22 VRIJWILLIGE VERZEKERING Voor degene wiens verplichte verzekering eindigt, bestaat onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid de verzekering vrijwillig voort te zetten. Dit geldt zowel voor de verzekering krachtens de Ziektewet als voor de verzekering ingevolge de Wet op de arbeids ongeschiktheidsverzekering. Voor iemand die uit hoofde van zijn dienstbetrekking slechts op enkele dagen per week werkt en die op de overige dagen inkomsten heeft uit „niet-verzekerde arbeid", is het van belang een (aanvullende) vrijwil lige verzekering voor die dagen af te sluiten. Men dient zich wel binnen één maand nadat de ver plichte verzekering eindigt met de bedrijfsvereniging, waarbij men verzekerd was, in verbinding te stellen. VOORSCHRIFTEN Aan degene die een Ziektewet- of W.A.O.-uitkering wordt toegekend, worden voorschriften uitgereikt. Het is van groot belang zich aan die voorschriften te houden, wil men zijn uitkering niet in gevaar brengen. Met name dient men gevolg te geven aan de oproep van de verzekeringsgeneeskundige of de Gemeenschap pelijke Medische Dienst voor een medisch onderzoek. OVERLIJDENSUITKERING Bij overlijden van een werknemer wordt aan de na gelaten betrekkingen nog een (belasting- en premie- vrije) uitkering verstrekt over de resterende dagen van de maand van overlijden en de twee maanden daarna. Rechthebbenden zijn: a. de langstlevende der echtgenoten van wie de over leden werknemer niet duurzaam gescheiden leefde, of b. de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kin deren wanneer de onder a genoemde persoon ont breekt, of c. degene voor wie de overledene kostwinner was en met wie hij in gezinsverband leefde, indien de onder a en b bedoelde personen ontbreken. De uitkering-ineens over dat tijdvak bedraagt honderd procent van het dagloon waarop het ziekengeld was gebaseerd of zo de overledene nog geen ziekengeld ontving zou zijn gebaseerd. Ontving de overledene een W.A.O.-uitkering dan wordt eveneens een overlijdensuitkering verstrekt, na melijk honderd procent van het dagloon als de arbeidsongeschiktheid tachtig tot honderd procent be droeg óf een bedrag gelijk aan de W.A.O.-uitkering bij een lager percentage arbeidsongeschiktheid. Is het loon dat de overledene verdiende hoger dan het loon dat geldt voor de berekening van het zieken geld of de arbeidsongeschiktheidsuitkering, dan is de werkgever gehouden het ontbrekende aan te vullen. Zijn er géén rechthebbenden, zoals hiervoor omschre ven, aanwezig dan wordt uitsluitend nog ziekengeld of arbeidsongeschiktheidsuitkering betaald tot en met de laatste dag van de maand waarin het overlijden plaats vond en wel aan degenen, die daarvoor naar het oordeel van het uitvoeringsorgaan het meest in aanmerking komen. (Hierbij is bijvoorbeeld te denken aan hen, die de begrafeniskosten hebben betaald.) Zij moeten zich binnen zes maanden na het overlijden tot dat uitvoeringsorgaan wenden; anders verspelen zij hun recht op uitkering. UITVOERING De Ziektewet en de Wet op de arbeidsongeschikt heidsverzekering worden uitgevoerd door de bedrijfs verenigingen. Men is verzekerd bij de bedrijfsvereni ging waarbij zijn werkgever is aangesloten. Iedere werkgever is verplicht door middel van een wandkaart, die door iedere werknemer geraadpleegd moet kunnen worden, aan te geven bij welke bedrijfsvereniging hij is aangesloten. PREMIES Een deel van de premies voor deze verzekering moet de werknemer betalen; het restant betaalt de werk gever. Het werknemersaandeel wordt ingehouden op 't loon. Hoeveel dit bedraagt, is vermeld op de hiervoor ge noemde wandkaart. BEROEP Van een beslissing van de bedrijfsvereniging staat be roep open bij de Raden van Beroep en veelal in tweede instantie bij de Centrale Raad van Beroep.

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1971 | | pagina 24