I
8
Honderdvijfentwintig jaar geleden
voltrok zich in Holten een grote
catastrofe* Het Dorp brandde
bijna geheel af*
De geschiedenis van Petertje Knabbel als „autorenner"
Onze Schoolreis
Wrijf üou eis fPijrs
Op een van de klokken, die voor dat
ze in 1943 door de bezetter uit de dorps
toren werden weggeroofd, elke dag hun
blijde en ook droeve klanken over deze
omgeving lieten weergalmen, stond het
volgende gedicht te lezen:
Een vuurgloed brak voor elf jaren
Op deze dag mijn klanken af
En dreigde alom met doodsgevaren;
Doch God was het, die redding gaf,
Daar 'k nu mijn taak weer horen laat,
Tot nut van Kerk en Burgerstaat.
Holten, den 16 Junij 1840.
Concordia me fecit
(Eendracht heeft mij gemaakt).
Het was Woensdag 16 Juni j.l. dus 125
jaar geleden, dat het Dorp Holten door
een catastrofale brand bijna geheel werd
verwoest.
In ons blad van Dinsdag, 23 December
1952 hebben wij destijds een uitvoerige
beschrijving gegeven van de wijze waar
op zich deze ramp voltrok en drukten
we een prent af ons door de familie
Starreveld te Den Haag tijdelijk ter be
schikking gesteld en welke thans in de
raadszaal van het gemeentehuis alhier is
opgehangen waarop deze rampspoed
stond afgebeeld.
Hieronder volgt nog eens de omschrij
ving van deze historische gebeurtenis,
zoals wij haar dezer dagen in de Zwolse
Courant vonden opgetekend, en welke
ontleend is aan het boekje „Holten voor
omstreeks honderd jaar" door A. J.
Goldstein.
Dagenlang brandde de zon.
Het is een drukkend hete zomermid
dag. Dagenlang is er geen druppel
regen gevallen. De lucht trilt van de
hitte. Vrouw Bissehers is bezig met de
voorbereidingen voor de avondmaaltijd.
Plotseling slaat de vlam in de half met
olie gevulde pan en in een ommezien is
he gehele keukentje één vuurzee. On
danks de schrik doet vrouw Bosschers
nog een poging de brand te blussen,
doch het vuur grijpt zo snel om zich
heen, dat het beetje water in een vlakbij
staande emmer met recht slechts een
druppel op een wel zeer hete plaat is.
Het is niet meer mogelijk het vuur tegen
te houden. Het rieten dak van de woning
vat vlam en met de dikke rookwolken
gaan vonken en brandend riet de lucht
in. Een verderfelijke regen daalt neer
op de omliggende woningen, alle even
eens van rieten daken voorzien. De zon
heeft gebrand, onafgebroken dag in dag
uit. Het vuur vindt gretig en veel te veel
voedsel. Er zijn niet veel ooggetuigen
aanwezig, men werkt op he tland, maar
de knecht van Vincent weet later toch
mede te delen, hoe het vuur van dak op
dak oversloeg. Al roepend om hulp tracht
Vincents knecht nog de toren te bereiken
om de brandklok te luiden.
Helaas, de vlammen zijn hem reeds
voor. Het hoge pannen dak van de kerk
aanwezig, men werkt op het land, maar
de wind schijnt zulk een kracht te heb
ben, dat de vuurzee zich bij het kerk
gebouw in tweeën splitst om zich achter
het Godshuis weer te verenigen.
Het duurt niet lang of ook de kerk is
een prooi der vlammen, zelfs de met een
spaandak gedekte toren kan het niet
meer houden en is eveneens tot onder
gang gedoemd.
Geheel het dorp wordt het toneel van
instortende gebouwen of reeds smokende
puinhopen. Het landvolk, op het gezicht
van de huizenhoge rookwolken van het
veld komend, kan vrijwel niets meer red
den van de inboedel der huizen. De hitte
is te groot en het wordt levensgevaar
lijk tussen de brandende huizen in. Groe
zelig is de lucht van neerdwarrelend
stof en rook. Zelfs brandende stukken
spek worden omhooggeworpen. Het is een
groot geluk dat het meeste vee naar de
weiden is gebracht op deze zomerdag.
Twee paarden van de landbouwers
Zwiers en Luttikhuis komen echter jam
merlijk in de vlammen om. (Volgens an
dere bronnen gingen ook vijf varkens
verloren). Persoonlijke ongelukken doen
zich in het geheel niet voor.
