Van het Binnenhof
Onder de drukke Parijse
boulevards ligt dodenstad
der Catacomben
Marktverloting
Wie de natuur
ontsiert, geeft blijk
van gebrek aan
beschaving
amid
i nit;,
■s he
Suriname en de Antillen gelijk-
waardige partners in het konink-
1 on! rijk- Na spannend debat het
Statuut aanvaard.
1 Op 16 Juli j.l. heeft voorzitter Korten-
horst de laatste vergadering voor het
Izomerrecès gesloten. Dus nog niet de
./laatste vergadering van het zittingsjaar,
n Zt':dat op de derde Dinsdag in September
fjaltijd weer een nieuw begin vindt. Nee,
Vfop veertien September komt de Tweede
iUV!fcmer nog voor een paar dagen bijeen
de Middenstandsnota te behandelen.
iDat wordt dus voor onze middenstan-
™|ders een belangrijke dag.
De laatste vergaderdagen voor het
zomerrecès zijn overigens de spannend-
re este geweest van het gehele seizoen. Nie-
fHJmand had verwacht, dat de behande
ling van het „Statuut voor het Konink-
Jrijk der Nederlanden" een zo onver-
"jwacht verloop zou hebben. Het debat,
afdat twee dagen duurde, heeft van het
^jbegin tot het einde een sensationeel ka
rakter gedragen.
l In dit belangrijke statuut wordt de
I verhouding geregeld tussen Nederland,
teuti de Nederlandse Antillen en Suriname.
a» De twee laatste gebiedsdelen hebben al
23Jsinds 1946 met ons onderhandeld om een
i, "/zelfstandig leven te kunnen leiden.
Daarop hadden zij recht. Vanuit Lon-
•eur; den was dit beloofd. Maar de situatie in
[n Jlndonesië bracht een kink in de kabel.
j De Indonesische politiek slokte de Re-
iaJj gering dermate op, dat de West er de
kam duPe van dreiê(de te worden. Men heeft
;1 itoen een aantal tussen-regelingen van
kracht laten worden, waardoor aan
naJ deze gebiedsdelen toch zelfbestuur ge-
0J schonken werd. En nu is in dit statuut,
hem waar heel lang over onderhandeld is,
r?J dit zelfbestuur definitief geworden. Zo-
I J wel Suriname als de Antillen is baas
jssti geworden in eigen huis. Zij kunnen zelf
,n orde op zaken stellen. Maar op enkele
nJ belangrijke punten, b.v. het buitenlands
rer beleid en de defensie, zijn zij niet vol
eind' autonoom en moeten zij met ons
samenwerken. Zo zijn Suriname en de
Nederlandse Antillen gelijkwaardige
partners in het koninkrijk geworden. Er
i is een einde gemaakt aan het historisch
samengaan. Een vrijwillig samengaan is
j J daarvoor in de plaats gekomen. En het
h| behoeft geen betoog, dat dit vrijwillige
samengaan voor ons waardevolle ele-
g menten bevat. Nu zijn er wellicht cyni-
va! sche lezers, die menen dat Nederland
Ptre zijn wil aan de West heeft opgelegd en
dez< dat Suriname en de Nederlandse Antil-
retï len van meet af aan naar de pijpen van
l. de Nederlandse regering hebben moeten
ingt dansen. Niets is echter minder waar, de
[iels feiten bewijzen dat. In 1946 hebben de
i tif gebiedsdelen in de West vrijwillig hun
keus mogen bepalen. En die keus was
duidelijk. Zij wilden bij Nederland blij-
H ven. Hoewel de onderhandelingen vaak
lSe| een moeilijk verloop hebben gehad, valt
a v het niet te ontkennen, dat men in de
1 West aan dit uitgangspunt getrouw is
MiK gebleven. Ook daar is wel een bewijs
zijl voor te leveren. Nederland moet elk
veti' jaar aan de Verenigde Naties rapporten
mgt over de Antillen en Suriname uitbren-
vóoj gen. Het staat nu eenmaal in het Hand-
yj vest dat alle landen, die niet-zelfbestu-
J rende gebieden besturen, daarover rap-
porten moeten uitbrengen. Maar zeer te-
§'e recht hebben wij ons op het standpunt
gesteld toen de interimregelingen
^ai van kracht waren geworden dat men
mei in de West wel degelijk zelfbestuur
rde] heeft. De Verenigde Naties bleven ech-
val ter van mening, dat wij tot rapportage
virj verplicht bleven. Wij weigerden even-
aai wei en de vertegenwoordigers van de
ieefj West verdedigden ons standpunt op de
J Algemene Vergadering. In deze tijd, die
•fldi] voor ons moeilijk was> zou West
J gemakkelijk het aanvankelijk ingeno-
*aeo men uitgangsstandpunt hebben kunnen
we] prijsgeven door mede te delen, dat mèn
va! de volledige onafhankelijkheid verkoos
boven het gelijkwaardig partnerschap in
het koninkrijk. Dit is niet gebeurd.
