MISLUKTE CO BOEE Veemarkt Rijssen Paasveeienloonsleiiisig VAN HET BINNENHOF Terug csefaïer het IJzeren Gordijn Voor de MEDEDELINGEN RIJKSLANDBOUW- VOORLICHTINGSDIENST Het is vrijwel zeker, dat er door de vorst in verschillende kuilen de aard appelen bevroren zullen zijn. Zoals be kend gaan die aardappelen bij dooi heel spoedig tot rotting over. Is de partij klein, dan kunnen ze misschien spoedig, na ontdooid te zijn, opgevoerd worden, j In alle andere gevallen moeten de aard- appelen, om de schade te beperken, ge- i conserveerd worden. Dit kan geschieden door de bevroren aardappelen met de i bietenmachine te snijden en ze daarna rauw in te kuilen of ze te stomen. In beide gevallen moet het product zwaar belast worden. Bevroren voederbieten kunnen ook na in de bietenmachine gesneden te zijn, rauw ingekuild worden. Ook hier moet de kuil zwaar met grond belast worden. Om de verliezen tegen te gaan, die ont staan doordat er veel sap uit de bieten wegvloeit, kunnen de gesneden bieten tijdens het kuilen gemengd worden met ongeveer 20 pet. droge pulp. ~k Door het zaaizaad van de zomergra nen straks te ontsmetten met een che misch middel worden verschillende i schimmelziekten voorkomen, doch ook de opkomst verbeterd. Zelfs bij gebruik van gezond zaaizaad kan door het ont smetten de opkomst nog met ongeveer 10 pet. worden verhoogd. De aan het ontsmetten verbonden kos ten zijn naar verhouding zo gering, dat deze geen bezwaar kunnen vormen. Een bevredigd resultaat wordt alleen bereikt als het ontsmetten op de juiste wijze en met de uiterste nauwkeurig heid wordt uitgevoerd. Daarom moet 't poeder en het zaad afgewogen worden. Wanneer men niet de beschikking heeft over een droogontsmettingstrommel, kan 1 de ontsmetting ook plaats vinden in een t goed sluitende oude melkbus. Deze bus wordt gedurende enige minuten gerold L en geschud. Naast bovenstaande droogontsmet- tingsmethode kan er ook gebruik ge- maakt worden van de natontsmettings- methode. Onder het toevoegen van de benodigde ontsmettingsvloeistof wordt het zaad op de vloer of op een zeil zo lang omgeschept tot alle korrels vol doende zijn bevochtigd. Het is gewenst om normaal zaaizaad na het ontsmetten tenminste één dag te laten staan alvorens het wordt uit- j gezaaid. Wees zeer voorzichtig met het voor ■mens en dier giftige ontsmettingsmid del. -k Grondbewerking. De grond is nu nog steenhard van de vorst, toch nadert de tijd van de grond bewerking snel. De voorjaarsgrondbe werking op de zandbedrijven bestaat voor een groot gedeelte uit ploegwerk. De opbrengst van het land wordt voor een groot gedeelte bepaald door de grondbewerking. Dus besteed er de no dige zorg aan, door op de juiste diepte goed kerend en dekkend te ploegen, zo dat er zo weinig mogelijk nawerk met de egge aan is. Leg bij het ploegen het land zo, dat de werktuigen en machi nes voor verpleging en oogst door de ligging van het land geen hinder onder vinden. Vermijdt daarom bij het ploegen de vorming van hoge middenruggen en afhangende voren; deze geven bij de {verdere bewerking moeilijkheden bij verpleging en oogst. DROOGSTRALEKS... VOORTREF FELIJK MAAR OOK GEVAARLIJK. De biggensterfte is in de winter altijd veel groter dan in de zomer, eensdeels verkleumen er veel diertjes, anderdeels komt in de winter meer doorliggen voor, doordat de biggen te na aan de zeug gaan liggen. De invoering van de zogenaamde droogstraallamp heeft reeds vele biggen het leven gered en daarmede voor de boer de inkomsten uit de varkenshou- derij vergroot. Aan deze droogstraallamp kleeft ech ter één groot gevaar: brand. Ga bij ge bruik van een droogstraallamp niet zelf experimenteren met leidingen; gebruikt onbeschadigde snoeren; ga het stro hak- selen opdat geen halm tegen de gloeiende lamp kan komen. Een andere voorzorg is dat men vóór de lamp gaas gaat span- nen. Ten opzichte van brand kan men niet voorzichtig genoeg zijnafgezien van een smartelijke dood van de dieren, zou men 1 zelf een smartelijk financieel verlies lij- 1 