Aan blussen valt niet te denken, water
is in wijde omtrek niet in voldoende mate
aanwezig. De uit naburige gemeenten
toegesnelde brandspuiten moeten onver-
richterzake terugkeren.
Een dramatisch ogenblik is het voor
zeker, als in de grote verwarring met
doffe, zware slag de beide kerkklokken
naar beneden storten. Binnen een uur
is vrijwel het gehele dorp in as gelegd:
49 huizen en 5 schuren, de toren en kerk
zijn een rokende ashoop, waartussen hier
en daar zwart geblakerde muren staan.
Van dit „voorheen zo welvarende dorp"
blijven slechts elf woningen in de omge
ving van de oude standaardmolen ge
spaard.
Grote schade, maar
gemeentekas gered.
De schade was groot. De gemeente
ontvanger had de tegenwoordigheid van
geest, gehad de gemeentekas te redden,
slechts een dertig gulden ging verloren.
Maar in de kerk ging ook het nog vrij
nieuwe orgel in vlammen op. De apo
theek van de plaatselijke heel. en vroed-
meester bleef evenmin gespaard. Mees
ter Helderman kon noch van school noch
van eigen huis ook maar iets redden, en
zijn voorraad schoolboeken was nog wel
22 gulden waard. Ubrink uit Groenlo, een
bekend koopman, was wel bijzonder on
gelukkig. Ronddtrekkend dooi; de ver
schillende dorpen en op de onderschei
dene marktdagen, had hij een grote hoe
veelheid koopmansgoederen bij de kas
telein Schuitert opgeslagen. Tot een
waarde van drie duizend gulden ging
verloren.
De hulpverlening was groot en
enige juist in het dorp vertoevende
vreemdelingen stelden de eerste gif
ten ter beschikking aan de latere
voorziter van het hulpcomité, J.
Pakkert. Er was echter ook veel no
dig voor 270 dorpelingen, volkomen
dakloos, zonder enig bezit en ver
stoken van de meest nodige levens
middelen.
Het hulpcomité richtte zich tot de pu
blieke lichamen, deed een oproep in de
pers plaatsen „wordende elk die van het
zijne iets ter ondersteuning onzer zoo zeer
getroffene dorpelingen wil afzonderen,
vriendelijk verzocht hetzelve aan de on-
dergeteekenden te bezorgen".
Nog grotere vormen nam de hulpver
lening aan. De Gouverneur van de pro
vincie, H. C. Bentinck, richte een officiële
oproep tot alle ingezetenen van zijn ge
west en „brengt mits dezen ter kennis
van zijn onderhorigen" dat op 13 Juli
een algemene collecte zou worden ge
houden, te organiseren door de kerkbe
sturen, terwijl de predikanten werd ge
vraagd in de godsdienstoefeningen „de
ramp op treffende wijze te schetsen".
Inderdaad er kwam veel hulp, veel
geld. Het vertrouwen van de Gouverneur
werd niet beschaamd, daar hij bij zijn
aanbeveling had getuigd, dat „een uit
voerige opwekking als overtollig zal kun
nen worden beschouwd, daar toch een
ieder bij zijne gifte indachtig zal zijn
aan den zegen, die hij genoot van voor
zodanige ramp te zijn bevrijd gebleven
en de verpligting, welke daardoor op
hen rust om ter verzachting van het lot
hunner ongelukkig geworden landgeno
ten zoveel mogelijk bij te dragen".
Herbouwd in oude trant.
Holten werd herbouwd in de oude
trant. Er kwamen nog wel enkele onge
regeldheden voor bij de hulpverlening,
daar sommige heethoofden meenden, dat
niet een ieder aan zijn trek kwam. Lang
zaam herstelde zich Holten, men schafte
zich 27 jaar later een paar brandspuiten
aan, maar het water bleef schaars en
moeilijk bereikbaar.
Later vergezelden vier nachtwachten
met lange pieken de klepperman op zijn
nachtelijke tochten. Overdag deden zij
o.m. als doodgraver dienst. Maar 't bleef
gelukkig bij die ene ramp, die ene grote
onheilsdag, 16 Juni 1829, in Holtens his
torie.
45. Meneer Huppel kan zelf niet mee gaan zoeken,
want hij heeft een afspraakje om op jacht te gaan.
