HOLTENS NIEUWSBLAD
De brand te Holten
in 1829
BRIEVEN
Bij de plaat*
VA/V, EMIGRANTEN
Plaatselijk Nieuws
No. 51. Jaargang 4 (Tweede Blad). DINSDAG 23 DECEMBER 1952.
DA-
De heer Jan Pakkert, toentertijde
burgemeester van Holten en Bathmen,
schrijft in de nacht van 16 op 17 Juni
1829 op 't middernachtelijk uur 'n brief,
welke per expresse wordt verzonden
aan de gouverneur van de provincie
Overijssel, mr. B. H. baron Bentinck.
Deze brief vangt aan met het bericht,
dat in de middag van 16 Juni 1829 tus
sen 5 en 6 uur een brand is ontstaan in
een woning, toebehorende aan het gast
huis van de stad Deventer en bewoond
door Jan Bosschers. De brand is niet
tot deze woning beperkt gebleven. Bijna
het gehele dorp Holten is in vlammen
opgegaan. Op het moment, dat de bur
gemeester de brief schrijft, is bekend,
dat 49 huizen, 5 schuren, de kerk en
haar toren, alsmede het schoolgebouw
in minder dan één uur in de as zijn
gelegd. De bewoners der huizen hebben
nagenoeg alle goederen verloren en het
merendeel hunner is niet in staat zich
het allernodigste opnieuw aan te schaf
fen. In verband hiermede verzoekt de
burgemeester hem te informeren, op
welke wijze in het onderhoud der be
hoeftige Holtenaren zal kunnen worden
voorzien. De brief eindigt met de mede
deling, dat, zodra mogelijk, een nadere
opgave van een en ander zal worden
gedaan.
De beloofde nadere gegevens worden
op 19 Juni 1829 verstrekt in een brief,
bestaande uit bijna 5 folio-vellen schrift
en blijkens aantekening op de kant
„door Berend zeiven op den 19 Junij
's avonds om 11 uur na den molen ge-
bragt". Met Berend wordt bedoeld de
landbouwer Berend Willem Hakkert, die
de post bezorgde bij de Bathmense mo
len, waar Post janna moest zorgdragen
voor verzending per diligence, welke al
daar regelmatig stopte.
De burgemeester schrijft de gouver
neur, dat hij door de veelvuldige werk
zaamheden niet eerder in staat is ge
weest hem nader en gemotiveerd in te
lichten omtrent dat akelig toneel van
Holten. Jan Bosschers woonde blijkbaar
twee huizen dorpwaarts van Vincent.
Het vuur heeft zeer snel om zich heen
gegrepen. De knecht van Vincent be
weerde met bekwame spoed gelopen te
hebben van het eerste brandende huis,
staande tegenover het Schepersvoet
pad, dat evenwijdig liep met de tegen
woordige Stationsstraat, tot nog voor
bij de kerk, en daar aangekomen sloeg
de vlam reeds uit de huizen, welke
rondom de kerk waren gebouwd. De met
spaandak gedekte kerktoren geraakte
spoedig in brand met het gevolg, dat 't
vuur oversloeg op de kerk, waarvan de
muren zijn blijven staan. Intussen waren
ook de zich verder in het dorp bevin
dende huizen aan de rode haan ten prooi
gevallen. Niettegenstaande de hulp van
de toegesnelde brandweren uit Rijssen,
Enter en Markelo is Holten in een 'uur
tijds in een puinhoop veranderd. Het
aantal verbrande huizen blijkt 52 en dat
der schuren 17 te bedragen. De burge
meester merkt in zijn brief op, dat de
meesten der getroffenen nog weer ge
lukkig zijn, omdat zij hun woningen te
gen brand verzekerd hadden. Hoewel 't
algemeen gebruikelijk was ook 's zomers
het vee op stal te houden, althans in deze
omgeving, was het vee van de dorpe
lingen naar de weide. Slechts twee paar
den en vijf varkens zijn in de vlammen
omgekomen. Het houtwerk werd zo
danig door de vlammen aangetast, dat er
bijna geen goed stuk hout is overgeble
ven. „Ook dat schoone voortreffelijke
kerkorgel is geheel zonder eenig over
blijfsel tot assche verteerd, en niet al
leen dit, maar ook de predikstoel en alle
banken en gestoeltens in de kerk zijn
verbrand, ja ook die twee schoone voor
treffelijke torenklokken zijn na het ver
branden van het houtwerk neergevallen;
de grootste is boven gebarsten, maar de
kleine aan verscheidene stukken ver
pletterd", zo luidt het in de brief. De
ontvanger heeft de gelden der gemeen
te op dertig gulden na kunnen redden.
