Maak ook een ander gelukkig VAN HET BINNENHOF BOEI BUITENLANDS WEEKOVERZICHT Met Kerstmis denken "we aan licht jes, hulst en sparregroen. De winkel straten zijn dan' zo gezellig door de etalages. Er is zoiets feestelijks - ook bij ons van binnen. Want niettegen staande alle narigheid om en wellicht ook in ons, lijkt het alsof er met Kerst mis iets van al dat licht buiten in ons teruggekaatst wordt. Vrede op aarde - in de mensen een welbehagen - Helaas is dit voor ve len nog steeds een wens, inplaats van een waarheid. Maar als we dit jaar nu eens pro beerden iets van deze wens te ver vullen - heel gewoontjes op onze ma nier? - Een lichtje aansteken in het hart van een ander, die we niet of nauwelijks kennen - Ik denk hierbij aan kinderen in weeshuizen en opvoe dingsgestichten. Ze hebben geen ou ders meer of ouders, die zelf geeste lijk of materieel geholpen moeten worden. Wat missen die kinderen veel vergeleken bij onze eigen kinderen! De normale ouderliefde en ouderzorg, De huiselijke sfeer. Vorig jaar met Kerstmis ben ik dat eigenlijk pas goed te weten gekomen door een vriendin. Ze vroeg mij of ik ook niet eens een kind, dat ik niet kende, blij wilde maken. Ik geloof, dat ik nogal verbaasd keek. Thuis ge komen schreef ik echter een briefje naar de stichting, die ze mij had opge geven. Ui kreeg prompt antwoord met de naam en enkele bijzonderheden van een jongen van twaalf jaar. Zijn moe der had hij al vroeg verloren. Zijn. vader was zeeman. Die trok zich bar weinig van zijn zoon aan. Maar Kees, zoals deze halfwees heette, pastegoed op en deed zijn best. Waar ik hem een genoegen mee kon doen? Al met heel weinig. Een eigen stuk toiletzeep of een tube tandpasta. Deze elementaire dingen, dacht ik - kan het bestaan dat je die niet hebt! En dan wat snoep of iets voor zijn liefhebberij: tekenen of kleuren. Toen ik het pakje naar het postkantoor bracht, zag ik m gedachten zijn (mij onbekend) gezicht. De verrassing, de blijde verwonde ring: er heeft iemand aan mij gedacht, ik krijg zo maar iets. Later kwam zijn bedankbrief in enorme hanepoten, die mij dit alles bevestigde. Maar er zijn ook oudere mensen, die blij te maken zijn. - Ja, hoeve- len zijn er niet, die bbjgemaakt moe ten worden? Daar is bijvoorbeeld die oude juffrouw aan de overkant. Vroe ger gaf ze pianolessen, maar ze is doof geworden.- Nu leeft ze stillekens met een poes op een zolderkamer. Door haar familie wordt ze niet hele maal voor vol aangezien. Zij hebben het goed en gaan regelmatig bij el kaar op bezoek. Een enkele keer mag „tante Wijntje" ook eens op bezoek komen. Ik heb gedacht, dat ik een zakdoekje voor haar ga kopen met een kantje of fleurig borduurseltjie. Misschien ook wel een staafje banket daar doe ik dan een takje dennegroen by. Dan is er nog die man in het rust huis. Hij kent mij niet eens, maar van het hoofd weet ik, dat hij erg een zaam is. Zijn zoon woont in Canada en zijn dochter komt haast niet meer - ze heeft het zo druk met haar ge zin. Zo zijn er zo velen, vlak naast ons, tegenover ons, waar we iedere dag aan voorbij gaan, of die we misschien nooit tegenkwamen. Met een kleinig heid, het gebaar alleen al, dat we er mee maken, kunnen deze eenzamen en wij zelf iets deelachtig worden van dat mooie uit het Kerstlied: „Vrede op aarde - in mensen een welbeha gen". J. H. „IN DIENST DER KERK" In 1956 landelijke algemene ver gadering van de Hervormde Man- nenorganisatie „In Dienst der Kerk" in Kampen. Kerkelijke problemen uit de na-oorlogse ja ren