Het Ziekenfonds bestaat binnenkort 25 jaar. El De verjaardag van Prins Bernhard. HOLTEN. Verschijnt elke Zaterdag. ZATERDAG 24 JUNI 1950 No. 25. Jaargang 2 I De abonnementsprijs van dit blad bedraagt 0.75 p. kwartaal Uitgave van de Stichting Holtens Nieuwsblad" te Holten. Telef. K 5^88 - 23Jf Adv.-prijs: 115 m.m. (d contant) f 1.00. Iedere m.m. meer 0.06 De oprichting was moeilijk, maar de deelneming van dokter Gerritsma, die thans eveneens 25 jaar aan het fonds verbonden is, gaf de doorslag. Op 30 Juni a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat hier het ziekenfonds werd opgericht. Dat is een heugelijk feit voor deze vereniging, die niet sterk op de voorgrond treedt, maar niettemin een belang rijk sociaal werk verricht in onze gemeente. Dit jubileum zal Zaterdag 1 Juli a.s. met een receptie in hotel Holterman officieel herdacht worden. het ledental en steeg het van 70 bij de aanvang tot 200 op eind 1926 en 300 aan het einde van 1927, dat is in zielen uitgedrukt pl.m. 140, 400 en 600. Thans bedraagt het zielental 1356 voor het vrij willige en 1317 voor het verplichte fonds, zodat ruim de helft van het aantal inwoners onzer gemeente in het ziekenfonds verzekerd is. In die dagen liet zich deze groei echter zo niet aanzien, want ook de verhouding met de doktoren was niet altijd koek en ei. Naarmate het fonds echter groeide, zijn ook deze moeilijkheden geleidelijk aan opgelost en bestaat er met de beide huisartsen thans in De beide geneesheren en het bestuur van het jubilerend Ziekenfonds. Zittend aan weerzijden v.l.n.r. dokter Gerritsma en dokter Nagelhout. In het midden de nog zitting hebbende oprichters, de heren A. Scheperman, J. H. Bolink en Joh. Wolters. Staande v.l.n.r. de heren G. J. Lanting. B. Tukkers, W. Beijers, T. Koopman, M. Bouwhuis en H-. Soer. Punten uit de historie. 30 Juni 1925 is de statutaire datum van oprich ting, maar een kleine groep mannen, waarvan de heren J. H. Bolink, A. Scheperman en Joh. Wolters thans nog deel uitmaken van het tegenwoordige bestuur, was al enige jaren bezig geweest om te trachten een ziekenfonds op te richten. Dat was toen echter niet zo'n gemakkelijke taak, want om een ziekenfonds te stichten, had men de medewerking- van een dokter nodig en de enige dokter, welke hier toen woonde, de oude dokter Bessinkpas, voelde niet veel voor een dergelijke vèr-gaande stap. Hun aanvankelijke pogingen strandden dan ook op zijn weigering om zich aan het fonds te verbinden. De noodzaak om voor de gewone man een middel te vinden om de dokterskosten, maar vooral de hoge kosten van het ziekenhuis en operatie op een meer gemakkelijke wijze te betalen en de drang om door gezamenlijk optreden elkanders lasten te helpen dragen, liet de initiatiefnemers niet los en toen zich dan ook in November 1923 dokter Gerritsma aanvankelijk te Dijkerhoek in de gemeente ves tigde, togen de heren terstond op pad, om het met deze jonge dokter te proberen. De dokters stemmen toe. Dokter Gerritsma hield deze, op dat moment voor hem belangrijke, stap nog geruime tijd in beraad, maar verklaarde zich in het begin van 1925 bereid, naast zijn gewone praktijk, als fondsdokter op te treden. Zeker is hier wel, dat er overleg met de oudere collega aan vooraf was gegaan, want nu ver klaarde ook dokter Bessinkpas zich bereid zich aan het fonds te verbinden. Het fonds komt tot stand. Nu was de kogel door de kerk en kon men aan het werk gaan. Op rappe wijze werden de maat regelen genomen, welke voor de stichting van het fonds nodig waren. Er kwam een reglement op tafel van het ziekenfonds te Olst en op 4 Mei werd een bestuur gekozen en een reglement vastgesteld. Met 70 leden ging men in zee. Het eerste bestuur bestond uit de heren J. F. van