Het sprookje van de gouden koets De heffing van „patentregten" te Holten omstreeks 1810 Prinsjesdag valt niet altijd in September „Uw huis GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN. Gevonden: Oostindische duif; wit ge vlekte foxhond; schaar; fantasieschortje; kinderschepje; dameshoed; dubb. fiets tas; paar motorhandschoenen. Verloren: lederen rode portemonna- ie met inhoud; balpuntpen; pluimvee- kist; parkiet; herenpolshorloge; school- etui met inhoud. Op de tweede van Wintermaand 1805, dus toen hier de Bataafse republiek ge vestigd was, werd uitgegeven de „Or donnantie op het regt van patent". Krachtens de bepalingen van deze ver ordening waren de beoefenaren van met name genoemde beroepen verplicht aan de schout patent te vragen, voordat zij met him werkzaamheden mochten be ginnen. Dit in een speciale acte om schreven patent werd verleend tegen be taling van een belasting, het „regt van patent" genoemd. Na het herstel van onze onafhankelijkheid in 1813 hand haafde koning Willem I de genoemde verordening, zij het dan enigszins ge wijzigd. Voor sommige ambachtslieden was het afleggen van een eed voorge schreven. Van het verlenen van een pa tent, de betaling van het „patentregt" en de eedsaflegging werd aantekening ge houden in het register der patenten. Aan deze registers ontleen ik een ander over de verschillende beroepen, welke omstreeks 1810 in Holten werden uitge oefend. Bij de raadpleging van de patentre gisters valt al dadelijk op, dat de inge zetenen van Holten niet behoefden te klagen over de voorziening van sterke drank. Op elke 100 inwoners Holten telde in het begin der negentiende eeuw ongeveer 1800 zielen was één tapper werkzaam. Onder tappen werd blijkbaar slijten verstaan, want in enkele gevallen wordt vermeld, dat de „gepatenteerde" als herbergier bekend stond. Bekende tappersnamen zijn: Aaftink, Biester, Dikkers Antonijzoon, Dikkers Denne- boom, Dikkers Lokin, Kolkman, Schup- pert en Pasop. Enkelen van hen waren tevens winkelier in „coffy, thee en ta bak, geen f 1000 debiterende". Ook de veehandel genoot een behoor lijke belangstelling. Als eerste koopman in „levendige have" wordt genoemd Jan Kevelam. Hendrikus Dikkers Bolink, wonende op „De Rinkelaar" in Dijker- hoek, was eveneens koopman in leven de have, met een omzet van ongeveer f 10.000.per jaar. Latere veekooplie den waren o.m. J. Klein Teeselink, Jan Kuiper, H. Oldbekkink (Oolbekkink), Jan Vincent en A. J. Wygmannink. Eg- bert Kappert was de enige koopman in „hoenders, eijers en ganzen". Een bepaald „regt van patent" was het „regt op het gemaal", dat betaald werd door de molenaars en bakkers. In het begin van het jaar 1806 kwam bij Mr. Joan Jacobson, schout van Holten en Bathmen, een verzoek in om patent van de in die gemeenten gevestigde mole naars en bakkers. De „mulders" ver klaarden op hun graan- en meelzakken de beginletters van hun namen te zullen aanbrengen. De bakkers zouden op de- zefde wijze hun broden merken. Als mo lenaars waren geregistreerd Hendrikus Meijers van de oude molen, Jan Albert Wansink van de nieuwe molen en Hen drik Jan Landuwer of Landeweer. Meijers en Wansink, „voor geen 1200 zielen malende", waren tevens bakker van beroep. Het „regt op het gemaal" schijnt te zijn bepaald aan de hand van de huurwaarde. Deze bedroeg voor de woning en de molen van beiden resp. f 20.en f 90.Van Landuwer is ge noteerd, dat hij een „loonslaande oli- slager met paarden" was. De huurwaar de van zijn huis en molen was vastge steld op onderscheidenlijk f 10.en f30.Meijers had Willem Soer als knecht, terwijl Teunis Nijendijk bij Wansink was tewerkgesteld. Voorts oefenden G. Aaftink en H. Hammers nog het. beroep van bakker uit. In de