De geschiedenis van Petertje Knabbel als „autorenner" Een brief uit Nieuw-Guinea. Is Canada het beloofde land? Dameshanden Staatsbosbeheer 27. Nu gaat hij aan de slag. Maar zó gemakkelijk als hij gedacht had, is het toch niet. Drommels, wat is die noot hard. En gaten boren is een moeilijk werk. Telkens houdt hij even op met het werk. Ein delijk heeft hij de gaten in de noot. Verheugd kijkt hij op zijn werk. Wat een pracht karretje zal dat wordenHij voelt zich een kleine autorenner. Maar het moeilijkste komt nog en dat begrijpt Petertje best. 28. Nu moet hij de wieltjes gaan zagen. Vlug zoekt hij een mooi rond stokje in het bos en daar zaagt hij drie keurige wieltjes af. Onder het werk krijgt hij het warm. Even moet hij uitblazen. Maar hij heeft niet lang geduld. Want hij verlangt ernaar dat het karretje klaar komt. Hij ziet zichzelf al in het wagentje een heuvel „afrennen". Dan zijn de wieltjes klaar en nu ze er vlug onder gemaakt. PREDIKBEURTEN. Ned. Herv. Kerk. Holten. 10 uur Ds. Knip- scheer en 7 uur Ds. Israël (Gelijkenis van het opschietend zaad)In beide diensten collecte voor het Nederlands Bijbelgenootschap. Dijkerhoek. 10 uur Ds. Israël. Collecte voor Ned. Bijbelgenootschap. Geref. Kerk. 10 en 3 uur Ds. Hoogkamp. In beide diensten is de derde collecte bestemd voor de Kas Art. 13 K.O. BURGERLIJKE STAND. Geboren: Gerritdina, dv. H. Vincent en G. Slettenhaar, Oranjestraat 14. Overleden: Albertdina Krikkink, 6 d., dv. D. B. Krikkink en J. Brinkman. Egbertdina Klein Teeselink, 3 maand, dv. H. Klein Teeselnk en J. F. Vorkink (over leden te Deventer). Gerrit Jan Antonij Keuterman, 50 jr., echtg. v. J. Krikkink (overleden te Utrecht). VERHUIZINGEN. Ingekomen: J. Jansen van Diepenveen naar Espelo 27. J. Rensen van Zutfen naar Espelo 54. J. Reinaardus van Vries naar Larenseweg 32. Vertrokken: G. H. Boode van Beuse- berg 119 naar Raalte. G. Aanstoot van Look 65 naar Hengelo (O.). JUBILEUM-FEESTAVOND „DE BERGRUITERS". OCH bracht „Hop paardje, hop". Als sluitstuk van de viering van het 20-jarig bestaan van de Landelijke Rij - vereniging „De Bergruiters" werd Maan dagavond van de vorige week in het ge bouw „Irene" door OCH opgevoerd de revue „Hop paardje, hop". Ondanks de zeer strenge koude waren nog ongeveer 200 belangstellenden naar „Irene" gekomen, die door de voorzit ter van „De Bergruiters", de heer H. Beldman, hartelijk welkom werden gehe ten, die tevens een bijzonder woord van dank bracht tot de donateurs voor de fi nanciële steun, die steeds werd verleend. „Hop paardje, hop." OCH bracht hierna in een vlot tempo de revue „Hop paardje, hop", in welke revue een ruime plaats ingeruimd was voor het verleden van „De Bergruiters". In het openingsnummer presenteerden de OCH-ers zich in het rijcostuuin van de ruiterij en werd het zeer toepasselijk wijsje „Hop paardje, hop" gezongen. Het refrein van dit wijsje had men op een groot bord geschreven, zodat de aanwezi gen uit volle borst konden meezingen. Derk Oom (G. Krikkink) en Jan (J. Hol term an) gaven in een gemoedelijk praatje bij de haard een schets van de oprichting van „De Bergruiters" en van de vele moeilijkheden, die in de loop dei- jaren overwonnen moesten worden. Bepaald vermakelijk was de reportage, die de heer Herman Koopman gaf van de aankomst van de conferencier Jan Oosterkamp, die per „wentelwiek" arri veerde. Buitengewoon werd ook genoten van het blijspelletje, dat door Mej. D. Ste- geman en Gert Steunenberg werd ge bracht. Herman Koopman vertoonde een aantal bijzonder fraaie filmstroken, waarbij een groot aantal leden van „De Bergruiters" bijna levensgroot op het doek verscheen. Toen Piet Har ting die inmiddels naar Canada is vertrokken op het doek verscheen, werd door de heer Henk Koopman een afscheidsgedicht gedecla meerd. Door Mej. Adrie Idarting en de heren Ep Steunenberg en Gert Jansen, werd voor vocale en muzikale afwisseling ge zorgd en dat trio deed dit op zeer