Voor de aanvaarding van het Statuut
was tweederde van het aantal uitge
brachte stemmen nodig. Het lot van het
ontwerp hing aan een zijden draadje. Zo
dacht men althans. Zieke Kamerleden
werden haastig opgetrommeld. Vacan-
ties werdén plotseling onderbroken. De
heer Nederhorst (Arb.) spoedde zich per
vliegtuig uit Toulon naar 't Binnenhof,
want zijn stem zou de doorslag kunnen
geven. Maar toen eenmaal die eindstem
ming werd gehouden, bleek Dr Schou
ten in zijn fractie geheel alleen te staan.
Geeneen andere A.R. deelde het grond
wettelijk bezwaar. Deze leden zullen
wel geredeneerd hebben, dat meer spra
ke moet zijn van juristerij dan van een
gewetensconflict. De bezwaren van Dr.
Schouten tegen het gemakkelijk wijzi
gen van het Statuut deelden zij wel.
Maar deze bezwaren vonden zij niet zo
overwegend, dat zij de ramp van de
verwerping moesten inhouden. En met
deze ommezwaai die pas bij de stem
ming bleek was de spanning ver
dwenen. Het Statuut werd aangenomen
met 7519 stemmen. De balans was als
volgt: Vóór stemden: P.v.d.A. K.V.P.,
C.H. (met uitzondering van de heer
Schmal), A.R. (behalve de heer Schou
ten) en Mevr. Fortanier-de Wit (V.V.D.).
Alle andere Kamerleden stemden tegen.
Afwezig waren de heren Koersen en de
Graaf (K.V.P.), v. d. Heuvel en Gerbran-
dy (A.R.), Vorrink (Arb.) en de Groot
(C.P.N.).
Na dit spannend verloop is de Kamer
opgewekt aan haar recès begonnen,
zij heeft dat stellig verdiend. Maar de
meest opgewekte man, die de Kamer op
die 16e Juli heeft verlaten, was onge
twijfeld Minister Kernkamp, die zijn
politieke carrière bijna zag mislukken,
waardoor het resultaat van een belang
rijk stuk levenswerk nog op 't laatste
moment vernietigd zou worden.
OMZETTEN BLIJVEN ZICH GUNSTIG
ONTWIKKELEN.
De geldomzctten in het midden- en
kleinbedrijf blijven, volgens een over
zicht van het Économisch Instituut voor
de Middenstand, zich op
een hoger nivedu bewegen,
dan in de gelijke'perioden van 1953. Dit
is ook in Mei het geval geweest. De sterk
ste stijging ten opzichte van Mei 1953
kwam voor in de sector der duurzame
consumptiegoederen, waar de detailhan
del in meubelen en dergelijke een omzet
stijging te zien gaf van
16 procent.
In deze sector werden ook hogere om
zetten geboekt in de detailhandel van
huishoudelijke artikelen met 9 percent,
boeken met 7 percent, textielwaren met
6 percent, kantoorbehoeften met 3 per
cent en schoeisel met 2 percent.
Ook in de sector der voedingsmiddelen
werden over het algemeen
hogere geldomzetlen
geregistreerd. In het slagers- en zuivel
bedrijf bedroegen de omzetstijgingen 8
percent ten opzichte van Mei 1953. De
groentehandcl zag zijn omzet met 7 per
cent stijgen en de kruideniers 4 percent.