Geenhuizen, voorzitter; J. H. Bolink, viee-voorzit- ter; A. Teselink, secretaris; G. de Brake, 2e secre taris; H. J. H. Hofs, penningmeester; M. Heijenk, J. van Est, Joh. Wolters en A. Scheperman, leden. Het is hier niet de plaats de moeilijkheden te schetsen, die het jonge bestuur ontmoette, maar het waren er vele, niet alleen van buiten, maar ook in eigen boezem, want daar was het niet altijd botertje tot de boom. Niettemin werd er gestadig doorge werkt en de eerste belangrijke stap was, dat de De venter specialisten aan het fonds hun medewerking toezegden. De honorering vormde de grootste moei lijkheid, want het fonds was nog klein en bezat een gering draagvlak, maar men werd het eens over een betaling per verrichting. Daarvoor waren echter tal van gangen naar Deventer nodig geweest om het zover te krijgen. In een volgende vergadering kwam de benoeming van een bode aan de orde. Uit een klein aantal sol licitanten werd de heer H. J. L. Bergkamp tot bode benoemd op een beloning van 1 x/z cent Per li(* Per week. Zijn arbeid was niet van organisatorische aard, maar de heer Bergkamp heeft door zijn rustig en beminnelijk optreden bij de ledenwerving veel tot de groei van het ziekenfonds bijgedragen. Dit is dan ook lot uitdrukking gebracht bij zijn verschei den op 19 April 1944. Aanvankelijk stonden velen nog wat onwennig tegenover het ziekenfonds, maar gestadig groeide de beste verstandhouding. Het waren de kinderziek ten, die eerst overwonnen moesten worden. In het jaar 1930 legde dokter Bessinkpas zijn praktijk neer en trad zijn opvolger, dokter Nagel hout, onmiddellijk als deelnemer tot het fonds toe. Beide artsen hebben thans ongeveer een gelijk aan tal zielen ingeschreven staan. In het tweede jaar van haar bestaan werd tot stijving van de kas, met de hulp van enkele voor aanstaande ingezetenen, een bazar gehouden, die door de toenmalige burgemeester wijlen A. P. R. C. Baron van der Borch van Verwolde, die bescherm heer was, en zijn echtgenote, officieel wérd geopend. Zij bracht netto 715.in de kas, waarop men toen weer een ogenblik kon teren, want de lasten bleken bij een contributie van 28 cent per lid en per week en bij een ongelimiteerd verblijf in het ziekenhuis, hoger dan de baten. Van de gehele bevolking, maar in het bijzonder van de zakenlieden, werd de grootst mogelijke medewerking voor het welslagen van deze bazar ondervonden. Een zeer moeilijke tijd maakte het fonds ook door, toen in het voorjaar van 1938 door malversa ties van de toenmalige penningmeester een belang rijk bedrag aan contanten verloren ging. Door een zeer prettige geste van de heren doktoren, een extra heffing en een tweede bazar, kon het bestuur toen de moeilijkheden weer te boven komen. Van het Gemeentebestuur werd in de loop der tijden, vooral gedurende de crisis der dertiger jaren, veel medewerking ondervonden, doordat het de com tributie van die leden, welke onmogelijk in staat wa ren, deze zelf te betalen, voor zijn rekening nam. Overigens heeft dit fonds nimmer aangeklopt om een jaarlijkse subsidie, hoewel dit bij vele fondsen wel gebruikelijk was. Stijging der geldmiddelen. Om een beeld te geven van de geweldige toename der financiën van het fonds geven wij hier de inkom sten en uitgaven van het eerste volledige boekjaar, n.l. over 1927 en van het afgelopen jaar. In 1927 bedroegen de inkomsten 4329.38 en de uitgaven 4839.99, nadelig saldo 510.61. In 1949 bedroegen de inkomsten van het vrijw., verplichte en aanvullingsfonds te zamen 65.029.92 en de uit gaven ƒ70.369.67, alzo nog een nadelig saldo van 5339.75. De enorme stijging van de kosten van de zieken huizen en de honoraria van specialisten en huis artsen maakt het de ziekenfondsen bijna onmogelijk in de afdeling vrijwillige verzekering, ontstaan als gevolg van de