den. Men kan in alle kranten lezen dat 1 bouwen duur is. >or Onze kleine gevederde vrienden heb ben nu toch ook met recht een „harde dobber". Laten we ze allen een handje de helpen, zorgen we er voor, dat er vol- doende broodkruimels op veilige en ter toegankelijke plaatsen zyn. z| zullen -n* ons straks dubbel vergoeden door hun gezang en vrolijk gekwetter. Op de maandag j.l. te Rijssen gehou den veemarkt waren aangevoerd 738 stuks vee, runderen 230 en varkens 508. Prijzen: 41 vette koeien, eerste kwa liteit van f2,80 tot f3,-; tweede kwa liteit \>an f2,60 tot f2,80; derde kwali teit van f2,30 tot f2,60 per kg slacht- ge wicht; 78 melk- en kalf koeien van f650,- tot f950,- per stuk; 21 pinken van f420,- tot f515,- per stuk; 15 gras kalveren van f225,- tot f340,- per stuk; 75 nuchtere kalveren van f 36,- tot f 52,- per stuk; 22 drachtige zeugen v. f225,- tot f300,- per stuk; 46 loopvarkens van f60,- tot f80,- per stuk; 440 biggen van f 4,50 tot f 5,50 per week. Wegens de weersomstandigheden was de aanvoer beperkt. Vette koeien en stieren: Aanvoer schaars, de handel had een vlug ver loop met hogere prijzen. Gebruiksvee: Aanbod klein, doch de handel hierin had een redelijk vlug verloop met onveranderde prijzen. Nuchtere kalveren: Aanbod iets gro ter, de handel kalm met iets lagere prij zen. Varkens en biggen: Aanbod abnor maal klein, de handel had een lang zaam tot traag verloop met iets dalen de prijzen. Pinken en kalveren: Aanbod zeer klein, de handel hierin had een kalm verloop met iets vastere prijzen. De jaarlijkse Paasveetentoonstelling te Rijssen, die gehouden wordt op maan dag 12 maart a.s., tijdens de veertien daagse veemarkt, heeft een belangrijke uitbreiding ondergaan. Naast de bestaande nationale ten toonstelling, met inzenders uit geheel Nederland, komt er nu ook een streekien- toonstelling voor inzenders uit Twente en gedeeltelijk Salïand. De bedoeling hiervan is om ook de inzenders uit deze gebieden te anime ren, om zodoende het mesten in deze streken te bevorderen. De kampioensprijs voor het beste Paasbeest van de nationale tentoonstel ling wordt beloond met een prijs van f 100,-, alsmede een fraaie beker. De kampioen van de streektentoonstelling ontvangt een bedrag van f 50,- plus een beker. Ook voor de collectie inzendingen, drie stuks van één eigenaar, zijn prach tige prijzen beschikbaar gesteld. Het totaal aan geldprijzen bedraagt ruim f750,-. De nationale tentoonstelling zal drie rubrieken omvatten, namelijk vette vaarzen en schotten, vette ossen en vet te koeien. De streektentoonstelling om vat vier rubrieken, te weten: vette kal veren, vette vaarzen en schotten, vette ossen en vette koeien. Indonesië verliest internationaal prestige. Minister Cals onder vindt weer kritiek. Dagenlang is de Tweede Kamer be zig geweest aan de behandeling van de begroting van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. Als de bewindsman van dit departe ment wordt gevraagd voor de Kamer te verschijnen, dan doet hij het beste om voor zes dagen alle afspraken uit zijn zakboekje te schrappen. Zelfs de bewindsman moest toegeven, dat er in deze parlementaire periode weinig wetgevende arbeid is verricht. Maar, zo zeide hy, men moet de moeilijkheden, waarmede dit departement te worstelen heeft, niet onderschatten. De overheid moet een goed apparaat hebben. De minister heeft alle hoop, dat het departement door de reorganisatie goed gaat wer ken. De Kamer kreeg echter ook een portie van de schuld op zich. Minister Cals klaagde over de „blijkbaar onuit roeibare serie vraagstukken, die met niet aflatende hardnekkigheid aan de orde worden gesteld, zonder dat daar over waarlijk iets nieuws is gezegd". „Welk een nutteloze vermoeiing des geesten", zo riep mr. Cals uit. Zoals elk jaar was het onderwijzerstekort thans ook weer het belangrijkste punt in dit debat. Vooral de heer Van Sleen (arb.) uitte veel kritiek. Minister Cals was echter meer verwonderd over het feit, dat ons volk na de oorlog, terwijl de bevolking zo