Bij de genotmiddelenbedrijven waren
de omzetstijgingen wat minder. In de
detailhandel in alcoholhoudende en alco
holvrije dranken en in het banketbakkers
bedrijf stegen zij nog met respectievelijk
6 en 4 percent.
De tabakswinkeliers ondergingen echter
een omzetdaling van 2 percent. Van alle
winkeliers in Nederland spannen de op
ticiens wel de kroon met een omzetstij
ging van niet minder dan 22 percent.
Mei 1954 was niet alleen ten opzichte
van dezelfde maand van vorig jaar een
bevredigende maand voor de midden
stand, ook in vergelijking met April wis
ten de meeste detailbedrijven
omzetstijgingen
te boeken. Gedeeltelijk moet deze stij
ging worden toegeschreven aan het feit,
dat Mei een Zaterdag meer had dan April.
Daarnaast werden in enkele branches de
omzetten gunstig beïnvloed door moeder
dag. Een belangrijke stijging trad op in
de detailhandel in schoeisel, textiel en
huishoudelijke artikelen, waarin de voor
jaarsaankopen van het publiek een voor
name rol speelden. De boekhandel was
een der uitzonderingen. Deze had in April
ten gevolge van de boekenweek echter
een extra hoge omzet gehaald.
Boodschap tot de .jeugd
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft zich met de volgen
de boodschap tot de jeugd gericht:
Jongens en meisjes, de tijd is weer
aangebroken, dat velen van jullie er
op uittrekken, dat de rugzak en de tent
weer te voorschijn komen en dat jullie
Nederland in alle richtingen doorkruist
en verkent. Onze bossen en heiden, ons
heuvelland en onze stranden lokken. Met
jullie zullen er honderdduizenden va-
cantiegangers rust en ontspanning zoeken
en er krachten opdoen om zich daarna
fris en monter aan hun dagelijks werk
te kunnen wijden.
«fa. honderdduizenden. Dat is wat hun,
die zich bezig houden met de problemen
van de openluchtrecreatie, wei eens zor
gen geeft, want je weet, dat de bevolking
van Nederland steeds toeneemt. Had ons
land in 1950 nog 10 millioen inwoners,
men schat, dat het er in 1970 12 millioen
zullen zijn. Dat houdt in, dat er ook
steeds meer mensen komen, die er op
uittrekken. Daar komt nog bij, dat ten
gevolge van de toenemende uitbreiding
der steden, het aanleggen van nieuwe ver
keerswegen en het uitbreiden van onze
industrie, het aantal terreinen, waar we
zo graag rust en verpozing zoeken, met
het jaar minder wordt.
Je begrijpt dan ook wel, dat we uiterst
zuinig moeten zijn met onze natuur en
met ons landschap. Want als je ouder
bent, zul je er ook nog op uit willen
trekken.
Ik doe daarom een beroep op jullie om
op je tochten en in je kampen de natuur
te ontzien. Wees voorzichtig met vuur
dit voorjaar zijn helaas weer honderden
hectaren bos en heide verloren gegaan
spaar plant en boom en laat de plaatsen,
waar je geweest bent achter, zoals je ze
zelf graag aantreft. Denk er aan, dat hij,
die de natuur ontsiert en vernielt, blijk
geeft van gebrek aan beschaving.
Ik wens jullie een prettige en verkwik
kende vacantie".
PREDIKING VAN EEUWIG LEVEN TEMIDDEN
VAN BIJNA DRIE MILLIOEN SKELETTEN.
Het zal wel nooit iemand gelukken om nu eens precies te om
schrijven, 'waarom Parijs zo'n magische aantrekkingskracht heeft op
honderdduizenden mensen in de hele wereld. Is het de sfeer, die
hangt in de straatjes van Montmartre? Zijn het de tot flaneren
nodigende boulevards? Zijn het de schatten van het Louvre en de
schoonheid van vele eeuwenoude bouwwerken? Zo zouden nog veel
meer charmes van Parijs zijn op te sommen, maar noch één van deze
noch zij allen tezamen kunnen afdoende verklaren, waarom zo velen
Parijs bijna als hun tweede vaderland beschouwen. Want ook hier
is het geheel meer dan de som der delen. Kan Jan logisch verklaren
waarom voor hem Marietje het liefste meisje van de wereld is?
