HOLTENS NIEUWSBLAD De brand te Holten in 1829 BRIEVEN Bij de plaat* VA/V, EMIGRANTEN Plaatselijk Nieuws No. 51. Jaargang 4 (Tweede Blad). DINSDAG 23 DECEMBER 1952. DA- De heer Jan Pakkert, toentertijde burgemeester van Holten en Bathmen, schrijft in de nacht van 16 op 17 Juni 1829 op 't middernachtelijk uur 'n brief, welke per expresse wordt verzonden aan de gouverneur van de provincie Overijssel, mr. B. H. baron Bentinck. Deze brief vangt aan met het bericht, dat in de middag van 16 Juni 1829 tus sen 5 en 6 uur een brand is ontstaan in een woning, toebehorende aan het gast huis van de stad Deventer en bewoond door Jan Bosschers. De brand is niet tot deze woning beperkt gebleven. Bijna het gehele dorp Holten is in vlammen opgegaan. Op het moment, dat de bur gemeester de brief schrijft, is bekend, dat 49 huizen, 5 schuren, de kerk en haar toren, alsmede het schoolgebouw in minder dan één uur in de as zijn gelegd. De bewoners der huizen hebben nagenoeg alle goederen verloren en het merendeel hunner is niet in staat zich het allernodigste opnieuw aan te schaf fen. In verband hiermede verzoekt de burgemeester hem te informeren, op welke wijze in het onderhoud der be hoeftige Holtenaren zal kunnen worden voorzien. De brief eindigt met de mede deling, dat, zodra mogelijk, een nadere opgave van een en ander zal worden gedaan. De beloofde nadere gegevens worden op 19 Juni 1829 verstrekt in een brief, bestaande uit bijna 5 folio-vellen schrift en blijkens aantekening op de kant „door Berend zeiven op den 19 Junij 's avonds om 11 uur na den molen ge- bragt". Met Berend wordt bedoeld de landbouwer Berend Willem Hakkert, die de post bezorgde bij de Bathmense mo len, waar Post janna moest zorgdragen voor verzending per diligence, welke al daar regelmatig stopte. De burgemeester schrijft de gouver neur, dat hij door de veelvuldige werk zaamheden niet eerder in staat is ge weest hem nader en gemotiveerd in te lichten omtrent dat akelig toneel van Holten. Jan Bosschers woonde blijkbaar twee huizen dorpwaarts van Vincent. Het vuur heeft zeer snel om zich heen gegrepen. De knecht van Vincent be weerde met bekwame spoed gelopen te hebben van het eerste brandende huis, staande tegenover het Schepersvoet pad, dat evenwijdig liep met de tegen woordige Stationsstraat, tot nog voor bij de kerk, en daar aangekomen sloeg de vlam reeds uit de huizen, welke rondom de kerk waren gebouwd. De met spaandak gedekte kerktoren geraakte spoedig in brand met het gevolg, dat 't vuur oversloeg op de kerk, waarvan de muren zijn blijven staan. Intussen waren ook de zich verder in het dorp bevin dende huizen aan de rode haan ten prooi gevallen. Niettegenstaande de hulp van de toegesnelde brandweren uit Rijssen, Enter en Markelo is Holten in een 'uur tijds in een puinhoop veranderd. Het aantal verbrande huizen blijkt 52 en dat der schuren 17 te bedragen. De burge meester merkt in zijn brief op, dat de meesten der getroffenen nog weer ge lukkig zijn, omdat zij hun woningen te gen brand verzekerd hadden. Hoewel 't algemeen gebruikelijk was ook 's zomers het vee op stal te houden, althans in deze omgeving, was het vee van de dorpe lingen naar de weide. Slechts twee paar den en vijf varkens zijn in de vlammen omgekomen. Het houtwerk werd zo danig door de vlammen aangetast, dat er bijna geen goed stuk hout is overgeble ven. „Ook dat schoone voortreffelijke kerkorgel is geheel zonder eenig over blijfsel tot assche verteerd, en niet al leen dit, maar ook de predikstoel en alle banken en gestoeltens in de kerk zijn verbrand, ja ook die twee schoone voor treffelijke torenklokken zijn na het ver branden van het houtwerk neergevallen; de grootste is boven gebarsten, maar de kleine aan verscheidene stukken ver pletterd", zo luidt het in de brief. De ontvanger heeft de gelden der