geweldig is toegeno men, er in geslaagd is de leerlingen- schaal te verbeteren. Het is nu weer zo, dat elke klas les krijgt van een be voegde onderwyzer. Bij het voortgezet onderwijs is er een veel groter aantal leerlingen, dat dit onderwijs volgt dan vóór de oorlog. In 1938 ging 45 pet. van de leerlingen, die lager of voortgezet lager onderwijs genoten, naar het ULO en het VHMO. In 1954 was dit percen tage 77. Ook de animo voor het beroep van onderwyzer en leraar is niet ach teruitgelopen, vergeleken met vóór de oorlog. In 1939 waren er per 10.000 mensen van 20 tot 65 jaar tachtig on derwijzers of leraren. In 1954 was dit aantal gestegen tot 91. Het tekort aan geschoolde leraren doet zich overigens op allerlei terrein voelen. Wat de salariëring betreft, deelde minister Cals mede, dat de regering heeft besloten enige hoofd ambtenaren van departementen op dracht te geven na te gaan met welke ambtelijke functies die van onderwijzer vergeleken kan worden. Opheffing Unie. Hoe belangrijk deze begroting ook moge zijn, het is voor een ieder dui delijk, dat er een paar maanden vóór de verkiezingen geen grote daden meer kunnen worden verwacht. Noch van de minister, noch van de Kamer. On danks alle kritiek op het beleid van minister Cals verliep deze begrotings behandeling dus uiteindelijk naar wens. Het was ongetwijfeld goed gezien van de regering om in de Tweede Kamer onmiddellijk te reagering op het be sluit van het Indonesische kabinet om na de mislukking van de conferentie in Genève het Uniestatuut eenzijdig op te heffen. Zoals bekend, is tijdens de Ronde Tafel Conferentie van 1949 af gesproken, dat Nederland en Indonesië samen een Unie zouden vormen met aan het hoofd Koningin Juliana. Indo nesië heeft dit eigenlijk altijd gezien als een inbreuk op zijn souvereiniteit. Nu heeft men de grote stap gewaagd. Daarbij moet worden opgemerkt, dat Nederland tijdens de conferentie van 1954 en nu weer in Genève zich be reid verklaard heeft de Unie op te heffen, omdat zij in de praktijk toch niet bleek te werken. Eén ding staat vast: deze eenzijdige opheffing doet voorlopig af breuk aan de internationale positie van Indonesië. Evenzeer het feit, dat dit land in Genève geen sluitende ge schillenregeling heeft willen aanvaar den. De arbitrageclausule, die door Ne derland was voorgesteld, was niets bi- zonders. Wij hebben zulke bepalingen in overeenkomsten met een tiental an dere landen in Europa en Azië. Op het moment, dat wij dit schrij ven, is Indonesië van plan alleen maai de politieke Unie op te zeggen. Het ligt voor de hand, dat het Nederland t.z.t. zal uitnodigen om te praten over de gevolgen daarvan. Want in het Unie statuut liggen ook de financiële en eco nomische overeenkomsten verankerd. Het is duidelijk, dat het tornen aan de ze overeenkomsten nog 'n groter weer slag zal ondervinden in de westerse wereld dan de eenzijdige opheffing van de politieke Unie. Indonesië is een ka pitaal-arm land. Het heeft dollars en ponden sterling nodig. Maar noch de Verenigde Staten, noch het Britse Ge menebest zullen bereid zijn grote kapitalen in dit land te investeren als het op eigen houtje overeenkomsten opzegt. Er zijn dus voldoende remmen aanwe zig om de opheffing van de Unie niet al te dramatisch te nemen. Maar dit alles neemt niet weg, dat deze laatste daad van Indonesië de betrekkingen tussen de beide landen niet zal heb ben verbeterd. Ons kabinet staat de laatste maanden wel voor hete vuren. Niet alleen de Indonesische kwestie zal met tact moe ten worden behandeld, ook het loon- beleid zal veel energie vergen. Het zal zaak zijn de breuk in de Stichting van de Arbeid te helen. De samenwerking tussen de werkgevers- en werknemersorganisa ties is na de bevrijding dermate heil zaam geweest, dat geen moeite ge spaard mag worden om deze organisa ties bij elkaar te brengen. Het ontmoe tingspunt, dat nu nog bestaat, de So ciaal Economische Raad, is niet vol doende. Tweeduizend vluchtelingen per maand trekken zich teleurgesteld terug achter het IJzer.en Gordijn. Achter de Brandenburger Tor in Ber lijn strekt zich oostwaarts tot aan de Chinese kust een machtig gebied uit, waarin het communisme 800 miljoen mensen, een derde deel der mensheid, omvat houdt. Wie de kaart van Europa en Azië voor zich neemt, ziet meteen, dat West-Europa als een dunne schil langs het gigantische communistische gebied loopt. Een dag in een auto vanaf Almelo, luttele uren vliegen vanaf de vliegbasis Twente en we zijn aan de linie Oder-Neisse, waar de communistische wereld begint. Enkelen ontvluchten dit enorme gebied. 