Welnu, even ondefiniëerbaar als de charmes van Marietje zijn ook
de aantrekkelijkheden van deze stad aan de Seine, waar het hart
klopt van „la douce France".
Toch moet Parijs voor de minnaar van
de historie naast de algemene nog wel
een zeer bijzondere aantrekldngs-
kracht hebben. Bij een wandeling door
de stad is het hem, alsof hij bladert in
een reusachtige platenatlas. De gehele
geschiedenis van Frankrijk, die in zo
menig opzicht de geschiedenis van West-
Europa is, ontrolt zich hier voor zijn
oog.
In de Notre Dame en in de kerk van
St. Germain des Prés verkeert hij in de
sfeer der Middeleeuwen. Het Palais
Royal roept herinneringen op aan Ri-
chellieu en in het paleis van Versailles
waart dc geest van de Zonnekoning rond.
Op de Place de la Concorde nam de ge
schiedenis een wending, toen daar de
hoofden van Lode wijk XIV en Marie An
toinette vielen onder de guillotine. Op
hun beurt lieten de mannen van het
Schrikbewind, Danton en Robespière, hiér
zelf het leven onder het scheermes van
Dr. Guillotin. De Are de Triomphe her
innert aan de zegetocht van de kleine
korporaal uit Corsica door ons wereld
deel, hoewel Napoleon dit bouwwerk zelf
nooit heeft aanschouwd. Zijn graf in de
Dome des Invalides is met de kerk en het
hotel van dezelfde naam één groot monu
ment voor de Franse wapenfeiten der
laatste twee eeuwen.
De Sacré Coeur op de „butte" Van
Montmartre is het monument, dat de
natie oprichtte als herinnering aan de
smadelijk verloren oorlog van 1870. Voor
het Hotel des Invalides staan de oude
kanonnen van dc „batterie triomphale",
die op U November 1918 de wapenstil
stand inluidde, welke door een al even
smadelijk verloren vrede werd gevolgd.
De gewone man.
Al deze monumenten vereeuwigen de
namen van de groten in de Franse ge
schiedenis, van koningen en veldheren,
bouwmeesters en kunstenaars. Maar wat
herinnert nu in deze millioenenstad aan
levens van de gewone mensen uit vroeger
eeuwen? Aan dc kleine Parijzenaars, die
vochten en bouwden en zwoegden en in
een vergeten hoekje stierven? Het was
toch maar al te vaak met hun bloed,
zweet en tranen, dat de geschiedenis ge
schreven werd. In één van die naam
lozen worden zij allen door Frankrijk ge-
eerd, want dag en nacht brandt onder de
Are dc Triomphe de vlam op het graf van
de onbekende soldaat. Maar die millioe-
nen anderen zijn toch nog niet helemaal
vergeten. We zullen nu de rug toekeren
aan de ontzaglijke granieten tombe van
Napoleon om een bezoek te gaan brengen
aan het massa-graf van de onbekende
Parijzenaars uit vroeger eeuwen.
We moeten dan in het métro-station
Chatelet lijn 4 van de ondergrondse ne
men in de rich ting Por te d' Orleans en
uits tappen op de Place Denfert Roche-
reau. Ook hier spreekt de historie, want
kolonel Denfert Richereau verdedigde van
3 November 1870 tot 16 Februari 1871
de vestingstad Belfort, „de sleutel van de
Elzas" tegen een Duitse overmacht. Op
het marktplein van dat stadje houdt de
16 meter hoge stenen leeuw van de beeld
houwer Bartholdi de herinnering aan dit
feit levendig en op dit Parijse plein staat
een copie van deze beroemde „leeuw van
Belfort". Vlak bij die leeuw staan twee
paviljoes, die ook al weer hun geschiede
nis hebben. In het midden van de 18e
eeuw had Parijs geen omwalling meer
tot groot verdriet van de „algemene
pachters", die de invoerrechten mochten
innen, doch die steeds minder ontvingen*
Zij lieten toen een twee meter hoge muur
om de stad bouwen, die 24 km lang was
en waarin 57 barrières of poorten wa
ren. Een en ander was zeer tegen de zin
van de smokkelende Parijzenaar en deze
daad gaf dan ook aanleiding tot het ont
staan van de onvertaalbare woordspeling:
Les murs murant Paris rond Paris mur-
raurant. (Lett.: De muren, die Parijs om
muren, doen Parijs murmureren). Tussen
deze beide paviljoentjes lag de Helle
poort, één van de 57 toegangen tot de
stad en in deze gebouwtjes deden de tol
lenaars hu nwerk. Nu kan men er een
kaartje en een kaars kopen om af te mo
gen dalen in de catacomben van Parijs.