ver dienstelijke wijze. Het optreden van de orgelman (Jan Oosterkamp, met draaiorgel) deed de zaal bulderen. De muzikale omlijsting van de revue en de begeleiding van de samenzang was bij de heer A. Hodes (piano) uit Rijssen in zeer goede handen. Het was reeds over twaalven, toen de heer Beldman deze zeer geslaagde revue avond met een enkel woord sloot. Een hartelijk woord van dank werd nog gesproken tot de heer C. Koopman, die een groot aandeel heeft gehad in het tot standkomen van deze revue. Het lag niet in de bedoeling om van deze revue een tweede opvoering te geven, doch op veler verzoek gaat de revue Woensdagavond in „Amicitia" voor de tweede maal. Voor de tweede maal „Hop paardje, hop", dus een tweede avond van veel humor en vro lijkheid. Voor nadere bijzonderheden verwijzen we naar de advertentie in dit nummer. Voor Korem moesten we nog 'n brede kali, die nogal snel stroomde, zwem mend oversteKen. Voor de Papoese jon gens, die kunnen zwemmen als water ratten, was het echter niet zo moeilijk om alles droog over te krijgen. In Ko rem werd overnacht bij de goeroe en de voigenae morgen, na natuurlijk eerst nog een partijtje voetbal te hebben gespeeld, werd zo tegen zeven uur de grote terug tocht door de rimboe aanvaard. We wa ren van plan in één dag 40 kilometer af te leggen. Gelukkig is er halverwege een kan met een door de politiepatroii- ies opgetrokken bivak, waar eventueel in overnacht kon worden. Daar aange komen hebben we wat gerust en in de heerlijk frisse kali gezwommen. We hadden nog wat rijst, maar geen pot om te koken. Gelukkig had ik een groot blik met verband en geneesmiddelen en daar hebben we toen maar rijst in gekookt. Het was er zo heerlijk op die plek, Wa- for geheten, dat we meteen maar beslo ten hier in de Kerstvacantie een dag of wat- te gaan kamperen. ,En dat hebben we dan ook gedaan. De dag voor Oude jaar zijn we teruggekomen. Helaas werd ons verblijf bedorven door de boze gees ten. De tweede avond dat we daar wa ren kwam er een stel Papoea's van de Noordkust, die ook naar Sorem wilden de nacht doorbrengen. Om een gezellig kampvuurtje werden allerlei verhalen afgestoken. Eén vertelde, dat tijdens de Japanse tijd hier veel Japanners het leven hadden verloren. Toen had je de poppen aan het dansen. Even later hoorden ze iemand roepen en toen er niemand op kwam dagen, was het wel zeker: de soeanggi's van die Jappen zwierven hier nog rond. En ik kon niet zo mooi praten dat ik ze die onzin uit het hoofd haalde. De hele nacht heb ben ze om het kampvuurtje gezeten, zo dicht mogelijk op elkaar en bevend van angst. De volgende avond, de Papoea's van de Noordkust waren 's morgens vroeg al vertrokken, heb ik eerst maar eens een poosje met de jongens gepraat, 's Mor gens wilden ze al naar huis. Ik heb dat natuurlijk verboden en gezegd dat wie er wegliep van school gestuurd werd. Ik heb ze gevraagd wat of ze nu eigen lijk waren: Heidenen of Christenen. Ja, ze waren natuurlijk Christenen. Nou, dan hoef je niet bang te zijn, want Toean Allah (God) is veel sterker dan alle soeanggi's bij elkaar. Afijn, ze wer den na een poosje praten al heel wat kalmer en toen ik bij het donker wor den de grote gaslamp buiten voor het bivak hing, was alles voor elkaar en ze gingen rustig slapen. Ongelukkig genoeg werd er 's nachts eentje wakker en die zag een hond voorbij lopen. Ik denk, dat hij zich vergiste, want in de rimboe komen wilde honden practisch niet voor. Maar hij had hem beslist ge zien en het kon niet anders of dat was een soeanggi, die zich in een hond ver anderd had. Het hele stel weer in de benen en dicht bij het vuur. Toen was de aardigheid er af en de volgende mor gen zijn we maar weer terug gegaan. De feestdagen heb ik in de kampong doorgebracht. Het was wel gezellig en ik heb er veel aan gehad, maar op die dagen mis je „thuis" het meest. De kin deren voerden een Kerstspel op, dat door de dokter hier gefilmd