Slag Ik sterft omdat ik een brood gestolen heb. BELASTING om de alcohol in Zweden Waterschap «De Schipbeek» Twaalf schoten knalden over de vors tige vlakte en veroorzaakten de dood van Eddie Slovik. De handen van de mannen, die de executie uitvoerden, tril. den: ergens ook sloegen de kogels in hun ziel gaten, die nooit meer zouden helen. Eddie Slovik was een Amerikaans dienstplichtig soldaat, precies als zij. Het verschil tussen hen en hem was, dat hij welbewust uit het leger was ge deserteerd op het moment, dat zijn le gergroep wanhopig trachtte het Kerst offensief van Von Rundstedt tot staan te- brengen. Een dodelijk verschil, want in dit fatale, beslissende uur moest een voorbeeld worden gesteld. Tienduizen den andere soldaten waren vóór hem weggelopen, maar de ongelukkige Eddie Slovik deed het in een ogenblik, dat letterlijk geen man kon worden gemist. De krijgsraad die zün zaak behandel de, had niet veel tijd nodig om tot een beslissing te komen: Eddie Slovik zou zijn desertie uit het leger moeten boe ten met een moedwillige verlating uit het leven Lang geloofde de ongelukkige niet dat dit verschrikkelijke besluit zou worden uitgevoerd. Maar toen hij op 'n grauwe, koude Januarimorgen in 1945 uit zijn cel werd gehaald om te midden van het executie-peleton naar de plaats van de terechtstelling te marcheren, wist hij, dat hij de dood niet ontkomen kon. Ik stal een brood. Steeg er een schreeuw op naar zijn keel? Barstte hij in tranen uit? Was er nu angst in hem, haat of verachting? Verzette hij zich? Nee. Hoewel elke stap hem dichter bracht bij de dood, had Eddie Slovik zichzelf in zijn macht. De sergeant, die het exe cutie-peleton aanvoerde, vertrouwde de ze onwezenlijke rust en koelbloedigheid niet. „Probeer je goed te houden, Ed die", vroeg hij de ter dood veroordeelde met een stem, die niet de zijne was. „Probeer het, voor jezelf en voor ons!" Het antwoord van Eddie Slovik was even onverwacht als verrassend: Maak je over mij maar niet ongerust, Frank. Heus ik voel me best. Weet je, ze gaan mij niet doodschieten, omdat ik uit het leger ben gedeserteerd. Dat heb ben immers duizenden jongens gedaan en ze leven nog. Nee, ze schieten mij dood vanwege het brood, dat ik gestolen heb, toen ik twaalf jaar oud was! Toen msarcheerde Eddie Slovik ver der. Met een vaste, besliste stap en een gezicht dat beter nog dan zijn woorden uitdrukte, hoe zeer hij zich de oorzaak van zijn dood bewust was. Een simpel brood, dat hij stal toen hij nog een kind was en honger had In welke trieste, hopeloos-verminkte gedachtensfeer kom je terecht, wanneer je deze overtuiging voor ernst moet ne men. William Bradford Huie, die de ge gevens over dit „geval" verzamelde en neerlegde in zijn boek „The Execution of private Slovik" toont met krachtige en voor onze maatschappij tegelijk be schamende argumenten aan, waarom wij in de getuigenis van deze eenvoudi ge soldaat wel geloven moéten. Dieper in de put. Eddie Slovik groeide onder armelijke omstandigheden op ten tijde van de economische crisis, die sterkeren en be teren dan hij tot vertwijfeling bracht. De honger kwelt hem en hij pakt een brood weg. De maatschappij, die hem niet voeden kon of wilde, straft hem zwaar voor deze euveldaad. Het is Ed die's eerste aanraking met de wreken de Justitie, maar niet de laatste. Met de economische crisis in zijn land stygt de crisis in Eddie Sloviks innerlijk. Hij moet leven, maar hij weet niet waarvan. In z.ijn nood vergrijpt hij zich opnieuw aan andermans eigendom. Het zijn slechts luttele dollars, maar het ant woord van de beledigde maatschappij is niet zo gering. Vijf lange, onbarmharti ge jaren brengt Eddie door in een „op voedingsgesticht" waar zijn moreel nog meer wordt geknakt en aangevreten. Is deze Eddie Slovik een misdadiger? Nee, hij is volgens