tot onderwerp. De Hervormde Mannenorganisatie „In Dienst der Kerk" heeft voor 1956 Kam pen uitgekozen voor het houden van de jaarlijkse algemene vergadering. Voorbereidende besprekingen hebben reeds plaats gehad met de gedelegeer de van de Synode der Hervormde Kerk voor 't Mannenwerk, Ds. M. M. de Jong uit Hengelo en de 2e voorzitter der or ganisatie, de heer Lebbink uit Amster dam. Laatstgenoemde heeft in een ver gadering van de Centrale kerkeraad van Kampen de plannen van het Mo- deramen der organisatie uiteengezet. De vergadering zal worden gehou den op 20 en 21 Maart. Een uitgebreid programma van diverse bijeenkomsten zal worden afgewerkt, waarbij de toe spraken en discussies zich zullen be wegen rondom het leven der Hervorm de kerk in de tegenwoordige tijd, zoals dat zich na de laatste wereldoorlog ont wikkeld heeft. Op de middag van de 20e Maart is de huishoudelijke vergadering vastge steld. In deze vergadering, die onder leiding zal staan van Ds. M. A. Krop uit Groningen, voorzitter der organi satie, zal de aandacht gevraagd wor den voor de interne aangelegenheden van de organisatie, 's Avonds zal in 'n begroetingssamenkomst het woord wor den gevoerd door Ds. Ewoldt uit Kam pen en de heer Lebbink. Medewerking wordt verleend door het Hervormd Jeugdkoor uit Kampen en de bekende declamator Jan Oosterwelder uit Am sterdam. De volgende dag, 21 Maart, de eigen lijke toogdag, zal waarschijnlijk door de praeses van de Synode der Ned. Herv. Kerk een inleiding worden gehouden over de vraag: „Gaat het met de Her vormde Kerk de goede kant uit?" Het is de bedoeling, dat in dit refe raat een samenvattende en toelichtende beschouwing zal worden gegeven over het leven en werken der Hervormde Kerk in haar vooral sinds 1945 zo in grijpend veranderde gestalte. Óver dit onderwerp en alles wat er mee samenhangt zal in verschillende secties, waarin de vergadering wordt verdeeld, worden nagedacht en gespro ken, teneinde conklusies te kunnen trek ken. 's Middags zal de officiële ontvangst door het college van Burgemeester en Wethouders plaats hebben, waarna de nog resterende vragen en problemen in behandeling worden genomen, samen gesteld uit vooraanstaande personen der kerk. In de Broederkerk zal de dag beslo ten worden met een woord voor hoofd en hart. De plannen verkeren op dit moment nog in een stadium van voorbereiding. Met name de afdeling Kampen en het moderamen van de organisatie zullen nog heel wat werk moeten verzetten om in samenwerking met de Centrale Kerkeraad van Kampen deze vergade ring tot in de finesses voor te bereiden. Deze toogdag zal ongetwijfeld niet alleen bij de leden van de organisatie, maar ook bij de leden der kerk de volle belangstelling hebben, zodat verwacht mag worden, dat Kampen vele gasten zal moeten herbergen. Deze ontmoeting op grote schaal kan met name door de nawerking ervan en de reacties erop van het hoogste be lang worden, niet alleen voor de or ganisatie, maar ook voor de kerk in haar geheeL DE NIEUWE LOONVORMING (I). Meer vrijheid voor het bedrijfsle ven. De regering is in principe bereid de bedrijfstakgewijze loonvorming in te voeren, zo heeft mi nister Suurhoff onlangs in zijn Memo rie van Antwoord op de begroting van Sociale Zaken medegedeeld. Dit betekent, dat de lonen m de toe komst niet meer in elke bedrijfstak ge lijk zullen zijn. Het bedrijfsleven krijgt zijn vrijheid terug. En daarvoor valt in deze tijd van hoogconjunctuur iets te zeggen, al is oppassen geboden. Nu is het duidelijk, dat