werd. Op school gaat alles goed. Met de hoogste klas kan ik nu Hollands spre ken. Ik woon nog steeds in 't Marine kamp, wat mij hoe langer hoe minder bevalt. Er is mij al van het begin af een huis beloofd, maar we leven hier in het land van beloven, ook al veran dert er veel. De nieuwe Gouverneur ruimt heel veel ongerechtighederi en corruptie op. Van de Marine kan ik helaas niet veel goeds vertellen. Men bederft veel van het werk van Zending en Bestuur. De_ Papoea's, die in de om geving van het kamp wonen komen te plotseling met het Westen in aanraking en men neemt veel over en meestal het verkeerde. Gelukkig zijn de films in het kamp nu voor hen verboden. Ik krijg veel bezoek van Ap Paalman en dat is erg prettig. We kunnen dan nog 's gezellig op z'n Hoolters kuiern. Over het algemeen moet ik zeggen, dat hier veel is veranderd ten goede, al blijven er nog zeer veel moeilijkheden op allerlei gebied over. In een land in wording als dit kan dat ook niet anders. Maar er is vooruitgang. Ik wil besluiten met U allen een zeer gelukkig en gezegend Nieuwjaar toe te wensen. Tot een volgende keer. B. SOER, A.L.S. der Zending te Sorido. Biak, Ned. Nieuw-Guinea. De familie A. Gerritse te North King ston te Nova Scotia Kingscounty in Canada zond ons een sympathieke brief, welke wij gaarne voor onze lezers publi ceren. Zij belicht Canada weer van een geheel andere zijde dan voorgaande brief schrijvers, zodat eventuele emigranten hiermede tevens hun voordeel kunnen doen. Niemand onzer oud-plaatsgenoten, die naar dit verre land trokken, beweert, dat Canada het beloofde land is, dat hangt mede van de toekomstige bewoners zelf af maar men is het er wel allemaal over eens, dat het een mooi land is met goede perspectieven voor degene die wil werken en initiatieven weet te ontplooien. Wij danken de heer A. Gerritse en zijn echtgenote voor hun aardige brief en wen sen hen nog veel voorspoed toe. Redactie Holtens Nieuwsblad. North-Kingston, 6 Febr. '54. Geachte lezers, Evenals anderen reeds deden, pak ik deze gelegenheid gaarne aan, om 'n klein artikeltje te schrijven over Canada en zijn volk; en evenals zij doe ook ik dit met enige schroom, omdat een Hollander nu eenmaal graag moppert van nature. Het leven in Canada bevalt ons prima en de omstandigheden waren van dien aard, dat wij veel vooruit zijn gegaan. Ik kwam hier in April 1952 en ben hier dus bijna 2 jaar. Mijn vrouw (destijds m'n verloofde) kwam in Maart '53. Ik had 'n kleinigheid overgespaard en begon na m'n trouwen in April '53 met een Canadees op deelpacht te werken op een goede farm. Dit heeft ons veel van de Canadese me thodes geleerd en ook financieel heeft het ons zover gebracht, dat wij, zo gauw „iets geschikts" onder onze ogen komt, wij voor ons zelf gaan beginnen. Dat is echter geen hoofdzaak en is ook niet het mooiste wat Canada ons biedt. Het is voor ons, Hollanders, zo'n vrij land; er gaat zo'n ongelooflijke rust uit van alles. Wij die gewend zijn aan wetten, be palingen en wetsbeschermers, vinden hier zo'n vrijheid. Ook al is men niet van plan z'n vrijheid te botvieren. Bij het zien van een agent hier komen wij in een vrolijke stemming; hun joviale houding, hun zich gelijk voelen met alle standen, maakt hen bij allen populair. In Holland zouden onze blikken zenuwachtig over onze fiets gaan, zou er ook wat on wettigs aan zijn. De laatste agent wie wij zagen in uniform was in een parade op een Bloesemfeest in Mei 1953. En wij wonen toch warempel niet in een uithoek. Nova Scotia, de uiterste punt van het vasteland van Canada in 't oos ten, heeft een bevolking van 31 inwoners per vierkante mijl en is een van de dichtst bevolkte provincies van Canada. Ondanks dat Nova Scotia niet veel groter is dan Holland, heeft het een geweldige rijkdom aan natuurschoon. Heuvels, van het vlakke land gescheiden door valleien, doorsne den met rivieren, vormen het landschap, terwijl bossen en landerijen