India Voorstel tot herziening van de indeling der Indische Unie 1 KIND EN VERKEER Gebreide wollen kleding: een bij uitstek Nederlands artikel VAN HET BINNENHOF BOER Veemarkt Rijssen Een commissie van drie leden heeft voorgesteld de indeling van de Indi sche Unie te herzien. In plaats van de nu bestaande 27 staten (in drie cate gorieën ondergebracht, al naar de be langrijkheid) zouden er 16 komen, be nevens drie territoria, die rechtstreeks onder het centrale bestuur vallen. De commissie bestudeerde 152000 documen ten, reisde 60.000 kilometer en onder vroeg 9000 personen op 104 plaatsen. Aan de degelijkheid der voorbereiding kan men dus niet twij'elen. De commis sie staat op het standpunt, dat de Unie zelf onvernietigbaar is, doch niet de staten, die slechts administratieve on derdelen zijn van India, waarvan de structuur niet is te vergelijken met die van de Verenigde Staten van Noord- Amerika of met die van Zwitserland. Zij wil de laatste resten van het be staan der honderden vorstendommen liquideren. Zij wenst 16 sterke, cultu reel homogene, economisch levensvat bare staten, zo mogelijk elk met één algemene taal. Slechts twee staten, de nieuwe Punjaab en Bombay, zullen tweetalig zijn. De vermindering van het aantal gewesten zal de uitvoering van een nationaal ontwikkelingsplan verge makkelijken. Voorts zijn militaire over wegingen van betekenis geweest. Aan de Noordelijke grens, waar infiltraties gemakkelijk de veiligheid zouden kun nen bedreigen, zullen nu levenskrach tige staten komen te liggen: Kasjmir (dat dus beschouwd wordt als ingedeeld bij India), Punjaab (dat ruim 17 mil joen inwoners zal tellen), Uttar Pra desh (de grootste staat met meer dan 63 miljoen inwoners, voor wie het na tionale Hindi de eenheidstaal is), West- Bengalen en Assem. Deze laatste staat in het Noord-Oosten, die grenst aan Tibet en Birma, wordt echter te zwak geacht om de last van het grensbestuur geheel zelf te dragen. Het Noord-Oos telijke grensgebied en Manipur zouden voorlopig rechtstreeks onder leiding van de centrale regering moeten komen. Er zullen drie nieuwe staten worden gevormd, ieder met één een heidstaal. 't Vroegere vorstendom Hy derabad wordt kleiner en loopt kans in de toekomst geheel te verdwijnen en op te gaan in de staat Andhra, die een recente schepping is op grond van de taalgemeenschap der Telugu-sprekende Indiërs. Er is dus een neiging tot con centratie en tot vermindering van het regionalisme. Inderdaad was het ge westelijke nationalisme 'n voortduren de bron van zorgen, evenals in Pa kistan, waar het Westelijke gedeelte tot een gesloten eenheid is samengesmeed. In de koloniale tijd zijn allerlei kleine vorstendommen en provincies door de Britten in stand gehouden. Gewoonlijk waren bizondere contracten gesloten met de vorsten. Nu India onafhankelijk is geworden en zich moet handhaven in een wereld, "waarin machtspolitiek nog steeds overheerst en te maken heeft met Chinese expansiedrang en met moeilijkheden in de verhouding tot Pakistan, verkiest het een grotere cen tralisatie. Ook om economische redenen is het gewenst, de kapitaalvorming, de planmatige industriële opbouw en het verkeer beter onder controle te hebben. Het is moeilijk een land met 370 mil joen inwoners, dat economisch achter lijk is, te besturen, te ontwikkelen en te beschermen. De drie territoria on der rechtstreeks bestuur van de cen trale regering zijn de hoofdstad Delhi en omgeving, het Oostelijk grensge bied Manipur en de eilandengroep van de Amdamanen en Nicobaren. Zoals