men en ondanks enorme verschillen één ding gemeen hebben: de houding van de mens ten opzichte van een beestachtig geweld. Het Nederlandse boek van die twee is bekroond met de literatuurprijs van de provincie Gelderland. Het is 'n korte roman, een lange novelle: „De man die achterbleef". Het verhaal is geschreven door een journalist, Louis Frequin. Het is een verhaal zonder franje en van heel gewone taal. Misschien is 't alleen maar een verslag, maar dan zeer menselijk en overtuigend. De man die achterbleef werkte in het verzet, werd gearresteerd, kwam in Vught, werd .ter dood veroordeeld en wachtte met vele anderen op de voltrek king van het vonnis. Voor alle anderen kwam dat moment der voltrekking. Voor hem op wonderlijke wijze niet; Maar de dagen, die deze man in de „frigidaire van de dood" door-brengt, wreken zich later. Tien jaar later droomt hij, dat een SD-man hem rekenschap vraagt. Hij heeft zoveel beloofd aan God in zijn cel. Wat is er, nu hij tien jaar vrij is, van terecht gekomen. Die droom wordt een obsessie. De tien jaar vrijheid is geen veiligheid meer, maar een bedreiging. En hij kan zich al leen maar bevrijden door verslag uit te brengen van die periode. Het wordt niet alleen een verslag, maar een verant woording, die aangrijpend is in haar eer lijkheid. Want het verhaal is volkomen oprecht tegenover de mede-gevange nen en tegenover God. Diepste waarheid. Tegen het einde is er een sterke cli max. Het ogenblik voor het sterven is maar heel kort. Van cel tot cel gaan de gebeden, de gesprekken, verhaal van Saulus die een Paulus werd, want één van de jongens kan niet sterven. Hij zegt: „Jullie gaan zingend de dood in. Het lijkt wel of jullie naar een feest gaanen ikik moet kreperen als een hond". En er is het antwoord: „Als wij ster ven, gaan we ook naar een feest, Karei. Teun heeft het straks zo mooi en zo juist gezegd: onze dood is het feest van de Vervulling. Wij, protestanten en katho lieken, geloven in de eeuwigheid". Die zelfde Karei kan later zeggen, dat hij zo gelukkig is „Ik ben er! Ik ben er!' En dat is dan een bekering, waarover geen woord te veel is geschreven en waarin men gelooft. Men kan „De man die achterbleef" niet afdoen met de bewering, dat het „maar" een verzetsverhaal is. Het tast dieper, want het gaat verder dan tot een reeks cellen in Vught. Het reikt tot aan de grootste waarheid en het is waarachtig menselijk. Het is een bijzonder mooie novelle, die door uitgeverij Van Loghum Slaterus te Arnhem zeer verzorgd werd uigegeven. De dood in Boedapest. En toevallig kreeg ook 't tweede boek een prijs. In Frankrijk, omdat het een in het Frans geschreven boek is van een Hongaarse schrijfster, Christine Arnóthy. Het is eveneens een verslag, in dit geval van het leven en sterven van burgers in Boedapest, dat door de Duitsers wordt verdedigd en door de Ruenens wordt aangevallen. „Le grand prix véi'ité" is uitgeloofd voor het boek, dat 't meest waarheidgetrouw was. Men twijfelt er niet aan of de gebeurtenissen in dit boek hebben van a tot z zo plaats gevonden. Ze worden zonder enige opsmuk weer gegeven. Maar wat moest de schrijfster anders: dit alles is te erg om het nog op te sieren. Men kan hoogstens weglaten, niet toevoegen. „Ik ben vijftien jaar en wil niet ster ven" heet het kleine boekje. En in die titel hoort men reeds de kreet van een meisje, dat krampachtig aan het leven vasthoudt. Veel waarden zijn er in haar leven niet meer. Een groep burgers hokt in een kelder. Er is weinig eten en ais de zich opofferende soldaat Pista op een van zijn speurtochten naar voedsel op een landmijn trapt, is er bijna niets meer. Wel zijn er de aanhoudende beschietin gen, de angsten, het sterven, het egoïsme, de gi-uwel van een verwoeste stad, de bevrijding, die een golf van nieuwe el lende brengt. Er zijn tientallen ver schrikkelijke voorvallen, die met maar heel weinig woorden worden weerge geven, maar samen een ontstellend dra ma vormen. Het „bevrijde" Hongarije is niet veilig. Het gezin moet vluchten. Maar de man, die hen over de grens helpt, is een pro fiteur en de kelner in het vrije Wenen, dat dan toch bereikt wordt, is het ook. Het is allemaal wanhopig