zijn biograaf het gewillige slachtoffer van een tijd, die verlicht heet, maar zijn eigen kinderen niet te voeden en te leiden weet. Naar het front. Eddie ontmoet een meisje en zij is 't die hem opheft, inspireert en leidt. Voor het eerst in zijn jonge, moeilijke zouden aanvallen, toen Duitsland Rusland binnenviel; 5 het niet toelaten van buigzamer operaties in Rusland en het niet behandelen van de Oekrainers, Witrussen en Balten als geallieer den; 6 het niet er in slagen snel troepen te concentreren tegen het gealli eerde bruggenhoofd in Norman- dië; 7 gebrek aan samenwerking met de Italianen en Japanners. Als Ach ja, als een mens in zijn leven eens acht kapitale fouten niet maak te, wat zou die mens dan wel niet kunnen zijn. leven is hij voluit gelukkig. Hij heeft een baan en een vrouw gevonden en hiermee een beschut en zinvol bestaan. Maar dan roept het leger hem weg. Het is oorlog en ook de jonge Slovik moet naar het front. In de 372 dagen, dat hij soldaat is, deelt zijn biograaf mee, schrijft hij 376 brieven aan zijn vrouw. Overgelukkig als hij is, kan Eddie Slovik niet op tegen het geweld van de wereld, die hem nu omringt. Elk hard geluid verschrikt hem en tast zijn toch al geschokte zenuwen nog verder aan. Hij moet hier vandaan, weg, ver weg van die verschrikkingen, spanningen en wreedheden, die tezamen een oorlog vormen. Hij wil terug naar huis, naar de enige plek, waar hij zich veilig en begrepen voelt. Eddie Slovik deserteert. Volbewust en omdat hij zonder angst wil leven. Maar weer grijpt de maatschap pij in en nu eist zij zijn leven. Al dege- enen, die de voltrekking van dit dood vonnis bevorderden, waren op de hoog te van Eddie Sloviks strafregister. Er is zo stelt Huie uitdrukkelijk, geen rede lijke twijfel mogelijk aan het feit, dat deze wetenschap op hun beslissing van invloed was. Had Eddie Slovik een blanco strafregister gehad, hij zou nu mogelijk nog hebben geleefd. Nu ligt hij onder een steen zonder naam, met moordenaars en andere misdadigers be graven op een stuk grond, dat door dicht struikgewas aan het oog van de rechtvaardige wordt onttrokken. Uitge stoten ook na zijn dood. En dit mede door een brood, dat hij stal, toen zijn maag leeg was en de maatschappij hem óók alleen maar stenen te bieden had. Eén van veren- Het drama van Eddie Slovik is een van de vele, die het leven oplevert. Het is de tragiek van een zwakke, over gevoelige natuur, die als kind al niet tegen het bestaan met zijn vele, gecom pliceerde eisen was opgewassen. Die het slachtoffer was van omstandig heden, waaraan hij zelf geen schuld had, maar waaraan hij niettemin onder geschikt was. De trieste geschiedenis van een mens, die even goed ónze naam had kunnen dragen Maar wij stalen geen brood en evenmin verduisterden we ooit geld, zeggen we misschien. Nee, maar wij hadden waarschijnlijk ook nooit honger en even min zwalkten we in hopeloze armoede en verlatenheid over de straat, koud en eenzaam, zoals alleen een kind in een grote stad eenzaam kan zijn. En kenden we de verleidingen niet, waaraan een mens blootstaat, die normaal niet aan de slag kan komen en zich dan lang zaam, rpaar onweerstaanbaar voelt weg zuigen in de poel, die „misdaad" heet, maar in vele gevallen met „menselijke onmacht" beter is benaamd Eddie Slovik was geen geboren mis dadiger en toch verviel hij tot de mis daad. Wij, U en ik en onze kinderen zijn evenmin geboren misdadigers, maar precies als in zijn geval, houdt zulks niet in, dat wij op het rechte pad zul len blijven als de omstandigheden zich eens tegen óns keren. Het is een waar heid, die voor ieder mens geldt en die even reëel als leerzaam is. Leerzaam in deze zin, dat wij op het gebied van de misdaad niet kunnen en mogen den ken alleen in termen van veroordeling en vergelding. Door het laatste te doen, negeren