we niet meer terug mogen keren naar 't vooroorlogse sys teem, waarin de lonen geheel vrij wa ren. "Dit had tot gevolg, dat de land-, arbeiders ten opzichte van de arbeiders in de industriële bedrijfstakken veel te weinig verdienden. De lonen in de ver schillende bedrijfstakken zullen geco ördineerd moeten worden, zó, dat de verschillen tussen de verschillende be drijfstakken niet al te groot worden. Hoewel de overheid het laatste woord in de loonpolitiek blijft spreken (zij draagt de verantwoordelijkheid tegen over het Parlement) krijgt het bedrijfs leven in deze differentiatie en coördi natie een belangrijke taak. Er zal n.l. een Loonraad worden ingesteld, die zich hiermee gaat bezig houden. Deze loonraad zal waar schijnlijk wel een commissie uit de So ciaal Economische Raad zijn. De in stelling van deze raad zullen we deze parlementaire periode niet meer bele ven. Want in dezelfde Memorie v. Ant woord heeft de bewindsman van So ciale Zaken gezegd, dat dit geen een voudige zaak is. Daarvoor is een wet telijke regeling nodig, die veel tijd in beslag zal nemen. De moeilijkheid is, dat een aantal spelregels voor de co ördinatie en de differentiatie moet wor den opgesteld. Er moeten concrete richt lijnen komen, waartussen de partyen zich kunnen bewegen. Voor het opstel len van de spelregels is waarschijnlijk een advies van de Stichting van de Ar beid noodzakelijk. Maar voordat die Loonraad er is, zal de regering aan het College van Rijks- bemiddelaars (dat dus op 't punt staat te verdwijnen) aan wijzigingen geven, waardoor de bedrijfstaksgewijze loon vorming toch kan worden ingevoerd. De volledige verantwoordelijkheid voor de loonpolitiek zal dus de eerste tyd niet uitsluitend bij het bedrijfsleven liggen, want het College van Rijksbemiddelaars speelt nog een grote rol. Het belangrijkste is echter, dat de tijd van de geleide loonpolitiek voorby is. De geleide loonpolitiek is ongetwij- feld een goed ding geweest. Zy was 'n kind van de nood, dus geen socialisti sche politiek. Want toen het er om ging de armoede te verdelen, was het nood zakelijk dit zo eerlijk mogelijk te doen. De geleide loonpolitiek had dit grote voordeel, dat het totale loonniveau in ons land in de hand werd gehouden. De lonen konden niet omhoog schieten. Dit betekende, dat de prijzen laag ge houden konden worden, hetgeen voor een exporterend land als het onze een eerste vereiste was om er weer boven op te komen. De oude loonpolitiek heeft zichzelf langzamerhand overwonnen. In steeds meer bedrijfstakken werden er zwarte lonen gegeven, waardoor de loonbeheersing eigenhjk alleen nog maar op papier bestond. Nu er 'n tekort aan arbeiders is, is zo'n ontwikkeling ook niet te voorkomen. Dan bieden de on dernemingen in verschillende bedrijfs takken tegen elkaar op. Moeten we daarom juichen over de nieuwe loonpolitiek? Het teruggeven van de vrijheid aan het bedrijfsleven is een zeer belangrijke aangelegenheid. Maar daarom is er nog geen reden om aan te nemen, dat dit nieuwe systeem geen enkele moeilijkheid te overwin nen zal hebben. Het zal moeiiyk zijn de sleutel voor een goede differentiatie en co ördinatie te vinden. Toch is het goed, dat de stap is gewaagd. Een ding is echter noodzakelijk: het georganiseerd bedrijfsleven zal zichzelf een grote dis cipline moeten opleggen. Veronderstel, dat er in de metaalindustrie een loons verhoging van 10 pet. kan worden ge geven, terwyi er voor de landarbeiders niets af kan. Dan ontstaat er niet al leen maar ontevredenheid