en het boek eindigt met de klacht: Wat zou 't heerlijk zijn, geboren te worden, echt geboren te worden. Maar in de kelder zijn er ook de woor den van de oude priester, het altaar, de biecht. „Ik wil niet sterven, Eerwaar de. Ik ben nog maar vijftien jaar en ik ben ontzettend bang voor de dood, ik wil nog leven." En de priester zegt: „De dood, die wij zo zeer vrezen, is slechts een bevrijding. Het is 't ogenblik, waar op de ziel de gevangenis van het licha melijk omhulsel ontvlucht, om dan de eeuwigheid in te gaan. En God heeft ons zó lief, mijn kind." En dat is dan de troost in deze zee van ellende, waarover Christine Arnó thy een document schreef, dat veel meer is dan een verhaal alleen. En waarvan de feiten zo dicht achter ons liggen en moeilijk anders en eender herhaald zul len worden. Het boek verscheen bij Ad. Donker te Rotterdam. Critiek en waardering voor mi nister Cals Teveel makelaar, te weinig regent. Ook de Eerste Kamer heeft de begro tingsrace volbracht. Minister Cals had de eer de laatste begroting in de Senaat te mogen verdedigen. Voor de laatste maal dus werd een balans opgemaakt over de afgelopen vierjarige parlemen taire periode, die de bewindsman nog niet zo lang geleden moest ondergaan. Het departement van Onderwijs. Kun sten en Wetenschappen is een van de moeilijke departementen. Het is zeer uit gebreid en voor één minister bijna on mogelijk te beheren. Een tijd lang heeft het er naar uitgezien dat minister Cals de parlementaire reis niet zou halen. Dat is achteraf nog wel meegevallen, maar verstomd is de critiek niet. Zij kwam deze week hoofdzakelijk van de zijde der A.R. en V.V.D.-fracties. Zo klaagde de heer Algra (A.R.) er over, dat de be windsman te weinig doortastend is ge weest. Hij lijkt meer op een makelaar dan op een regent, zo zeide hij. De mi nister wil te graag lijmen en krammen. En het liefst zulk een beleid voeren dat iedereen tevreden is. Maar het is nu een maal onmogelijk iedereen tevreden te stellen. Zo'n beleid heeft tot resultaat, dat eigenlijk iedereen ontevreden is, om dat er gewerkt moet worden met onbe hagelijke compromissen. De minister moet meevechten, aldus de A.R.-senator. Hij moet niet bang zijn om daarbij te vallen. De heer Wendelaar (Lib.) was het daar voor een groot deel mee eens. Stel lig was hij niet onder de indruk van de prestaties van minister Cals. Veel zaken zijn niet afgedaan. Nu geeft de bewindsman graag de Kamer de schuld van de trage gang van zaken, omdat zij zou treuzelen met het indienen van het Voorlopige Verslag. Deze critiek wees de liberale woordvoerder echter van de hand met de opmerking, dat de minister er niet in slaagt een aannemelijke oplos sing voor acute vraagstukken aan de hand te doen. Hoe kan de Tweede Ka mer dan opschieten? De beide sprekers hadden vele punten van critiek. Zij klaag den over het feit dat het omroepbestel nog niet geregeld is, dat een behoorlijke huisvesting van de Wereldomroep nog op zich laat wachten, dat er nog geen be slissing genomen is over de zesjarige HBS, dat er nog wettelijke maatregelen zijn genomen over het voortgezet onder wijs. Zij klaagden ook over de salaris regeling, over het ULO, dat in het slop dreigt te geraken, dat er nog wetsontwer. pen zijn over de televisie en dat de lees bibliotheken nog wachten op een wette lijke regeling. Dat was dus éen lange lijst met klachten. Voor minister Cals ongetwijfeld geen prettige gewaarwording, al is hij langza merhand op het gebied van critiek wel het een en ander gewend. Maar geluk kig voor hem vond hij ook nog mede standers. Natuurlijk in de eerste plaats bij zijn partijgenoten, de K.V.P.-fractie, die de bewindsman enige weken voor de verkiezingen niet in de kou kon laten staan. Een vorig keer had de heer Derk- sen (Kath.) zijn partijgenoot-minister nogal flink aangepakt. Dat was nu heel wat minder, al liet de heer Derksen wel merken, dat het schrijven van nota's over de onderwijsvernieuwing niet veel te be tekenen heeft. Er moeten wetten komen. Belangrijker was het echter voor mi nister Cals dat hem de steun toeviel van de P.v.d.A.. en C.H.U.