gezegd, blijft ook de administratie van de Noord-Oostelijke grens van Assam een aangelegenheid der Unie-regering. Natuurlijk bestaat er oppositie tegen de nieuwe indeling. Er verdwij nen 14 staten en 3 komen er bij. Zulk een omwenteling moet op verzet stui ten bij kleinere minderheden en belang hebbenden. De Sikhs bijvoorbeeld, die aandrongen op een eigen staat op grond van hun aparte religie, zien hun wens niet ingewilligd. India is een leken staat zonder godsdienstige basis. Het omvat Hindoes, Moslims, Boeddhisten, Christenen, Sikhs en enige kleinere re ligieuze gemeenschappen en het is vol strekt onmogelijk de door elkaar heen wonende godsdienstige groepen staat kundig te scheiden. Zelfs indeling naar de taal is moeilijk en men heeft dan ook nog meer gezocht naar culturele dan naar uitsluitend taalkundige eenhe den. Nog vóór de verkiezingen wenst de centrale regering de hervorming door te voeren. Het verschijnsel is vooral belangwekkend, omdat blijkt, dat vroegere afhankelijke agglomeraties, eenmaal souverein geworden, daarna nog de bouw van hun staat moeten ter hand nemen en de „natie" moeten scheppen. In India heeft men het voor deel, dat de Britse administratie uitne mende tradities en een geschoold korps van ambtenaren heeft nagelaten. De commissie stelt ook voor, nog geruime tijd het Engels als hulptaal en als stu- ditaal aan de Universiteiten te hand haven. De waardevolle Britse erfenis wordt echter onvoldoende geacht om 'n sterke eenheidsstaat in het leven te houden. Aan de Britse invloed heeft In dia zijn gehechtheid te danken aan de democratie. Doch indien deze te fe deralistisch van karakter is, wordt een jonge en heterogeen samengestelde staat van binnen uit bedreigd. Aangezien de wereld belang heeft bij een sterk en waarlijk onafhankelijk India, moet men hopen, dat de voorgestelde herziening deze grote Aziatische staat krachtiger zal maken. (Alg. Handelsblad) Het gehele jaar breien en naaien vele Nederlandse bedrijven op volle toeren om bij het invallen van de herfst klaar te staan met een enorme collectie wol len breigoederen. De hoogconjunctuur gaat ook aan de huisvrouw niet voorbij. Die heeft dan ook vele wensen; de fa brikanten voldoen daar gaarne aan. Dat betekent bijvoorbeeld, dat in een fa briek in Noord-Brabant circa 250 mo dellen in tien maten en in acht kleu ren worden gemaakt, dus 20.000 combi naties. Jaarlijks wordt daar 10 miljoen km breigaren verwerkt, dat wil zeggen een draad, die 250 maal de omtrek van de aarde meet. De totale garenverwerking in Ne derland bedraagt voor de tricotkleding 11.300.000 kg, een haast astronomisch getal. De totale omzet van deze tricot kleding (exclusief kousen en sokken) bedraagt f 173.000.000,—terwijl in deze branche 17.700 personen werk vinden. In 1954 werden 3,5 miljoen stuks bo venkleding en 44,5 miljoen stuks on- derkleding geproduceerd. Van de totale productie werd in 1954 voor 39,9 mil joen gulden geëxporteerd, dat wil zeg gen 18,2 pet. van de productiewaarde, een bewijs, dat de wollen breigoederen ook in het buitenland zeer gewild zijn. De wollen complets uit Noord-Brabant bijvoorbeeld worden o.a. zeer veel in Zuid-Afrika bakvissen en volwassenen véél vesten en truien in de zo gewilde patentsteek. De herenvesten zijn dit jaar in hoofd zaak effen. Behalve met ritssluiting worden ze meer en meer met knoop- sluiting geleverd. De modellen houden gelijke tred met de mode. Voor kinderen dit jaar veel hoge halsjes, die hen zo flatteren. Voor meisjes raglan mouwen in vele mo dellen, soms