in de ach tergebleven bedrijfstakken, maar ook de toekomstige werkgelegenheid kan in gevaar worden gebracht. Een te hoog opschroeven van de lonen heeft n.l. ge volgen voor een tijd van depressie. Dan verdwynen geheel of gedeeltelijk de winsten, maar loonsverlaging zal niet eenvoudig zijn. zy is psychologisch al tijd moeilijk uitvoerbaar. Dan zitten we in de metaal met lage winsten en hoge lonen. Werkloosheid kan daarvan slechts het gevolg zijn. Daarom is het beter, dat er wij noemen maar voorbeelden in de metaal niet meer dan 7 petjoons- verhoging wordt gegeven. De ruimte, die er nog eventueel overblijft, kan be ter worden besteed aan prijsverlaging. Daar profiteert byna iedere burger van. Wat gaat er gebeuren in de landbouw en in de andere bedrijfstakken, die mo menteel wat achter blijven? Zonder twyfel komen er ook daar loonsverho gingen, al zullen zy geringer zijn dan b.v. in de metaal. Die kleinere loons verhogingen kunnen echter prijsstijging ten gevolge hebben. Dat moeten we maar op de koop toenemen. Want de loonsverhogingen zullen ongetwijfeld groter zijn dan de prysstijgingen. Wordt de prijspolitiek van minister Zijlstra dan niet in gevaar gebracht? Het valt niet te ontkennen, dat er een soort al gemene loonsverhoging in '56 op komst is. Toch is er een verschil met de loons verhogingen in de geleide loonpolitiek. In de eerste plaats zijn we verlost van de magische verhoging van 5 pet. De metaalarbeider kan 7 pet. krijgen; de landarbeider b.v. 3 pet. Maar die land arbeider heeft aan deze drie procent meer dan aan een algemene loonsver hoging van 5 procent. Zulke algemene loonsverhogingen hebben altijd tot prijsstijging geleid. Dat heeft de ervaring bewezen. Op enkele achtergebleven bedrijstak- ken na moeten de loonsverhogingen nu uit de winst of uit een hogere produc tiviteit komen. De lonen gaan dus in het algemeen omhoog, zonder dat de prijzen stygen. En als de landarbeider nu 3 pet. krijgt, terwijl tevens enkele landbouwproducten in prijs zullen moe ten stijgen, dan is toch niet te verwach ten, dat die prijsstijging even groot zal zijn als de loonsverhoging, n.l. 3 pet. Een ander voordeel is, dat de lonen in de verschillende bedrijfstakken niet ge lijktijdig omhoog zullen gaan. Minister Zijlstra heeft dus de gelegenheid het eventuele prijsverloop zorgvuldig te be studeren. Voor de Melkgarantieprijs 1955-1956. Het voorstel van het Landbouw schap. Het Landbouwschap heeft aan de Minister van Landbouw de volgende voorstellen gedaan met betrekking tot de garantie voor de melkprijs voor de periode November 1955—November '56: a. een algemene garantieprijs van 22,7 cent per kg melk met een vetgehal te van 3,7 pet; b. voor de zandgebieden daarenboven een toeslag tot de gemiddelde kost prijs van deze gebieden, welke be draagt 24,9 cent; c. een zelfde toeslag voor die gebie den, die in soortgelyke ongunstige omstandigheden verkeren als de zandgebieden en voorts een gedeel telijke toeslag voor overgangsgebie den. HET SYSTEEM. Het Landbouwschap huldigt nog steeds het principe van een algemene garan tieprijs voor alle melk, welke zou moe ten worden vastgesteld op basis van de landelijke gemiddelde kostprijs. In ver band met de grote kostprijsverschillen tussen de verschillende gebieden is het echter ook dit jaar niet mogelijk zulk een algemene garantieprijs voor te stel len. Het vraagstuk van de kostprysver- schillen en van de landbouwpolitiek is nog in studie. De gemengde commissie van het Ministerie van Landbouw' het