De beide vrienden weten nu tenminste wat meer.
Petertje een wagentje? Dan zal hij wel aan het rijden
zijn geweest op de heuvels. Ze gaan nu heuvel op,
heuvel af en alle gaten en hoekjes zoeken ze af. Maar
Petertje vinden ze niet. „Wie weet", denkt vader
Knabbel, „heeft Kat, de stroper, hem wel gevangen".
46. De maan kijkt ernstig toe. Kon hij ze nu maar
wijzen waar Petertje ligt te kermen en te huilen. Hij
wil ze de weg wel wijzen, maar ze letten niet op hem.
Pa muis begint nu te roepen: „Petertje, waar ben
je?" Hij wordt er hees van. Prikstra zegt ineens:
„Hoor ik daar niet iemand piepen?" Knabbel meent
ook, dat hij wat hoort. Vlug gaan ze verder in de
richting, waar het geluid vandaan moest komen.
Bij zonnebrand, do.orzic-
cen, schrijnen, smetten
Men schrijft ons uit Dijkerhoek:
Woensdag, Donderdag en Vrijdag
hebben we onze driedaagse schoolreis
gemaakt, d.w.z. de 6e, 7e en 8e klassen
van Dijkerhoek en Espelo.
De Espelo-ers waren mooi op tijd in
Dijkerhoek en vandaar vertrokken we
's morgens om ruim half acht, met fiet
sen, volgepakt met bagage, over zand
en verharde wegen op Zutphen aan,
waar we de drukkerij van de N.V. W. J.
Thieme Cie bezichtigd hebben. Hier
werden we door verschillende heren
rondgeleid, nadat iemand van de direc
tie ons welkom het geheten en ons in
grove trekken had uiteengezet, hoe het
drukken van boeken en kranten gebeur
de. Vroeger, zo zei hij, moesten alle boe
ken stuk voor stuk geschreven worden,
maar tegenwoordig worden er duizen
den per dag gedrukt.
Wij zagen, hoe dat allemaal in zijn
werk ging. Eerst worden de letters ge
zet; wij kregen allemaal een metalen
stempel met onze eigen naam er in spie
gelschrift op. Vandaar kwamen we in
de drukkerij, waar de boeken en kran
ten gedrukt worden en tot slot in de
binderij, waar ze gevouwen, genaaid of
gebonden worden.
Ontzettend veel machines zagen we,
de een nog meer ingewikkeld dan de
andere. Mensen van allerlei leeftijd za
gen we aan het werk. Ze leerden ons
ook nog, wat voor namen de kanten van
zo'n boek allemaal hebben. De boven
kant heet de kop, de linkerzijkant de
rug en de onderkant de staart.
Met een lekker glaasje ranja en een
beetje meer geleerdheid verlieten we,
na een hartelijk bedankje, de drukkerij.
We hebben nog een poosje in Zutphen
vertoefd om onze boterhammen op te
eten.
Over de hoge IJsseldijk, waar we nog
even afdaalden om een boot van dicht
bij te zien voorbijvaren, gingen we via
Baak en Hengelo naar de Slangenborg,
een kasteel bij Doetinchem, prachtig ge
legen tussen de bossen. Hier kregen we
bandenpech, zodat de plakploegen van
beide scholen aan 't werk konden ko
men. Hier was nog een aardig herten
kamp. De jongens gingen tijdens deze
pauze aan 't voetballen, met het gevolg,
dat de bal al gauw over de afrastering
ging. Een tweetal jongens werden de
helden van de dag, want. met ware
doodsverachting schaarden ze zichzelf
bij de reebokken in en 't misstond hele
maal niet, ze hadden er eigenlijk best
kunnen blijven. Alleen zouden ze dan
de rest van het reisje gemist hebben en
daarom mochten ze dan ook weer terug
komen.
Zonder verdere pech en zonder dat
iemand erg vermoeid bleek, kwamen
we in de jeugdherberg te Terborg aan,
waar de vader ons hartelijk welkom
heette. Diezelfde avond maakten we nog
een wandeling naar kasteel Wisch en na
de warme maaltijd zijn we nog naar 't
sportveld geweest. Natuurlijk moesten
enkelen eerst helpen bij de afwas en
't piepers jassen. Ook moesten we zelf
de bedden opmaken. Het eten was er
erg lekker. In bed hebben we eerst nog
al wat pret gemaakt, maar omdat we
'de volgende morgen vroeg zouden ver
trekken, was het tegen half elf toch stil
en sliep iedereen.