patentregisters ontbreekt zelfs de naam van Holtens predikant niet. Ds. Gerlach van Gendt, die de gemeente van Holten heeft gediend van 1798—1830, werd hierin vermeld, niet omdat hij een patentplichtig ambt bekleedde, doch in verband met zijn nevenberoep als ver koper van haarpoeder. Hij bevond zich daarbij in gezelschap van de heren Mrs. Jacobson', advocaten en procureurs te Bathmen, tevens schouten van Bathmen en Holten. Voor de uitoefening van het beroep custos (koster) en schoolmeester moest ook „patentregt" worden betaald. Jan Willem Helderman, wonende in het Neerdorp, was custos en schoolmeester; B. W. Hakkert te Dijkerhoek staat al leen geregistreerd als schoolmeester en Jan Muetgeert was schoolhouder. In 1806 was er slechts één wever in Holten werkzaam, n.l. Berend Wuest- man. Ook in 1812 had hij nog geen con currenten gekregen. Wel waren er ver schillende kleermakersbazen en ,,-kneg- ten". Als zodanig waren werkzaam o.a. Jan Berkenbos, Jan Bomers, de in Am sterdam geboren Derk Ebrecht, Jan Schuppert, Willem Sluizeman, Gerritjan en Derk Struik. Tussen al deze mannen staat als eenling in zijn beroep de wiel draaier Teunis Stokkers. Tal van landbouwers worden in de verschillende registers aangeduid als „slagters zonder winkel". Zulke huis slachters waren o.a. J. Aanstoot, J. Bos, H. Fransen, Derk Helderman, H. Snij ders en D. Stegeman. Salomon Levie wordt vermeld als viller en als slijter in loterijbriefjes. Slechts enkele malen is er sprake van een „vleeschhouwer" of een „spekslager". Omtrent Jan Struik of Jan Stroek wordt meegedeeld, dat hij een „steen- oavend" bezat. Hij was dan ook werk zaam als pannebakker. Bovendien stond hij als voerman bekend. Op 21 Juni 1812 overleed hij in de woning Borkeld 314. J. A. Wansink exploiteerde eveneens een steenoven. Metselaars worden in de patentregis- DE MODERNE INMAAK. Dinsdagavond werd in Amicitia van wege de N.V. Verenigde Glasfabrieken te Schiedam een filmavond gegeven met als onderwerp: „De moderne inmaak' Alvorens deze film werd vertoond is door Mevr. A. den Duik een praatje ge houden over de inmaak, waai'bij zij ver schillende wenken gaf hoe men de weck wel en niet moet behandelen en waarbij gelegenheid werd gegeven tot t stel len van vragen. Nadat door de vertegenwoordiger van de N.V. een uiteenzetting was gegeven over het ontstaan van glas, werd een natuurfilm over de Hoge Veluwe ver toond en volgde de film over de inmaak met als titel „Een goed begin is het halve werk". Aan deze film was een wedstrijd verbonden, doordat de aan wezige dames foutjes konden opsporen. Hiervoor waren enkele prijsjes beschik baar gesteld. De avond -werd gegeven voor de leden van de plaatselijke vrouwenvereniging gen, die goed waren opgekomen. STANDWERKERSCONCOURS EN MARKT VERLOTING TIJDENS DE GROTE NAJAAR SMARKT OP 10 OCTOBER. De Grote Najaarsmarkt te Rijssen is reeds sinds een lange reeks van ja ren voor de inwoners van Rijssen en ook voor velen uit naburige plaatsen een gebeurtenis, die men graag wil meemaken. Er is altijd een grote aanvoer op de markt en deze markt kenmerkt zich door een grote belangstelling, zowel van de zijde van de handelaren alsook van belangstellenden. De vereniging tot bevordering van 't marktwezen en plaatselijke belangen is zich van de waarde van de traditio nele aantrekkelijkheid van deze grote markt bewust en ziet er een belang rijke reclamefactor in voor de stimu lering van het bezoek naar de gewone markten. Hoewel de belangstelling, zoals ge zegd, voor de grote naja«arsmarkt in genen dele is verflauwd, heeft het ka rakter van de markt in de loop der ja ren wel een ingrijpende verandering ondergaan, die misschien, omdat de tijden nu eenmaal zijn veranderd, niet