we immers hard en kortzichtig de onvolkomenheden in onze maatschap pij en in onszelf. Staat niet waar schuwend en bezwerend boven de eeu wen het Evangelie-woord: „Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen"? Brood voor stenen. Wie zou na het bovenstaande in alle gemoedsrust stenen durven werpen naar de nagedachtenis aan Eddie Slovik? De maatschappij in zijn gespletenheid, willekeur en onmacht deed en doet zulks. Maar wij? U en ik Zouden wij hier in plaats van stenen niet liever brood willen zien Brood en begrip voor Eddie Slovik en degenen, die zijn of worden zoals hij, Maar Eddie Slovik is dood. Gedood door de maatschappij, die hem niet te voeden, te kleden en te leiden wist. Er zijn evenwel anderen dicht in onze ei gen omgeving, die dat begrip en die steun ook behoeven, willen ze niet van kwaad tot erger vallen. U moest eens kunnen praten met de vrouwen en mannen van onze Reclasseringsinstel- lingen, die in de misdadiger de méns leerden zien. Midden in de harde, maar vruchtbare practijk hebben zü geleerd niet domweg halt te houden voor het praedicaat „misdaad en misdadiger"; lie ver dan te veroordelen', zoeken zij naar middelen en wegen om die ontspoor den terug te voeren naar een eerlijk, proper en opbouwend bestaan, en wel in de klare, inspirerende- wetenschap, dat hiermee die mens én de samenleving waarin hij struikelde, het best zijn ge diend. Dit is Christendom, dit is mensenmin in zijn sterkste en schoonste vorm. U zou Eddie Slovik het brood en het begrip dat hij nodig had, niet geweigerd heb ben? Wel, deel het dan uit aan die an deren, die zijn als hij was. Door een simpele gift op de aanstaande Natio nale Reclasseringsdag. U bent er dan zeker van, dat door U een méns wordt geholpen en een gelukkiger besef is er stellig niet! Leo Uittenbogaard. De eeuwig loerende demon Vanaf de oudste tijden tot op he den werd de schroef met regel matige tussenpozen aangedraaid. Bij het woord belasting lopen de meesten de rillingen over de rug. Het is eigenaardig, maar belastingen zijn nooit populair geweest, ook niet in onze tijd, terwijl de hedendaagse mens toch heel goed weet. dat het geld, dat wij gezamenlijk opbrengen, praktisch geheel te onzen eigen bate wordt ge bruikt. Wanneer wij geen belasting be taalden, zou de staat over geen cent kunnen beschikken en zouden wij over onverlichte en door verwaarlozing on begaanbare wegen moeten gaan, kort om de overheid zou totaal niets kun nen doen voor het algemeen welzijn en wij mogen verwachten, dat er geen en kele particulier of groep zou zijn, die uit philantropische overwegingen deze taak overnam. Toch zijn belastingen impopulair en vermoedelijk vindt dit zijn oorzaak in een bijna erfelijk geworden afkeer van de bijdrage aan de overheid, aangezien in vroeger tijden de gewone man meer dan eens op onverantwoorde wijze werd uitgeperst. In oude tjjden. In de Bijbel lezen wij reeds welke belastingen in de vroegste tijden in Is raël werden geheven. Ook toen klaag de men en wij zijn nu geneigd te me nen, dat deze mensen geen reden tot klagen hadden. Zij brachten toch niet meer dan de tienden op en wij ver zuchten: „Was het nu maar zo!" Onder de Israëlitische koningen werd het anders. Men betaalde hoge belas tingen, geheel of gedeeltelijk in natura, soms in edele metalen ofdoor he rendiensten, dat wil zeggen door per soonlijke arbeid in dienst van de over heid, waarvoor men geen beloning ont ving. In oorlogstijd kwamen daar de oorlogsbelastingen bij en dan werd in derdaad de schroef wel zeer sterk aan gedraaid. Dit was echter niets vergeleken bij de belastingen of schattingen, die opge bracht moesten worden onder vreem de heersers. Een vorm van ware af persing. De vorsten, die zo min moge lijk moeilijkheden wensten bij het in nen van de belasting, verpachtten de