invoering van het ziekenfondsbesluit, de eindjes aan elkaar te knopen. Op allerlei wijze is van regeringswege aan dit probleem gedokterd om hierin verbetering te brengen, zonder dat een oplossing, welke geen contributieverhoging voor deze verzekerden meebrengt, is gevonden. Het is dan ook wel een teleurstelling bij de feestelijke herdenking van dit jubileum, dat binnenkort tot contributie verhoging voor de vrijw. verzekerden zal moeten worden overgegaan. In de loop van de 25 jaren heeft men hiertoe al en kele keren moeten overgaan, terwijl de verplegings- duur in het ziekenhuis telkens moest worden ver minderd. Gelukkig wordt hierin thans door een aan vullingsfonds voorzien, waarvan alle aangeslotenen lid zijn. Rijp voor het ziekenhuis. Een Drentse arts heeft ongeveer een tiental jaren geleden gezegd, dat de mensen rijp waren voor het ziekenhuis. H\j bedoelde daarmede, dat men er steeds eerder toe overging om zich in het ziekenhuis te laten behandelen, veel eerder althans als. vroeger het geval was. Dit bracht echter voor de zieken fondsen ernstige consequenties mede, omdat de premies daar niet op berekend waren. Dit werd nog erger, toen door de invoering van het Ziekenfondsenbesluit door de bezetter, op 1 No vember 1941, een deel van de basis van de vrijw. fondsen werd weggenomen. Door deze maatregel kwamen alle werknemers, wier inkomen niet boven de 3000.per jaar lag dit bedrag is nu reeds opgevoerd tot 4500.onder de bepalingen van dit besluit te vallen en werden zij ondergebracht in de verplichte afdeling, welke haar inkomsten ont leende aan het Vereveningsfonds. Vele vrijw. ver zekerden werden verplicht verzekerden, met het ge volg, dat de vrijw. fondsen niet meer uit konden. De invoering van dit besluit bracht voor velen een sociale verbetering, maar voor de fondsbesturen een geweldige papieren rompslomp, welke tot van daag de dag is gebleven. Zij eist van de administra tie veel meer werk dan vroeger het geval was. Behoud zelfstandigheid. De invoering van het ziekenfondsenbesluit bracht voor de zelfstandigheid van de kleine fondsen een ernstig gevaar mee, want van hogerhand ging men over tot concentratie van fondsen. Vele kleine, on derling beheerde, fondsen sloten zich aan bij het A.N.O.Z., het fonds van de Centrale Bond van Zie kenfondsen, waartoe ook het Holtense fonds, na een aanvankelijke afwijzing door de ledenvergadering van 1935, was toegetreden. Het Holtense fonds heeft zich tegen deze con centratie steeds met kracht verzet. Het bestuur meende, dat de belangen der leden beter konden worden behartigd door een eigen bestuur, dan dat dit geschiedde door enkele vertegenwoordigers in de Ledenraad van een groot naburig fonds. De voorzie ningen waren toch voor alle fondsen practisch het zelfde geworden. Het dikwijls aangvoerde argument, dat grotere fondsen voordeliger zouden werken, bleek bij de ver gelijking van de kosten per ziel met het plaatselijk fonds, niet op te gaan. Eerder kon gezegd worden, dat het kleine Holtense fonds voordeliger werkt dan de grote fondsen. Tot nu toe werd door de volhardende houding van het fondsbestuur de zelfstandigheid behouden en dit brengt ons tot een nadere beschouwing van hen, die in de afgelopen jaren aan het fonds leiding gaven. Bestuurswisselingen. Hierboven gaven wij reeds de samenstelling van het oprichtingsbestuur. De heer Van Geenhuizen was door de toen nog heersende lange werktijden niet in staat het voorziterschap te blijven vervullen. De hamer werd al spoedig overgenomen door de heer J. H. Bolink, terwijl de heer Wolters 2e voorzitter werd. In 1928 nam de heer B. Tukkers de plaats in van J. van Est en in 1929 maakte de heer Van Geen huizen plaats voor de heer W. Beijers en verlieten de heren G. de Brake en M. Heijenk het