en rotsen en meertjes voor wat meer afleiding zorgen. Wij wonen halfweg een heuvel en over zien de Annapolis Valley, vroeger een van de rijkskte fruitstreken ter wereld, en zodoende nog wel Apple-Valley ge noemd. Doordat Engeland, de voornaam ste afnemer, feller gekleurde variaties wenste en niet de waarde kon geven, die men vroeg, is onze appelmarkt bijna ge heel verloren gegaan en werden er tus sen 1945 en '52 veel bomen gerooid met rijkssubsidie. Nu gaat men veel over op pluimvee en melkwinning, hetgeen evenals het fruit ook weer een grote levendigheid teweeg brengt. Zo u ziet is er hier veel activiteit op landbouwgebied. Ook op het terrein van ontspanning komt de agrarische geest sterk naar voren. „Farm-forum" is een radio-programma, waarop verschillende farmers bijeenkomen en het punt uit dit programma bediscussiëren. De jeugd heeft veel groepen, die hen op populaire wijze en met wedstrijden met veel van de landbouw op de hoogte brengen. Door de boerenvakbond, oftewel de Nova Scotia Farmers Association, is er hier veel gedaan. Zo is er nu bijv. een verzekering tegen ongelukken bij het lid maatschap ingesloten. Door deze vereni- vra gen ging worden ook de subsidies verkregen, vooral in transportkosten, bv. van kunst mest en veevoeder. Ook voor landontginning en verbete ringen worden subsidies gegeven. Deze vakbond organiseert iedere maand een avond, waar films of sprekers ons op de hoogte brengen met moderne methoden en mogelijke verbeteringen. Ook speciali teiten worden hier toegelicht door aparte sprekers. Bij verbeteringen aan grond en gebou wen of by aankoop hiervan is het moge lijk geld te lenen tegen lage rente van banken e.d. Canada's bank-systeem is een van de veiligste en toch eenvoudigste ter wereld. Op banken en ook op verzekeringsmaat schappijen wordt door de regering con trole uitgeoefend. De mensen zijn erg amicaal; nooit zal iemand in de steek gelaten worden bij ziekte of moeilijkheden. Er is hier een ongeschreven wet die verplicht elkaar te helpen, een soort van „noaberschop". Maar hier is het altijd geen noaber; de eerste die het weet springt bij en helpt ook al woont hij 15 km. verder. Nooit zal men hier de schooljeugd oude ren horen naschreeuwen of schelden. Daar zou Holland soms nog wel iets van kun nen leren. De bevolking is hier van Schotse, Ierse, Engelse, Duitse en Franse afkomst, hoe wei Schotland overheerst. Vandaar ook de naam Nova-Scotia (Nieuw Schotland). Amateurkunst is hier niet of bijna niet. Het Kingston Mannenkoor is een van de beste uit de provneie; slechts enkele van de 72 leden kunnen notenschrift lezen. Muziek heb ik hier nog niet anders ge hoord dan via de radio of gramofoon. Wij, Hollanders, missen daarom veel. Een mooi toneelstuk, een muziek-uitvoering of een uitvoering van „Bato" gaven ons vaak 'n weldadige ontspanning. Dat is hier niet. H.M.V. zou hier zeker geen slecht figuur slaan (dat doet het, als ik zo af en toe in Holtens Nieuwsblad lees, trouwens nergens). Canadezen vinden veel ontspanning in kaartspel en bioscoop en „zwarte" drank, want op alcoholhoudende dranken staat hier een flinke controle. Wij persoonlijk geven daar weinig om en dat is zo met vele Hollanders hier. Ik schreef veel over land en volk, om dat dit de lezers 't meest zal interesseren. En automatisch komt bij u de vraag op: Is Canada een betere toekomst beschoren dan Holland? Mijn antwoord is volmon dig: Ja! Ruimte en levenswijze van hen die hier zijn, tonen dat. Er moet hier hard gewerkt worden, maar dan kan men wat bereiken, wat het agrarisch bedrijf be treft. Ook anderen zijn welkom, maar zul len niet zo snel zelfstandig werken als de landbouwers. Of misschien bent u als die Hollander, die terugging en zei: „Als ik zo hard werk in Holland als ik hier doe, ben ik daar ook zo schatrijk". Die dacht waarschijn lijk, dat de nieuwe boerderijen hier in de grabbelton zaten. Kom hier niet om stil te zitten en rijk te