Landbouw-Economisch Instituut en het Landbouwschap, welke de oorzaken der kostprysverschillen nagaat, is nog niet tot een definitieve conclusie gekomen. De studiecommissie Landbouwpolitiek van 't Landbouwschap is eveneens nog niet met haar rapport gereed. Zolang het werk van deze beide commissies niet kan worden gebruikt als grondslag voor een meer duurzaam beleid ten aanzien van de melkprijs, meent het Landbouwschap, dat voor de garantie van de melkprijs als praktische moge lijkheid slechts overblijft het thans be staande systeem nog een jaar door te laten gaan. DE HOOGTE DER GARANTIE By het vaststellen van de hoogte van de garantieprys baseert het Landbouw schap zich op de kostprijsberekeningen van het L.E.I., welke uitvoerig gedocu menteerde gegevens bevatten nopens de kostprijs van de melk op de weide- bedryven en op de gemengde bedry- ven. Zoals bekend, gaat het L.E.I. daar bij uit van gemiddelde productie-om standigheden, van 'n normaal bedryfs- plan en van vakbekwame bedryfsuit- oefening. Door deze eisen liggen deze bedrijven eerder boven dan beneden 't gemiddelde. Het Landbouwschap vraagt een al gemene garantieprijs van 22,7 ct, welke allereerst geldt voor het merendeel der weidegebieden. Het vorig jaar was de garantieprijs voor deze gebieden 22 ct.; de gemiddelde kostprysstyging voor de weidegebieden bedraagt 0,7 ct.; het is dus billijk, dat de garantieprys met een zelfde bedrag wordt verhoogd en wordt vastgesteld op 22,7 cent. DE ZANDGEBIEDEN. Naast de algemene garantieprys vraagt het Landbouwschap voor de gebieden met een geringere bodemvruchtbaar heid een toeslag, waardoor de garan tie voor deze gebieden komt te liggen op 24,9 cent, zijnde de gemiddelde kost prijs voor de zandbedryven. Het is immers billijk, dat ook de boer op de minder vruchtbare gronden voor zijn doelmatige arbeid minstens een ge lijke beloning krijgt als de landarbei der. Dit kan alleen worden bereikt door middel van 'n toeslag, welke 't Land bouwschap vraagt. De toeslag, die het vorig jaar is vastgesteld, was te laag om de boer een redelijke vergoeding voor zijn doelmatige arbeid te verzeke ren. Daarom bepleit het Landbouw schap dan ook een verhoging op grond van dezelfde motieven, welke ook reeds in het begin van dit jaar naar aan leiding van de regeringsbeslissing over een toeslag van 1,7 cent naar voren zijn gebracht. VERREKENPRIJS CONSUMPTIEMELK Het Landbouwschap is van mening, dat evenals vorige jaren ook nu weer een vaste prijsbasis voor de consump- tiemelk moet worden vastgesteld, de z.g. verrekenprijs. Door dit systeem wordt voorkomen, dat de consumenten prijs de sterke schommelingen van de zuivelmarkt "zou moeten volgen, welke een gevolg zyn van seizoensinvloeden bij de productie en van de afzetverhou- dingen op de buitenlandse markten. Het Landbouwschap is van oordeel, dat de ze verrekenprys vastgesteld moet wor den op 26 centper kg. melk van 3,7 pet. vet, waarbij boven de gemiddelde prijsgarantie dezelfde marge in acht is genomen, als door de regering reeds gedurende drie jaren is aanvaard. HERFSTKAL VEREN Al worden de meeste kalveren in de na winter geboren, toch is het aantal herfstkalveren nog vrij groot. Vele boe ren geven aan de herfstkalveren de voorkeur, vooral voor later. Een bekend feit is, dat de opfok van herfstkalveren duurder is dan die van de voorjaarskalveren. In de praktijk menen wy echter vaak te kunnen waar nemen dat men en dat geldt voor alle kalveren nog wel eens wat te royaal met volle melk is. Al willen wy