bestuur, om te worden opgevolgd door de heren G. Gazan en van Est. Toen laatstgenoemde in 1930 naar Hoog Soeren vertrok, werd hij opgevolgd door de heer H. Soer. In 1932 bedankte de heer Gazan en werd hij opgevolgd door de heer M. Bouwhuis en in 1938 maakte H. J. H. Hofs plaats voor de heer Westen brink, die bij zijn vertrek naar Deventer in 1948 werd opgevolgd door de heer T. Koopman. Eerst kwam de heer G. J. Lanting nog in de plaats van de heer A. Teselink, die in 1939 wegens hoge ouder dom bedankte. De heer Teselink had vanaf de op richting het secretariaat vervuld en werd bij zijn aftreden tot erelid van het fonds benoemd. Het secretariaat werd overgenomen door de heer Beijers, die het vervulde tot 1945, in welk jaar het werd overgenomen door de heer Soer, die reeds vanaf 1938 als penningmeester optrad. Hiermede werd de administratie in één hand gelegd, hetgeen het beheer ten goede kon komen en de mogelijkheid schiep een •behoorlijke beloning toe te kennen. Het bestuur werd aanvankelijk bijgestaan door één bode, de heer Bergkamp, die wij hierboven reeds noemden. Later werden tot bode aangesteld de heren G. J. Paalman en B. J. Meijer. Den oprichters hulde. Aan alle bestuursleden en boden, die zich voor het fonds verdienstelijk maakten, komt grote lof toe, maar wij doen niemand tekort, wanneer wij de be jaarde, maar nog steeds kwieke, voorzitter, de heer J. H. Bolink, een extra pluim op de hoed steken. Secretaris en penningmeester ontvingen een vergoe ding voor hun arbeid; hij heeft gedurende 25 jaar belangeloos het fonds aan de spits gediend. Het voorzitterschap bracht meer werk mee dan de ove rige bestuursfuncties, al werd hij op de moeilijke momenten geassisteerd door de jongere krachten. Aan de voorzitter en de nog zittende oprichters, de heren Scheperman en Wolters, een extra woord van hulde en dank. Wat was hun verdienste? Hun grote verdienste was en is, dat zij, door met volharding en energie het ziekenfonds te organiseren en zijn gelden te administreren, het velen met een beperkte beurs mogelijk hebben gemaakt de moei lijkheden van ziekte in het gezin en de zorg voor de gezondheid te boven te komen. Juist ziekte en be valling eisen hoge uitgaven, die voor elk gezin be zwaarlijk zijn, maar die voor de gewone man bijna niet zijn te dragen. Door de hulp van het fonds be hoeven er geen geldelijke zorgen te zijn. Hun arbeid deed die zorgen opvangen. Maar buitendien zijn door de fondsvorming tal van mogelijkheden geschapen, die van grote preventieve betekenis zijn voor het ge luk en het welzijn van de mens. Deze zijn behalve de hulp van de gewone dokters, voor de inroeping van wiens hulp men thans niet behoeft te schromen, de spoedige inroeping van specialistische, klinische en poliklinische hulp, de zorg voor het gebit, een beter vervoer der patiënten, bijdrage in de kosten van hulpmiddelen, een bijdrage in de kosten van sanatorium verpleging, enz. enz. Dit is een prachtige sociale taak, waarop wel eens een ogenblik de schijn- werper mag worden gezet. De hulp der huisartsen. Bij deze beschouwing willen wij aan het werk van de beide huisartsen met betrekking tot het zieken fonds, niet zonder meer voorbijgaan. Zij hebben het ziekenfondswerk mogelijk gemaakt, al liepen hun belangen niet altijd parallel met die van het zieken fonds. Dit laatste heeft in het begin wel eens tot moeilijkheden aanleiding gegeven, die toch altijd zo lazen wij in de oude notulenboeken weer op bevredigende wijze konden worden opgelost. Zoals zij bij hun moeilijke taak de ziekten weten te over winnen, zo werden wij zeiden het reeds de kin derziekten van het fonds ook overwonnen. Bij dit jubileum spreken wij de hoop uit, dat de heren Ger ritsma en Nagelhout nog vele jaren hun krachten zullen geven