De volgende morgen gingen we na 't
ontbijt al vroeg op stap. Nu ging het via
het Montferland naar Hoog Elten. Het
terrein was hier erg heuvelachtig, maar
wel heel mooi. Op het terras van een
hooggelegen hotel, vlak aan de grens,
waar je een prachtig uitzicht had en
waar je in de verte Kleef en Emmerik
kon zien liggen, aten we onze boter
hammen op met een glas ranja of melk.
Hier mochten we toen een uur vrij rond
lopen, om alles te zien. Ook konden we
hier bij de grensbomen komen, waar
een douanepost was, die de fietsen en
auto's controleerde.
Ik vergat nog te schrijven, dat we op
de heenreis „Huize Bergh" bij 's Hee-
renberg bezichtigden. Een prachtig kas
teel!
Van Hoog Elten gingen we langs een
andere weg via Doetinchem naar het
Groenendaal, waar we in de speeltuin
gingen.
Terug in Terborg was er nog tijd ge
noeg om te gaan wandelen of naar het
sportveld te gaan, waarvan we dank
baar gebruik maakten. Deze middag
arriveerde er ook een school uit Arn
hem en dit waren behoorlijke drukte
makers. 's Avonds moest er nogal eens
gewaarschuwd en gebromd worden,
voordat allen sliepen.
De andere morgen zaten we om half
acht al kant en klaar aan 't ontbijt. Het
was de laatste dag en.nu regende
het. Toch gingen we met frisse moed op
weg en kwamen nog voor de middag
bij 't Erve Kots in Lievelde, nadat we
onderweg 'nog een keer hadden aange
legd. 't Is een soort van museum-boer
derij, waar je nog goed kunt zien, hoe
de mensen zich vroeger moesten behel
pen. Ook waren er een boel urnen, an
tieke kasten, een weefgetouw, een staf
kaart van Napoleon, te veel om op te
noemen. De bewoner, een oude boer van
75 jaar, kon er leuk van vertellen en hij
speelde ook nog voor ons op zijn trek-
harmonica. Oude en nieuwe liedjes en
af en toe zongen we lustig mee.
We konden hier onder 't genot van
een flesje chocomel onze boterhammen
oppeuzelen en daarna gingen we naar
Borculo, waar we 't zwembad ,,'t Gal
genveld" bezochten, 't Weer was best
en we waren bijna niet nat geworden.
Na 't opereren van een lekke band
kwamen we tenslotte bij de speeltuin
van hotel Roelofsen in Diepenheim aan.
Daar we te weinig brood hadden mee
genomen, werden enkele grote meisjes
uitgestuurd om brood, boter en koek.
Daar kikkerden we weer lekker van op
en zo kwamen we opgeruimd via de weg
langs de Volkshogeschool en over de
Borkeld in ons dierbare Holten terug.
Het was mijn laatste schoolreis, maar
toch, als het niet. te overdreven klinkt,
zeg ik: „Het was een knal-schoolreis".
SCHRIKDRAADINSTALLATIES
MOETEN JAARLIJKS GEKEURD
WORDEN.
De Rijkspolitie heeft enkele landbou
wers bekeurd, omdat zij nagelaten had
den hun schrikdraadinstallatie door een
deskundige te laten onderzoeken of al
thans de verklaring van dit jaarlijks on
derzoek niet aan de bevoegde instanties
hadden ingezonden. Voorts werd proces
verbaal opgemaakt wegens het zonder
toestemming van het gemeentebestuur
leggen van een verbindingskabel door of
het overkruisen van een openbare weg.
Men neme tijdig zijn maatregelen, de
fecte installaties zijn een gevaar voor
mens en dier.
PAARDENKEURINGEN.
Vanwege de afdeling Overijssel van de
Kon. Ned. Vereniging „Het Ned. Trek
paard" hebben op Dinsdag, 22 Juni a.s.,
des voormiddags 10 uur bij café „Het
Bonte Paard" te Dijkerhoek keuringen
plaats, o.a. een keuring van merriën voor
opname in het keurstamboek en hulp
boek en een premiekeuring van veulens
en voorkeuringen voor de centrale pre
miekeuring te Hardenberg op 25 Augus
tus a.s.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: Gerritdina, dv. A. J. ter
Maat en G. Hoevink, Deventerweg 38.
