VOOR WIE GELDEN DE VERZEKERINGEN? 20 WANNEER RECHT OP UITKERING? VOORSCHRIFTEN Men heeft recht op uitkering als men onvrijwillig werkloos is en de werkgever niet verplicht is het loon door te betalen. Bovendien moet men in de twaalf maanden die aan de eerste dag van werkloosheid vooraf gaan, op ten minste 65 dagen als werknemer hebben gewerkt. Deze dagen mogen over het gehele jaar verspreid liggen. Komt men aan de vereiste 65 dagen niet toe, dan is ook voldoende dat men gedurende de laatste zes we ken vóór de werkloosheid begon op ten minste 30 dagen zonder onderbreking als werknemer heeft ge werkt. Voor seizoenarbeiders, die geen kostwinner zijn, gelden zwaardere eisen. De Werkloosheidswet geeft de werknemer ook gedu rende zekere tijd aanspraak op achterstallig loon, vakantiegeld, vakantietoeslag en loon over de opzeg termijn, wanneer een bedrijf door faillissement of surséance van betaling niet in staat is zijn verplich tingen na te komen. HOEVEEL EN HOELANG? De uitkering bedraagt 80% van het dagloon, dat lager kan zijn dan het werkelijk verdiende loon en waar voor bovendien een maximum geldt. Voor kostwin ners geldt tevens een minimum loon. Voor sommige groepen gelden regels die tot een lagere dagloonvast stelling (dus uitkering) leiden. De uitkering wordt in het algemeen gegeven over vijf dagen per week. In een tijdvak van een jaar kan men, al dan niet onafgebroken, ten hoogste over 130 dagen uitkering ontvangen. Het tijdvak van een jaar begint met de eerste uitkeringsdag. De uitkering ein digt in elk geval als men 65 jaar wordt. VAKANTIETOESLAG Van de periodieke uitkeringen (meestal wekelijks) wordt een bepaald gedeelte de vakantietoeslag niet direct uitbetaald, tenzij men vakantiezegels ont vangt. Men krijgt deze toeslag van circa zes procent in het algemeen als de uitkering wordt beëindigd. Gaat men met vakantie, terwijl de uitkering nog loopt, dan kan men de bedrijfsvereniging om uitbeta ling verzoeken. GARANTIEREGELING In de Werkloosheidswet is een garantieregeling opge nomen, die ervoor zorgt, dat in bepaalde gevallen het aanvaarden van werk tegen een lager loon dan voor heen werd verdiend, voor de werknemer geen nadelige gevolgen heeft als hij daarna opnieuw werkloos wordt. Dan wordt namelijk de uitkering gebaseerd op het vroeger verdiende hogere loon. INSCHRIJVING Wie werkloos wordt, moet zich zo spoedig mogelijk als werkzoekende bij het Gewestelijk Arbeidsbureau laten inschrijven. Bij het arbeidsbureau kan men ver nemen op welke wijze de werkloosheid bij de be drijfsvereniging moet worden gemeld. De algemene regel is dat de uitkering wordt verzorgd door de be drijfsvereniging, waarbij de laatste werkgever is aan gesloten. Van de bedrijfsvereniging verneemt men aan welke voorschriften men zich tijdens de werkloosheidsperi ode moet houden. Eén van de verplichtingen is dat men moet proberen zo spoedig mogelijk weer werk te vinden. Wordt passend werk aangeboden, dan dient men dit te aanvaarden. UITVOERING De Werkloosheidswet wordt uitgevoerd door de be drijfsverenigingen, die bestuurd worden door vertegen woordigers van de werkgevers- en werknemersorgani saties. In elk bedrijf behoort een kaart te hangen, waarop men o.m. naam en adres van de bedrijfsvereniging waarbij de werkgever is aangesloten, staan afgedrukt. Bij die bedrijfsvereniging is de werknemer verzekerd. BEROEP Van een beslissing van de bedrijfsvereniging staat be roep open bij de Raden van Beroep en, in tweede instantie, bij de Centrale Raad van Beroep. WET WERKLOOSHEIDSVOORZIENING Wie geen recht heeft op uitkering krachtens de Werk loosheidswet of over het maximum aantal dagen een dergelijke uitkering heeft genoten, kan mogelijk aan spraak maken op uitkering ingevolge de Wet Werk loosheidsvoorziening. Deze wet wordt uitgevoerd door de gemeenten. Aanvragen worden behandeld door de gemeentelijke sociale diensten. De uitkering bedraagt 75% van het dagloon (tot een bepaald maximum) en wordt gedurende ten hoogste twee jaar verleend. Zij eindigt in elk geval als men 65 jaar wordt. Bij langere werkloosheid kan aanspraak worden ge maakt op uitkering ingevolge de Rijksgroepsregeling voor werkloze werknemers, welke regeling eveneens door de gemeenten wordt uitgevoerd. ZIEKTEWET WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING Deze wetten hebben ten doel de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, veroorzaakt door ziekte, ongeval of gebrek, op te vangen. Voor iedereen, die werkzaam is in een dienstbetrek king. Voor iedereen, die maatschappelijk met een werkne mer gelijkgesteld kan worden, zoals b.v.: aannemers van werk, die geen zelfstandig onder nemer zijn; vertegenwoordigers, die voor één opdrachtgever werken; tewerkgestelden ingevolge de sociale werkvoorzie ningsregeling; degenen, die uitkering krachtens de Werkloosheids wet ontvangen; enz. Onder bepaalde voorwaarden zijn ook verzekerd: thuiswerkers en hun helpers, musici en artiesten. Ambtenaren en degenen die in militaire dienst zijn, zijn niet verzekerd. Huispersoneel in dienst van particulieren is slechts verzekerd als het doorgaans op drie of meer dagen per week bij dezelfde werkgever werkzaam is.

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1971 | | pagina 22