ze. De pachters stortten de gewenste som en moesten maar zien, dat zij het geld van de bevolking terug ontvingen. Nu, dat was hun wel toevertrouwd. De meesten werden er schatrijk van, om dat ze veel meer terugeisten dan zij zelf gestort hadden. Grote delen van de oogst dienden tevens als belasting afgedragen te worden. Grieken en Romeinen. De Grieken bestreden een groot deel van hun staatsuitgaven uit de opbrengst der domeinen, mijnen, slavenarbeid en schattingen aan overwonnen volkeren. De ambtenaren genoten geen salaris en werden geworven uit de welgestelde stand. De vrije burger was niet be lastingplichtig. Slechts voor slaven diende men per slaaf 'n bepaald bedrag per jaar te be talen. De Griek beschouwde belasting op zijn grond, op de inkomsten uit zijn beroep of op zijn persoon, als een vorm van tirannie. De tollen vormden in het oude Grie kenland een belangrijke bron van in komsten voor de staat. Er werden hoge in- en uitvoerrechten geheven, waar door de staat toch aan het benodigde geld kwam. Ook de Romeinen kenden de belas ting en wel in een vorm van vermo gensbelasting. Om de vijf jaar werd 'n schatting gehouden van alle burgers. Men moest dan alle tot. zijn familie behorende personen opgeven, vrijen zo wel als slaven, aantal en grootte der landerijen en kudden, kortom zijn ge hele vermogenspositie. Aan de hand van deze gegevens werden de Romein- -se burgers in vijf klassen verdeeld, die naar verhouding werden belast. Wie 'n valse opgave deed, kwam voor de beul, geen halve maatregel dus. Later, toen de Romeinse staat door de vele ver overingsoorlogen een constant gebrek aan geld had, werden ook belastingen geheven op verhandelbare goederen als zout en dergelijke, terwijl bovendien tol-, successie- en beroepsrechten en verschillende cijnzen werden geheven. De latere ontwikkeling. Van Karei de Grote weten we reeds, dat hij koninklijke rechten op de han del hief, terwijl zijn ambtenaren in de verschillende gouwen door de inwo ners moesten worden betaald. Legers, die hij ergens stationneerde, moesten door de bevolking van die streek wor den onderhouden en hieruit groeide in de loop der tijden regelmatige be lastingen, die wij wereldlijke belastin gen noemen. De kerk hief reeds sinds eeuwen ook belastingen in de vorm van bijdragen voor verschillende geestelijke bedienin gen als doop, huwelijk, begrafenis etc. In de loop der tijden werd de belas tingdruk, uitgeoefend door kerk en we reldlijke overheid verschrikkelijk zwaar. Boven deze belasting hieven dikwijls ook de plaatselijke heren nog belas ting, zodat het voorkwam, dat de mid deleeuwse burger geen voet kon ver zetten of het kostte geld. Hij moest be talen voor het gebruik maken van de weg, het oversteken van een rivier, voor het recht voétganger te zijn, voor CÖCI0C^0ra0OCK)<X)0O0!0a00K)G0 8 Ter gelegenheid van ons 12Yz--jarig huwelijks- Q feest op Zondag 11 September a.s. geven wij q g gelegenheid tot feliciteren op q q Maandag 12 Sept. d.a.v. na 4 uur aan huis. q 0 H. J. HARTSUIKER 8 W. M. HARTSUIKER-KOLKMAN g CKJCSO'JOOiOOÉOCXJQOCXJCiOQOCOW CANDIDAATSTELLING Het Dagelijks Bestuur van het Waterschap ,.De Schipbeek" brengt ter openbare kennis, dat in de week van 25 September t.m. 1 October 1955 can- didaten gesteld kunnen worden ter vervulling van de vacatures in het Verenigd College, wegens periodieke aftreding per 1 Jan. 1956, van de heren: H- J. ROERINK voor het kiesdistrict Haaksbergen. G. E. KORMELINK te Rietmolen en G. W. LOO- MAN te Neede voor het kiesdistrict Neede. A. J. SLIGMAN en H. KOTTELENBERG voor he+ kiesdistrict Markelo. H. J- HAZEWINKEL te Laren en H. BELDMAN te Holten voor het kiesdistrict Bathmen. Formulieren voor deze candidaatstelling zijn kos teloos verkrijgbaar op het kantoor van het water schap te Markelo. Voor de vele blijken van