De catacomben.
Een smalle wenteltrap van 90 tre
den leidt naar deze onderwereld.
Aan de voet van die trap houdt de
electrische verlichting op en moeten
de bezoekers hun kaarsen aansteken.
Dan begint de tocht door een klein
deel van de gangendoolhof. De cata
comben zijn de oude steengroeven,
die al in de Romeinse tijd de ma
terialen leverden voor de gebouwen
op het eilandje in de Seine, de Cité.
Daar ontstond toen Lutetia, dat
het bescheiden begin vormde van de
huidige wereldstad.
De gids gaat voorop en achter hem
komt de lange rij toeristen, die met hun
kaarsen grillige schaduwen tekenen op
de mergeiwanden. De gangen en gewel
ven dragen bordjes, die de namen ver
meiden van de straten en pleinen, waar
onder men loopt, zodat de bezoekers zich
enigermate kunnen oriënteren. Overal zijn
zijgangen en trappen, maar ijzeren hek
ken sluiten deze ruimten onverbiddelijk
af. Er zijn gedeelten, waar instortingsge
vaar dreigt en er zijn doolhoven, waar
in eens zelfs een gids het leven verloor,
omdat hij de weg kwijt raakte.
Ongeveer een kwartier lopen we door
de slingerende gang. Dan kómen we in
een onderaards zaaltje, waarin een poort
is gemetseld. Boven die poort staat het
vreemde opschrift: Hier begint het rijk
van de Dood. Als we binnentreden, wordt
al gauw duidelijk, dat dit opschrift niets
te veel heeft gezegd. Bijna een half uur
lang gaat de tocht nu door het grootste
knekelhuis ter wereld. In gangen en za
len liggen de doodsbeenderen tot aan de
zoldering opgestapeld. Waar men ook
heenwandelt met zijn kaars, overal sta
ren helogige schedels u aan.
Er is systeem gebracht in het opstape
len van deze doodsbeenderen. Botten en
ribben vormen nette stapels, maar om de
70 cm is een rij schedels tussengevoegd.
jHier en daar zijn onder deze schedels
enkele gekruiste botten bevestigd. In
een onderaardse zaal zijn niet alleen de
wanden met beenderen bedekt, maar is
ook in het midden een geweldige stapel
in circelvorm opgebouwd, zodat de bezoe
kers er omheen kunnen lopen.
Hier zien we dan de resten van bijna
3.000.000 Parijzenaars uit vroeger eeuwen.
Zij werden geboren in deze stad, zij groei
den er op, trouwden er en kregen er
kinderen. Zij hadden er plezier en ver
driet en zij beleefden de historie, die nu
nog slechts uit vergeelde perkamenten en
oude bouwwerken tot hun naza ten spreekt.
Zij gingen er de weg van aüe vlees en
werden er ter ruste gelegd op het grote
kerkhof Des Innocents of op de begraaf
plaatsen rond de oude kerken.
Maar het leven ging door en de stad
breidde zich uit. De levenden hadden
ruimte nodig en zij stoorden de doden in
hun laatste slaap. De kerkhoven moesten
plaats maken voor nieuwe straten en bre
de boulevards. In de laatste helft van de
'18e eeuw werden de kerkhoven ontruimd
en de beenderen overgebracht naar de
oude steengroeven en daar opgestapeld,
waar ze de levenden uit de weg lagen.