De militaire kledingsukken van de ver
lofgangers Martinus Keizer en Hendri-
kus Zwiers, alsmede enige geweren van
de schutterij zijn in vlammen opgegaan.
Zo groot de nood en jammer voor de
dorpelingen waren, zo. groot was ook de
menslievendheid van hun medemensen.
Twee onbekende heren, die het schrik-
toneel hebben aanschouwd, openden hun
handen van milddadigheid door 't geven
van enig geld. Ook de stad Rijssen heeft
met spoed geld en twee wagens met
levensmiddelen gezonden, welk voor
beeld door de gemeente Bathmen on
middellijk is gevolgd. Aan het slot van
de brief brengt de burgemeester de har
telijke dank over van de dorpelingen
voor de provinciale gift van f 1000.
De ontvangen gaven werden zo billijk
mogelijk verdeeld door een commissie,
bestaande uit: Egbert Aaltink, Jannes
Nijkamp, Willem Stam, Joost Vincent
en Jannes Zwiersen. De arbeid van deze
commissie werd niet door ieder gelijk
gewaardeerd. De commissieleden moes
ten allerhande scheldwoorden, zoals
„schurken" en „schelmen" aanhoren. De
burgemeester ontving zelfs een anonieme
brief waarin de snoodste uitdrukkingen
werden gebezigd. Onder de oproerigen
bevond zich ook een wethouder, die
Aaltink c.s. voor dieven uitmaakte. De
commissie beklaagt zich bij de gouver
neur over de handelwijze van deze asses
sor. „Meerder dan van anderen trof ons
deze taal en waren wij over dezelve ver
wonderd, omdat hij een lid van het be
stuur was en het hem daarom voegde
om anderen in rust en vrede voor te
'gaan, maar hoe dit ook zij, wij hebben
alle smaad en hoon met lijdzaamheid en
geduld ondergaan, denkende dat zulks
de gewone bezoldiging van zulke uitde
lingen zijn. Zijn drift wordt bestuurd
door zijn eigen belang", aldus de com
missie. Zij geeft toe, dat het vermogen
van sommigen wel enigszins foutief ge
taxeerd kan zijn en stelt de vraag: „Wie
is in staat om dat op een gouden schaal-
tjen te wegen?"
De oproerigheid onder de getroffe
nen was ook burgemeester Pakkert te
gortig. Hij schreef daarover o.m. aan de
gouverneur: „Uwe Excellentie zult met
mij gelieven te gevoelen, dat zodanige
murmureringen zeer onaangenaam zijn,
maar zoiets moet men verwagten, als
zijnde bij dusdanige gelegenheden meest
al het geval. In de gedagten, dat wij met
geen partijdigheid, maar naar beste ge
weten hebben gehandeld, doet ons alle
ontevredenheid klein achten."
De milde gevers werd hartelijk dank
gezegd voor hun gaven, en wel in de
Opregte Haarlemsche Courant en in de
Overijsselsche Courant. Uit de vele in 't
gemeente-archief berustende verant
woordingsstukken blijkt, dat een groot
aantal gevers uit andere provinciën af
komstig was, in verband waarmede de
Opregte Haarlemsche toenmaals een
veel gelezen blad naast de Overijssel
sche als tolk der dankbaarheid fun
geerde.