Ondertrouwd: Gerrit Jan Hoekman,
28 jr., Gorssel en Janna Egberts Teese-
link, 23 jr., Holten. Jannes Boode, 24
jr. en Hendrikje Vorkink, 24 jr., beiden
te Holten. Marinus Achterkamp, 24
jr. en Francisca Cornelia Willekes, 24
jr., beiden te Holten. - Jan Willem Al-
tink, 23 jr. en Marie Achterkamp, 22 jr.,
beiden te Holten.
Gehuwd: Jan Aanstoot, 26 jr. en Aal
tje Paalman, 23 jr., beiden te Holten.
BEVOLKING.
Vertrokken: E. Rozendom, echtg. van
G. Stoffer, van Rietmolenstraat 6 naar
Diepenveen. G. den Heijer, van Kol-
weg 12 naar Haarlem. G. Harens, van
Oranjestraat 21 naar Hardenberg. J.
Mossink, van Kolweg 57 naar Rotter
dam. S. Theijn, van Oranjestraat 3
naar Rotterdam.
PREDIKBEURTEN.
Ned. Herv. Kerk. Holten. 8.30 uur Ds
Knipscheer en 10.30 uur Ds Knip-
scheer (Bevestiging ambtsdragers).
In beide diensten collecte voor Kerk
en Ziekenzorg.
Dijkerhoek. 10 uur Ds. Israël.
Collecte voor Kerk en Ziekenzorg.
Geref. Kerk. 10 en 3 uur Ds Hoogkamp.
In beide diensten is de derde collecte
bestemd voor de Theol. Fac. aan de V.U.
te Amsterdam.
weg met DAMP©
AMUSEMENTS-VOETBAL
Rijssense gemeente-ambtenaren wonnen
van Holtense collega's.
De pl.m. 500 bezoekers, die Maandag
avond naar het Sportdal waren gekomen
om het gemeentepersoneel van Holten
en Rijssen te zien voetballen ten bate
van het Rode Kruis, hebben waar voor
hun geld gekregen. Niet dat de ontmoe
ting technisch op hoog peil stond, doch
uit oogpunt van amusement bezien kwam
het publiek ruimschoots aan z'n trek.
Een technisch hoogstaande wedstrijd zal
ook niemand hebben verwacht. Toch za
ten er in beide ploegen enkele spelers,
die, dit was duidelijk aan hun spel te zien,
actief lid van een club zijn of nog niet
zo heel lang geleden voor een vereniging
uitkwamen.
Bij de Holtense ploeg viel Nijhuis op
en hij was het ook, die in het laatste
kwartier van de wedstrijd niet minder
dan 3 maal de Rijssense doelman het na
kijken gaf. Helaas miste Fokke Petter
in de laatste minuten een pracht kans,
zodat de mensen uit de stad van de jute
met de overwinning gingen strijken, wat
gezien 't vertoonde spel niet onverdiend
mag worden genoemd.
Het eerste kwartier van de wedstrijd
gaven burgemeester Enklaar (die als
aanvoerder fungeerde*) en z'n jongens de
toon aan. Steeds weer kreeg de Holten
se voorhoede fraaie kansen om te sco
ren, doch deze voorhoede had van doel
punten maken geen kaas gegeten, al
moeten we er bij zeggen, dat de Rijssense
doelman behoorlijk voor zijn taak was
berekend. Hetzelfde kon gezegd worden
van Hosmar, die bij Holten onder de lat
stond. Hij maakte een betrouwbare in
druk en dat Holten met 43 verloor is
zeker niet zijn schuld. Faber, die blijk
baar binnen de lijnen was gekomen met
de vaste wil om een doelpunt te maken,
plaatste de bal in eigen doel, aangezien
hem dat bij de tegenpartij niet wilde luk
ken.
Jammer was het voor de Holtenaren,
dat hun aanvoerder na de rust verstek
liet gaan. Niet zo zeer om het vertoon
de spel (de gemeente-secretaris, die na
de rust meespeelde, was zeker zo goed
als de burgemeester), doch de ploeg
kreeg door het uitvallen van de captain
een morele klap, die men pas in het laat
ste kwartier te boven kwam.
