steld maar toch kon men met wat fantasie wel
enigszins bevroeden waar het einddoel lag.
Via Deventer en Apeldoorn reden we richting
Amersfoort, maar we sloegen weldra af richting
Uddelermeer. Vandaar naar Putten, waar koffie
gedronken werd en vervolgens via Harderwijk
door de Flevopolder naar Lelystad. We hadden
het geluk dat het koolzaad volop in bloei stond;
onafzienbare velden links en rechts van de weg
in zonovergoten geel ontrolden zich voor ons oog,
een onvergeetlijk schouwspel.
Intussen was ons, wat het reisprogramma betreft,
veel duidelijk geworden en het idee dat we wel
eens naar het Muiderslot konden gaan, bleek toch
wel juist te zijn.
Er bestaan vele kastelen in Nederland en daar
buiten en elk daarvan heeft toch weer zijn eigen
historie, karakter en sfeer.
Onze rondleidster bleek alles van het Muiderslot
te weten en vooral ook van zijn bewoners van wie
onze eigen P. C. Hooft (u weet wel, die van de
Muiderkring) de bekendste mag heten. De betref
fende charmante dame wist heel smeuig te ver
tellen over toestanden en gewoonten uit die tijd
en zo zijn we wat dat betreft een boel wijzer ge
worden. We weten nu tenminste waar uitdruk
kingen als „Pa zit op zijn geld", „Hij heeft nog
een achterdeurtje", enz. vandaan komen.
Van het Muiderslot bracht de bus ons via prach
tige binnenweggetjes naar Oud-Loosdrecht waar
een boot voor ons gereed lag voor het maken van
een tocht van ruim een uur over de plas. We
konden ons heerlijk vergapen aan al die prachtige
zeilboten, grote en kleine kajuitboten, kruisers,
regenboogjachten en hoe ze allemaal heten mo
gen. Een bezienswaardigheid was het huis of be
ter het kasteel van de familie Zwolsman, wel iets
kleiner dan het Muiderslot maar ook wel iets ge
riefelijker, dachten we.
Aan boord was gelegenheid de dorst te lessen en
iets te eten, zodat we niet geheel uitgehongerd
weer aan wal gingen.
Nog was de maat niet vol gemeten, het drieman
schap had nog meer in petto, naar Utrecht ging
het, naar het spoorwegmuseum. Hier was van al
les te zien op het gebied van de Nederlandse
Spoorwegen. Er stonden buiten van die enorme
stoomlocomotieven, alle koperwerk dik in het vet,
oude rijtuigen, een locaal treintje uit vroeger da
gen, enz. Binnen werd d.m.v. een miniatuurbaan-
tje het blokbeveiligingssysteem gedemonstreerd
en kon men bij een echte bestuurderscabine zien
en horen, wat de machinist allemaal te doen heeft
om de trein op gang te brengen en te houden.
Aangezien in Utrecht een opstand van ontevreden
werkende jeugd dreigde (het schijnt niet door te
zijn gegaan, althans hebben we in de krant geen
grote koppen gezien) besloten onze leiders niet
in deze plaats te blijven, maar door te rijden naar
Zeist. Hier was het goed toeven op een terrasje
onder de beierende klokken van het Raadhuis,
die elke 5 minuten zo ongeveer hun geluid lieten
horen. Plet bier en het ijs smaakten weer best.
Om een lang verhaal kort te maken; het diner vond
plaats in een heel gezellige gelegenheid in de
buurt van Apeldoorn. Het was zoals altijd weer
prima verzorgd, de stemming was weer als van
ouds en zo was dit een waardig slot van een mooie
dag.
Jammer dat enkele nieuwe jonge leden verstek
hadden laten gaan. Het volgend jaar gaan ze
hopelijk wel mee, ze zullen er vast geen spijt van
hebben!
Rest ons nog te vermelden dat we tegen :10.30 uur
weer thuis waren.
De wapenzaal van het Muiderslot
12