Een klein deel van de getroffenen kon
op eigen financiële kracht de wederop
bouw van huis en schuur ter hand ne
men. De slechter gesitueerden werden
tot wederopbouw in staat gesteld door
de ontvangen gaven en de uitkeringen
van de verzekeringsmaatschappijen. De
bewoners van de buurtschappen waren
gehouden hun getroffen medemensen de
helpende hand te bieden. Zij mochten
daarvoor geen betaling vragen.
Met de wederopbouw van de kerk en
haar toren ging het niet zo vlot. De bur
gemeester was de overtuiging toegedaan,
dat de „belangen van den godsdienst de
voornaamste van alle belangens zijn".
De openbare godsdienst werd uitge
oefend in een veel te kleine woning, zo
dat maar een klein aantal mensen daar
aan kon deelnemen. Volgens burgemees
ter Pakkert werd de armen der gemeen
te Holten daardoor zeer veel schade toe
gebracht. De kerkvoogdij zond daarom
een request tot Zijne Majesteit de Ko
ning om een bijdrage te verlenen in de
herbouwkosten. Hoe het met de weder
opbouw van de kerk is vergaan hebben
wij al eens meegedeeld in het artikel
„De Hervormde kerk en haar toren". Wij
mogen de belangstellende lezer daar
naar verwijzen. W. O.
Het jaar 1829 zal in de annalen der
geschiedenis van Holten altijd opgete
kend blijven als het rampjaar.
Op de 16e Juni van dat jaar tussen 5
en 6 uur brak een felle brand uit in het
door de zomerzon beschenen dorp, wel
ke in een korte spanne tijds een zee van
ellende over de dorpelingen bracht. De
kerk met alles wat daarin was. de
toren, het schoolgebouw, 52 huizen en
17 schuren werden een prooi der vlam
men. Slechts dertien huizen werden ge
spaard.
Het is een ramp geweest, welke diepe
indruk heeft gemaakt in heel 't land
en wellicht ver daarbuiten.
Uit het gemeente-archief en door mid
del van overleveringen is de toedracht
van deze ramp, waarbij gelukkig geen
mensenlevens te betreuren waren, tot
ons gekomen. Men kan er op naslaan 't
boekje van J. de Graaf: „Uit het archief
der Marke van Holten", in 1918 ver
schenen bij de Erven J. J. Tijl te Zwol
le, en de geïllustreerde uitgave in bro
churevorm van onze plaatsgenoot, de
heer A. J. Goldstein, in 1929 uitgegeven
door de N.V. JE. E. Kluwer te Deventer.
Verder bevat het artikel in dit nummer
van de hand van de heer W. Otten tal
van bijzonderheden.
Het is wel een zeer bijzondere en ge
lukkige omstandigheid, dat wij enige
tijd geleden in het bezit gekomen zijn
van, een berijmde plaat het lijkt ons
een soort bedelbrief welke uit het
rampjaar dateert en welke dus meer dan
123 jaar bewaard is gebleven.
Wij drukken deze plaat hierbij in
extenso af en willen onze oud-plaatsge-
note, Mevr. R. Starreveld-Muller te
Den Haag en haar echtgenoot en kinde
ren recht hartelijk dank zeggen, dat zij
ons deze historische plaat hebben wil
len afstaan om in ons blad af te druk
ken om haar daarna af te staan voor
het archief der gemeente.
Het is ook al weer een gelukkig toe
val geweest, dat deze plaat in hun bezit
gekomen is, want zij werd door de zoon
van de familie Starreveld ontdekt in de
winkel van een antiquair in Den Haag,
waar zij voor het raam hing en voor
deze Hagenaars met Holtense inslag di
rect in het oog viel.
De plaat levert o.i. het duidelijk be
wijs, dat er in die ruim honderd jaar in
ons volk nog maar weinig veranderd is.
