De geschiedenis van Petertje Knabbel als „autorenner"
Een brief uit Nieuw-Guinea.
Is Canada
het beloofde land?
Dameshanden
Staatsbosbeheer
27. Nu gaat hij aan de slag. Maar zó gemakkelijk
als hij gedacht had, is het toch niet. Drommels, wat
is die noot hard. En gaten boren is een moeilijk
werk. Telkens houdt hij even op met het werk. Ein
delijk heeft hij de gaten in de noot. Verheugd kijkt
hij op zijn werk. Wat een pracht karretje zal dat
wordenHij voelt zich een kleine autorenner.
Maar het moeilijkste komt nog en dat begrijpt
Petertje best.
28. Nu moet hij de wieltjes gaan zagen. Vlug
zoekt hij een mooi rond stokje in het bos en daar
zaagt hij drie keurige wieltjes af. Onder het werk
krijgt hij het warm. Even moet hij uitblazen. Maar
hij heeft niet lang geduld. Want hij verlangt ernaar
dat het karretje klaar komt. Hij ziet zichzelf al in
het wagentje een heuvel „afrennen". Dan zijn de
wieltjes klaar en nu ze er vlug onder gemaakt.
PREDIKBEURTEN.
Ned. Herv. Kerk. Holten. 10 uur Ds. Knip-
scheer en 7 uur Ds. Israël (Gelijkenis
van het opschietend zaad)In beide
diensten collecte voor het Nederlands
Bijbelgenootschap.
Dijkerhoek. 10 uur Ds. Israël.
Collecte voor Ned. Bijbelgenootschap.
Geref. Kerk. 10 en 3 uur Ds. Hoogkamp.
In beide diensten is de derde collecte
bestemd voor de Kas Art. 13 K.O.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: Gerritdina, dv. H. Vincent en
G. Slettenhaar, Oranjestraat 14.
Overleden: Albertdina Krikkink, 6 d.,
dv. D. B. Krikkink en J. Brinkman.
Egbertdina Klein Teeselink, 3 maand, dv.
H. Klein Teeselnk en J. F. Vorkink (over
leden te Deventer). Gerrit Jan Antonij
Keuterman, 50 jr., echtg. v. J. Krikkink
(overleden te Utrecht).
VERHUIZINGEN.
Ingekomen: J. Jansen van Diepenveen
naar Espelo 27. J. Rensen van Zutfen
naar Espelo 54. J. Reinaardus van Vries
naar Larenseweg 32.
Vertrokken: G. H. Boode van Beuse-
berg 119 naar Raalte. G. Aanstoot van
Look 65 naar Hengelo (O.).
JUBILEUM-FEESTAVOND
„DE BERGRUITERS".
OCH bracht „Hop paardje, hop".
Als sluitstuk van de viering van het
20-jarig bestaan van de Landelijke Rij -
vereniging „De Bergruiters" werd Maan
dagavond van de vorige week in het ge
bouw „Irene" door OCH opgevoerd de
revue „Hop paardje, hop".
Ondanks de zeer strenge koude waren
nog ongeveer 200 belangstellenden naar
„Irene" gekomen, die door de voorzit
ter van „De Bergruiters", de heer H.
Beldman, hartelijk welkom werden gehe
ten, die tevens een bijzonder woord van
dank bracht tot de donateurs voor de fi
nanciële steun, die steeds werd verleend.
„Hop paardje, hop."
OCH bracht hierna in een vlot tempo
de revue „Hop paardje, hop", in welke
revue een ruime plaats ingeruimd was
voor het verleden van „De Bergruiters".
In het openingsnummer presenteerden
de OCH-ers zich in het rijcostuuin van
de ruiterij en werd het zeer toepasselijk
wijsje „Hop paardje, hop" gezongen. Het
refrein van dit wijsje had men op een
groot bord geschreven, zodat de aanwezi
gen uit volle borst konden meezingen.
Derk Oom (G. Krikkink) en Jan (J.
