Is de ziekenfondsverzekering voor bejaarden duur? AOW EN AWW-UITKERING 18 Er zijn nogal wat ouderen die teleurgesteld of op z'n minst verbaasd zijn als ze tot de ziekenfondsver zekering voor bejaarden toetreden en dan merken dat ze een veel hogere premie dan voorheen voor de verplichte verzekering verschuldigd zijn. „Noem je dat nu sociaal?" vragen velen verontwaar digd. Het lijkt zo op het eerste gezicht vreemd, maar het antwoord hierop kan in een volmondig „ja" wor den uitgedrukt. Weliswaar is het zo dat het bij de bejaardenverzeke ring om vrij grote bedragen gaat de premie vari eert van 23,80 tot 83,35 per maand maar bij de verplichte verzekering kan de premie oplopen tot 54,16 per maand en dat is dan nog maar de helft, want de werkgever doet er nog eens zo'n zelfde be drag bij en dat is natuurlijk bij gepensioneerden niet het geval. Toch is het niet zo, dat er helemaal niemand is die bijdraagt aan de bejaardenverzekering. In 1971 legde het Rijk er 235 miljoen bij en de verplichte ziekenfondsverzekering nog eens 192 miljoen, for midabele bedragen dus. Maar hoe kómt het nu dat die bejaardenverzekering zo kostbaar is? Wie even nadenkt, kan het antwoord zelf geven. De bevolking wordt steeds ouder en het is bepaald geen nieuws om te stellen: de ouderdom komt met gebreken. Met andere woorden: oudere mensen hebben over het algemeen meer geneeskun dige hulp nodig. Een vergelijking van de verplichte verzekering (waaronder geen bejaarden vallen) met de bejaardenverzekering laat duidelijk zien dat de be jaarden veel meer geld kosten. Bij de vrijwillige verzekering voor mensen die bij voorbeeld niet in loondienst werken en minder ver dienen dan 18.800,per jaar ligt het anders. De vrijwillige verzekering wordt niet gesubsidieerd. Deze mensen betalen allemaal een kostendekkende premie. Een tijdje werd hun verzekering duurder doordat er steeds meer bejaarden toetraden (de be jaardenverzekering is immers alleen voor hen die min der dan 12.633,inkomen hebben, terwijl de vrij willige verzekering zoals gezegd een hogere grens kent), maar door een verhoging van de inko mensgrens voor de bejaardenverzekering tot 't huidige peil is die toevloed min of meer gestopt. Dat de kosten van de ziekenfondsverzekering toch stijgen, ligt nu voor een deel in de verhoging van honoraria van huisartsen, specialisten, apothekers, tandartsen enz., maar vooral ook in de hogere ver- pleegprijzen. Aan de verpleegprijzen gaat per verze kerde bijna de helft van de premie heen. Een factor die eveneens van grote betekenis is, ligt in de verruiming van de medische mogelijkheden, zoals nieuwe maar kostbare behandelingsmethoden, medicijnen enz. Dat alles moet worden opgebracht uit premies en een rijksbijdrage. Het gaat om ontzaglijk veel geld, maar daarvoor heeft dan ook het grootste deel van het Nederlandse volk een omvangrijk pakket van rechten. Wie er meer van wil weten kan natuurlijk bij elk ziekenfonds terecht of bij het Voorlichtingscentrum Sociale Verzekering, Rhijnspoorplein 1, Amsterdam. Voor het Voorlichtingscentrum Sociale Verzekering ontvingen wij de tekst van een radiouitzending van 8 juli j.l. De inhoud hiervan kan voor u of een familielid van u (ook in het buitenland) van belang zijn en daarom laten wij hieronder vrijwel de gehele tekst volgen. Het jaar 1.972 is uit oogpunt van de AOW- en AWW- verzekering een belangrijk jaar. Op 1 januari van dit jaar is nl. een regeling van kracht geworden, die aan verschillende groepen van mensen een nieuw perspectief kan bieden. Maar juist omdat het bij die regeling in veel gevallen van het grobtste belang is dan men zich vóór 1 januari 1973 aanmeldt, adviseren wij u van onderstaande tekst goede nota te nemen. Vraag: Om welke groepen gaat het in dit verband? Antwoord: Wel, we moeten hierbij met name twee afzonderlijke situaties onderscheiden: aan de ene kant de nieuwe mogelijkheid tot vrijwillige premiebetaling AOW/ AWW voor hen, die niet of niet meer verplicht ver zekerd zijn in Nederland; en aan de andere kant de regeling voor de nabestaan den van hen, die tussen 30 september 1959 en 1 januari 1972 zijn overleden en voor wie geen rechten aan de AWW konden worden ontleend. Hun we duwen, hun gewezen echtgenoten of ouderloze kin deren kunnen onder bepaalde voorwaarden nu alsnog voor AWW-pensioen in aanmerking komen en wel sinds 1 januari 1972. Vraag: Bestond die mogelijkheid tot vrijwillige premiebeta ling die genoemd werd, al eerder? Antwoord: Dat wel, maar alléén voor de AOW. Sinds 1 januari 1972 is echter de vrijwillige premiebetaling voor de AOW gecombineerd met die voor de AWW, zodat men nu behalve het recht op een volledig ouder-

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1972 | | pagina 20