Ook toen reeds werd niet tevergeefs 'n
beroep gedaan op de barmhartigheid en
christelijke naastenliefde der landgeno
ten. De bede om hulp voor het getrof
fen Holten is niet onverhoord gebleven.
Uit de plaat moet men afleiden, dat
de ramp heeft plaats gevonden op 16
Juli 1829. Dit moet echter een drukfout
zijn, want uit de archieven staat onom
stotelijk vast, dat de ramp op 16 Juni
plaats vond. r
We verzochten aan verschillende oud-
Holtenaren die emigreerden om in „Holtens
Nieuwsblad" eens uitvoerig te schrijven
hoe ze tot heden „reilden en zeilden" in
hun nieuwe vaderland.
Als eerste voldeed aan ons verzoek de
fam. B. H. Veldhuis, welke familie in het
voorjaar 1951 naar Canada vertrok.
We laten hieronder de brief van dé fam.
Veldhuis volgen en danken hun hartelijk
voor hun medewerking.
Red. Holtens Nieuwsblad.
Hagersville (Canada)
Beste Holtenaren. 8 Dec. 1952.
Het jaar seizoen dat achter ons ligt, was
heel verschillend bij dat van het vorige
jaar, wat het weer betreft. We hebben hier
een buitengewoon droge zomer gehad zulks
in tegenstelling met julüe in Holland, waar
de afgelopen zomer erg nat is geweest.
Deze droogte was oorzaak, dat er niet
zo veel groeide als de vorige zomer, al is
het al met al toch ook weer niet tegen
gevallen. In het voorjaar was het ook al
erg droog. Het zaad kwam niet op, zo dat
we er ernstig over dachten, om maar voor
de tweede keer uit te zaaien. Mijn Cana
dese buurman raadde mij echter aan, om
hiermede nog even te wachten en ik was
achteraf maar wat blij, dat ik zijn, raad
had opgevolgd. Op de 24ste Mei kwam de
lang verwachte regen en de haver kwam
enige dagen later te voorschijn.
De langdurige droogte had natuurlijk
ook tot gevolg, dat het gras op raakte, zo
dat tal van boeren een deel van hun vee
stapel moesten opruimen.
Het hooi viel niet tegen en de kwaliteit
is prima. De hooioogst verliep vlot. Van
daag maaien en morgen op de wagen.
De haver was dit jaar kort, vanwege de
droogte, doch de zaadopbrengst mocht er
zijn.
Een eigen [arm.
Vorige herfst hebben we een farm ge
kocht van 50 acres, dit is 20 ha. Op 7 April
hebben we ons gevestigd op ons eigen be
drijf en u begrijpt wel, dat we aan de 7de
April 1952 steeds met grote dankbaarheid
terugdenken.
We zijn begonnen met 2 koeien en 2
paarden. Later, toen het vee in de weide
kon, hebben we er zeven stuks bij gekregen
zo dat we in de zomer 9 koeien molken.
Dit waren die zeven bedoel ik zgn.
„huurkoeien"; 2/3 van de melkopbrengst
van deze huurkoeien was voor ons en 1/3
voor de verhuurder. Ik weet wel, koeien
huren is niet ideaal, maar koeien kopen
ging niet (no money) en dan is het toch
altijd nog maar beter: Een half ei dan een
lege dop. Deze huurkoeien brachten ons
toch iedere maand nog plm. 100 dollar in
de „knippe".
Van de 20 ha hadden we 4 ha bouwland.
Het andere is allemaal grasland.
We verbouwden deze zomer haver, gerst,
mais, komkommers en aardbeien. Komkom
mers en aardbeien brengen het meeste geld
op, doch het werk dat men met deze pro
ducten heeft, is lang niet in evenredigheid
met de verdiensten. De grond, deels klei
deels zand, is in goede conditie en van
goede kwaliteit. Ook met onze bedrijfs
gebouwen: huis, schuur, 2 kleinere schuur
tjes voor het opbergen van werktuigen en
machines, kippenhok, melkschuurtje en
garage, hebben we het goed getroffen.