met een grappige, ronde schouderpas en pakjes, die op alle mo gelijke manieren kunnen worden ge combineerd. Jongensbroeken, die tegen heel wat stootjes kunnen, lange broe ken met smal toelopende pijpjes en 'n omslag en zowel voor jongens, meisjes, Een succesartikel zijn de wollen da mesjaponnen. Wie Parijs bezocht en zag hoe de prijzen daar liggen, staat versteld bij de ontdekking, dat in ons land een wollen jersey japon van een mooie, zware kwaliteit, nog geen f 60,- kost. Veel opgang maakt dit jaar b.v. bijgaand model, waarvan de eenvoud en coupe voor zichzelf spreken. Ook een modieus wollen complet van Nederlands fabrikaat koopt men al tus sen de f 50,— en f 60,—, terwijl een jer sey avondblouse eveneens zeer bereik baar is. LOONBELEID STEUNT NIET OP MEERDERHEID VAN DE KAMER De algemene politieke beschouwin gen hebben uitgewezen, dat er in de Tweede Kamer geen meerderheid is voor de beslissing van de regering om alleen de secundaire arbeidsvoor waarden te verbeteren. Behalve de Par tij van de Arbeid en de CPN stonden alle fracties op het standpunt, dat de ministers ook een verbetering van de primaire arbeidsvoorwaarden hadden moeten toestaan. Waarom mag wel de vacantieregeling worden uitgebreid? Waarom mag wel de vacantietoeslag worden verhoogd van twee tot vier pet. van het jaarloon deze beide maatregelen komen neer op een loons verhoging van drie pet. en waarom mogen de lonen niet met drie procent omhoog? De meeste fracties konden dit standpunt niet begrijpen. Als er in een bedrijfstak ruimte is voor 'n loons verhoging, moeten de werknemers dat ook merken, zo redeneerden de fractie voorzitters der rechtse partijen en de VVD. Het Kabinet heeft destijds dit besluit genomen bij meerderheid van stem men. Een paar KVP-ministers hebben de doorslag .gegeven. En nu blijkt, dat dit meerderheidsbesluit niet steunt op de meerderheid van de Kamer. En toch moet men niet verwachten, dat de re geringsbeslissing op dit punt zal wor den veranderd. Het wachten is aller eerst op een besluit van het Kabinet ten aanzien van het loonsysteem. Daarover heeft de Sociaal-Economi sche Raad nu advies uitgebracht, waar uit blijkt, dat een meerderheid van dit toporgaan der PBO voorstandster is van een verschil van beloning per be drijfstak. Maar aangezien er tegen moet worden gewaakt, dat de lonen (om een voorbeeld te noemen) van de landar beiders en van de metaalarbeiders te veel uit elkaar zouden lopen, zal er een loonraad moeten worden ingesteld, die de lonen in de verschillende be drijfstakken coördineert. Volgens mi nister Drees hangt een nieuwe loons verhoging af van het systeem der loon vorming. Eigenlijk is dit geen logische redenering. Want het besluit om de se cundaire arbeidsvoorwaarden te verbe teren is reeds de eerste stap op de weg naar gedifferentieerde loonsverhogin gen. De regering zelve is dus feitelijk ■op haar beslissing vooruit gelopen. Veel verwijten treffen haar daarvoor niet. Tijdens de loononderhandelingen in de grafische industrie hebben de vakbonden aangedrongen op een ver betering van de vacantieregeling. Het College van Rijksbemiddelaars heeft toen verklaard, dat dit in strijd was met de huidige gebonden loonpolitiek, waar in wordt uitgegaan van de stelling allemaal of niemand. Alle arbeiders worden als het ware over één kam ge schoren. De regering heeft toen de hand over haar hart gestreken. En zij heeft deze tedere bezigheid consequent volgehouden. De minister-president heeft in dit debat te kennen gegeven, dat de loonpolitiek moeilijker