-fracties. Zo wil de Prof. Schermerhorn (Arb.) de be windsman de lof niet onthouden dat er een vaste lijn in zijn beleid is te ontdek ken. Maar verder hield de socialistische woordvoerder aan minister Cals de spie gel voor. Er werd verteld aan welke ei genschappen de nieuwe minister zou moeten voldoen. Het is catastrofaal, zo zeide de heer Schermerhom, als er weer een minister komt, die gaat studeren. De afgelopen vier jaar is voldoende ge studeerd. Nu moet er een minister ko men, die weet wat hij wiL Die bereid is te staan of te sneven. Die bereid is te werken of te sneven. Er zal de komende parlementaire periode gehandeld moeten worden. Prof. Scher merhorn uitte dus ongeveer dezelfde klacht als de heren Algra en Wende- laar. Echter met dit grote verschil, dat hij niet zeide, dat minister Cals de be reidheid om te werken of te sneven niet bezit. Alleen de spiegel werd voorge houden. En de minister moet nu zelf maar uitmaken of hij aan de gestelde socialistische voorwaarden kan voldoen. Ook geen afbrekende kritiek van Prof. Gerretson. Deze verklaarde namens de CHU-fractie minister Cals geen ideale bewindsman te vinden. Maar ja, zo zei de hij, ideale ministers komen zelden voor. Prof. Gerretson vond het 'n groot voordeel, dat de minister open staat voor kritiek. Op drie belangrijke pun ten had de CHU-fractie echter wel kri tiek op het beleid van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: de reorganisatie van het voortgezet on derwijs laat te lang op zich wachten, de personeelsvoorziening laat te wen sen over en er is nog steeds geen goe de regeling voor de salariëring gevon den. Minister Cals is van deze kritiek waar lijk niet ondersteboven gevallen. Hij is een zeer handig en scherpzinnig debater, hoewel niet altyd zeker van zijn zaak. Maar wat kon hem nu nog gebeuren? Wie stuurt er drie weken voor de ver kiezingen nog een minister in de poli tieke woestijn? Geen mens, die daar over denkt. Op 30 juni a.s. worden de beide Ka mers der Staten-Generaal ontbonden. Tot zolang vergadert de Eerste Kamer door. Op 13 juni zijn de ministers de missionair, maar dat wil niet zeggen, dat er niet verscheidene technische ont werpen kunnen worden afgehandeld, zoals de uitverkopenwet, dé wet op de afbetalingen en zelfs de opheffing van de handelingsonbekwaamheid der ge huwde vrouw. De Eerste Kamer heeft nog een grote achterstand. Eind juli en begin augustus zal zy eveneens nog vergaderen. Volgende week wordt ech ter het belangrijkste wetsontwerp van deze parlementaire periode behandeld: de definitieve ouderdomsvoorziening. Het staat wel vast, dat de Eerste Ka mer dit wetsontwerp zal aanvaarden. Maar de kritiek op de aanpassingsmo gelijkheden van de bestaande pensioe nen is zo mogelijk nog groter dan in de Tweede Kamer. De Senaat kan ech ter een wetsontwerp niet wijzigen. Zij kan slechts goedkeuren of verwerpen. En in die situatie is het niet verwon derlijk, dat zij overgaat tot de goedkeu ring. Daardoor zal er weer een mach tige vleugel aan het sociale huis van Nederland zijn aangebouwd. GEVAARLIJKE BOCHT IN WEG LAREN (G.)—ALMEN. In de weg van Laren (G.) naar Almen, van belang voor het toeristisch- en streekverkeer, ligt direct na de kruising met de spoorbaan Zutphen-Hengelo, een scherpe bocht. Deze wordt door het ver keer uit de richting Laren te laat op gemerkt, omdat de spoorbaan hoger ligt dan de weg. De A.N.W.B. heeft de gemeente Laren dan ook verzocht om een bord „Gevaar lijke bocht" ter waarschuwing van de weggebruikers te plaatsen. Rondom 't Panamakanaal heelt zich al heel wat algespeeid. Allereerst op poliuek terrein, ue Ver. Staten die groot belang hadden bij deze reent- streeicse verDindmg tussen twee ocea nen, waren (zacnt gezegd; wel eniger mate geïnteresseerd bij de verscnil-i lende revoluties en staatsgrepen, die zich hier afspeelden en die tot uiteindelijk gevolg hadden, dat er een zenstancuge republiek Panama ontstond, die 'n bre de landstrook afstond aan Amerika! Maar veel meer opzien dan deze po- litiexe stunts, wekte 't Panama-scnan- daai tegen het einde van de lye eeuw, dat Frankrijks aanzien nog verder deed dalen; tal van kleine en grote kapitaal bezitters naar de ondergang voerde, en de roem en eer, waarmee Ferdinand te Lesseps