gemeen te op dertig gulden na kunnen redden. De militaire kledingsukken van de ver lofgangers Martinus Keizer en Hendri- kus Zwiers, alsmede enige geweren van de schutterij zijn in vlammen opgegaan. Zo groot de nood en jammer voor de dorpelingen waren, zo. groot was ook de menslievendheid van hun medemensen. Twee onbekende heren, die het schrik- toneel hebben aanschouwd, openden hun handen van milddadigheid door 't geven van enig geld. Ook de stad Rijssen heeft met spoed geld en twee wagens met levensmiddelen gezonden, welk voor beeld door de gemeente Bathmen on middellijk is gevolgd. Aan het slot van de brief brengt de burgemeester de har telijke dank over van de dorpelingen voor de provinciale gift van f 1000. De ontvangen gaven werden zo billijk mogelijk verdeeld door een commissie, bestaande uit: Egbert Aaltink, Jannes Nijkamp, Willem Stam, Joost Vincent en Jannes Zwiersen. De arbeid van deze commissie werd niet door ieder gelijk gewaardeerd. De commissieleden moes ten allerhande scheldwoorden, zoals „schurken" en „schelmen" aanhoren. De burgemeester ontving zelfs een anonieme brief waarin de snoodste uitdrukkingen werden gebezigd. Onder de oproerigen bevond zich ook een wethouder, die Aaltink c.s. voor dieven uitmaakte. De commissie beklaagt zich bij de gouver neur over de handelwijze van deze asses sor. „Meerder dan van anderen trof ons deze taal en waren wij over dezelve ver wonderd, omdat hij een lid van het be stuur was en het hem daarom voegde om anderen in rust en vrede voor te 'gaan, maar hoe dit ook zij, wij hebben alle smaad en hoon met lijdzaamheid en geduld ondergaan, denkende dat zulks de gewone bezoldiging van zulke uitde lingen zijn. Zijn drift wordt bestuurd door zijn eigen belang", aldus de com missie. Zij geeft toe, dat het vermogen van sommigen wel enigszins foutief ge taxeerd kan zijn en stelt de vraag: „Wie is in staat om dat op een gouden schaal- tjen te wegen?" De oproerigheid onder de getroffe nen was ook burgemeester Pakkert te gortig. Hij schreef daarover o.m. aan de gouverneur: „Uwe Excellentie zult met mij gelieven te gevoelen, dat zodanige murmureringen zeer onaangenaam zijn, maar zoiets moet men verwagten, als zijnde bij dusdanige gelegenheden meest al het geval. In de gedagten, dat wij met geen partijdigheid, maar naar beste ge weten hebben gehandeld, doet ons alle ontevredenheid klein achten." De milde gevers werd hartelijk dank gezegd voor hun gaven, en wel in de Opregte Haarlemsche Courant en in de Overijsselsche Courant. Uit de vele in 't gemeente-archief berustende verant woordingsstukken blijkt, dat een groot aantal gevers uit andere provinciën af komstig was, in verband waarmede de Opregte Haarlemsche toenmaals een veel gelezen blad naast de Overijssel sche als tolk der dankbaarheid fun geerde. Een klein deel van de getroffenen kon op eigen financiële kracht de wederop bouw van huis en schuur ter hand ne men. De slechter gesitueerden werden tot wederopbouw in staat gesteld door de ontvangen gaven en de uitkeringen van de verzekeringsmaatschappijen. De bewoners van de buurtschappen waren gehouden hun getroffen medemensen de helpende hand te bieden. Zij mochten daarvoor geen betaling vragen. Met de wederopbouw van de kerk en haar toren ging het niet zo vlot. De bur gemeester was de overtuiging toegedaan, dat de „belangen van den godsdienst de voornaamste van alle belangens zijn". De openbare godsdienst werd uitge oefend in een veel te kleine woning, zo dat maar een klein aantal mensen daar aan kon deelnemen. Volgens burgemees ter Pakkert werd de armen der gemeen te Holten daardoor zeer veel schade toe gebracht. De kerkvoogdij zond daarom een request tot Zijne Majesteit de Ko ning om een bijdrage te verlenen in de herbouwkosten. Hoe het met de weder opbouw van de kerk is vergaan hebben wij al