Hol term an) gaven in een gemoedelijk
praatje bij de haard een schets van de
oprichting van „De Bergruiters" en van
de vele moeilijkheden, die in de loop dei-
jaren overwonnen moesten worden.
Bepaald vermakelijk was de reportage,
die de heer Herman Koopman gaf van
de aankomst van de conferencier Jan
Oosterkamp, die per „wentelwiek" arri
veerde.
Buitengewoon werd ook genoten van
het blijspelletje, dat door Mej. D. Ste-
geman en Gert Steunenberg werd ge
bracht.
Herman Koopman vertoonde een aantal
bijzonder fraaie filmstroken, waarbij een
groot aantal leden van „De Bergruiters"
bijna levensgroot op het doek verscheen.
Toen Piet Har ting die inmiddels
naar Canada is vertrokken op het
doek verscheen, werd door de heer Henk
Koopman een afscheidsgedicht gedecla
meerd.
Door Mej. Adrie Idarting en de heren
Ep Steunenberg en Gert Jansen, werd
voor vocale en muzikale afwisseling ge
zorgd en dat trio deed dit op zeer ver
dienstelijke wijze.
Het optreden van de orgelman (Jan
Oosterkamp, met draaiorgel) deed de zaal
bulderen.
De muzikale omlijsting van de revue
en de begeleiding van de samenzang was
bij de heer A. Hodes (piano) uit Rijssen
in zeer goede handen.
Het was reeds over twaalven, toen de
heer Beldman deze zeer geslaagde revue
avond met een enkel woord sloot.
Een hartelijk woord van dank werd nog
gesproken tot de heer C. Koopman, die
een groot aandeel heeft gehad in het tot
standkomen van deze revue. Het lag niet
in de bedoeling om van deze revue een
tweede opvoering te geven, doch op veler
verzoek gaat de revue Woensdagavond in
„Amicitia" voor de tweede maal. Voor de
tweede maal „Hop paardje, hop", dus
een tweede avond van veel humor en vro
lijkheid.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen
we naar de advertentie in dit nummer.
Voor Korem moesten we nog 'n brede
kali, die nogal snel stroomde, zwem
mend oversteKen. Voor de Papoese jon
gens, die kunnen zwemmen als water
ratten, was het echter niet zo moeilijk
om alles droog over te krijgen. In Ko
rem werd overnacht bij de goeroe en de
voigenae morgen, na natuurlijk eerst nog
een partijtje voetbal te hebben gespeeld,
werd zo tegen zeven uur de grote terug
tocht door de rimboe aanvaard. We wa
ren van plan in één dag 40 kilometer af
te leggen. Gelukkig is er halverwege
een kan met een door de politiepatroii-
ies opgetrokken bivak, waar eventueel
in overnacht kon worden. Daar aange
komen hebben we wat gerust en in de
heerlijk frisse kali gezwommen. We
hadden nog wat rijst, maar geen pot om
te koken. Gelukkig had ik een groot blik
met verband en geneesmiddelen en daar
hebben we toen maar rijst in gekookt.
Het was er zo heerlijk op die plek, Wa-
for geheten, dat we meteen maar beslo
ten hier in de Kerstvacantie een dag of
wat- te gaan kamperen. ,En dat hebben
we dan ook gedaan. De dag voor Oude
jaar zijn we teruggekomen. Helaas werd
ons verblijf bedorven door de boze gees
ten. De tweede avond dat we daar wa
ren kwam er een stel Papoea's van de
Noordkust, die ook naar Sorem wilden
de nacht doorbrengen. Om een gezellig
kampvuurtje werden allerlei verhalen
afgestoken. Eén vertelde, dat tijdens de
Japanse tijd hier veel Japanners het
leven hadden verloren. Toen had je de
poppen aan het dansen. Even later
hoorden ze iemand roepen en toen er
niemand op kwam dagen, was het wel
zeker: de soeanggi's van die Jappen
zwierven hier nog rond. En ik kon niet
zo mooi praten dat ik ze die onzin uit
het hoofd haalde. De hele nacht heb
ben ze om het kampvuurtje gezeten, zo
dicht mogelijk op elkaar en bevend van
angst.