is dan ooit. Enerzijds is het onbillijk om de arbeiders in bepaalde bedrijfstakken niet te laten profiteren van de grote winsten, anderzijds moet worden voor komen, dat andere bedrijfstakken ach terblijven. Naar zijn mening zal het on mogelijk zijn een volledig bevredigen de oplossing te vinden. Het zou ons niet verbazen als die bevredigende op lossing door dit Kabinet ook niet meer zou worden gegeven. Nog onlangs is er aan de SER een advies gevraagd over de loonhoogte. Deze raad moet daarbij de economische situatie in de jaren 1955 en 1956 betrekken. Dit loon- hoogteadvies zal ongetwijfeld nog wel enige tijd op zich laten wachten. Dan moet de regering nog beslissen, maar intussen zijn dan wellicht enige maan den van 1956 verstreken. En dan staan de verkiezingen voor de deur. Deze tijdrekenkunde leert, dat dit ministerie niet meer aan het loonprobleem be gint. Het laat dit over aan zijn opvol ger. Eind 1956 gaat de zaak dan weer spelen. Per 1 Januari 1956 wordt de de finitieve ouderdomsvoorziening inge" voerd en zullen de huren waarschijn lijk met 25 pet. worden verhoogd. Daar mede zal een loonsverhoging ivanl 6 a 7 pet. zijn gemoeid. Dit alles leert, dat de loonpolitiek van Minister Zijlstra een volledig succes zal wor den. De rust in de lonen heeft hij dan bewaard. Dat is een kunststuk op zich zelf. Met deze idee is hij de veelge roemde Duitse Minister van Economi sche Zaken, Erhardt, een half jaar voor geweest. Natuurlijk is het niet voor honderd procent zeker, dat de zaak zich zo zal ontwikkelen als wij hebben geschetst. De politiek is vaak een te glibberig pad om het al te zelfbewust te kunnen be treden. In de eerste plaats weet men niet hoe de economische toestand van ons land over een half jaar zal zijn. En bovendien dringt men van socialistische kant nog steeds aan op een algemene loonronde. De rust in de lonen is dus nog niet zo absoluut als zij wel lijkt. VOOR HUN BEZOEK aan de West zul len H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Bernhard, Zaterdag 15 October a.s., met het KLM-toestel „Jan van Rie- beek" van Schiphol vertrekken. Gezagvoerder op deze vlucht is de heer Nico Bes (links) en stewardess Mej. Rüpstra (rechts). „Kinderen hinderen", zei Vader Cats. De weggebruikers van de twintigste eeuw zouden het hem kunnen nazeggen, want kinderen zijn. onberekenbaar. Het ene ogenblik spelen ze rustig op het trot toir om het volgend ogenblik geheel on verwacht de straat over te rennen, met als gevolg, dat een aanrijding soms niet is te vermijden. Het is daarom begrijpelijk, dat ouders met jonge kinderen vaak in zorg verke ren. Het verkeer wordt met de dag snel ler, het aantal weggebruikers groter. Klopt ons hart niet veel rustiger als ons kroost weer veilig en ongedeerd is thuis gekomen? Maar het verkeer baart niet alleen de ouders zorgen, ook de Verkeerspolitie heeft tegenwoordig de handen vol. In een stad als Den Haag bijvoorbeeld zijn dagelijks ongeveer 75.000 kinderen tus sen zes en twaalf jaar „oud" op straat. De zes- tot achtjarigen vormen de moei lijkste categorie. Zij hebben nog geen weet van de gevaren, ondanks vele ouders hun kinderen daarop bij voort during wijzen. Dat bijbrengen van de gevaren is geen makkelijke taak. De ouders kennen soms zelf niet alle verkeersregels, waardoor in vrijwel elk gezin de verkeersopvoe- ding tekort schiet. In het algemeen ko men we niet veel verder dan de aan maning héél voorzichtig te zijn en vóór het oversteken goed uit te kijken. Daar om is het maar goed, dat tegenwoordig op school