Reeds schreef ik, dat door de grote
droogte (die tot in de herfst voortduurde,
zo dat er gebrek was bij velen voor niens
en dier) dit jaar niet zo goed was als het
vorige, doch hierbij komt tevens nog, dat
alles even goedkoop is, zo dat de „makerij"
zouden we in Holten zeggen, niet al te
best is.
Ook in Canada mond- en klauwzeer.
Deze zomer heerste er in Canada in de
provincie Saskatchewan in ernstige mate
mond- en klauwzeer, tengevolge waarvan
onze grote buurman, Amerika, de grenzen
sloot voor invoer van vee en vlees. We
waren hiermee een grote afnemer kwijt en
dit drukte de prijzen. Een koe, die 't vorige
jaar een goede 300 dollar kostte, kon je
deze herfst kopen voor 200 dollar en nog
minder. Een beste neurende vaars kost
vandaag aan de dag plm. 150 tot 165 dollar.
Met de varkens is het niet beter gesteld.
De biggen kosten hier momenteel 3 tot 5
dollar en voor een vet varken van plm. 200
pond vangen we zon 40 a 45 dollar, ten
minste als ze in A geklasseerd worden.
Een goede kennis van ons had het vorige
jaar 6 zeugen, die in dat jaar twee keer
hadden gebigd en hij maakte toen voor de
biggen meer als duizend dollar. De prijs
van de biggen was toen 15 tot 18 dollar.
Het varkensmesten zit momenteel ook
niets aan en vooral dan niet, als je het
meel allemaal moet kopen, al is het meel
hier stukken goedkoper dan in Holland.
Koeienmeel kost hier 3j/£ a 4 dollar per zak
en varkensmeel 4.30 dollar.
Door dat het het slachtvee goedkoop is,
krijgen we natuurlijk nog wel eens een
extra stukje vlees op ons bord. Ik zag
dezer dagen nog een advertentie in de
krant, waarin het rundvlees werd aange
boden voor 36 cent per pond. Volgens de
berichten zal het volgend voorjaar de grens
weer open komen.
Van de lage veeprijzen hebben inmiddels
vele emigranten een dankbaar gebruik ge
maakt en ook wij hebben een 6-tal koeien
aangekocht.
Er is veel verschil in het boeren hier en
in Holten, doch er is o.a. deze overeen
komst, dat men zo veel mogelijk zijn vee
moet verzorgen met producten die men
zelf op zijn bedrijf verbouwd.
Maar genoeg nu over het f armen (boe
ren) Alleen nog dit. Ik kan me zo levendig
voorstellen, dat jullie vragen: „Maar hoe
bevalt je het boeren? Je bent toch geen
boer van professie". Op deze vraag kan en
mag ik eerlijk zeggen: best. Al gaat het niet
altijd van een leien dakje, toch hebben we
het hier best naar onze zin. We zijn door
de Here bijzonder gezegend. Het wordt in
het a.s. voorjaar 2 jaar dat we Holten ver
laten hebben en we hebben nu al een eigen
bedrijf. We moeten dankbaar zijn.
Toen we het vorig jaar een stukje in
Holtens Nieuwsblad plaatsten, schreef één
van onze oud-plaatsgenoten ons, dat we de
dingen, voor zo ver hij dit kon bekijken,
eerlijk h'adden geschreven, maar we had
den toch een belangrijk ding vergeten en
wel de taal. Inderdaad hoogst belangrijk
die taal. Buitengewoon moeilijk, vooral
voor ons ouderen. Je leert er wel mee aan,
maar het gaat o zo langzaam. Bij de jonge
ren gaat dat veel vlotter. Vooral voor hen,
die hier nog op school gaan. Zij leren het
verbazend gauw, zo wel het lezen als het
schrijven.
Hollandse kinderen
kunnen goed meekomen.