De volgende avond, de Papoea's van
de Noordkust waren 's morgens vroeg al
vertrokken, heb ik eerst maar eens een
poosje met de jongens gepraat, 's Mor
gens wilden ze al naar huis. Ik heb dat
natuurlijk verboden en gezegd dat wie
er wegliep van school gestuurd werd.
Ik heb ze gevraagd wat of ze nu eigen
lijk waren: Heidenen of Christenen. Ja,
ze waren natuurlijk Christenen. Nou,
dan hoef je niet bang te zijn, want
Toean Allah (God) is veel sterker dan
alle soeanggi's bij elkaar. Afijn, ze wer
den na een poosje praten al heel wat
kalmer en toen ik bij het donker wor
den de grote gaslamp buiten voor het
bivak hing, was alles voor elkaar en
ze gingen rustig slapen. Ongelukkig
genoeg werd er 's nachts eentje wakker
en die zag een hond voorbij lopen. Ik
denk, dat hij zich vergiste, want in de
rimboe komen wilde honden practisch
niet voor. Maar hij had hem beslist ge
zien en het kon niet anders of dat was
een soeanggi, die zich in een hond ver
anderd had. Het hele stel weer in de
benen en dicht bij het vuur. Toen was
de aardigheid er af en de volgende mor
gen zijn we maar weer terug gegaan.
De feestdagen heb ik in de kampong
doorgebracht. Het was wel gezellig en
ik heb er veel aan gehad, maar op die
dagen mis je „thuis" het meest. De kin
deren voerden een Kerstspel op, dat door
de dokter hier gefilmd werd.
Op school gaat alles goed. Met de
hoogste klas kan ik nu Hollands spre
ken. Ik woon nog steeds in 't Marine
kamp, wat mij hoe langer hoe minder
bevalt. Er is mij al van het begin af
een huis beloofd, maar we leven hier
in het land van beloven, ook al veran
dert er veel. De nieuwe Gouverneur
ruimt heel veel ongerechtighederi en
corruptie op. Van de Marine kan ik
helaas niet veel goeds vertellen. Men
bederft veel van het werk van Zending
en Bestuur. De_ Papoea's, die in de om
geving van het kamp wonen komen te
plotseling met het Westen in aanraking
en men neemt veel over en meestal het
verkeerde. Gelukkig zijn de films in
het kamp nu voor hen verboden.
Ik krijg veel bezoek van Ap Paalman
en dat is erg prettig. We kunnen dan
nog 's gezellig op z'n Hoolters kuiern.
Over het algemeen moet ik zeggen,
dat hier veel is veranderd ten goede, al
blijven er nog zeer veel moeilijkheden
op allerlei gebied over. In een land in
wording als dit kan dat ook niet anders.
Maar er is vooruitgang.
Ik wil besluiten met U allen een zeer
gelukkig en gezegend Nieuwjaar toe te
wensen. Tot een volgende keer.
B. SOER,
A.L.S. der Zending te Sorido.
Biak, Ned. Nieuw-Guinea.
De familie A. Gerritse te North King
ston te Nova Scotia Kingscounty in
Canada zond ons een sympathieke brief,
welke wij gaarne voor onze lezers publi
ceren. Zij belicht Canada weer van een
geheel andere zijde dan voorgaande brief
schrijvers, zodat eventuele emigranten
hiermede tevens hun voordeel kunnen
doen.
Niemand onzer oud-plaatsgenoten, die
naar dit verre land trokken, beweert, dat
Canada het beloofde land is, dat hangt
mede van de toekomstige bewoners zelf
af maar men is het er wel allemaal
over eens, dat het een mooi land is met
goede perspectieven voor degene die wil
werken en initiatieven weet te ontplooien.
Wij danken de heer A. Gerritse en zijn
echtgenote voor hun aardige brief en wen
sen hen nog veel voorspoed toe.
Redactie Holtens Nieuwsblad.
North-Kingston, 6 Febr. '54.