eens meegedeeld in het artikel „De Hervormde kerk en haar toren". Wij mogen de belangstellende lezer daar naar verwijzen. W. O. Het jaar 1829 zal in de annalen der geschiedenis van Holten altijd opgete kend blijven als het rampjaar. Op de 16e Juni van dat jaar tussen 5 en 6 uur brak een felle brand uit in het door de zomerzon beschenen dorp, wel ke in een korte spanne tijds een zee van ellende over de dorpelingen bracht. De kerk met alles wat daarin was. de toren, het schoolgebouw, 52 huizen en 17 schuren werden een prooi der vlam men. Slechts dertien huizen werden ge spaard. Het is een ramp geweest, welke diepe indruk heeft gemaakt in heel 't land en wellicht ver daarbuiten. Uit het gemeente-archief en door mid del van overleveringen is de toedracht van deze ramp, waarbij gelukkig geen mensenlevens te betreuren waren, tot ons gekomen. Men kan er op naslaan 't boekje van J. de Graaf: „Uit het archief der Marke van Holten", in 1918 ver schenen bij de Erven J. J. Tijl te Zwol le, en de geïllustreerde uitgave in bro churevorm van onze plaatsgenoot, de heer A. J. Goldstein, in 1929 uitgegeven door de N.V. JE. E. Kluwer te Deventer. Verder bevat het artikel in dit nummer van de hand van de heer W. Otten tal van bijzonderheden. Het is wel een zeer bijzondere en ge lukkige omstandigheid, dat wij enige tijd geleden in het bezit gekomen zijn van, een berijmde plaat het lijkt ons een soort bedelbrief welke uit het rampjaar dateert en welke dus meer dan 123 jaar bewaard is gebleven. Wij drukken deze plaat hierbij in extenso af en willen onze oud-plaatsge- note, Mevr. R. Starreveld-Muller te Den Haag en haar echtgenoot en kinde ren recht hartelijk dank zeggen, dat zij ons deze historische plaat hebben wil len afstaan om in ons blad af te druk ken om haar daarna af te staan voor het archief der gemeente. Het is ook al weer een gelukkig toe val geweest, dat deze plaat in hun bezit gekomen is, want zij werd door de zoon van de familie Starreveld ontdekt in de winkel van een antiquair in Den Haag, waar zij voor het raam hing en voor deze Hagenaars met Holtense inslag di rect in het oog viel. De plaat levert o.i. het duidelijk be wijs, dat er in die ruim honderd jaar in ons volk nog maar weinig veranderd is. Ook toen reeds werd niet tevergeefs 'n beroep gedaan op de barmhartigheid en christelijke naastenliefde der landgeno ten. De bede om hulp voor het getrof fen Holten is niet onverhoord gebleven. Uit de plaat moet men afleiden, dat de ramp heeft plaats gevonden op 16 Juli 1829. Dit moet echter een drukfout zijn, want uit de archieven staat onom stotelijk vast, dat de ramp op 16 Juni plaats vond. r We verzochten aan verschillende oud- Holtenaren die emigreerden om in „Holtens Nieuwsblad" eens uitvoerig te schrijven hoe ze tot heden „reilden en zeilden" in hun nieuwe vaderland. Als eerste voldeed aan ons verzoek de fam. B. H. Veldhuis, welke familie in het voorjaar 1951 naar Canada vertrok. We laten hieronder de brief van dé fam. Veldhuis volgen en danken hun hartelijk voor hun medewerking. Red. Holtens Nieuwsblad. Hagersville (Canada) Beste Holtenaren. 8 Dec. 1952. Het jaar seizoen dat achter ons ligt, was heel verschillend bij dat van het vorige jaar, wat het weer betreft. We hebben hier een buitengewoon droge zomer gehad zulks in tegenstelling met julüe in Holland, waar de afgelopen zomer erg nat is geweest. Deze droogte was oorzaak, dat er niet zo veel groeide als de vorige zomer, al is het al met al toch ook weer niet tegen gevallen. In het voorjaar was het ook al erg droog. Het zaad kwam niet op, zo dat we er ernstig over dachten, om maar voor de tweede keer uit te zaaien. Mijn Cana dese buurman raadde mij echter aan, om hiermede nog even te wachten en ik was achteraf maar wat blij, dat ik zijn, raad had opgevolgd. Op de 24ste Mei kwam de