weer geheel is te herstellen. Toch wil men pogen de gemoedelijke ontspannende sfeer, die de Grote Markt vroeger zo aantrekkelijk maakte, weer enigszins op te roepen. De Grote Markt was voor velen een ware uitgaansdag en voor velen, tot in wijde omtrek, was deze dag als uit gaansdag één van de mooiste dagen van het jaar. Nog kan men de ouderen met enthousiasme, met weemoed ook, horen praten en vertellen over de „Groote Moark in Riessen" en met spijt beluis tert men dan, dat de gemoedelijke en vreugdevolle stemming de laatste jaren dan toch wel volledig zoek is. Nu is 't natuurlijk zo, dat een van de belang rijkste reden hiervan is, dat de moge lijkheden tot ontspanning voor de jeugd de laatste decennia ontzettend veel groter zijn geworden; nochtans is het goed, dat de vereniging marktwezen enz. de poging wil ondernemen Rijssen weer op traditionele wijze in het mid delpunt van de belangstelling te plaat- ten. Marktwezen wil enige attracties aan de markt verbinden, die 't bezoek aan merkelijk zullen stimuleren. De nauw keurige plannen hieromtrent wilde men nog niet ontvouwen, daar zich alles nog in een voorbereidend stadium bevindt. Wel staat het vast, dat men een con cours van standwerkers zal organise ren. om het kampioenschap van het Oosten. Op de JUMA-markt, enige ja ren geleden, had ook een dergelijk con cours in Rijssen plaats en het is bi zonder in de smaak gevallen van het publiek. Thans wordt de aantrekkelijk heid, de belangrijkheid van het con cours verhoogd door het feit, dat de 15 deelnemers allen reeds geselecteerd zijn, dat alle deelnemers reeds prijzen hebben behaald; de winnaar van dit concours zal mogen deelnemen aan het kampioenschap van Nederland, dat ge houden wordt op het bekende Amstel- veld in Amsterdam. Een aantrekkelijk gebeuren dus, waarvoor zonder enige twijfel grote belangstelling zal bestaan. De Bond van Standwerkers is nu reeds geïnteresseerd en men heeft alle mo gelijke medewerking verleend. De Grote Markt 1955 beloofd dus een interessante gebeurtenis te worden. VERKIEZING AMBTSDRAGERS Bij de Zondag na de middagdienst ge houden stemming werden tot ouderling gekozen de heren G. J. Stam en H. Schuppert Joh.zn. en tot diaken de heren H. H. Hulsman en M. Stam. Als ouderling treedt af de heer J ,h. Aanstoot, terwijl aan ouderling R. Rei- nink ontheffing werd verleend om ge zondheidsredenen Als diakenen treden af de heren G. J. Stam en J. W. Jan sen. De bevestiging van de nieuw ge kozen ambtsdragers zal D.V. plaats heb ben op Zondag 2 Oct. a.s. WEEKEND PROV. COMMISSIE CJMV Een groot aantal leden van de prov. commissie der CJMV in Overijssel hield 17 en 18 September onder leiding van de voorzitter van de commissie, onze plaatsgenoot, de heer A. Westerik, in het gebouw Irene een weekend, waar in men zich verdiept heeft in het pro gramma-baken, dat de CJMV uitgeeft. Dit handelt onder meer over spel, geestelijke beïnvloeding, het lied, ver- gadertechniek en tal van belangrijke onderwerpen inzake het interne ver enigingsleven. Over tal van onderwer pen werd door de aanwezigen druk ge discussieerd. De districts-secretaris, de heer A. Rol- loos uit Hengelo, hield een bespreking over de verhoudingen in de CJMVhaar groei en afval. Aan de hand van ver schillende statistieken gaf hij een dui delijk beeld, waar zich bij het leden verloop en -aanwas de schoen wringt. Gezegd kan worden, dat het werk in Overijssel het meest stabiel bleek te zijn. Zondagmorgen gingen de leden geza menlijk ter kerke en werd na afloop 'n wandeling gemaakt door de Zuurberg. 