Over het algemeen kunnen de Hollandse
kinderen goed meekomen op school ,en in
de meeste gevallen weten ze meer dan hun
Canadese klasgenoten en ze behoren veelal
tot de besten van de klas.
Wanneer de Hollandse kinderen hier op
school komen, worden ze meestal een klas
terug gezet, zulks met het oog op het leren
van de taal. Mijns inziens was het nog
beter om bij klas 1 te beginnen en dan in
één jaar in te halen tot de klas waarin ze
horen.
In elk gehucht staat een school. Meestal
met één leerkracht, doch ook soms twee,
wanneer het een wat groter dorp betreft.
Het gewoon lager onderwijs wordt gegeven
op de zgn. „Public-schools". Krachtens de
Canadese leerplichtwet moeten de kinde
ren tot 16 jaar naar school. Wanneer ze
12 a 13 jaar zijn en de klassen van de
Public-school doorlopen hebben, gaan ze
naar de High-school. Deze school is te ver
gelijken met de Mulo in Holland. Het
onderwijs op deze Highschool is voor een
groot deel practisch onderwijs. De meisjes
b.v. krijgen daar handwerkles en ze leren
er koken en de jongens, die een vak willen
leren, kunnen daar ook terecht. Voor de
algemene ontwikkeling van onze kinderen
en met het oog op hun toekomst, zijn deze
High-scholen van het allergrootste belang.
Het is daarom te betreuren, dat er zo
weinig Hollandse kinderen deze scholen
bezoeken. De Hollandse kinderen moeten
zo gauw mogelijk helpen verdienen, omdat
vader en moeder graag een eigen bedrijf
willen hebben.
Christelijke scholen zijn hier in Ontario
twee, doch dit zijn geen, Hollandse scholen.
Het onderwijs op deze scholen wordt
gegeven in het engels. Zo is het ook met
de emigrantenkerken hier. Officieel is de
taal daar ook engels, maar terwille van ons
„newcomers" wordt er ook in het hollands
Wij kerken in Jar vis en in deze kerk
wordt de meeste Zondagen 1 keer, hetzij
's morgens of 's avonds, in het hollands ge
preekt.
De predikanten die hier zijn, komen
meest uit dé States of Amerika en zijn na
zaten van de „afgescheidenen", die in de
vorige eeuw, onder leiding van ds v. Raalte
emigreerden.
Helaas zijn hier maar enkele Hollandse
dominee's.
U zal wel zeggen: ja, maar jullie zijn nu
in een land, waar men engels spreekt, dus
je moet je aanpassen. Zeker moeten we dat
en we doen dit ook zo veel mogelijk, maar
onze Liedje en ik kuiert nog zo graag
Holtens.
Het is wel jammer, dat op kerkelijk ge
bied ook hier in Canada hetzelfde gevaar
dreigt, als wat we in Holland hebben en
dan bedoel ik de versplintering.
't Was in de eerste na-oorlogse jaren
hier zo, dat al de Hollanders, of ze nu
Hervormd of Gereformeerd of Chr. Gere
formeerd waren, naar een en dezelfde kerk
gingen, nl. de Chr. Ref. Church. Dit is
helaas nu niet meer zo, doordat de Her
vormden en de Chr. Gereformeerden ge
meend hebben een eigen kerk te moeten
stichten.
Maar beste Holtenaren, ik moet er nodig
een punt achter zetten, anders zou Holtens
Nieuwsblad te klein blijken (Veldhuis wist
natuurlijk niet, dat we deze week met een
dubbele krant zouden verschijnen) .Dit tot
besluit:
Wanneer u mij vraagt: „Hoe denk je
over Canada, het land waar je nu straks
twee jaar hebt gewoond?" dan zeg ik vol
mondig: een pracht land met tal van moge-
lijheden, maar ook tal van moeilijkheden!
Als u het in Holland best hebt, blijf dan
waar ge zijt. Is de strijd om het bestaan
voor u en uw gezin zwaar en lijkt de toe
komst donker, kom dan naar Canada. Doe
wat uw hand vindt om te doen en onder
Gods zegen zal het u gelukken.