20.000 mensen steken per maand de grens over tussen Oost- en West-Duitsland. Een 2000 van hen keren later terug. Het is voor de westerse we reld belangrijker te weten, waarom die 2000 terugkeren, dan waarom de 20.000 ontvluchten. Het antwoord is niet zo heel moeilijk te vinden voor wie het werkelijk wil weten. Onlangs lazen wij het tweede boek van de uit Rusland ontsnapte schrijfster Tanya Matthews, dat wij u van harte aanbevelen. Het eerste boek heet: „Ik was een Russisch meisje", dit nieuwe boek heeft als titel: „Het Russische meisje in het Westen". Het is een uitgave van Het Wereldvenster in Baarn, dra. M. G. Schenk heeft het vertaald. In dit boek vindt men al het antwoord van de 2000, zij het, dat men het moet schiften uit de vele vrouwelijke babbeltjes over feestjes en uitjes en ontmoetingen met hoge pieten, die voor Tanya beslist inte ressanter zijn geweest dan voor haal lezers. Vervolgens lazen we een artikel van de Amerikaanse journaliste Dorothy Thompson, vóór Hitler's tijd correspon dente in Berlijn, die nu in de gedeelde stad is terug geweest en zich ook voor de vraag gesteld zag: Waarom gaan de 2000 terug? Zij probeert voor zichzelf een antwoord te vinden. Ten slotte is het antwoord alle dagen De mislukking der Nederlands-Indo nesische conferentie heeft de gevaarlijke verhouding tussen de beide landen in een nieuw stadium gebracht en tot een eenzijdige opzegging van de Unie ge leid. De conferentie is afgesprongen op een tegenstelling tussen de twee delegaties omtrent de geschillenregeling. In die ge schillenregeling was voorzien bij de overdracht van de soevereiniteit in 1949. De beslissende instantie zou zijn het Uniehof. Grote Nederlandse belangen waren in die aanvankelijke regeling ge waarborgd. Het had er de schijn van, als wilden de Indonesiërs de positie van Ne derland ten aanzien van de geschillen regeling verzwakken. Het ligt in de rede, dat de Neder landse afvaardiging voor de Nederland se belangen op de bres zou staan en men was al een eind op weg naar overeen stemming, toen de beide delegaties het goed vonden, dat het beginsel van het Uniehof zou voortduren voor de na de overdracht van de soevereiniteit ont staande Nederlandse belangen. Er zou voorlopig een paritaire commissie ad hoe worden ingesteld, totdat een definitief arbitrage-verdrag met Indonesië zou zijn gesloten, waarbij zelfs over de datum van het tot standkomen van een derge lijk verdrag gesproken werd. Maar daar iegt de Indonesische delegatie een tekst op tafel, die juridisch geen houvast gaf en zo onduidelijk was, dat hij onmiduel- lijk tot misverstanden zou leiden. De Nederlandse afvaardiging heeft ge daan wat zij kon om de conferentie te redden. Zij is zeer rekkelijk geweest en minister Luns is zelfs in een telegram- menwisseling met de Indonesische mi nister Anak Agoeng getreden, om het fiasco der samenkomst af te wenden. De Indonesiërs werpen thans - de schuld van de mislukking op Nederland. Minister Agoeng verklaarde dat de con ferentie is gestrand omdat de Neder landse delegatie niet bereid zou zijn ge weest op de Indonesische voorstellen en tegenvoorstellen betreffende een voor lopige regeling der geschillen-kwestie in te gaan. Nee, zij is gestrand op een tekst van de Indonesiërs, die onduidelijk was en daardoor onaanvaardbaar. De Indonesische minister heeft er ook van gewaagd, dat de Nederlandse hou ding in strijd zou zijn met de aanbeve ling der Verenigde Naties. Indien