zich overladen had, besmeurde. De Magiër. Roem en eer waren ruimschoots het deel geworden van Ferdinand de Les seps, nadat zijn groots project, het Suez-kanaal was voltooid. Hij was in de adelstand verheven, het grootkruis van het Legioen van Eer sierde zijn borst, hij was zelfs gekozen in dekring der „onsterfelijken" van de Franse Aca demie En deze ongetwijfeld geniale man zag thans de kans zijn leven te bekronen met een nieuwe, nog groot scheepser onderneming, het graven van een inter-oceanisch kanaal, waarmede staatslieden en ingenieurs zich reeds sinds eeuwen bezig hielden. Met zyn naam dekte hij de manipula ties van de Franse Panamamaatschap pij niet alleen, maar hij sloot de ogen voor de mislukkingen, de misrekenin gen, hij liet toe, dat corruptie en om koperij op ongelooflijke schaal heers ten, hij bleef tot het laatste de Franse beleggers overhalen, hun vertrouwen te stellen in de maatschappij, die reeds op zo wankele basis was opgericht. En zijn naam had een magische klank. De eer ste inschrijving van 300 miljoen francs werd tot het dubbele overtekend! Landengte des doods. Dreigde een catastrofe de Franse be leggers, een reeks van rampen, waar over de omgekochte kranten niets schre ven, had plaats ginds in Panama, waar de leiders van het werk een luxueus leven leidden en goede sier maakten van het geld der maatschappij, terwijl scharen arbeiders omkwamen door gele koorts, lepra en andere ziekten. Al spoedig bleek, dat men de kosten te laag geschat had. Er moest steed méér geld bij, steeds méér mensen moesten worden omgekocht, onder hen zelfs mi nisters, kamerleden en andere leiden de figuren. Een duistere financier, Cor nelius Hertz, speelde hierbij de hoofd rol, vooraanstaande lieden uit de Pa- rijse bankwereld verleenden hand- en spandiensten en streken ongelooflijke commissies op. Geld moest er zijn en steeds méér geld. En De Lesseps, bezeten van zijn plan, weigerend de werkelijkheid te zien, trad steeds wéér voor het voet licht in de glans van zijn vroegere glo rie, bezwoer de mensen vertrouwen te hebben. En telkens wéér kwam er meer geld, waarvan een onevenredig groot deel niet in het Panama-project werd gestoken, maar in de zakken van een klein legertje „tussenpersonen", omge kochte politici en krantenmensen ver dween. De bom barst. Maar eindelijk moest de bom toch barsten. De Franse regering was in een verbitterde politieke strijd gewikkeld met de groep, die zich naar generaal Boulanger de Boulangisten noemde. Hun spreektrompet was de demagoog Paul Déroulède. Het was diens schildknaap Delahaye, die in de volgepakte Kamer de regering de zwaarste verwijten naar het hoofd slingerde. Ook Clemenceau, de man, die later beroemd zou worden in de Dreyfus-affaire en als „De Tij ger" zijn land in de zwaarste crisis zou leiden, werd beschuldigd en daagde zijn aanklager uit tot een duel. De heresn schoten in de lucht, maar daarmee was de zaak niet af. Hoewel de regering al les in het werk stelde om de zaak in de doofpot te duwen, moest het tot 'n gerechtelijk onderzoek komen. De vuile was werd opgehangen en de aanblik was ontstellend. Mensen met klinkende namen bleken corrupt, de kranten had den zich op weergaloze wijze laten stop pen. Er waren kranten speciaal opge richt om ze door de Panama-maat schappij uit te laten kopen! Einde van een onsterfelijke. De meeste politici werden vrijgespro ken. De Lesseps, die op hoge leeftijd deze schande moest meemaken, werd tot geldboete en gevangenisstraf ver oordeeld. Hij, die tot Frankrijks „on sterfelijken" behoorde, moest achter de tralies. Maar reeds had zich een sluier over zijn geest gelegd en hij was zich van dit alles niet meer bewust. Zo bleef hem het gevolg van de schande be spaara Later zagen de Amerikanen kans, voor een appel en een ei de hele Pa nama-zaak over te nemen. Het kostte hun nog vele miljoenen vóór in 1913 het kanaal voor de scheepvaart kon worden geopend en een apart epos vormt de strijd tegen de ziekten, die de arbeiders belaagden. Uw RODE KRUIS biedt- HULP, overal waar hulp nodig is. Barmhartigheid bent geen grenzen. GEEF DAAROM GUL.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1956 | | pagina 3