Geachte lezers,
Evenals anderen reeds deden, pak ik
deze gelegenheid gaarne aan, om 'n klein
artikeltje te schrijven over Canada en zijn
volk; en evenals zij doe ook ik dit met
enige schroom, omdat een Hollander nu
eenmaal graag moppert van nature.
Het leven in Canada bevalt ons prima
en de omstandigheden waren van dien
aard, dat wij veel vooruit zijn gegaan. Ik
kwam hier in April 1952 en ben hier dus
bijna 2 jaar. Mijn vrouw (destijds m'n
verloofde) kwam in Maart '53. Ik had 'n
kleinigheid overgespaard en begon na m'n
trouwen in April '53 met een Canadees
op deelpacht te werken op een goede farm.
Dit heeft ons veel van de Canadese me
thodes geleerd en ook financieel heeft
het ons zover gebracht, dat wij, zo gauw
„iets geschikts" onder onze ogen komt,
wij voor ons zelf gaan beginnen.
Dat is echter geen hoofdzaak en is ook
niet het mooiste wat Canada ons biedt.
Het is voor ons, Hollanders, zo'n vrij land;
er gaat zo'n ongelooflijke rust uit van
alles. Wij die gewend zijn aan wetten, be
palingen en wetsbeschermers, vinden hier
zo'n vrijheid. Ook al is men niet van plan
z'n vrijheid te botvieren.
Bij het zien van een agent hier komen
wij in een vrolijke stemming; hun joviale
houding, hun zich gelijk voelen met alle
standen, maakt hen bij allen populair. In
Holland zouden onze blikken zenuwachtig
over onze fiets gaan, zou er ook wat on
wettigs aan zijn. De laatste agent wie wij
zagen in uniform was in een parade op
een Bloesemfeest in Mei 1953.
En wij wonen toch warempel niet in
een uithoek. Nova Scotia, de uiterste punt
van het vasteland van Canada in 't oos
ten, heeft een bevolking van 31 inwoners
per vierkante mijl en is een van de dichtst
bevolkte provincies van Canada. Ondanks
dat Nova Scotia niet veel groter is dan
Holland, heeft het een geweldige rijkdom
aan natuurschoon. Heuvels, van het vlakke
land gescheiden door valleien, doorsne
den met rivieren, vormen het landschap,
terwijl bossen en landerijen en rotsen en
meertjes voor wat meer afleiding zorgen.
Wij wonen halfweg een heuvel en over
zien de Annapolis Valley, vroeger een
van de rijkskte fruitstreken ter wereld,
en zodoende nog wel Apple-Valley ge
noemd. Doordat Engeland, de voornaam
ste afnemer, feller gekleurde variaties
wenste en niet de waarde kon geven, die
men vroeg, is onze appelmarkt bijna ge
heel verloren gegaan en werden er tus
sen 1945 en '52 veel bomen gerooid met
rijkssubsidie.
Nu gaat men veel over op pluimvee en
melkwinning, hetgeen evenals het fruit
ook weer een grote levendigheid teweeg
brengt.
Zo u ziet is er hier veel activiteit op
landbouwgebied. Ook op het terrein van
ontspanning komt de agrarische geest
sterk naar voren. „Farm-forum" is een
radio-programma, waarop verschillende
farmers bijeenkomen en het punt uit dit
programma bediscussiëren.
De jeugd heeft veel groepen, die hen
op populaire wijze en met wedstrijden
met veel van de landbouw op de hoogte
brengen.
Door de boerenvakbond, oftewel de
Nova Scotia Farmers Association, is er
hier veel gedaan. Zo is er nu bijv. een
verzekering tegen ongelukken bij het lid
maatschap ingesloten. Door deze vereni-
vra gen
ging worden ook de subsidies verkregen,
vooral in transportkosten, bv. van kunst
mest en veevoeder.
Ook voor landontginning en verbete
ringen worden subsidies gegeven.