belangstelling, die wij van familie, buren en kennis sen ter gelegenheid van ons gouden huwelijk heb ben ontvangen, zeggen wij langs deze weg harte lijk dank. A. NIJENHUIS G. D. NIJENHUIS- PASOP Holten, Sept- '55. Biggen te koop» w.o. B.B- zeugjes, bij G. J. Rensen H.Wzn., Espelo 79, Holten. Gevraagd voor 3 of 4 d. p. week Net Meisje als hulp in de huishouding, zelfst. kunnende werken, bij Wed. alleen. Liefst ouder dan 25 jaar. Wed- G. D. Müller, Dorps straat 63, Holten. het meevoeren van een lastdier, voor het gebruiken van een voertuig, voor het bezoeken van een markt, voor het bijwonen van kerkdiensten, voor het binnengaan en verlaten van 'n stad, voor het recht handel te drijven, voor het uitoefenen van een beroep, kort om voor bijna alles. Een grote onbillijk heid bleef, dat in verschillende lan den adel en geestelijkheid vrij waren van belasting betalen. Dit heeft eeuwen geduurd, totdat er in de 18e eeuw ver andering in kwam. Honderd maal zoveel. Steeds sterker werden de stemmen, die om rechtvaardigheid riepen en zo kwam het, dat in die periode getracht werd om te komen tot een billijke ver deling van de staatslasten over alle burgers. Hier heeft in de loop der tij den ook wel een en ander aan geman keerd, maar het streven was lofwaar dig en men poogde de belasting zo danig te verdelen, dat 'ieder zo min mogelijk last had en de staat toch aan zijn trek kwam. Dat dit tot op heden nog niet gelukt is, weten we en dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat de staatshuishouding steeds duurder werd. Wanneer wij weten, dat in het jaar 1850 de staatsontvangsten in totaal 60 milli oen beliepen en momenteel ruw ge schat 6.000 millioen, dan zien we wel waar de schoen wringt, al moeten we rekening houden met het verschil in levensstandaard in 1850 en nu. Wij be talen gemiddeld per hoofd ongeveer honderd maal zoveel belasting als in 1850; dit zegt wel iets. Gelukkig leven we in een democrati sche staat, waar regelmatig rekening en verantwoording van staatsuitgaven en inkomsten worden afgelegd, zodat we tenminste weten wat er met onze offers gebeurt. Vroeger was dat anders. Men betaal de en men zag er niets van terug, al leen vorsten en adellijke heren zag men goede sier maken van de pen ningen van de burgers. Zo boekten we toch in zekere zin een vooruitgang! De beruchte „borreikaart" wordt ingetrokken. Sterke benen no dig om de weelde der vrijheid te kunnen dragen. De Zweden drinken graag. De koning drinkt appelsap, de koningin bier en ro de wijn, de rest van de bevolking voor al brandewijn. Wat niet verhindert, dat melk de nationale drank aan tafel is. Net zoals men zoete bloedworst en zure haring op de spijskaart vindt. Maar sterke drank was tot nu toe streng gerantsoeneerd. In de restau rants kon men op bepaalde uren een glaasje krijgen en alleen in combina tie met een maaltijd. Dames kregen maar een half rantsoen en thuis mocht men hoogstens drie flessen per maand verteren. Men kreeg tenminste niet meer dan dat op de rantsoenerings-' kaart in de staats-alcoholzaken, die het monopolie hielden voor alcohol. Een misstap en de kaart werd ingetrok ken; de eigenaar naar de zwarte markt verwezen. Het was een systeem, deze rantsoe neringen, dat statistisch juist was, maar in de praktijk precies tot het te gendeel leidde van wat men had ge hoopt: beperking van het drankmis bruik. Het alcoholgebruik per hoofd daalde weliswaar, maar het aantal drankmisbruikers steeg. Ook het aan tal drinkers. Wie vroeger niet dronk, vond, dat hij in ieder geval zijn rant soen maar moest kopen. Alcohol werd schaars en hoe strenger de rantsoe nering, des te groter werd het verlan gen naar de verboden roes. Voorzich tige officiële schattingen toonden aan, dat één op de tien Zweedse loontrek kers bij de 200.000 mensen behoort, die worden