nu niet direct een zeer schrale opfok- methode aanbevelen (daarbij hoort dan in elk geval in de komende zomer, een prima, prima kalverweide; en hoeveel bedrijven beschikken daarover?) toch kan hier nog wel wat worden be spaard. Dit betekent, dat wy 'n grotere plaats ingeruimd zouden willen zien voor on- dermelk, karnemelk of wei. Dit zyn voortreffelijke voedermiddelen. Zij heb ben één nadeel; ze zijn namelijk armer aan vitamine A en D dan volle melk. Bij de huidige industriële ontwikkeling is dat echter geen bezwaar, want voor een paar dubbeltjes kan men deze be hoeften dekken. Speciaal willen wij wijzen op de z.g. vitamine-stoot, waar bij men na éénmalig toedienen voor 3 maanden van deze zorgen is bevrijd. Het spreekt wel vanzelf, dat ook de la tere kalveren deze vitamines moeten ontvangen, want speciaal aan vitamine D is de nawintermelk zeer arm en ook met vitamine A is het dan niet altijd rooskleurig gesteld. Hierop komen wij nog wel eens terug. Voor de herfstkal veren geldt in elk geval: verstrekt vi tamines. De Franse verkiezingscampagne is begonnen entegen veler verwachting in heeft er bij het publiek grote belang stelling bestaan om zich op de kiezers lijsten te laten opnemen. Het is te ho pen, dat op de stemdag de belangstel ling even groot zal zijn, hetgeen de de mocratische partijen in 't bizonder ten goede zal komen. Er is een overdaad van candidaten en lijsten voor de bijna 600 zetels, die het moederland te bezetten krijgt. Overzeese gebiedsdelen zenden n.l. ook afgevaardigden naar het parlement in Parijs. In een deel van Frankrijk, n.l. Algerije, worden de verkiezingen uit gesteld, omdat de situatie daar zoda nig is, dat een raadpleging van de be volking niet goed mogelijk is en de na tionalisten Arabische candidaturen en het uitbrengen van de stem door Ara bieren ongetwijfeld zouden pogen te verhinderen. Deze overdaad van candidaten (5000 ongeveer) en lijsten is eerder een na deel voor de rechterzijde dan voor de linkerzijde. Poujade, de leider van de bond van middenstanders en hand werkslieden, die ontstaan is uit protest tegen de hoge belastingen, maar in fei te belastingontduikers wil beschermen, heeft bijna overal lijsten ingediend. Men verwacht, dat deze lijsten ongeveer 'n millioen stemmen op zich zullen ver enigen, hetgeen niet voldoende zal zijn om een Poujadist ergens verkozen te krijgen. Maar dit millioen stemmen gaat af van de kiezersmassa van de rechtse partijen, die op deze manier in 'n aantal districten allicht beroofd wor den van de mogelijkheid gebruik te maken van de voordelen, die het beha len van de absolute meerderheid aan 'n partij of groep verbonden partyen brengt. In een derde van de ongeveer 100 kiesdistricten zal een groep verbonden partijen slechts de absolute meerder heid behalen, wat beloond wordt met alle zetels uit dat district. De commu nisten, die vorige maal van deze bepa ling te lijden hebben gehad, zullen dit maal vermoedelijk meer zetels beha len, omdat in meer districten het even redige stelsel zal worden toegepast. Uit de Verenigde Staten is het be richt gekomen, dat president Eisenhower, die kortgeleden weer aan het werk was gegaan, nadat hij in September door 'n beroerte was getroffen, van de artsen het advies heeft gekregen het toch weer wat rustiger aan te doen. Zijn gezond heid wordt goed genoemd, maar te gro te lichamelijke en geestelijke inspan ning moet hij toch vermijden. Dit lijkt zonder meer een bevestiging van het sterke vermoeden, dat President Eisen hower