worden, maar een goed bestaan met vele gemakken, zoals eigen bedrijf, auto, electrische keuken e.d. zijn er hier voor iedereen, die werken wil. En ondanks het gebrek aan expansie gaat Holten steeds vooruit, volgens Hol tens Nieuwsblad, tenminste wij hopen i.og lang te kunnen genieten van de afleve ringen van Holtens Nieuwsblad. Wij groeten hierbij familie en beKen- den en danken de redactie voor de toege stane plaatsruimte. Mr. and Mrs. A. GERRITSE. North-Kingston, Nova-Scotia, Kingscounty (Canada). Last van genowen! Mijnhardt's Zenuwtabletten helpen U er overheen. In een te Nijverdal gehouden vergade ring werd vanwege Staatsbosbeheer een interessante voorlichting gegeven over haar werkzaamheden, voornamelijk met betrekking tot bescherming van hetland- schapsschoon, het houtgewas, de beplan ting, erfbeplanting enz. enz. De interes sante bizonderheden, welke hier naar vo ren kwamen, zijn alleszins waard, dat zij in bredere kring bekendheid verkrij gen. Be heer J. Roelfsing, van Staatsbosbeheer wees op de grote veranderingen, die de laatste jaren heb ben plaats gevonden op dit gebied. Er kwamen verschillende wetten tot stand, waardoor men meer in aanraking kwam met Staatsbosbeheer dan voorheen en waardoor het werk van Staatsbosbeheer aanzienlijk werd uitgebreid. Spr. wees o.m. op de kapvergunningen, welke vol gens hem goed gewerkt hebben. Er is een nieuwe vorm van contact ontstaan met de landbouwers e.a. en één van die vormen is het geven van voorlichting, vandaar ook deze avond. De heer Roelfsing vervolgde en zeide, dat hij iets zou willen mededelen over de landschapsverzorging in het algemeen en bij enkele onderdelen nader wilde stil staan. De betekenis van bos- en houtge was is zeer groot. In Nederland is slechts 7 procent van de bodem beplant met bos en houtgewas en dat is veel te ge ring. In Engeland is het nog minder, n.l. 5,5 procent. In Duitsland daarentegen be draagt het 28 procent van de bodem en in Frankrijk '13 procent. Ons land heeft in totaal 250.000 ha. bos, daarbij komt nog 50.000 ha. beplanting langs wegen en kanalen, wat ook nog ongeveer 36.000 ha. uitmaakt. Het is van het allergrootste belang, dat het houtgewas niet verder achteruit geduwd wordt en daarom is het ook goed, dat er voorlichting wordt gege ven. Het houtgewas heeft een economi- esche betekenis. Nederland heeft per jaar 16 milli- oen m3 hout nodig. Hiervan leveren we zelf maar 3,5 mil- lioen en de rest moet ingevoerd worden. Hout wordt overal voor gebruikt. Voor de woningbouw, voor brandhout, voor de papierfabricage enz. enz. Houtgewas is ook van klimatologisch belang. Als er geen houtgewas aanwezig was zou het er met de bodemproductie in de landbouw slecht uit zien. Dan zou de erosie nog meer voorkomen dan nu het geval is. Ook in Nederland wordt per jaar nog voor 9,5 millioen schade aange richt door wind-erosie (verstuiving). Naast deze dingen heeft het houtgewas een grote waarde voor de schoonheid van het landschap. Deze en de waarde voor de recreatie mag men niet uit het oog verliezen. Recreatie komt niet alleen de stedeling ten goede, maar ook de mensen uit de industrie, terwijl ook de boer er van profiteren kan, wat spr. met een voorbeeld aanhaalde. Dan is er nog de sociale betekenis van het houtgewas. Het bos geeft immers aan allerlei mensen werkgelegenheid en ook de boer geeft het bos vaak werk en ge legenheid tot werkverdeling. De landschappelijke beplanting. Er wordt wel eens gezegd, dat land schapsverzorging een subjectief idee is. Er zit inderdaad wel een subjectieve kant aan, doch ook de objectieve plan nen spelen er een rol in. Het maakt ook een gróót verschil weik landschap hei. is. In de ene streek van ons land krijgt men een geheel andere landschapsverzorging dan in een ander deel. De streek en de omstandigheden aldaar spreken een woordje mee .De streek geeft aan wet er moet gebeur,en met de landschapbe handeling en ook de soort grond