lang verwachte regen en de haver kwam enige dagen later te voorschijn. De langdurige droogte had natuurlijk ook tot gevolg, dat het gras op raakte, zo dat tal van boeren een deel van hun vee stapel moesten opruimen. Het hooi viel niet tegen en de kwaliteit is prima. De hooioogst verliep vlot. Van daag maaien en morgen op de wagen. De haver was dit jaar kort, vanwege de droogte, doch de zaadopbrengst mocht er zijn. Een eigen [arm. Vorige herfst hebben we een farm ge kocht van 50 acres, dit is 20 ha. Op 7 April hebben we ons gevestigd op ons eigen be drijf en u begrijpt wel, dat we aan de 7de April 1952 steeds met grote dankbaarheid terugdenken. We zijn begonnen met 2 koeien en 2 paarden. Later, toen het vee in de weide kon, hebben we er zeven stuks bij gekregen zo dat we in de zomer 9 koeien molken. Dit waren die zeven bedoel ik zgn. „huurkoeien"; 2/3 van de melkopbrengst van deze huurkoeien was voor ons en 1/3 voor de verhuurder. Ik weet wel, koeien huren is niet ideaal, maar koeien kopen ging niet (no money) en dan is het toch altijd nog maar beter: Een half ei dan een lege dop. Deze huurkoeien brachten ons toch iedere maand nog plm. 100 dollar in de „knippe". Van de 20 ha hadden we 4 ha bouwland. Het andere is allemaal grasland. We verbouwden deze zomer haver, gerst, mais, komkommers en aardbeien. Komkom mers en aardbeien brengen het meeste geld op, doch het werk dat men met deze pro ducten heeft, is lang niet in evenredigheid met de verdiensten. De grond, deels klei deels zand, is in goede conditie en van goede kwaliteit. Ook met onze bedrijfs gebouwen: huis, schuur, 2 kleinere schuur tjes voor het opbergen van werktuigen en machines, kippenhok, melkschuurtje en garage, hebben we het goed getroffen. Reeds schreef ik, dat door de grote droogte (die tot in de herfst voortduurde, zo dat er gebrek was bij velen voor niens en dier) dit jaar niet zo goed was als het vorige, doch hierbij komt tevens nog, dat alles even goedkoop is, zo dat de „makerij" zouden we in Holten zeggen, niet al te best is. Ook in Canada mond- en klauwzeer. Deze zomer heerste er in Canada in de provincie Saskatchewan in ernstige mate mond- en klauwzeer, tengevolge waarvan onze grote buurman, Amerika, de grenzen sloot voor invoer van vee en vlees. We waren hiermee een grote afnemer kwijt en dit drukte de prijzen. Een koe, die 't vorige jaar een goede 300 dollar kostte, kon je deze herfst kopen voor 200 dollar en nog minder. Een beste neurende vaars kost vandaag aan de dag plm. 150 tot 165 dollar. Met de varkens is het niet beter gesteld. De biggen kosten hier momenteel 3 tot 5 dollar en voor een vet varken van plm. 200 pond vangen we zon 40 a 45 dollar, ten minste als ze in A geklasseerd worden. Een goede kennis van ons had het vorige jaar 6 zeugen, die in dat jaar twee keer hadden gebigd en hij maakte toen voor de biggen meer als duizend dollar. De prijs van de biggen was toen 15 tot 18 dollar. Het varkensmesten zit momenteel ook niets aan en vooral dan niet, als je het meel allemaal moet kopen, al is het meel hier stukken goedkoper dan in Holland. Koeienmeel kost hier 3j/£ a 4 dollar per zak en varkensmeel 4.30 dollar. Door dat het het slachtvee goedkoop is, krijgen we natuurlijk nog wel eens een extra stukje vlees op ons bord. Ik zag dezer dagen nog een advertentie in de krant, waarin het rundvlees werd aange boden voor 36 cent per pond. Volgens de berichten zal het volgend voorjaar de grens weer open komen. Van de lage veeprijzen hebben inmiddels vele emigranten een dankbaar gebruik ge maakt en ook wij hebben een 6-tal koeien aangekocht. Er is veel verschil in het boeren hier en in Holten, doch er is o.a. deze overeen komst, dat men zo veel mogelijk zijn vee moet verzorgen met producten die men zelf op zijn bedrijf verbouwd. Maar genoeg nu over het f