's Middags hield de heer Rolloos een inleiding over „Jeugd en Evangelie", waaruit zich een diepgaande gedaeh- tenwisseling ontspon. De bijeenkomst, die een buitenge woon prettig en leerzaam karakter droeg, werd door de heer A. Doctor van Nijverdal met gebed en met sa menzang van een geestelijk lied geslo ten, waarbij hij in zijn sluitingswoord nog eens de nadruk er op legde wat de CJMV voor de jeugd betekent. De 21 commissieleden waren bij par ticulieren ondergebracht en gebruikten hun maaltijden in „Irene". i l Ml OLE ech Ruim een halve eeuw geleden: zonder gouden koets en niet in de Ridderzaal. Officiële Publicatie UITSTEL INENTING TEGEN POKKEN. Burgemeester en wethouders van de ge meente Holten brengen ter openbare kennis, dat de in Holtens Nieuwsblad van 17 September 1955 aangekondigde inenting tegen pokken, welke zou plaats vinden op 24 September 1955, voorlopig is uitgesteld. Holten, 22 September 1955. Burgemeester en wethouders van Holten, W. H. ENKLAAR, burgemeester. G. J. LANGENBARG, secretaris. zoals het worden kan". Onder dit motto organiseren de ge zamenlijke plattelandsvrouwen- en boe- rinnenorganisaties een aantal tentoon stellingen, met als doel de plattelands bevolking voor te lichten op het ter rein van de huisraad en de woningin richting. Een aantal keukens, kamers, slaapka mers, badgelegenheden en een afdeling huishoudelijke toestellen wordt inge richt, waarbij tot op zekere hoogte re kening is gehouden met de woning bouw en de omstandigheden ten platte- lande. Dit voorlichtingswerk is begonnen in het rampgebied, waar aan de gezinnen op deze wijze hulp verschaft is bij de besteding van hun schade-uitkering. Het feit, dat niet al deze artikelen in normale tijden het platteland berei ken en dat uit ervaring is gebleken, dat de belangstelling voor deze vorm van voorlichting sterk groeit, is aanleiding- geweest om de bevolking van het plat teland hiermede in aanraking te bren gen. Ook al zal niet iedereen het eens zijn met de getoonde meubelen, dan is cr voor een ieder veel wetenswaardigs omtrent kwaliteit en andere eigenschap pen te horen en te zien. Tegelijk wordt de plaatselijke mid denstand de mogelijkheid geboden hun zaken hierbij aan te passen, door op de tentoonstelling waar te nemen waar naar de wensen van de huisvrouw uit gaan. Met deze serie tentoonstellingen wordt het gehele plattéland bezocht. De volgende zal in APELDOORN, in de Koninklijke Stallen - Het Loo ters niet met name genoemd. Dit beroep werd vermoedelijk uitgeoefend door de timmerlieden, waarvan ik een drietal niet onvermeld wil laten, n.l. Egbert Dikkers, Harm Pot en Derk Schuppert. In het smidsvak waren werkzaam Gerrit, Jan en Jannes Aaftink en Jannes Dikkers. Jannes en Gerrit Jan Steunenberg wa ren respectievelijk schoenmakersbaas en schoenmakersgezel. Hendrik Meijers, ge boren in 1739, verrichtte rietdekkers- werk. Hij was wellicht een „noaber" van Jan Struik; zijn huisnummer was al thans Borkeld 316. Tenslotte wordt Salemon Müller nog genoemd als handelaar in „olt eijzer, lompen en diergelijke kleinigheden meer". W. O. gehouden worden van 1—11 October. v De tentoongestelde artikelen zijn door deskundigen uit bovengenoemde vrou wenorganisaties uitgezocht met mede werking van een binnenhuis-architecte. Bij de keuze is men uitgegaan van goe de kwaliteit, praktische bruikbaarheid en goede vorm en kleur. De voorlichting en rondleiding ge schiedt door plattelandsvrouwen en -meisjes, die hiervoor een speciale op leiding hebben ontvangen. Teneinde verzekerd te zijn van een goede rondleiding, deze duurt pl.m. 2 uur, is het aan te bevelen, zoveel mo gelijk in groepsverband te komen en hiervan van te voren kennis te geven aan: Mevr. G. J. Koier-Wisperink, De- venterstr. 