Talloze stoffelijke resten van slachtof
fers uit de tijd van het Schrikbewind
vonden hier ook een laatste rustplaats.
Trouwens, ook in de knekelbergen, af
komstig van de kerkhoven, zagen we
meerdere schedels met een kogelgat, wij
zend op een gewelddadige dood.
Sombere wandeling.
Grotere overgang dan van de vrolijke,
zonovergoten Parijse boulevards naar dit
rijk van de dood is haast niet denkbaar.
Er valt bij het voortgaan een stilte over
de roezige groep toeristen en eindelijk
verstommen alle gesprekken. Roept een
kerkhof bij ieder mens gedachten op aan
de vergankelijklieid van al het aardse,
hier toont de dood zich onverhuld en in
zijn volle verschrikking. Zelfs (de naam op
een zerk of het nummer op een paaltje
houden hier de herinnering niet levendig
aan het individuele bestaan, dat deze do
den eens hebben geleid. Hier blijkt dui
delijk, dat het „stof zijt gij en tot stof
zidt gij wederkeren" geldt voor een ieder
van wat voor stand of staat of waardig
heid hij ook moge zijn. De dood heeft
hier de resten van geleerden en eenvou-
digen, schurken en heiligen dooreenge-
worpen en opgestapeld tot een monu
ment, dat zijn uiteindelijke overwinning
op al wat leeft moet prediken.
Maar zelfs in dit ontzaglijk dodenhuis
blijft deze prediking niet weersproken.
Ook in dit rijk van de dood wordt de
prediking gehoord van een eeuwig leven.
Ook hier duurfden sterfelijke mensen op
hoger gezag proclameren, dat de schijn
baar oppermachtige dood 't laatste woord
niet heeft, maar zelf overwonnen is.
Op marmeren platen zijn hier en
daar opschriften aangebracht. Cita
ten van Franse schrijvers, die op
wekken tot berusting in het lot van
alle mensen. Maar hoe zinken deze
opschriften in hel: niet bij de machti
ge en kokinklij ke woorden uit het
Boek der Boeken, die hier ook in het
marnier gehouwen zijn. „Dood waar
is uw prikkel, hel waar is Uw over
winning?" zo klinkt het uitdagend.
„Kostelijk is in de ogen des Heer en
de dood Zijner gunstgenoten", lezen
we even verder en „De Heer is
waarlijk opgestaan". Zo verrijst ook
boven dit massagraf het beeld van 't
open graf in de hof van Jozef van
Arimathea. Daarom mag zelfs hier
nog worden gesproken over uitzicht
en verwachting: „Want wij verwach
ten de stad, die fundamenten heeft,
welker kunstenaar en bouwmeester
God is".
Naar het licht.
Zo schuifelt de rij bezoekers met zeer
gemengde gevoelens en gedachten verder
door het gangencomplex. De tocht duurt
lang en de ene kaars na de andere dooft
uit." Slechts hier en daar schemert nog
een lichtschij nsel op de klamme beende-
renbergen langs de wanden. Velen sla
ken dan ook een zicht van verlichting, als
het eind van de reis in zicht komt. In
een grote onderaardse zaal met een ge
weldige koepel knipperen we allemaal
even tegen het electrisch licht. We horen
Officiële publicaties
VERNIELINGEN
DOOR LEGEROEFENINGEN.
De Burgemeester van Holten brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat er,
naar hem gerapporteerd is, bij de jong
ste legeroefeningen in deze gemeente
vernielingen zijn aangericht in de bos
sen en op de landerijen, zonder dat bij
de Groepscommandant van de Rijkspo
litie daarvoor verzoeken om schadeloos
stelling zijn ingediend.
Hij vestigt er de aandacht op, dat zulks
alsnog kan geschieden vóór Woensdag
28 Juli a.s. bij genoemde Groepscom
mandant, Oranjestraat 55, en verzoekt
de buiten Holten wonende eigenaren te
willen waarschuwen, indien op hun
gronden schade is aangericht.
Ook voor de komende oefeningen in
de week van 26 t.m. 31 Juli a.s. gelieve
men met vorenstaande mogelijkheden
rekening te houden.
Holten, 23 Juli 1954.