in de grote steden en ook reeds in tal van kleinere plaatsen het verkeersonderwijs wordt voortgezet. Verplicht is het nog niet. Nodig wel. Maar ook op school komt spoedig het moment, dat Meester de vele vragen van het kind niet meer precies kan beant woorden. Dan is voor het Hoofd van de School het ogenblik gekomen om zich in verbinding te stellen met de Verkeers politie, die dit deel van het onderwijs overneemt. De Verkeerspolitie verleent die mede werking graag. De tijd, waarin agenten voor de meeste kinderen boemannen waren, is gelukkig voorbij. De politie heeft een opvoedende en zeer dankbare taak in het verkeersonderwijs. In de grote steden blijft dit verkeersonderwijs wat de theorie betreft beperkt tot één les. In de kleinere plaatsen kunnen meer lessen gegeven worden, omdat het to tale aantal kinderen daar geringer is. In Den Haag wordt de theorieles gege ven aan de verkeerstafel in 't Museum voor het Onderwijs, waar allerhande vervoermiddelen in miniatuur aanwezig zijn. Op het kruispunt staat een stop bord met een verkeersagent erbij. Een hele klas kinderen zit om de ta fel. Ze volgen met aandacht wat de hoofdagent vertelt. Hij is een echte kin dervriend, hij weet hen te boeien. Hij doceert niet, hij stelt vragen. „Wat moet. je doen als je op de fiets linksaf wilt slaan?" „Je hand uitsteken, Mees ter." De hoofdagent lacht. „En wat moet je eerst doen?" Stilte. Dan gaat er een vinger omhoog. „Achterom kijken of de weg vrij is." „Juist", zegt de hoofdagent, „dus eerst omkijken en dan je hand uitsteken". Zo gaat het door. De voorrangswegen met de bijbehorende borden worden be sproken, de andere verkeersborden en lichtsignalen krijgen een beurt. Het slot is steevast de vertoning van een film over een jongen van buiten, die, als hij bij zijn Haagse vriend komt logeren, van allerlei verkeersovertredingen begaat. Trouwens, de film laat zien, dat ook vol wassenen soms levensgevaarlijke toeren in het verkeer uithalen. Een paar dagen later gaat de hele klas een uurtje naar de Verkeerstuin, welke Haagse tuin nu nog een exceptie in Ne derland is. Langs de verschillende pa den zijn alle bestaande verkeersborden opgesteld. Een van de jongens of meis jes krijgt van de hoofdagent de opdi'acht als verkeersagent bij het stopbord te fungeren, een ander mag zijn kameraad jes bekeuren. Hij moet scherp opletten wie er fouten maakt. De overblij venden fietsen door de Verkeerstuin. Ze hou den stil voor het stopbord, ze vertragen hun vaart bij het bereiken van een voor- rangsweg. Daar schiet er één een straat in, waar eenrichtingverkeer van de an dere kant is. Prompt gaat hij op de bon. Aldus voorbereid op het werkelijke verkeer wordt 't onderwijs besloten met een rit door de stad. In een jeep volgt de Verkeerspolitie de jeugdige deel nemers. Zij geeft aanwijzingen door de microfoon en wijst hen op fouten. Het laatste stadium is het verkeers- examen. De kinderen moeten eerst schriftelijk vragen beantwoorden en de fouten aantekenen, die de hoofdpersoon uit een verhaaltje, dat hun voorgelegd wordt, begaat. Bij het examen in de practijk worden vier parcours in de stad uitgezet. Politie-agenten in burger slaan de gedragingen gade der kinderen, die op de fiets het parcours afleggen. Eén kleine fout is toegestaan. Wie er meer maakt, wordt afgewezen en moet nog eens examen doen. De eisen zijn streng, maar dat is wei nodig, want is het ver keer zelf niet meedogenloos? Wie slaagt, ontvangt een diploma. De Hoofdcommissaris reikt dat zelf uit. En bovendien ontvangen de kinderen