speelt er een belangrijke rol in. Het soort bo men en planten, wat voor de ene streek van ons land geschikt is, is voor een an dere streek weer niet geschikt, zodat men daar andere soorten moet gaan plan ten. Er bestaat b.v. een verschil tussen een weidelandschap en een wallenlandschap en met al deze dingen moet rekening gehouden worden. Bovendien moet alles aansluiting hebben op het landschap, dat er reeds is. De heer Roelofsing gat ver volgens aan de hand van een kaart voor beelden hoe men een landschap bij een ruilverkaveling had ingericht en aange past aan de omgeving. Dit was in TAven- te, in de buurt van Oldenzaal en Oot- marsum. Het Twentse landschap kan niet ingedacht worden zonder houtgewas en houtwallen .Ook de bescherming van de boerderijen door bomen is van groot be lang en heeft een enorme waarde. Spr. toonde duidelijk aan hoe dit moet ge schieden. Essen worden b.v. nooit om bouwlang geplant, terwjl landschappelijk alles overkoepeld behoort te worden. In nieuwe landschappen, b.v. in ruilverka velingen, nemen we de wegen ook niet strak, maar geven er flauwe bochten aan en daardoor krijgen we een geheel ander effect We projecteren singels langs de we gen en struikhout langs de scheidingen van percelen en langs waterleidingen en zodoende krijgt men een geheel nieuw ge bied, dat aansluit bij het oude, bestaande gebied. We zetten, indien mogelijk, nog altijd enkele natuurreservaten in 't land schap. Alle beplanting geschiedt met 100 procent subsidie van Staatsbosbeheer en alle adviezen, die we geven, zijn geheel gratis. De erfbeplanting. Zeer uitvoerig stond de heer Roelfsing stil bij het punt erfbeplanting. Erfbe planting behoort er te zijn, ook in het ïdein en dient om beschutting te geven, doch is als een economische reserve ook van groot belang. Spr. toonde dit laatste aan met enkele voorbeelden uit de prak tijk. Hij vertelde o.m. hoe men op een boerenerf in grote financiële moeilijkhe den was gekomen, doch dat de verkoop van 78 are tenslotte een opbrengst gaf van f 20000,.waardoor de mensen uit de nood kwamen. Als de voorouders die beplanting niet hadden aangebracht, dan had men die uitkomst niet gehad. De beplanting geeft ook een prachtige sfeer aan het bedrijf en de schoonheid van het geheel wordt er door verhoogd. Een landschap zonder erven kan men zich niet meer indenken en dan kan men begrijpen van hoe groot belang het is op welke wijze zo'n erf beplant is. De wijze van beplanting hangt af van de streek, van de grondsoort en soort van bedrijf. Er kan door Staatsbosbeheer nooit een bepaald schema vooruit opgesteld worden. Men moet het eerst zien en nagaan, wel ke factoren er een rol spelen en dan wordt een plan opgemaakt. Windscherm is een eerste vereiste bij erfbeplanting. Hagen op een erf zijn er in vele soorten en variaties. Spr. waar schuwde echter voor een legustrum-haag, omdat deze niet in het landschap past en bovendien is ze gevaarlijk. Esdoorn, Meidoorn e.d. zijn beter en mooier. Te genwoordig ziet men ook veel hekwerk als afrastering. Dit is zuiver een gevolg van te weinig belangstelling voor beplan ting en bovendien ziet men op tegen het knippen van een haag. Is de belangstel ling er wel, dan beleeft men het plezier er ook van. Op een erf is een vrijstaan de boom ook van belang. Het kan een es zijn, een linde, noot, kastanje enz. Ook dit geeft meer effect aan het gehele erf. Een siertuin op een erf is ook van belang. Men kan met een siertuin alles mooier maken, maarmen kan er ook alles mee bederven. Een rustige tuin met veel grasgazon, enige bloemen en een struik is aan te bevelen. De aanleg en het onderhoud van de boerderij en het erf is van niet minder belang. De bomen, struiken e.d. moeten ook onderhouden worden. Bomen moeten gesnoeid worden. Snoei echter niet teveel, want dan wordt de boom waardeloos; snoei vooral ook tijdig.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1954 | | pagina 3