Deze vakbond organiseert iedere maand
een avond, waar films of sprekers ons op
de hoogte brengen met moderne methoden
en mogelijke verbeteringen. Ook speciali
teiten worden hier toegelicht door aparte
sprekers.
Bij verbeteringen aan grond en gebou
wen of by aankoop hiervan is het moge
lijk geld te lenen tegen lage rente van
banken e.d.
Canada's bank-systeem is een van de
veiligste en toch eenvoudigste ter wereld.
Op banken en ook op verzekeringsmaat
schappijen wordt door de regering con
trole uitgeoefend.
De mensen zijn erg amicaal; nooit zal
iemand in de steek gelaten worden bij
ziekte of moeilijkheden. Er is hier een
ongeschreven wet die verplicht elkaar te
helpen, een soort van „noaberschop".
Maar hier is het altijd geen noaber; de
eerste die het weet springt bij en helpt
ook al woont hij 15 km. verder.
Nooit zal men hier de schooljeugd oude
ren horen naschreeuwen of schelden. Daar
zou Holland soms nog wel iets van kun
nen leren.
De bevolking is hier van Schotse, Ierse,
Engelse, Duitse en Franse afkomst, hoe
wei Schotland overheerst. Vandaar ook de
naam Nova-Scotia (Nieuw Schotland).
Amateurkunst is hier niet of bijna niet.
Het Kingston Mannenkoor is een van de
beste uit de provneie; slechts enkele van
de 72 leden kunnen notenschrift lezen.
Muziek heb ik hier nog niet anders ge
hoord dan via de radio of gramofoon. Wij,
Hollanders, missen daarom veel. Een mooi
toneelstuk, een muziek-uitvoering of een
uitvoering van „Bato" gaven ons vaak 'n
weldadige ontspanning. Dat is hier niet.
H.M.V. zou hier zeker geen slecht figuur
slaan (dat doet het, als ik zo af en toe
in Holtens Nieuwsblad lees, trouwens
nergens).
Canadezen vinden veel ontspanning in
kaartspel en bioscoop en „zwarte" drank,
want op alcoholhoudende dranken staat
hier een flinke controle.
Wij persoonlijk geven daar weinig om
en dat is zo met vele Hollanders hier.
Ik schreef veel over land en volk, om
dat dit de lezers 't meest zal interesseren.
En automatisch komt bij u de vraag op:
Is Canada een betere toekomst beschoren
dan Holland? Mijn antwoord is volmon
dig: Ja! Ruimte en levenswijze van hen
die hier zijn, tonen dat. Er moet hier hard
gewerkt worden, maar dan kan men wat
bereiken, wat het agrarisch bedrijf be
treft. Ook anderen zijn welkom, maar zul
len niet zo snel zelfstandig werken als
de landbouwers.
Of misschien bent u als die Hollander,
die terugging en zei: „Als ik zo hard werk
in Holland als ik hier doe, ben ik daar
ook zo schatrijk". Die dacht waarschijn
lijk, dat de nieuwe boerderijen hier in
de grabbelton zaten.
Kom hier niet om stil te zitten en rijk
te worden, maar een goed bestaan met
vele gemakken, zoals eigen bedrijf, auto,
electrische keuken e.d. zijn er hier voor
iedereen, die werken wil.
En ondanks het gebrek aan expansie
gaat Holten steeds vooruit, volgens Hol
tens Nieuwsblad, tenminste wij hopen i.og
lang te kunnen genieten van de afleve
ringen van Holtens Nieuwsblad.
Wij groeten hierbij familie en beKen-
den en danken de redactie voor de toege
stane plaatsruimte.
Mr. and Mrs. A. GERRITSE.
North-Kingston, Nova-Scotia,
Kingscounty (Canada).
Last van genowen!
Mijnhardt's Zenuwtabletten
helpen U er overheen.
In een te Nijverdal gehouden vergade
ring werd vanwege Staatsbosbeheer een
interessante voorlichting gegeven over
haar werkzaamheden, voornamelijk met
betrekking tot bescherming van hetland-
schapsschoon, het houtgewas, de beplan
ting, erfbeplanting enz. enz. De interes
sante bizonderheden, welke hier naar vo
ren kwamen, zijn alleszins waard, dat
zij in bredere kring bekendheid verkrij
gen.