Aanpassen is hier de boodschap!
Mocht u plannen hebben, leer de engelse
taal.
Holtenaren, we wensen u allen een ge
zegend Kerstfeest toe en veel heil en zegen
voor 1953.
Met hartelijke groeten
fam. B. H. VELDHUIS,
R.R. I. Hagersville
Ontario - Canada.
C.J.M.V.-AVONDEN IN ESPELO.
Op Vrijdag 12 en Zaterdag 13 Decem
ber j.l. werd in de O.L. School te Espelo
het jaarfeest gehouden van de C.J.M.V.
„De Bouwers" aldaar. Beide avonden
was het schoollokaal flink bezet met
ouders en verdere belangstellenden. On
der leiding van de heer Hiddink, hoofd
der school te Espelo, hadden de leden
een toneelstuk „De Antieke Klok" in
gestudeerd, hetwelk zeer verdienstelijk
voor het voetlicht werd gebracht.
De jongere leden der C.J.M.V. brach
ten de éénacter „De Vrijgezellenclub".
De eerste avond stond onder leiding
van de voorzitter der C.J.M.V., de heer
E. Krikkink. Ds Knipscheer sprak het
slotwoord. De Zaterdagavonduitvoering
stond onder leiding van de heer H. Hil-
verink. Het programma werd de beide
avonden afgewisseld met samenzang en
voordrachten. Een aantrekkelijke ver
loting bracht een flink bedrag op, ter
versteviging van de afdelingskas. Aan
de heer Hiddink werd een vierkleuren
potlood aangeboden, als waardering
voor het vele werk, verricht bij. het in
studeren van het toneelstuk. Aan enkele
dames, die op uitmuntende wijze een
rol in dit toneelstuk vertolkten, werd 'n
doos zakdoekjes aangeboden.
„De Bouwers" kunnen met voldoe
ning op haar eerste lustrum terugzien.
BILJARTWEDSTRIJD.
De Dijkerhoekse biljarters wonnen j.l.
Woensdagavond de wedstrijd tegen de
biljartclub Holterman, doordat zij 40
punten boven hun gemiddelde van 255
maakten, terwijl de Holtenaren er maar
2 boven de 380, hetgeen hun gemiddelde
was, konden scoren. Er werden weder
zijds hartelijke woorden gewisseld tus
sen de voorzitters van beide clubs en
Dijkerhoek komt nu gauw in Holten.
HET REINIGEN VAN VEE.
De heer D. Harting op het Erve Sand-
voort had Woensdagmorgen veel belang
stelling op z'n deel. Op uitnodiging van
de Firma W. Maats en Zn. werd daar
vanwege de Dealer voor Overijssel, de
heer Stoevelaar te Lemele, een demon
stratie gegeven met het „Kobold" vee
reinigingsapparaat. Met dit apparaat,
dat het principe heeft van een stofzui
ger, worden de koeien zonder inspan
ning en in een minimum van tijd gerei
nigd. Het apparaat heeft het belangrijk
hygiënisch voordeel, dat het de met de
roskam losgemaakte stof, losse haren
en bacteriën terstond wegzuigt. Men
kan er mee rossen en borstelen. De bor
stelhouders zijn van rubber vervaardigd
waardoor zij door de zuigkracht van de
motor tegen de huid aan worden gezo
gen. Het apparaat kan tevens dienst
doen als verstuiver, zodat men met de
insecteridodende vloeistof bacteriën en
vliegen kan verdrijven. Met de verstui
ver kan men tevens de stalmuren witten
en de machines oliën.
De aanwezigen waren zeer enthou
siast over de werking. Er zijn hier reeds
enkele apparaten in werking.
De heer J. Maats bracht de heer Har
ting dank voor het beschikbaar stellen
van zijn stal rpet vee voor deze demon
stratie.