armen (boe ren) Alleen nog dit. Ik kan me zo levendig voorstellen, dat jullie vragen: „Maar hoe bevalt je het boeren? Je bent toch geen boer van professie". Op deze vraag kan en mag ik eerlijk zeggen: best. Al gaat het niet altijd van een leien dakje, toch hebben we het hier best naar onze zin. We zijn door de Here bijzonder gezegend. Het wordt in het a.s. voorjaar 2 jaar dat we Holten ver laten hebben en we hebben nu al een eigen bedrijf. We moeten dankbaar zijn. Toen we het vorig jaar een stukje in Holtens Nieuwsblad plaatsten, schreef één van onze oud-plaatsgenoten ons, dat we de dingen, voor zo ver hij dit kon bekijken, eerlijk h'adden geschreven, maar we had den toch een belangrijk ding vergeten en wel de taal. Inderdaad hoogst belangrijk die taal. Buitengewoon moeilijk, vooral voor ons ouderen. Je leert er wel mee aan, maar het gaat o zo langzaam. Bij de jonge ren gaat dat veel vlotter. Vooral voor hen, die hier nog op school gaan. Zij leren het verbazend gauw, zo wel het lezen als het schrijven. Hollandse kinderen kunnen goed meekomen. Over het algemeen kunnen de Hollandse kinderen goed meekomen op school ,en in de meeste gevallen weten ze meer dan hun Canadese klasgenoten en ze behoren veelal tot de besten van de klas. Wanneer de Hollandse kinderen hier op school komen, worden ze meestal een klas terug gezet, zulks met het oog op het leren van de taal. Mijns inziens was het nog beter om bij klas 1 te beginnen en dan in één jaar in te halen tot de klas waarin ze horen. In elk gehucht staat een school. Meestal met één leerkracht, doch ook soms twee, wanneer het een wat groter dorp betreft. Het gewoon lager onderwijs wordt gegeven op de zgn. „Public-schools". Krachtens de Canadese leerplichtwet moeten de kinde ren tot 16 jaar naar school. Wanneer ze 12 a 13 jaar zijn en de klassen van de Public-school doorlopen hebben, gaan ze naar de High-school. Deze school is te ver gelijken met de Mulo in Holland. Het onderwijs op deze Highschool is voor een groot deel practisch onderwijs. De meisjes b.v. krijgen daar handwerkles en ze leren er koken en de jongens, die een vak willen leren, kunnen daar ook terecht. Voor de algemene ontwikkeling van onze kinderen en met het oog op hun toekomst, zijn deze High-scholen van het allergrootste belang. Het is daarom te betreuren, dat er zo weinig Hollandse kinderen deze scholen bezoeken. De Hollandse kinderen moeten zo gauw mogelijk helpen verdienen, omdat vader en moeder graag een eigen bedrijf willen hebben. Christelijke scholen zijn hier in Ontario twee, doch dit zijn geen, Hollandse scholen. Het onderwijs op deze scholen wordt gegeven in het engels. Zo is het ook met de emigrantenkerken hier. Officieel is de taal daar ook engels, maar terwille van ons „newcomers" wordt er ook in het hollands Wij kerken in Jar vis en in deze kerk wordt de meeste Zondagen 1 keer, hetzij 's morgens of 's avonds, in het hollands ge preekt. De predikanten die hier zijn, komen meest uit dé States of Amerika en zijn na zaten van de „afgescheidenen", die in de vorige eeuw, onder leiding van ds v. Raalte emigreerden. Helaas zijn hier maar enkele Hollandse dominee's. U zal wel zeggen: ja, maar jullie zijn nu in een land, waar men engels spreekt, dus je moet je aanpassen. Zeker moeten we dat en we doen dit ook zo veel mogelijk, maar onze Liedje en ik kuiert nog zo graag Holtens. Het is wel jammer, dat op kerkelijk ge bied ook hier in Canada hetzelfde gevaar dreigt, als wat we in Holland hebben en dan bedoel ik de versplintering. 