Be heer J. Roelfsing,
van Staatsbosbeheer wees op de grote
veranderingen, die de laatste jaren heb
ben plaats gevonden op dit gebied. Er
kwamen verschillende wetten tot stand,
waardoor men meer in aanraking kwam
met Staatsbosbeheer dan voorheen en
waardoor het werk van Staatsbosbeheer
aanzienlijk werd uitgebreid. Spr. wees
o.m. op de kapvergunningen, welke vol
gens hem goed gewerkt hebben. Er is
een nieuwe vorm van contact ontstaan
met de landbouwers e.a. en één van die
vormen is het geven van voorlichting,
vandaar ook deze avond.
De heer Roelfsing vervolgde en zeide,
dat hij iets zou willen mededelen over de
landschapsverzorging in het algemeen en
bij enkele onderdelen nader wilde stil
staan. De betekenis van bos- en houtge
was is zeer groot. In Nederland is slechts
7 procent van de bodem beplant met
bos en houtgewas en dat is veel te ge
ring. In Engeland is het nog minder, n.l.
5,5 procent. In Duitsland daarentegen be
draagt het 28 procent van de bodem en
in Frankrijk '13 procent. Ons land heeft
in totaal 250.000 ha. bos, daarbij komt
nog 50.000 ha. beplanting langs wegen
en kanalen, wat ook nog ongeveer 36.000
ha. uitmaakt. Het is van het allergrootste
belang, dat het houtgewas niet verder
achteruit geduwd wordt en daarom is het
ook goed, dat er voorlichting wordt gege
ven. Het houtgewas heeft een economi-
esche betekenis.
Nederland heeft per jaar 16 milli-
oen m3 hout nodig.
Hiervan leveren we zelf maar 3,5 mil-
lioen en de rest moet ingevoerd worden.
Hout wordt overal voor gebruikt. Voor
de woningbouw, voor brandhout, voor de
papierfabricage enz. enz.
Houtgewas is ook van klimatologisch
belang. Als er geen houtgewas aanwezig
was zou het er met de bodemproductie
in de landbouw slecht uit zien. Dan zou
de erosie nog meer voorkomen dan nu het
geval is. Ook in Nederland wordt per
jaar nog voor 9,5 millioen schade aange
richt door wind-erosie (verstuiving).
Naast deze dingen heeft het houtgewas
een grote waarde voor de schoonheid van
het landschap. Deze en de waarde voor
de recreatie mag men niet uit het oog
verliezen. Recreatie komt niet alleen de
stedeling ten goede, maar ook de mensen
uit de industrie, terwijl ook de boer er
van profiteren kan, wat spr. met een
voorbeeld aanhaalde.
Dan is er nog de sociale betekenis van
het houtgewas. Het bos geeft immers aan
allerlei mensen werkgelegenheid en ook
de boer geeft het bos vaak werk en ge
legenheid tot werkverdeling.
De landschappelijke beplanting.
Er wordt wel eens gezegd, dat land
schapsverzorging een subjectief idee is.
Er zit inderdaad wel een subjectieve
kant aan, doch ook de objectieve plan
nen spelen er een rol in. Het maakt ook
een gróót verschil weik landschap hei. is.
In de ene streek van ons land krijgt men
een geheel andere landschapsverzorging
dan in een ander deel. De streek en de
omstandigheden aldaar spreken een
woordje mee .De streek geeft aan wet
er moet gebeur,en met de landschapbe
handeling en ook de soort grond speelt
er een belangrijke rol in. Het soort bo
men en planten, wat voor de ene streek
van ons land geschikt is, is voor een an
dere streek weer niet geschikt, zodat
men daar andere soorten moet gaan plan
ten.