Zoals reeds gezegd was het in deze
laatste 15 minuten alles Holten wat de
klok sloeg en werd zo waar de 40 ach
terstand nog ingelopen tot 43.
Een uitslag, waarmede beide partijen
tevreden kunnen zijn.
De 3e partij, die tevreden kon zijn was
de penningmeester van het Rode Kruis,
de heer W. ten Berge, want hij kon aan
de ontvangstzijde van zijn kasboek note
ren f 86.20.
De wedstrijd werd geleid door Jan Ro-
meijn, die deze avond geen zware taak
had.
GEVONDEN EN VERLOREN
VOORWERPEN.
Gevonden: Lipssleutel; dasspelj
zilveren armband; kentekenplaat; gi
blokt damessjaaltje; nagelgarnituv
sleutel; tang.
Verloren: kinderportemonnaie metï
houd; tasje met gereedschap; tas ra;
inhoud; portemonnaie met inhoud.
VOOR HET RODE KRUIS.
Het Bestuur van de afdeling Holte
van het Ned. Rode Kruis verzoekt o:
mede te delen, dat de kaartverkoop v:
de voetbalwedstrijd Gemeentepersone;
HoltenGem.perosenel Rijssen f 86.:
heeft opgebracht, welk bedrag gehe;
ten goede is gekomen aan de kas va
het Rode Kruis.
Het betuigt langs deze weg gaarne zf
hartelijke dank aan allen, die aan h:
verkrijgen van deze mooie opbreng
hebben medegewerkt. Een voorbeeld d;
navolging verdient.
UITSTAPJE KLANTEN EN
PERSONEEL Fa. C. A. MüLLER Z
Begunstigd door fraai zomerwe-;
maakte de firma Chr. A. Müller Dim
dag 15 Juni j.l. met klanten en persons,
per O.A.D. touringcars een uitstap;
naar de kop van Overijssel.
Via Ommen en Meppel werd na:
Giethoorn gereden waar koffie werd g(
dronken. Een aantal dames en here
maakte een tochtje per punter door Ho:
lands Venetië, terwijl de andere groe
de voorkeur gaf aan een rustige wande
ling door dit schilderachtige dorp.
Van Giethoorn werd de reis voortgezé
via Vollenhove dwars door de Nooró
Oost-Polder, naar Urk, waar de inwer
dige mens werd versterkt. De dame
kregen op het voormalige eiland ruim
schoots gelegenheid om de was öi
overal boven de straten wapperde o!
helderheid te keuren.
In Harderwijk werd een tocht pe
motorboot gemaakt langs de Zuiderzee
wei-ken. Op de terugreis werd nog ee
bezoek gebracht aan de bekende ui
spanning „Prins Bernharddal" bij Apt
doorn, waar men zich geruime tijd ko:
telijk amuseerde.
Hoogst voldaan kwam het gezelscty'
om half elf in Holtetn aan.
Officiële publicaties
HOOIBROEI.
De burgemeester van HOLTEN dring
met het oog op het gevaar voor het onv
staan van brand door hooibroei, er b| j
de belanghebbenden op aan, de nodig'
waakzaamheid in acht te nemen en tijdb'
voorzorgsmaatregelen te treffen, india
hooibroei in belangrijke mate wore?
waargenomen.
Tevens wordt herinnerd aan de in te
algemene politieverordening dezer ge
meente gegeven voorschriften met bt
trekking tot hooibroei, alsmede aan ha
bepaalde in artikel 158 van het wetboeï j
van strafrecht. Ingevolge dit artike;
wordt ieder aan wiens schuld waar
onder tevens wordt verstaan onvooi
zichtigheid, achteloosheid, nalatigheic
verzuim of gebrek aan voorzorg bran:
te wijten is, gestraft, t.w.:
a. indien door de brand gevaar voo;
goederen ontstaat, met gevangenis.
straf of hechtenis van ten hoogst;
drie maanden of geldboete van tó
hoogste f 600.
b. indien door de brand levensgeval
voor een ander ontstaat, met gevate
genisstraf of hechtenis van ten hoog
ste f 600.
c. indien de brand iemands dood ten
gevolge heeft, met gevangenisstraj
of hechtenis van ten hoogste eeri
jaar.
HOLTEN, 18 Juni 1954.
De burgemeester voornoemc
W. H. ENKLAAR.
Bent U van plan links af te slaan,
Geeft dan op tijd de richting aan!
VEILIG VERKEER.
1