72, Apeldoorn, tel. K 6760- 6246. Vrouwen-, mannen- en vooral ook de jeugdorganisaties kunnen dit alvast in eigen vereniging bespreken. De tentoonstelling is voor iedereen toegankelijk en zal alle werkdagen van 10—6 uur geopend zijn. De toegang is geheel gratis. Er is een tijd geweest, dat „Prinsjes dag" niet viel op de derde Dinsdag in September, dat géén gouden koets het middelpunt vormde van de ko ninklijke stoet en dat de plechtigheid, waaraan deze dag zijn betekenis ont leent de opening van de Staten-Ge- neraal niet plaats had in de histo rische Ridderzaal. Er is dus in de loop der jaren wel eens iets veranderd aan dit jaarlijks terugkerend hoogtepunt in ons nationale bestaan, dat dezer dagen weer aller aandacht vroeg. Maar alle veranderingen hadden slechts betrek king op het „uiterlijk" van deze dag; de betekenis van de Prinsjesdag is dezelfde gebleven. November, October, September. Prinsjesdag viel vroeger niet op de derde Dinsdag in September. In 1814, toen in ons land de constitutionele verhoudingen hersteld werden, werd bepaald, dat de zitting der Staten-Ge- neraal geopend zou worden op de eer ste Maandag in November. Een jaar la ter werd het de derde Woensdag in October. De opening geschiedde tot 1829. het jaar van de afscheiding van Bel gië, beurtelings in Brussel en in Den Haag. In 1848 werd bij de grondwetswijzi ging de datum vervroegd tot de derde Maandag in September. Dit gebeurde omdat anders de tijd te kort zou zijn om voor 't einde van het jaar de rijks begroting afgehandeld te krijgen. In 1887 tenslotte werd de derde Maandag in September veranderd in de derde Dinsdag. Ook deze wijziging was er een van praktische aard: Verafwonen- de kamerleden moesten, wilden zij op Maandag bijtijds in Den Haag zijn, op Zondag reizen en daartegen bestonden ernstige bezwaren. Ridderzaal was verwaarloosd. Niet altijd is de 7 eeuwen oude, op last van Floris V gebouwde, Ridder zaal de plaats van samenkomst ge weest voor de plechtige openingszit ting van de Staten-Generaal. Dat zou, driekwart eeuw geleden, onmogelijk zijn geweest, want de prachtige Rid derzaal was toen zo ernstig verwaar loosd, dat de houten kap volkomen weggerot was en men in de stenen vloer een geul had moeten hakken om het regenwater af te voerenPas aan het einde van de 19e eeuw ging de Overheid wat meer aandacht besteden aan de historische gebouwen. De Rid derzaal werd in oude luister hersteld en in 1904 sprak Koningin Wilhelmina de troonrede voor het eerst uit in de oude grafelijke zaal. Gouden koets: Amsterdams ge schenk. Ruim een halve eeuw vervult dus de Ridderzaal een belangrijke rol in het plechtige gebeuren op de derde Dinsdag in September en hetzelfde kan gezegd worden van de befaamde gou den koets, die nog niet zo oud is als menigeen wel denkt: in September 1903 werd dit koninklijk rijtuig voor het eerst gebruikt. Het was een geschenk van de Am sterdamse burgerij aan de jonge Ko ningin Wilhelmina ter gelegenheid van haar troonsbestijging. Het idee om de Vorstin een statiekoets aan te bieden als huldeblijk, ontstond in een buurt vereniging in de Jordaan en vond gro te bijval bij de gehele bevolking van de hoofdstad Gebroeders Spijker de latere fa brikanten van de eerste Nederlandse automobiel en zij slaagden erin, niet alleen een rank en sierlijk uiterlijk aan de koets te geven, maar tegelijker tijd rekening te houden met allerlei practische eisen. De Koningin had bijv. de wens te kennen gegeven, dat de koets hoog genoeg zou zijn om de mensen langs de weg goed te kunnen zien, terwijl omgekeerd de toeschou wers ook gemakkelijk naar binnen zou den kunnen kijken. Versierd met symbolische voor stellingen. De gouden koets die in Rotter dam op de E 55 door honderdduizenden is bewonderd is versierd met tal van symbolische voorstellingen. Op de kap van de koets wordt de kroon van