verdacht van alcoholmisbruik. Meer dan 20.000 Zweden staan bekend als gevaarlijke kwartaaldrinkers, onder voortdurend toezicht, 2000 bevinden zich in de inrichtingen, waar men tracht deze ongelukkigen te genezen. Een der de deel van alle echtscheidingen is ge baseerd op drankzucht van de partner, de helft der verkeersongevallen komt ten laste van alcoholisten, twee van de drie jeugdige misdadigers handelden in dronkenschap. Het hele systeem was dus een trieste mislukking. Na acht jaar werken heeft de „nuch terheidscommissie" de regering de her vormingsvoorstellen voorgelegd voor bestrijding van het drankmisbruik en het parlement heeft na vurige debat ten besloten de alcoholverkoop vrjj te geven van 1 October 1955 af. Tegelij kertijd heeft men een paar millioen kronen geïnvesteerd in 'n onthoudings campagne. Men wil de val in de vrij heid opvangen met een paar stootkus sens, omdat men bezorgd is over de mogelijke gevolgen van de plotselinge vrijheidsroes. Tegelijkertijd vraagt men zich af, wat nu eigenlijk de oorzaak is van die Zweed se dorst. De voorlopige diagnoses zijn onbetrouwbaar. Velen beroepen zich op 't slechte klimaat. Maar diezelfde „ver klaringen" vinden ook deEuropese planters in Indië en Afrika voor hun te hoge whiskeyverbruik. Er werd vast gesteld, dat men aan de Evenaar even veel drinkt als aan de Pool-cirkel wanneer men zichzelf niet in de hand heeft. Anderen willen de oorzaak zien in de traditie van de Vikingers. Velen beschuldigen ook de lange winternach ten, de slechte aanpassing van de boe renbevolking aan het stadsbestaan, ver der nog de goede verdiensten en de ge borgenheid in de welvaartsstaat. De „vrijheidskuur". Waarschijnlijk is het Zweedse alco holisme ontstaan onder iets van al deze invloeden. Zeker is, dat het werd ver hoogd door de drastische beperkingen van de rantsoenen in de laatste veertig jaar. Nu wil men het proberen met een vrijheidskuur. De onthouders vre zen een catastrophe. Zij hebben blijk baar geen vertrouwen in hun „natte" medeburgers en voeren allerlei „droge" argumenten in het veld tegen de ge vreesde orgiën op de dag van de ko mende „October-r evolutie". Plakkaten en bladzijden vullende ad vertenties, brochures en bulletins, ma nen tot nuchterheid. In de bioscopen lopen waarschuwende korte films. Onthoudingsorganisaties houden mas sa-vergaderingen; alle politieke partijen steunen de voorlichtingsstrijd. De minister van financiën, zelf melk- drinker, wrijft zijn handen, omdat hij de accijns op alcohol mocht verhogen. Men belooft een reductie van 50 pet. op verzekeringspremies van automobilis ten, door op het etiket te zetten: „Denk aan je vrouw" of „Vergeet je kinderen niet". Automobilisten krijgen een in signe, dat ze op tafel kunnen leggen, zodat de kellner geen sterke drank ser veert. Met andere woorden: men doet alles om de burger zijn verantwoordelijk heid te ontnemen zo critiseren de minder bange doorsnee-drinkers, die de mening zijn toegedaan, dat zelfcontrole niet met propaganda kan worden ge leerd. „Deze onzinnige barricadegevech ten zijn naïef en zouden bovendien nog w-el eens heel verkeerd kunnen uitpakken", zei een arts, die alcoholis ten behandelt, „niemand heeft het recht om voogd te spelen over zijn medebur ger. En hoe minder drukte men maakt over deze veranderingen, hoe beter". „Zoveel lawaai over een glaasje je never", vinden de nuchter-denkende, (maar af en toe him cognac op prijs stellende) Zweden; „als de Denen en Noren en Hollanders en Engelsen de verlokkingen van vrije alcohol kunnen weerstaan waarom dan de Zweden niet?" Ook achter U rijdt het verkeer. Vergeet dat toch niet telkens weer. VEILIG VERKEER. Fietst niet in rijen naast elkaar, U brengt Uzelf in groot gevaar. VEILIG VERKEER.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1955 | | pagina 3