voor de ziekenfondspatiënten. Dokter Gerritsma feliciteren wij met zijn aanstaand zilveren jubileum als deelnemer aan het ziekenfonds. Het is geen volledig relaas van het bestaan van het Algemeen Ziekenfonds, dat wij hierboven gaven, maar het bevat toch wel de voornaamste gebeur tenissen. Wij hopen, dat straks bij de receptie in Hotel Holterman ook van de zijde van de leden zal worden blijk gegeven, dat men het werk van de plaatselijke pioniers en de na hen gekomen bestuurders heeft leren waarderen, want er is door hen een prachtig stuk werk verricht. Moge het fonds voortgaan in ontwikkeling en de moeilijkheden te boven komen, welke het telkens bedreigen, tot heil van de ganse bevolking. Het is een goede gewoonte, dat op de verjaar dag van Prins Bernhard gecollecteerd wordt ten bate van het Prins Bernhardfonds. Dit fonds wil gelden bijeenbrengen ten bate van culturele doeleinden- De opbrengst van deze collecte, die ditmaal ook te Holten gehouden zal worden, komt voor 70 pet. ten goede aan Overijsselse culturele in stellingen. Zo moge ik in dit verband herinneren aan het feit, dat het Markelose muziekkorps het vorige jaar een aantal muziekinstrumenten kreeg van een waarde, welke de plaatselijke opbrengst der collecte belangrijk overschreed. Al mag dan het speculeren op de mogelijkheid, dat dit jaar Holten eens een dergelijke buitenkans zou krijgen, geen drijfveer zijn om deze collecte goed te bedenken, toch geeft het voorbeeld van Markelo een goede illustratie van het werk van het fonds. Wij hebben door aan deze collecte te offeren als Overijsselnaren de mogelijkheid om tezamen te bouwen aan de culturele ontwikkeling onzer provincie. De ene maal is er een vereniging of instelling in de ene gemeente, een andere maal is het weer een andere gemeente, waarin een gelukkige ver eniging is, welke wordt voortgeholpen. De Holtense Muziekvereniging en de Tega- haja's hebben op zich genomen om op Prins Bern- hards verjaardag des avonds in de muziektent een concert te geven. Tijdens dit concert zullen de bekende Anjer emblemen worden verkocht. Ik doe gaarne een beroep op Uw aller mild dadigheid, want het is voor een goed doel! De Burgemeester van Holten, Mr W. H. ENKLAAR. DE GEMEENTERAAD VERGADERT. De gemeenteraad komt Vrijdag 23 Juni des avonds 8 uur in openbare vergadering bijeen ter behandeling van de volgende agendapunten: 1- Ingekomen stukken. 2. Wijziging raadsbesluit geldlening. 3. Wijziging algemene politieverordening. 4. Voorstel inzake vaststelling pensioengrond slagen. 5. Rondvraag. De geldlening ad 120.000, aangegaan bij be sluit van 19 Mei j.l., zal verminderd worden tot 104.000, aangezien nog niet alle objecten van hogerhand werden goedgekeurd. De wijziging van de politieverordening heeft betrekking op de veiligheid van het gebruik van de trottoirs, welke in verband met de verbete ring van de rijkstraverse van het Viaduct tot de Stationsstraat aan de orde komt. Voorts zal het artikel omtrent het innemen van stand plaatsen met stalletjes worden verruimd, opdat ontduiking kan worden tegengegaan en onge wenste elementen kunnen worden geweerd; en tenslotte zal het kappen van houtopstanden bin nen de bebouwde kom aan een vergunning van B. en W. worden onderworpen, als het voorstel wordt aangenomen, aangezien door de minister een dispensatie van het algemeen kapverbod bin nen de bebouwde kom zal worden verleend en het belang van het dorpsschoon meebrengt, dat zon der vergunning geen houtopstanden in de kom worden gekapt, geveld of gerooid. Aangezien het vaststellen van de pensioen grondslagen van het personeel in hoofdzaak een formele kwestie is, stellen B. en W. voor deze vaststelling aan hen over te laten.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1950 | | pagina 1