er ver band zou bestaan tussen die aanbeveling en het thans beëindigde contact tussen de beide landen, dan zou toch de be schuldiging onjuist zijn. Want een po ging om tot overeenstemming te komen, hetgeen in de bedoeling der aanbeveling lag en waartoe Nederland ernstig heeft medegewerkt, is iets anders dan het bui gen van Nederland voor eenzijdige In donesische verlangens. Er rijzen enige vragen. Waarom heeft de Nederlandse regering schielijk toege stemd in het beëindigen van het Unie statuut en daardoor de huidige verwik kelingen ontketend? De Unie vertegen woordigt thans nog geldend recht, om dat de opzegging nog niet is geratifi ceerd, dat wil zeggen door de beide par lementen goedgekeurd. Wat gaat er ge beuren, indien het Nederlandse parle ment de ratificatie weigert? Wij ver wachten oppositie. Waarom heeft de Nederlandse regering het risico aanvaard van een bespreking met een voorlopig Indonesisch bewind, dat misschien Nederland gunstiger ge zind was dan zijn voorganger, maar dat zo wankel staat, dat wij er weinig hou vast aan hebben? Hoe is het mogelijk, dat thans de lei der der Indonesische delegatie ver klaart: „het ontbreken van overeen stemming omtrent Nieuw-Guinea zal een blijvend beletsel vormen voor de algehele verbetering van de betrekkin gen tussen beide landen". Wanneer wij die uitlating vertalen, dan betekent zij: „alleen als ge ons Nieuw-Guinea af staat, kunnen wij tot normale verhou dingen komen". Discussie over Nieuw-Guinea was in beginsel uitgesloten vóór dat de bespre kingen begonnen. Er wordt door ueze uitlating van een hooggeplaatst Indo nesische functionaris de schijn gewekt, dat men tóch eigenlijk de kwestie Nw.- Guinea aan de orde wilde stellen. En tegelijkertijd is men aan de Nederland se grief, de regeling van het vraagstuk der arrestanten, op onvoldoende manier tegemoet gekomen en weigerde de In donesische regering de zo noodzakelijke Nederlandse rechtsbijstand te verlenen aan hen, die gevangen zijn in een pro ces. Het is niet juist, dat Nederland de deur heeft gesloten voor latere onder handeling. Gegeven de welwillende houding, waarmee ons land tot dusver aan Indonesië tegemoet trad en de hof felijke gezindheid, die nog steeds aan wezig is, bestaat er geen reden voor deze uitspraak. De Indonesiërs huldigen nog steeds in beginsel het democratische principe. Dat principe houdt in, dat de tussen mo gendheden bestaande problemen worden opgelost door óverleg, door een over brugging der standpunten tussen twee partijen. Maar hetgeen wij thans aan schouwen lijkt op het doorzetten, door dik en dun van de eenzijdige eisen van een der deelgenoten, waarbij de onder handeling slechts waarde heeft van or namentiek. Indien de Indonesiërs zeggen, dat zij de betrekkingen willen verbeteren, wij willen dat ook. Want de Indonesische worm knaagt aan ons. Maar dan moeten zij, na een tegenslag, niet terstond gaan dreigen met représailles, hetgeen zij thans doen en dan moeten zij geen conferenties laten mislukken door vage formuleringen. in de kranten te vinden, de westerse kranten, welks inhoud door de nieuwe vluchtelingen uit Rusland wordt ver slonden, begerig als ze zijn daarin de be vestiging te vinden van hun dromen over de vrije wereld. Waarom terug? Onder de 20.000 die de vrije wereld kiezen, zijn veel jonge mensen, en de 2000 die terugkeren, zijn meest van deze jeugdigen. Wat hebben die 2000 in de vrije wereld gezocht en niet gevonden, zodat ze te leurgesteld op hun voetstappen terug gekeerd zijn? Vanzelfsprekend bevinden zich onder die 2000 vele avonturiers, ontevredenen, die het nergens kunnen vinden, „goud zoekers", die meenden in het Westen zonder werken te kunnen eten. Trek hen eraf, en men houdt een flink aantal over, dat met oprecht verlangen naar de vrije wereld is gekomen. Zij zijn het, die in jeugdig idealisme, hetgeen het goed recht is van iedere jongere, naar het Westen zijn gevlucht om de vrijheid te zoeken, een vrijheid, die in hun dromen misschien niet eens tot het uiterste door