Oranje, rustend op een kussen met de koninklijke scepter en het rijks zwaard, hooggehouden door vier fi guren, die respectievelijk de handel, ar beid, scheepvaart en landbouw, vier belangrijke elementen van onze wel vaart voorstellen. Op de zijvlakken van de koets treft men schilderingen aan, die de hulde van Nederland en de hulde van de ko loniën voorstellen. Aan de achterzijde is de historie in beeld gebracht, aan de voorzijde eter toekomst. De wielen van de koets, in fraai smeedwerk uitgevoerd, zijn als zonnen, waarvan de stralen de glans voorstel len, die van het Koninklijk Huis uit gaat. De scharnieren van de deuren dragen de beeltenissen van de leeuw symbool der kracht en van de uil, de symbolische voorstelling der wijp" heid. En zo is de gehele koets verfraaid met zinvolle versieringen. Sprookje van derde Dinsdag. De gouden koets en de bijzon dere sfeer in de historische Ridder zaal, het geschitter van gala-uniformen, het militair eerbetoon en de muziek van militaire korpsen, die tezamen de plechtige opening van de zitting der Staten-Generaal tot 't „sprookje van de derde Dinsdag" maken, hebben ook deze week weer zeer velen naar Den Haag doen trekken. En zo was ook deze „Prinsjesdag" weer een grootse mani festatie van trouw aan het Koninklijk Huis, 'n plechtige ontmoeting van vor stin en volk aan het begin van een nieuw jaar van parlementaire werk zaamheid. Pronkstuk van Nederlandse kunst nijverheid. Een bizonderheid van de gouden koets is, dat het een door en door Nederlands werkstuk is geworden; op het verguld sel na was vrijwel al het nodige mate riaal uit eigen land afkomstig. Het beeldhouwwerk, 't kunstsmeedwerk en de beschilderingen werden aangebracht door Nederlandse kunstenaars, terwijl Amsterdamse meisjes en vrouwen on der bekwame leiding het kunstnaald werk voor hun rekening namen. De koets zelf werd gebouwd door de RUSSEN WINDHONDENBACE'S. Aan de nationale kampioenschappen voor windhonden op de lange baan {475 m.) werd j.l. Zondag o.a. ook deelgeno- men door Tobiac van Joh. Wesselink, die een opmerkelijk resultaat boekte, niet alleen doordat Tobiac tot de finale wist door te dringen, maar de tweede plaats wist te veroveren, hetgeen in het sterk bezette veld een fantastische prestatie mag worden genoemd. Tobiac, die maar heel weinig onderdeed voor de winnaar, werd gehandicapt door het feit, dat de nog tamelijk jonge hond relatief minder geroutineerd was. Na een spannende course wist de snelle hond zich in de fi nale te plaatsen met andere bekende honden, zoals Mighti chancer van de heer Schouten uit Oostzaan, Soko van de heer van Eijsden üit Amsterdam en Lacctow van de heer Pleizier uit Vlaar- dingen. Na een enerverende race plaat ste Mighti Chancer zich als eerste en 2e werd Tobiac; 3e werd Soko en 4e Lacc tow. Het resultaat van Tobiac springt nog sterker in het oog als rekening ge houden wordt met het feit, dat de win naar een onlangs geimporteerde hond uit Ierland is. Wellicht krijgt de heer Wesselmk nog dit jaar een kans om te bewijzen, dat Tobiac ook in staat is deze sterke hond te verslaan, hetgeen dan voor de heer Wesselink en voor de Rijssense wind hondenvereniging, een van de pioniers van de windhondenrensport, een hele eer zou zijn, MOOIE OPBRENGST COLLECTE. De collecte voor het t.b.c.-fonds van „Draagt Elkanders Lasten" heeft de zeer mooie som opgebracht van f 1080.04. Dit is ruim f 103.— meer dan het vorig jaar. Dit verheugende resultaat werd naast de milde gevers bereikt door het werk van de ruim 50 collectanten, die allen bij zonder enthousiast zijn geweest. De commissie dankt allen zeer harte lijk voor de ondervonden medewerking.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1955 | | pagina 2