't Was in de eerste na-oorlogse jaren hier zo, dat al de Hollanders, of ze nu Hervormd of Gereformeerd of Chr. Gere formeerd waren, naar een en dezelfde kerk gingen, nl. de Chr. Ref. Church. Dit is helaas nu niet meer zo, doordat de Her vormden en de Chr. Gereformeerden ge meend hebben een eigen kerk te moeten stichten. Maar beste Holtenaren, ik moet er nodig een punt achter zetten, anders zou Holtens Nieuwsblad te klein blijken (Veldhuis wist natuurlijk niet, dat we deze week met een dubbele krant zouden verschijnen) .Dit tot besluit: Wanneer u mij vraagt: „Hoe denk je over Canada, het land waar je nu straks twee jaar hebt gewoond?" dan zeg ik vol mondig: een pracht land met tal van moge- lijheden, maar ook tal van moeilijkheden! Als u het in Holland best hebt, blijf dan waar ge zijt. Is de strijd om het bestaan voor u en uw gezin zwaar en lijkt de toe komst donker, kom dan naar Canada. Doe wat uw hand vindt om te doen en onder Gods zegen zal het u gelukken. Aanpassen is hier de boodschap! Mocht u plannen hebben, leer de engelse taal. Holtenaren, we wensen u allen een ge zegend Kerstfeest toe en veel heil en zegen voor 1953. Met hartelijke groeten fam. B. H. VELDHUIS, R.R. I. Hagersville Ontario - Canada. C.J.M.V.-AVONDEN IN ESPELO. Op Vrijdag 12 en Zaterdag 13 Decem ber j.l. werd in de O.L. School te Espelo het jaarfeest gehouden van de C.J.M.V. „De Bouwers" aldaar. Beide avonden was het schoollokaal flink bezet met ouders en verdere belangstellenden. On der leiding van de heer Hiddink, hoofd der school te Espelo, hadden de leden een toneelstuk „De Antieke Klok" in gestudeerd, hetwelk zeer verdienstelijk voor het voetlicht werd gebracht. De jongere leden der C.J.M.V. brach ten de éénacter „De Vrijgezellenclub". De eerste avond stond onder leiding van de voorzitter der C.J.M.V., de heer E. Krikkink. Ds Knipscheer sprak het slotwoord. De Zaterdagavonduitvoering stond onder leiding van de heer H. Hil- verink. Het programma werd de beide avonden afgewisseld met samenzang en voordrachten. Een aantrekkelijke ver loting bracht een flink bedrag op, ter versteviging van de afdelingskas. Aan de heer Hiddink werd een vierkleuren potlood aangeboden, als waardering voor het vele werk, verricht bij. het in studeren van het toneelstuk. Aan enkele dames, die op uitmuntende wijze een rol in dit toneelstuk vertolkten, werd 'n doos zakdoekjes aangeboden. „De Bouwers" kunnen met voldoe ning op haar eerste lustrum terugzien. BILJARTWEDSTRIJD. De Dijkerhoekse biljarters wonnen j.l. Woensdagavond de wedstrijd tegen de biljartclub Holterman, doordat zij 40 punten boven hun gemiddelde van 255 maakten, terwijl de Holtenaren er maar 2 boven de 380, hetgeen hun gemiddelde was, konden scoren. Er werden weder zijds hartelijke woorden gewisseld tus sen de voorzitters van beide clubs en Dijkerhoek komt nu gauw in Holten. HET REINIGEN VAN VEE. De heer D. Harting op het Erve Sand- voort had Woensdagmorgen veel belang stelling op z'n deel. Op uitnodiging van de Firma W. Maats en Zn. werd daar vanwege de Dealer voor Overijssel, de heer Stoevelaar te Lemele, een demon stratie gegeven met het „Kobold" vee reinigingsapparaat. Met dit apparaat, dat het principe heeft van een stofzui ger, worden de koeien zonder inspan ning en in een minimum van tijd gerei nigd. Het apparaat heeft het belangrijk hygiënisch voordeel, dat het de met de roskam losgemaakte stof, losse haren en bacteriën terstond wegzuigt. Men kan er mee rossen en borstelen. De bor stelhouders zijn van rubber vervaardigd waardoor zij door de zuigkracht van de motor tegen de huid aan worden gezo gen. Het apparaat kan tevens dienst doen als verstuiver, zodat men met de insecteridodende vloeistof bacteriën en vliegen kan verdrijven. Met de verstui ver kan men tevens de stalmuren witten en de machines oliën. De aanwezigen waren zeer enthou siast over de werking. Er zijn hier reeds enkele apparaten in werking. De heer J. Maats bracht de heer Har ting dank voor het beschikbaar stellen van zijn stal rpet vee voor deze demon stratie.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1952 | | pagina 1