De Burgemeester voornoemd,
W. H. ENKLAAR.
RIJSSEN.
Telkenjare wordt door het bestuur
van de vereniging Marktwezen enz.
met spanning uitgezien naar het ant
woord van de Minister van Justitie op
haar verzoek om een vergunning voor
het doen houden van de jaarlijkse
marktverloting. Immers, aan deze
vergunning zitten grote belangen
vast, de verloting heeft zich zo in
geworteld in Rijssen en omgeving,
dat bij een eventueel niet toekennen
grote teleurstelling zou ontstaan.
Voor dit jaar is echter de zaak weer
in kannen en kruiken. In het begin
van deze week kwam de vergunning
af en er heerste een ogenblik bij het
bestuur een hoerastemming. De ver
loting gaat dit jaar weer door. Vanaf
heden zullen de loten weer verkrijg
baar worden gesteld, zodat ook de
wederverkopers weer kunnen gaan
uitrukken. Het is natuurlijk nog te
vroeg om enige voorspellingen te doen
over het verloop van de verkoop van
de loten. Immers is de verloting niet
eerder geslaagd dan dat de loten ge
heel zijn uitverkocht. Het feit, dat in
ieder na-oorlogs jaar, waarin de ver
loting is georganiseerd, de loten niet
alleen zijn uitverkocht, doch dat men
er nog enige honderden tekort kwam,
of beter gezegd, dat er nog enige
honderden meer hadden kunnen wor
den geplaatst, spreekt natuurlijk op
timistische taal. En daarom twijfelen
wij niet of ook dit jaar gaat de ver
loting weer slagen. Er moet natuur
lijk nog wel wat gaan gebeuren, maar
October is nog ver en de mogelijk
heden zijn nog groot. Met verwonde
ring vraagt men zich telkenjare af,
hoe het mogelijk is dat de Rijssense
marktverloting ieder jaar zulk een
grote aantrekkingskracht heeft, im
mers van verschillende zijden worden
er pogingen ondernomen om in hun
plaats een dergelijke verloting te or
ganiseren, doch het succes blijft maar
matig. De Rijssense marktverloting
vindt haar kracht in haar traditie.
Vroeger was deze dag voor Riessen-
ders en voor bewoners uit de omtrek
een bijzondere. Het was „Grote
Maork" en dat betekende heel wat.
De gewoonten zijn anders geworden,
de mogelijkheden om zich te verma
ken groter en het valt niet te ont
kennen, dat de jeugd een geheel an
dere inslag heeft dan de generatie
voor haar. Wat echter niet verander
de dat is de verloting. Een verloting,
die traditie is en die traditionele
prijzen presenteert. Hoofdprijs een
vette koe, verder een pink, een toom
kippen etc. Zouden deze prijzen de
stadsmens eigenaardig in de oren
klinken, in Rijssen en omstreken weet
men niet anders, en ieder jaar is de
vraag weer spannend: wie heeft de
vette koe gewonnen? Is men vorige
keren teleurgesteld, de hoop blijft
steeds maar weer opnieuw leven op
het winnende lot, dat je een vette
koe kan bezorgen.
HOUDT UW LAMP BRANDENDE?
Van de fiets is het achterlicht het
meest kwetsbare, maar ook het meest
verwaasloosde onderdeel. Dat rode
licht is voor anderen een onveilig sein,
het betekent: „Daar is een obstakel,
waarmede ik rekening houden moet".
Voor U is het echter een VEILIG licht,
want het kan U behoeden voor een
aanrijding door achterop komend ver
keer.
Mag het Verbond voor Veilig Ver
keer U deze welgemeende raad geven?
VEILIG VERKEER.
Bent U van plan links af te slaan,
Geeft dan op tijd de richting aan!
daar nog, dat in 1944 ook het hoofdkwar
tier van de Parijse verzetsbeweging in
deze catacomben gevestigd was en dan
gaat het weer moeizaam omhoog langs de
steile wenteltrap.
Even later mengen we ons weer onder
de Parijzenaars van nu, op de zonnige
boulevards. Maar de herinnering aan de
tocht door de dodenstad hier diep onder
het plaveisel, zal ons nog lang bijblijven.