nog een speldje van de Vereniging voor Vei lig Verkeer. Na zo'n opleiding heeft het verkeer voor de kinderen weinig geheimen meer. Ze weten beter dan menig volwassene hoe ze zich in het verkeer moeten ge dragen. En ze doen ook inderdaad zoals hun geleerd is. Ze helpen bejaarde men sen oversteken, ze staan op goede voet met de agenten. En de eertijds gevrees de Verkeerspolitie is bij de kinderen ge- hef d geworden. Op verjaardagen ont vangen zij van hun vrienden van de Verkeerspolitie een felicitatie in de vorm van een prentbriefkaart, waarop een bepaalde verkeerssituatie is afge beeld. In de grote steden is dit onderwijs in 1947 ingesteld. De kleinere steden en plaatsen volgen het in toenemende mate na. Kind en verkeer moeten aan elkaar wennen. En hoe kan dat prettiger dan op deze instructieve wijze? (Nadruk verboden.) Voor de DE VERGADERTIJD NADERT Nu de tijd van vergaderen weer gaat naderen, steken de bestuursleden van de verschillende organisaties de hoofden bijeen om agenda's voor de komende ver gaderingen vast te stellen. Als regel wordt dan veelal ook een lezing gehou den; vaak is de eerste vraag waarover?, het tweede punt is: wie? Wat het eerste punt betreft achten wij het voor de weide- en gemengde ge bieden feitelijk vanzelfsprekend dat min stens één lezing wordt gewijd aan de veevoeding. Immers dat is wel één van de belangrijkste bedrijfsonderdelen en... op dat gebied valt nog wel iets te ver beteren. Er zijn voldoende deskundige sprekers in ons land om aan de aanvragen te vol doen. Echter namens deze sprekers' één verzoek: Vraag de sprekers vooral tijdig. Op de Maandag j.l. te Rijssen gehou den veemarkt waren aangevoerd: 1623 stuks vee, runderen 448, varkens 1172 ien 3 schapen. Prijzen: 112 vette koeien, eerste kwa liteit van f2,45 tot f2,60; tweede kwali teit van f2,26 tot f2,45; derde kwaliteit van f 2,08 tot f 2,26 per kg slachtgewicht. 166 melk- en kalfkoeien van f 620,— tot f850,— per stuk; 27 pinken van f380,— tot f500,— per stuk; 95 graskalveren van f190,— tot f280,— per stuk; 15 nuchtere kalveren van f45,— tot f 60, per stuk; 18 drachtige zeugen v. f 230,- tot f325,— per stuk; 45 loop varkens van f55,— tot f80,— per stuk; 1100 biggen van f4,50 tot f5,50 per week; 3 scha pen en lammeren van f 80,tot f 140,- per stuk. .Overzicht handel: Vette koeien en stieren: Aanbod iets ruimer, de handel had in de eerste kwa liteit een redelijk en prijshoudend ver loop, doch in de afwijkende soorten hielden de prijzen zich met moeite staande. Pinken en kalveren: Aanbod iets gro ter, doch de handel hierin had 'n lang zaam verloop, waardoor de prijzen niet hoger gingen. Gebruiksvee: Aanbod iets groter, voor de beste soorten was de handel iets vlugger en werden ruim prijshoudend verkocht, doch in de overige soorten verliep de handel kalm en nauwelijks prijshoudend. Nuchtere kalveren: De prijzen bleven gelijk aan die van de vorige markt. Varkens en biggen: Aanbod groter, de handel had een redelijk vlug verloop, waardoor de hoge prijzen gehandhaafd bleven. Ma; rika ;oor van 1 getoo Daj van c ingezi Becki (Viert aen u Zutpl Jan vings bijzor mann kenni dacht taoeil bij d< ::oern van 1 1 (en s moet wijs liefde ÏO' lang Haut greer lilde: naar te zi< te verbi en Jc liefdt gunn nog Enu| cure king Holle jong. lept: ,Am Wier voor iigei welij ling bag, stap" Terr de ai milie Ame rika begr geld Adri werl voor groo betri T pers .nok" B< blee: •tad sehii Utre gen zijn, over E berê der

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1955 | | pagina 2