Er bestaat b.v. een verschil tussen een
weidelandschap en een wallenlandschap
en met al deze dingen moet rekening
gehouden worden. Bovendien moet alles
aansluiting hebben op het landschap, dat
er reeds is. De heer Roelofsing gat ver
volgens aan de hand van een kaart voor
beelden hoe men een landschap bij een
ruilverkaveling had ingericht en aange
past aan de omgeving. Dit was in TAven-
te, in de buurt van Oldenzaal en Oot-
marsum. Het Twentse landschap kan niet
ingedacht worden zonder houtgewas en
houtwallen .Ook de bescherming van de
boerderijen door bomen is van groot be
lang en heeft een enorme waarde. Spr.
toonde duidelijk aan hoe dit moet ge
schieden. Essen worden b.v. nooit om
bouwlang geplant, terwjl landschappelijk
alles overkoepeld behoort te worden. In
nieuwe landschappen, b.v. in ruilverka
velingen, nemen we de wegen ook niet
strak, maar geven er flauwe bochten
aan en daardoor krijgen we een geheel
ander effect
We projecteren singels langs de we
gen en struikhout langs de scheidingen
van percelen en langs waterleidingen en
zodoende krijgt men een geheel nieuw ge
bied, dat aansluit bij het oude, bestaande
gebied. We zetten, indien mogelijk, nog
altijd enkele natuurreservaten in 't land
schap. Alle beplanting geschiedt met 100
procent subsidie van Staatsbosbeheer en
alle adviezen, die we geven, zijn geheel
gratis.
De erfbeplanting.
Zeer uitvoerig stond de heer Roelfsing
stil bij het punt erfbeplanting. Erfbe
planting behoort er te zijn, ook in het
ïdein en dient om beschutting te geven,
doch is als een economische reserve ook
van groot belang. Spr. toonde dit laatste
aan met enkele voorbeelden uit de prak
tijk. Hij vertelde o.m. hoe men op een
boerenerf in grote financiële moeilijkhe
den was gekomen, doch dat de verkoop
van 78 are tenslotte een opbrengst gaf
van f 20000,.waardoor de mensen uit
de nood kwamen. Als de voorouders die
beplanting niet hadden aangebracht, dan
had men die uitkomst niet gehad. De
beplanting geeft ook een prachtige sfeer
aan het bedrijf en de schoonheid van het
geheel wordt er door verhoogd.
Een landschap zonder erven kan men
zich niet meer indenken en dan kan men
begrijpen van hoe groot belang het is op
welke wijze zo'n erf beplant is. De wijze
van beplanting hangt af van de streek,
van de grondsoort en soort van bedrijf.
Er kan door Staatsbosbeheer nooit een
bepaald schema vooruit opgesteld worden.
Men moet het eerst zien en nagaan, wel
ke factoren er een rol spelen en dan
wordt een plan opgemaakt.
Windscherm is een eerste vereiste bij
erfbeplanting. Hagen op een erf zijn er
in vele soorten en variaties. Spr. waar
schuwde echter voor een legustrum-haag,
omdat deze niet in het landschap past
en bovendien is ze gevaarlijk. Esdoorn,
Meidoorn e.d. zijn beter en mooier. Te
genwoordig ziet men ook veel hekwerk
als afrastering. Dit is zuiver een gevolg
van te weinig belangstelling voor beplan
ting en bovendien ziet men op tegen het
knippen van een haag. Is de belangstel
ling er wel, dan beleeft men het plezier
er ook van. Op een erf is een vrijstaan
de boom ook van belang. Het kan een
es zijn, een linde, noot, kastanje enz. Ook
dit geeft meer effect aan het gehele erf.
Een siertuin op een erf is ook van
belang. Men kan met een siertuin alles
mooier maken, maarmen kan er
ook alles mee bederven. Een rustige tuin
met veel grasgazon, enige bloemen en een
struik is aan te bevelen. De aanleg en
het onderhoud van de boerderij en het
erf is van niet minder belang. De bomen,
struiken e.d. moeten ook onderhouden
worden. Bomen moeten gesnoeid worden.
Snoei echter niet teveel, want dan wordt
de boom waardeloos; snoei vooral ook
tijdig.