gedacht, dieper en volslagener zou zijn, dan de werkelijkheid achteraf bleek. In plaats van het communisme vonden ze een ander materialisme, een bedacht zijn op eigen belang. Vele landen, ver nemen ze, willen hen niet opnemen, wanneer ze lid zijn geweest van de com munistische partij of van de liga van jonge communisten. De ontvangst is meteen al verkillend. Dikwijls werden ze verhoord door Russen, die al dei tig jaar uit Rusland vandaan zijn en geen notie hebben van de toestanden in het tegenwoordige Rusland, die geen begrip tonen, evenmin als de westerse autori teiten, die belast zijn met het ontvangen van de vluchtelingen uit communistische landen. Tanya Matthews heeft als journaliste jonge vluchtelingen uit het rode leger geïnterviewd. Zelden klaagden zij over de slechte huisvesting of gebrek aan werk, vrijwel steeds klaagden ze over onbegrip. Tanya Matthews heeft zelf geleden onder dat onbegrip. Vrijwel alle westerse geallieerde militairen, die ze tijdens de oorlog trof in Egypte en in Frankrijk, maakten haar complimenten over Rusland, dat toen bondgenoot was. Haar antwoord was: Wie zijn die men sen in het Kremlin, dat zij miljoenen mensen kunnen voorschrijven, wat ze moeten lezen, denken en geloven? En 't enige waaraan u hier denkt zijn de „fan tastische prestaties". Bacil van het Kremlin. Als ze ziet, hoe de jonge vluchtelingen reageren op de immigratiepolitiek van de vrije landen ten aanzien van uit Rus land gevluchten, pleit ze: „Deze jonge mensen worden lid omdat het moeilijk anders kan, niet uit een of andere over tuiging". Zelf wordt ze voortdurend ge handicapt door Amerikanen, die haar bespionneren, omdat ze niet willen ge loven, dat een Russische geen spionne is. „Een bacil van 't Kremlin?" vraagt ze bitter. Een van de vluchtelingen zegt hoopvol: „De Engelsen en Amerikanen zullen nu toch wel weten, dat 't Krem lin niet hetzelfde is als het Russische volk?" Ook in het Westen bemerkt Tanya achterdocht, geheime politie, argwaan. Ze ziet en vergelijkt. Toen ze nog in Rusland vastzat, hoop te ze eens in Amerika te zullen komen. Het land van belofte. Ze kreeg na maan denlang op de tocht gehouden te zijn, nu niet door het Kremlin, maar door de Amerikaanse ambassade, geen visum, niet alleen om haar eigen afkomst, maar omdat men had uitgevist, dat haar man, een Britse journalist, toen hij vijftien jaar was, in jeugdige overmoed, een poosje anarchistische neigingen had ver toond. De vluchtelingen, de mensen achter het IJzeren Gordijn en wij, kunnen al jaren in de kranten lezen over de com munistenjacht in Amerika, die de vorm van een heksenjacht vertoont. Die jacht is nu al acht jaar open. Het Mccarthy- isme is nog allerminst uitgestorven. Onlangs moesten allerlei medewerkers van de New York Times het ontgelden, die vijf en twintig jaar geleden de meesten óók in jeugdige overmoed en zucht naar sensatie het communisme hebben gezocht en bij het volwassen worden prompt brave democraten wer den. Maar het kwaad van de jeugd blijft niet ongestraft. Zelfs de New York Times heeft in zoverre gezwicht voor de druk van de anti-communistenrel, dat ze verschillende vooraanstaande mede werkers nu, na vijf-en-twintig jaar nog, in een onopvallend hoekje van 't grote krantenpaleis heeft gedrukt. Wie kiest gij? Zoiets ontgaat misschien menige rus tige burger van het Westen, maar zeker niet de jonge vluchtelingen, die met een kritisch oog bekijken, wat wij in het Westen doen. Want de vluchtelingen en de miljoenen achter het IJzeren Gordijn boren niet in de eerste plaats naar wat wij in het Westen zeggen, ze kijken naar wat we doen. Ze merken dan o.a. op, hoe de negers in Amerika en de naturellen in Zuid- Afrika worden behandeld, hoe hoog de misdadigheid is onder de jeugd in Ame rika. Is het onredelijk, dat de uitwassen het eerst in het oog vallen? Dat men in de communistische landen eerst wel eens wil weten hoe onze keus tussen God en Mammon is uitgevallen?

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1956 | | pagina 3