zich volgend jaar niet wederom candidaat zal stellen voor 't president schap. Wel hebben vooral de gematig den m de republikeinse partij, deEisen- howenanen, hun uiterste best gedaan het voor te stellen of de president vol komen was opgewassen tegen zyn taak, die zo gemakkelijk wat zou kunnen worden verlicht, maar dat lijkt meer ingegeven door de wens de rechter vleugel van de partij in bedwang te houden, die zich ongetwijfeld zou op maken zich van de partij meester te maken, wanneer bekend werd, dat pre sident Eisenhower zich niet meer can didaat zou stellen. Een zeker gevoel van wat past en niet past weerhoudt haar daarvan. De Eisenhowerianen ma ken hiervan ten volle gebruik. -O- Boelganin, de premier van de Sowjet Unie, en Chroesjtsjow, de secretaris-generaal van de Russische communistische par tij, hebben zich de laatste dagen, dat zij in Birma en India op bezoek waren, niet kunnen weerhouden krachtige kri tiek uit te oefenen op de Westelijke mogendheden en vooral op Engeland. Dat is begrijpelijk, omdat voor de In diërs de Engelsen veel sterker het Wes telijke kolonialisme en imperialisme vertegenwoordigen dan de Amerikanen. De Russen pogen met hun woorden de indruk te wekken, dat er wel bizonder veel gemeenschappelijks bestaat tussen Rusland en India, dat beide landen maar één vijand hebben, het Westen, dat Rusland in alle disputen zonder meer de zijde van India kiest, zoals bij de kwestie Kasjmir, die het land tegen over Pakistan stelt en bij Goa, dat Por tugal niet wil loslaten. Het Westen, dat de Pakistaanse en Portugese belangen ook wel degelijk moet ontzien, kan zich nu eenmaal minder sterk uitspreken voor India, hoe graag men 't land ook te vriend zou willen houden. Het is een soort speling van het lot, dat juist in de dagen, dat de Russen zulke felle woorden wijden aan heil Engelse imperialisme in Engeland Clement Attlee, de leider van de Labourpartjj, is afge treden en geëerd met de graventitel. Attlee heeft aan het bewind gestaan in de periode, dat Engeland besloten heeft de tekenen van de tijd volgend, aan Brits-Indië de vrijheid te geven. Dat het ter bescherming van de sterke Mo hammedaanse minderheid aangedron gen heeft op de vorming van twee sta ten, India en Pakistan, in welke laat ste de Mohammedanen een nationaal tehuis vonden, is door een ieder als ge tuigend van gezond verstand gevonden. In enkele Indische kringen wil men lie ver niet van de deling horen en op dit nationalisme heeft Chroesjtsjow gespe culeerd, toen hij de deling een uiting van 't Britse „verdeel en heers" noem de. Hij heeft met zyn reis wel succes gehad. Gaitskell opvolger van Attlee. Aneurin Bevan tweede in stem mingsuitslag. De 49-jarige Hugh Gaitskell is geko zen tot leider van de Engelse Labour- party. Zijn twee mede-candidaten wa ren Herbert Morrison en Aeurin Bevan. Gaitskell behaalde reeds in de eerste ronde de beslissende meerderheid van I 137 stemmen. Tegen alle verwachting m bleek de rebel Bevan aantrekkelijker te zijn voor de socialistische Lager- huisleden dan Morrison, die Attlee ja ren lang als tweede man heeft gediend. Bevan kreeg 70 stemmen en Morrison slechts 40. De uitslag van de stemming, waaraan slechts 8 van de 257 fractieleden niet deelnamen, werd bekend gemaakt m de grote commissiekamer van het Brit se Lagerhuis, waar 350 socialistische parlementariërs en partijfunctionaris sen bijeen waren. Gaitskell kreeg een minutenlang durend applaus.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1955 | | pagina 2