KmMU de heer F. W. de Bruin van dit bureau bericht dat er een uitbreiding met een totaaloppervlak van ongeveer 5200 m2 gemaakt zou moeten worden. Onder leiding van de heer B. Slokkers werd vrij wel direct met de uitvoering van deze opdracht begonnen en zo ontstond in snel tempo een pro- duktiehal met een totaal vloeroppervlak groot 4730 m2, waarvoor een aantal dienstruimten, zo als koffiekamer, was- en kleedruimten, een elec- triciënswerkplaats met magazijn en een trafo- en schakelruimte, met een oppervlakte van 430 m2, gebouwd werden. De produktiehal-uitbreiding werd voor iets meer dan de helft (2090 m2) door de spinnerij en voor iets meer dan de helft (2640 m2) door de jute- weverij, waar het weefsel op breedten van 2 tot 5 meter gemaakt wordt, in beslag genomen. Het gebouw werd in haar geheel op staal gefun deerd d.m.v. betonpoeren onder de kolommen van de staalconstructie met hiertussen 1 meter ^fchoge funderingssloven in metselwerk. Zijwanden en dak van de produktieruimten werden op gebouwd uit 15 cm dikke gasbetonplaten ter wijl de wanden van de dienstruimten in metsel werk zijn opgetrokken. Op de dakplaten werd een isolerende laag aan gebracht bestaande uit 3 cm dikke Fesco-board. Dit Fesco-board is een materiaal dat in hoge mate brandveilig is en mede daardoor een der weinige materialen die op dit gebied in België nog toegepast mogen worden, waarbij het tevens een belangrijk isolerend vermogen heeft zodat voor dit dak een K-waarde van 0,5 bereikt werd. Teneinde in het gebouw een aan de eisen vol doend werkklimaat te scheppen zijn enkele voor zieningen getroffen. Aangezien er over het al gemeen met zéér droge vezelige materialen ge werkt wordt waarbij zeer veel stofvorming plaats heeft zijn in de spinnerij sterke stof-afzuiginstal- laties opgesteld welke over de spinmachines heenrijden terwijl tevens het vochtgehalte in het gebouw kunstmatig op 75 gehouden wordt. Desalniettemin is er toch altijd een reëel brand gevaar aanwezig doordat met kurkdroge materi alen gewerkt wordt en om dit gevaar tot een minimum te beperken is een sterke Sprinkler installatie aangelegd welke via een aparte pomp- unit gevoed wordt uit een speciaal hiervoor op het fabrieksterrein gebouwd waterbassin van 10 bij 16 meter waarin 1,5 m water staat en waaruit in zeer korte tijd een grote hoeveelheid water geput kan worden. Tot slot willen we niet nalaten om nog enkele punten uit het dagboek te lichten waaruit blijkt dat ook hier weer in een zeer kort tijdsbestek voor de opdrachtgever de mogelijkheid geschapen werd om z'n produktiecapaciteit te verhogen. Half april 1968 kwam dus het bericht dat er een uitbreiding gemaakt diende te worden. Begin mei werd met het werk aangevangen, begin juni wer den de eerste spanten gemonteerd. Met het aan brengen van de gasbetonplaten werd 20 juni be gonnen waarna het gebouw verder snel water dicht gemaakt werd, zodat in de derde week van augustus de eerste weefgetouwen werden aan gevoerd en op de funderingblokken werden ge plaatst en afgemonteerd. Op 3 september vingen de eerste twee weef getouwen aan met het produceren van jutedoek en op 25 september 1968 telden we reeds 14 weefgetouwen die volop in bedrijf waren. 3

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1969 | | pagina 3